Litteraire Kantteekeningen. Schacht verdwijnt als president van de Duitsche Rijksbank. Ledenconcert. MgilSTER VAN DIJK'S BELEID GEPREZEN. Door de Eerste Kamer. DfDIë'S DEFENSIE IN ZIJN AANDACHT AANBEVOLEN. Volgens het voorloopig verslag der Eerste Ka mer over de defensiebegrooting voor 1939, werd van verschillende zijden instemming betuigd met >S ministers beleid. Groote waardeering vond het dat hij, met de zorg voor land- en zeemacht beide belast en dus zeer zeker in een tijd als den huidigen met werkzaamheden overladen er in slaagt, gestadig voortgang te maken met de afwerking van zijn defensieplan. Welke gevaren het niet paraat zijn medebrengt heeft, zoo betoogden vele leden, het jongste ver leden' in Europa wel geleerd. Het overgangstijd perk, waarin onze militaire toerusting in zekeren zin nog verkeert, worde derhalve zoo kort mo gelijk gemaakt, en wat de bekostiging van de vereischte maatregelen betreft, achtten deze le den desnoods het sluiten van een leening ver antwoord. In September 1.1: is, zoo constateerden ettelijke leden met groote waardeering, gebleken, dat het Nederlandsche volle ten volle bereid is voor de verdediging onzer zelfstandigheid de gevraagde persoonlijke offers te brengen. Verscheidene leden waren vol lof over den geest der troepen, die in September 1.1. waren opgeroepen. Sommige dezer leden deden in het bijzonder een beroep op de S. D. A. P., om den goeden geest in de weermacht ook verder te versterken. Defensie voor Indië i Inzonderheid werd aandacht gewijd aan de defensie van Nederlandsch-Indië. Verscheidene leden achtten het niet ondenkbaar, dat een niet verre toekomst een strijd over de Europeesche beschaving in het Verre Oosten zal te zien geven. Verschillende leden sloten zich aan bij het advies van luitenant-generaal jhr. W. Röell in een in Den Haag gehouden rede gegeven, waar in deze heeft bepleit den aanmaak van drie tot vier slagschepen voor de verdediging van Ne derlandsch-Indië. Deze leden achtten het ge- wenscht, den bouw daarvan niet uit te stellen, omdat daarmede vermoedelijk enkele jaren ge moeid zullen zijn. Ettelijke leden sloten zich echter aan bij het verzet van den minister tegen vergrooting van het aantal kruisers voor Indië en tegen uitbrei ding van de weermacht. De regeering is reeds veel verder gegaan dan het vorige jaar in het vooruitzicht was gesteld, hetgeen deze leden be treurden. Men vroeg hoe ver de regeering in feite ge vorderd is met den opslag van voorraden levens middelen en grondstoffen en of maatregelen zijn getroffen om die voorraden te beveiligen tegen luchtaanvallen. Verder werd gevraagd of in de beperking van den veestapel geen bezwaar moet worden gezien bij eventueele voorraad- vorming. Luchtbescherming. Verscheidene leden juichten toe, dat de ge- heele luchtverdediging onder één commando is gesteld. Eenige leden waren van meening, dat uit het onderbrengen van de luchtbescherming bij het departement van Binnenlandsche Zaken ten duidelijkste blijkt, dat de regeering nog steeds niet inziet, van hoe uitermate groot be lang de luchtbescherming is. Sommige leden bepleitten nogmaals, dat van regeeringswege meer aandacht zou worden be steed aan de ontwikkeling van de industrie, die zich toelegt op de fabricage van wapenen, en dat daaraan richting zou worden gegeven. Het gevaar is niet denkbeeldig, dat niet de allernieuwste en allerbeste artikelen worden geleverd en dat ons land te dezer zake achterop raakt. Vele leden spraken hun teleurstelling er over uit, dat de minister van Defensie ten opzichte van de gepensionneerde militairen of hun we duwen van vóór 1909 het standpunt blijft innemen, dat aan de te dien aanzien getroffen maatregelen niets kan en behoeft te worden veranderd. Ambtenarenverbod. Eenige leden hadden ernstig bezwaar tegen het besluit der regeering om leden van de S. D. A. P. toe te laten tot leger en vloot, en wel op grond van de ideologie dezer partij. Ernstige bedenking maakten deze leden even eens tegen de uitsluiting van de opleiding tot officier van kinderen van hen, die, zelfs zonder lid van de N. S. B. te zijn. worden geacht ook maar in eenige mate met die beweging te sym- pathiseeren. Tegen een en ander werd aangevoerd, dat de N. S. B. te zeer is georiënteerd naar een vreem de mogendheid en te weinig naar het eigen Vaderland en daarmede gevaarlijk voor den geest onder de weermacht. Ettelijke leden achtten het onjuist, dat de marine het Nationaal Jongeren Verbond heeft bijgestaan bij het organiseeren van een zooge naamd zeekamp. Joodsche immigranten werden niet in Indië toegelaten. Ten vervolge op de beantwoording van vra gen van den heer Albarda betreffende het ver bieden door een immigratie-ambtenaar te Ba tavia aan Duitsche passagiers van Joodschen bloede op de „Johan van Oldenbarnevelt" om te Batavia aan land te gaan heeft de minister van Koloniën o.m. het volgende medegedeeld: Op 3 November 1938 arriveerden te Tand jong Priok aan boord van het motorschip „Jo han van Oldenbarnevelt" een twaalftal Duit- schers van Joodschen bloede. Nadat aanvankelijk aan allen de ontscheping was geweigerd, met toepassing van het bepaalde bij het vierde lid van art. 1 van het Indische toe- latingsbesluit, ingevolge hetwelk de vergunning tot ontscheping kan worden geweigerd aan vreemdelingen, van wie niet vaststaat, dat zij naar hun land van geboorte of van herkomst kunnen terugkeeren, is aan een tweetal gezinnen in totaal bestaande uit 5 personen, door wie na der aannemelijk werd gemaakt, dat zij met hun aankomst in Nederlandsch-Indië geen verdere bedoelingen hadden dan een z.g. toeristenreis over Java en Bali te maken, alsnog vergund zich te ontschepen en hun reisplannen ten uitvoer te brengen. Deze beslissing bracht mede, dat betrok kenen door de immigratie-autoriteiten als zg. „doortrekkenden" werden behandeld en als zoo danig buiten de toelatingsbepalingen vielen. De overigen waren niet in staat voldoende aannemelijk te maken, dat zij slechts als toerist Nederlandsch-Indië wcnschten te bezoeken. Veel eer kwamen uit het gehouden onderzoek sterke aanwijzingen naar voren, dat bij hen de bedoe ling voorzat, zich in Nederlandsch-Indië te ves tigen. Dientengevolge behoorden op hen de bepalin gen van het toelatingsbesluit toepassing te vinden. Aangezien uit het onderzoek mede bleek, dat zij niet voldeden aan den in het tweede lid van artikel 4 van meergemeld besluit, gestelden eisch van te -kunnen beschikken over- een behoorlijk bestaansmiddel en derhalve- voon toelating niet in aanmerking kwamen, is overeenkomstig de. bedoeling van het eerder aangehaald vierde lid van artikel 1 ten aanzien van hen het verbod om te ontschepen gehandhaafd. Het is- juist, dat aan betrokkenen vergund is te Sabang en Medan aan wal te gaan om te pas sagieren. Hiertegen bestónden geenerlei bezwa ren, omdat betrokkenen van zins waren naar Batavia door te reizen, zoodat dus eerst te Tandjong Priok de vraag van hun ontscheping aan de orde kwam. Overigens is ook gedurende den tijd, dat het schip te Tandjong Priok in de haven lag, voordat de thuisreis werd aanvaard, aan betrokkenen alsnog vergund, zij het onder toezicht, eenige tochten in den omtrek van Ba tavia te maken, waarna het geheele gezelschap (met uitzondering van een persoon, die inmid dels toestemming had verkregen zich in Austra lië te vestigen) met hetzelfde schip de thuisreis heeft aanvaard Een onderscheid tusschen Joodsche en niet- Joodsche reizigers, als door den steller der vra gen bedoeld, wordt door den immigratiedienst in Nederlandsch-Indië niet., gemaakt. Wel is het noodzakelijk,~dat bij de toepassing van het meer aangehaalde vierde lid van artikel 1 van het toelatingsbesluit onderscheiden wordt tusschen z.g. „apatriden" en andere immigran ten. Tot die „apatx-iden" behoorden sommige groepen van Joodsche immigranten. Noodlottige samenloop van gebeurtenissen. Twintigjarig meisje het slachtoffer. Vrijdagavond omstreeks acht uur is in de Lange Nieuwstraat te Schiedam de twintigja rige mej. C. Middendorp met haar fiets geslipt en gevallen, juist op het moment, dat een vrachtauto van de firma De Jong uit Vlaar- dingen haar achterop reed. Het meisje werd door den wagen gegrepen en een eind meegesleurd. Zij werd ernstig ge wond opgenomen. Na door een dokter te zijn verbonden, werd het slachtoffer naar de dr. Noletstichting overgebracht, waar zij kort na aankomst overleed. Orpheus uit de onderwereld terug gekeerd. Men schrijft de N; R. Ct. uit Doorn: Het zal wel tot de zeldzaamheden behooren, dat men de gelegenheid krijgt in de krant te lezen hoe men na zijn dood wordt beoordeeld. Hier in Doorn heeft zich zoó'n geval voorge daan. Een straatmuzikant; "bijgenaamd Lange Jan, was, zoo meldde een paar weken geleden een plaatselijk blad, overleden tengevolge van be vroren ledematen. Lange Jan is hier een bekende straatfiguur, die al jaren lang eiken Woensdag zijp muzikale talenten voor enkele centen ten toon spreidt. In het overlijdensbericht in het plaatselijke blad werd gezegd dat hij ons eiken Woensdag kwam vei-gasten op een paar stukjes muziek, welke hij met horten en stooten, uit zijn ge- deuktén' althoox-n wist te halen, terwijl hij bij bijzondere gelegenheden van zijn repertoire afweek, door het Wilhelmus of Stille Nacht te laten hooren. De verdere critiek was ook niet gunstig; het wexd niet betreurd, dat deze straat figuur uit Doorn was verdwenen en de hoop werd uitgesproken, dat men gespaai'd zou blij ven voor een opvolger. Lange Jan was echter niet dood. Wel was hij ziek geweest, maar, hersteld na een goede ver pleging in een ziekenhuis, was hij weer vol moed om zijn beroep .weer op te vatten. En met zijn weder verschijnen hier in Doorn verwekte hij een ongekende sensatie. Het begon op het gemeentehuis waar Lange Jan op de lijst van de vaste aanvragers van een muziekvergunning was geschrapt. Men was er stom vex"baasd toen hij, als van ouds, om de vergunning kwam. Een grappenmaker wist te bewerken, dat Lange Jan zijn eerste nummer na zijn terugkeer voor het bui-eau van het plaat selijke blad dat zijn dood had gemeld, ten beste zou geven. En Jan, die het geval nogal vroolijk opnam, blies daar onder groote belangstelling uit volle borst: Lang zal hij leven in de gloria. Als een loopend vuurtje ging het nieuws dat Lange Jan er weer was door het dorp. Overal stonden groepjes menschen die deze gebeurte nis druk bespraken. Men was blij hem weer te zien, ondanks de minder gunstige critiek over zijn muzikale prestaties. Dat de menschen bij wie Jan gewoon was aan te bellen hem zijn terugkeer gunden zal hem wel bij zijn ontvangsten zijn gebleken. Men wil Lange Jan nog niet missen. „Times" acht Lloyd George's houding onwaardig LONDEN, 20 Jan. De „Times" bespreekt hedenochtend de rede, welke Lloyd George gis teren heeft gehouden en het blad begint met de verklaring, dat de uitlatingen van Lloyd George misschien niet meer het onderwerp zijn van ernstige bespreking. Het is niet mogelijk een rede vol tegenspraak en onjuistheden, zooals die van gisteravond, punt voor punt te behandelen, zonder er meer aandacht aan te schenken, dan zij verdient. De „Times" constateert, dat de dienst, welke Chamberlain Engeland en de geheele wereld heeft bewezen, is, dat hij heeft getoond niet bevreesd te zijn van aangezicht tot aangezicht te staan met de dictators en, wat nog meer is, dat hij de volken van de dictators zijn ware vredesmissie duidelijk heeft gemaakt. Lloyd George is van oordeel, zoo zegt het blad verder o.a., dat de regeering zich heeft laten lokken in een valstrik in de Middelland- sche Zee en het antwoordt hierop, dat de toe stand aanmerkelijk is verbeterd door de onder- teekening van het Britsch-Italiaansche ver drag. Dit blijkt wel uit het feit, dat de minis ters van de dominions, die zeker groot belang hebben bij de vrijheid in de Middellandsche Zee. het verdrag met vreugde hebben begroet. Tenslotte merkt de „Times" op, wanneer Lloyd Geor-ge zegt, dat de Britsche minister president kronkelt en kruipt voor de dictators, hij een taal gebruikt, welke onwaardig is voor iemand, die zelf deze functie heeft vervuld. Dit kan alleen tengevolge hebben, dat zijn landgenooten betreuren, dat een man, die eens zoo hoog stond; zóo diep kan zinken. Werkloozen poogden aan fijn proevers-diner aan te zitten. Nieuwe vorm van protestactie te Londen. LONDEN, 20 Januari. (ANP) De Daily Tele graph meldt, dat elf werklooze mannen gister avond als ongenoode gasten hebben geprobeerd aan te zitten aan een maaltijd van de groep Lu- cullus der „Wine -and Eood Society". Zij eisch- ten eten. Om precies negen uur bevonden zij zich in de vestibule van l'Auberge de France, een restau rant op Piccadilly Circus, waar de maaltijd werd aangericht. Toen de directeur hun eischen hooi'- de, bood hij aan hun dezelfde gerechten voor te zetten als den gasten werden geserveerd. De man nen weigerden echter en haalden hun eigen be legde broodjes voor den dag. Na vijf minuten werden zij door de politie verwijderd. De Daily Telegraph voegt hier nog aan toe, dat het geweigerde menu bestond uit: Consommé de tortue a la royale, Saumon du Shannon a la ge- lée de champagne, Fricassee de poulet Borde laise, Agneau de pauillac roti aux feuilles de sar- ments, Délices de Prague Florentine, Truffés sous la cendre a la fa^on du périgord. Mousse glacée Cantonaise, Corbeille de fruits, café. Volgens den directeur van het établissement zouden ongeveer twintig personen er door de aanwezigheid der werkloozen van hebben af gezien in deze zaak te dineeren en zijn wegge gaan. Militair vliegtuig verongelukt. Donderdagmorgen is op Schiphol wederom een ongeluk gebeurd met een militaire machi ne. Het toestel is zwaar beschadigd en de be stuurder, de 29-jarige eerste-luitenant Thate, is door den G.G.D. naar een der Amsterdam- sche ziekenhuizen overgebracht, waar hij met een vermoedelijk rugwervelfractuur ter obser vatie is opgenomen. De heer T. had een vlucht gemaakt met een jachtvliegtuig van het type Fokker D 16. Om streeks half twaalf ging hij landen, maar door tot dusverre onopgehelderde oorzaak slaagde hij er niet in normaal op den grond te komen. Het toestel kwam ongeveer op het midden van het landingsterrein terecht en boorde met den neus in den grond Van den verkeerstoren af werd onmiddelijk de alarmsirene in werking gesteld, zoodat enkele oogenblikken laterreeds hulp ter plaats- se was. Het toestel bleek ernstig beschadigd te zijn en ook over den toestand van den be stuurder, die als een goed vlieger bekend staat, maakte men zich aanvankelijk ongerust. De plaats, waar het ongeluk gebeurd was, is onmiddellijk door militairen afgezet. Inlich tingen werden niet verstrekt. Met een lijfwacht op tournee. PHILADELPHIA, 20 Januari (A.N.P.). De violist Mischa Elman. die een tournée onder neemt over 25 steden en de opbrengst van zijn concerten ter beschikking stelt voor de hulp verleening aan Joodsche vluchtelingen, deelde gisteren mede. dat hij zich een lijfwacht zal moeten aanschaffen, teneinde zeker te zijn van zijn bescherming in dien hij overvallen wordt. Hij heeft nl. een brief ontvangen, waarin hij met een dergelijk vooruitzicht be dreigd wordt in verband met het doel van zijn toumée. Emmanuel de Bom, Wrakken. Amsterdam, Wereldbibliotheek. De Vlaamsche schrijver Emmanuel de Bom. Mane de Bom, zooals met een zekere familiari teit zij plegen te zeggen, die zich, terecht of ten onrechte tot zijn intimi rekenen, Emma nuel de Boni dan, is een populair man in de litteraire betrekkingen die Vlaanderenland met Nedei'land onderhoudt. Hij werkte veel aan Hollandsche dagbladen en periodieken mee en is bij plechtige gelegenheden van allerlei aard een gaarne aanwezig gezien gast. Veertig jaar gele den schreef hij een roman „Wrakken" en liet het daai'bij, voor zoover het een productiviteit in die richting betreft. De (naar den omvang) kleine roman werd een vex-geten boek, zoodat de her druk, die de Wereldbibliotheek er thans van uitgaf, een voor noviteiten gereserveerde be langstelling zou kunnen opwekken. Of dat in derdaad het geval is lijkt twijfelachtig, ondanks de zeer zorgvuldig gestelde inleiding die Maurice Gilliams schreef om den herdruk te rechtvaar digen. „Want zelfs in het licht van een moderne critische wreveligheid" zegt Gilliams „moet men toegeven dat die eersteling een klein afgerond geheel vormt; dat de debutant romanciei-, in een land zonder noemenswaar dige vooi'beelden, een compositorische zorgvul digheid aan den dag legt .Waar wij thans onze waardeering niet hoeven voor te onthouden." Gilliams schrijft in den laatsten zin een ge kraakt Nedei'landsch, waaraan wij helaas onze waardeering moeten onthouden.doch dit ter zijde. Aangenomen echter dat het hiervoor geciteer de volkomen juist is zal „Wrakken", dunkt ons. toch nog een heelen dobber hebben, het lezers publiek van onze dagen te boeien. De kleine roman doet, na veertig jaar, reeds aan als eer belangwekkende antiquiteit, als een symptoom van een periode, waaraan we ontgroeid zijn en waarin aan erotische zielsconflicten in de littera tuur een behandeling gewerd, even zoetelijk streelend als oppervlakkig fraseerend. Een melancholisch Deensch zeeman wordt in Antwerpen's havenbuurt ernstig verliefd op een kellnerin in een kroegje, waar hij in een trooste- looze bui is binnerigezwaaid. Het is hem zoo danig ernst, dat hij haar een huwelijk voorstelt als zij met hem mee wil gaan naar Kopenhagen, naar zijn oude moeder in zijn vaderstad. Hij is niet knap, eer vreemd, maar hij meent het eer lijk, dat begrijpt Elly heel vlug. Zij, Elly, is wel knap en aantrekkelijk, en tot een huwelijk ge negen, maar er zijn bezwaren. Zij heeft een kind, waarvoor zij werkt, daar de Berlijnsche vader dood is en zij verzwijgt dat den somberen Deen geenszins. Zij heeft in Antwerpen echtei ook een vriend, een musicus, die stapelzot op haar is en zij op hem doch die haar niet trouwen zal, omdat hij dat niet aandurft. Hij blijft aarzelen om zijn geringe verdiensten en zijn familie. Dat alles verzwijgt zij den Deer wel. Het geval ontwikkelt zich op deze basis op vooruit te voorziene, lichtelijk huilerige wijze tot een conflict waarin ze zich zelve verwart, door van den Deen een verlovingsring aan te nemen en van den Antwerpenaar de kussen te blijven accepteeren. Elly is heusch niet slecht, maar ze kan niet anders. En van den Deen en den Antwerpenaar geldt hetzelfde. Dat soort huilerig fatumsidee was een veertig jaar gele den, na het „Bovarisme" door Flaubert gescha pen, erg bij de mindere goden der litteratuur in ti-ek geraakt. Wat een geniaal schrijver ech ter aannemelijk kon maken door meesterlijke milieuschildering en karakterontlading wordt bij een oppervlakkige na-dichting licht minder ernstig dan de bedoeling was. En het zal zeker thans velen niet gemakkelijk vallen, Elly èn den Deen èn den Antwerpenaar nu direct als „wrakken" te zien, als De Bom's vertelling uit is. Dat „Wrakken" ondanks dat alles een werk is met qualiteiten, die den Vlamingen na aan het hart liggen, kan niet ontkend worden. Het is zegt alweer Gilliams het „eei-ste toon baar boek, waarin iets van de Antwerpsche atmosfeer is vastgehouden; ten minste indien men door Antwerpsche atmosfeer wil verstaan de cosmopolitische stemming van de voor-oor- logsche havenbuurt, met kroegen en taveernen, romantisch verweekt zooals de intellectueele maar onervaren zoons van kleine burgers die stemming droomden". De schrijver van dé inleiding zegt hier op de best mogelijke wijze, wat er aan Wrakken aar digs en aantrekkelijks is. Het heeft inderdaad de charme van jeugd werk, uit een tijd die intusschen alweer oud is geworden. En het komt ons voor alsof De Bom's beschrijvende gedeelten van zijn Scheldestad, in dat vriendelijke lyrisme, dat wij van haar kunstenaars steeds waardeeren, van meer blij vend belang is dan de troebelen zijner drie menschenkinderen, wier tragiek voor den hui digen lezer van eenigs2ins problematieken aard ishetgeen in waarlijk klassiek werk niet zal voorkomen. William Faulkner. Het Licht in Augustus. (Rotterdam, Van Staal Co.) Een werk van William Faulkner, die op het oogenblik tot de interessantste schrijvers van Amerika behoort, is wel in staat ons te doen gevoelen, hoe ver wij van den tijd van voor veertig jaar zijn afgeraakt, ook in de litteraire kunst. Belangwekkend zijn deze schrijver en zijn werk zeker en al zou ik het liever in het origineel, dan in een vertaling waar ik overigens geen kwaad van wil zeggen lezen, het staat vast dat een zoo goed verzorgde Ne derlandsche uitgaaf als deze, aanbeveling ver dient. Omdat het ons een ons vreemde menta liteit nader kan brengen, geleid als wij worden door een kunstenaar, wien nu letterlijk niets menschelijks vreemd is en die in zijn werk toont breed boven zijn observatie te staan en het geob serveerde volkomen in de macht te hebben. Men zal zich eenigszins aan den egalen, schijnbaai onbewogen toon van zijn verhaal hebben te gewennen, aleer men er de boeiende zinrijk heid van te pakken krijgt, maar de lectuur loont die moeite ten volle. Hij geeft inderdaad wat be loofd wordt: „een blik op het hedendaagsche Amerika, dat in wezen vol onverduwde contras ten is, mank gaande aan de moraal van het ver leden, ontaard door de gevolgen van een on vermijdelijke, maar slecht begrepen vrijheid, waartegen de resten van simpele humaniteit en eerlijkheid daarom een zwaren strijd hebben te voeren". Dit laatste citeer ik uit de zeer le zenswaardige inleidng, die Theun de Vries voor deze vertaling schreef. J. H. DE BOIS. (Zie ook elders in dit nummer.) Dr. Walther Funk. In een brief aan minister Funk, zegt Hitier, dat de nieuwe taak van den minister is: 1. „In uw thans de beide belangrijke ressorten vereenigde functie, zooals tot nu toe, de onvoor waardelijke stabiliteit der loonen en prijzen te verzekeren en daarmede ook verder de waarde van de mark te handhaven; 2. de kapitaalsmarkt in vex-hoogde mate te ont sluiten voor de particuliere geldbehoefte en ter beschikking te stellen; 3. de met de wet van 10 Februari 1937 inge leide reoi'ganisatie der door het pact van Dawes aan de onbepei-kte souvereiniteit van het rijk onttrokken toenmalige Rijksbank tot een aan de souvereiniteit van den staat onvoorwaardelijk ondergeschikte Duitsche circulatiebank tot dat einde te brengen, dat in overeenstemming is met de nationaal-soeialistische principes. Met Duitschen groet, w.g. Adolf Hitler". Aan rijksminister dr. Schacht heeft de führer het volgende schrijven gezonden: „Zeer geëerde heer minister: Ik neem de gelegenheid, dat gij van uw func tie van president van het directorium der Rijks bank zijt ontheven waar om u mijn meest op rechten en warmsten dank uit te spreken voor de Duitschland en mij persoonlijk in deze func tie in lange en moeilijke jaren opnieuw verrich te diensten. Uw naam zal vooral voor altijd ver bonden zijn met het eex-ste tijdvak der nationale hei-bewapening. Ik verheug mij van u in uw hoe danigheid van rijksminister voor de kwijting van nieuwe taken te kunnen gebruik maken. Met Duitschen groet, w.g. Adolf Hitler". Scljacht's heengaan verraste Berlijn. BERLIJN 20 Januari. Het vertrek van dx\ Schacht uit het presidium der Rijksbank is te Berlijn als een volko men vex-rassing gekomen. Gisteren had de leider van de rijkspers categorisch de berichten ontkend over eenige a.s. wijziging in het kabinet. Het nieuws heeft ook Rublee verrast, die midden in onderhandelingen met Schacht is over een Joodsche emigratieleening. Rublee zou vandaag een nieuwe be spreking hebben met Schacht, doch hij wacht thans op instructies. Het is opmerkelijk, dat vandaag in het maand blad van Goering „Der Vierjahresplan" een lang artikel is opgenomen van de hand van dr. Schacht, den „president der rijksbank". Vanavond zal een communiqué wox"den uit gegeven, waarin de redenen zullen worden op gegeven van de wijziging. Voor het oogenblik zijn echter de meest officieele kringen zoo ver rast, dat de zaken wat verward zijn. Welingelichte Duitsche kringen beschrijven de wijziging als een vex-sterking van Duitsch- land's economische structuur. Er wordt aan herinnerd, dat er veel geruch ten in omloop waren over een aan dr. Schacht toegeschreven voornemen zich binnenkort te rug te trekken en er is vaak gemeld, dat eenige andere adviseux*s van Hitier het niet eens wa ren met Schacht's financieele politiek, doch tot nu toe zijn deze berichten steeds ontkend. In zijn artikel over het vierjarenplan zegt dr. Schacht: De Duitsche methoden hebben in het buitenland, waar zij of als een wonder of als een truc werden beschouwd, veel verwarring gesticht. Wij zijn niet zoo verwaand om van een wonder te spreken, aldus Schacht, en even min zoo bescheiden om toe te geven dat deze methoden natuurlijk zouden zijn. Na met kracht de gedachten aan inflatie of muntmanipulatie van de hand te hebben gewe zen, noemt Schacht voor de toekomst het vol gende noodig: Indien slechts evenveel wordt uitgegeven als kan worden bespaard en indien wat beschikbaar is zoo zorgvuldig mogelijk wordt beheerd en indien het kapitaal wordt ge concentreerd, waar de grootste opbrengst is te vex-krijgen, kunnen de economische toekomst problemen met dezelfde zekerheid als tot nu toe worden opgelost. Funk levert in hetzelfde nummer een bij drage, waarin hij schrijft, dat het bijzonder be langwekkend Is, dat het land vanwaar Duitsch land de meeste goederen invoert, de Vereenigde Staten is, dat dagelijks zijn grooten cliënt op de laagste manier beleedigt en belastert. Dezen cliënt zullen de Vex'eenigde Staten verliezen en alle moeilijkheden en besluiteloosheid van het Engelsch-Amerikaansche handelsverdrag toonen aan, dat het bijna mogelijk is voor dezen cliënt op de wereldmarkt een plaatsvervanger te vin den. Doch voor deze bestellingen in de Vereenigde Staten zullen wij andere vinden in de Balkan- landen en Turkije. Volgens de Daily Telegraph behooren tot de maatregelen welke door de rijksregeering zullen worden genomen om den uitvoer aan te moedi gen een verbetering en intensiveering van de export-reclame. Dit zal geschieden onder de ge- unifieerde leiding van een speciale or ganisatie. Er zal een nieuw type han delsreiziger worden opgeleid om Duit sche goederen in vreemde landen aan de markt te brengen. Haarl. Orkest-Vereeniging Van het Vrijdagavond onder leiding van den gastdirigent Bertus van Lier gegeven ledenconcert heb ik de eerste helft niet kun nen bijwonen. Van bevoegde zijde vernam ik dat Van Lier een zoowel in détails als in groote lijnen bijzonder mooie vertolking van Schubert's Onvoltooide Symphonic heeft ge geven en dat ons orkest daarin met groote volgzaamheid en toewijding zijn taak heeft verricht. Ook de voordracht van Mozart's Vioolconcert in A gr. t. deer den concertmees ter Gdjs Beths werd algemeen geroemd, het geen me na zijn uitmuntende prestatie van den vorigen avond, in de groote vioolsolo van het ,3enedictus" der Missa Solcmnis niet verwonderde. Wat de begeleiding van het Vioolconcert betreft was het oordeel dat de dirigent daarin wel eens al te voortvarend was, zoodat hij den solist niet de algeheele zelfstandigheid liet. Het tweede deel van den avond bracht ons de kennismaking met Van Lier's destijds in opdracht der A.V.R.O. gecomponeerd Decla- matorium „De Dijk". Als componist volgt Van Lier zeer moderne richtingen. Het idioom, de muzikale uitdrukkingswijze dezer richtingen is mij in 't algemeen verre van sympathiek. Ik kan nog steeds de noodzakelijkheid der schier zonder uitzondering voortdurende dis- soneerende combinaties niet inzien. Toch wil ik gaarne erkennen dat Van Lier's Declama- torium veel bevat waarvan een suggestieve werking uitgaat, zóó dat ook zij die niet tot de aanhangers der moderne richtingen be hooren, zijn artistieke bedoelingen kunnen begi'ijpen en waardeeren. Het meest geslaagd leken me die in het eerste en tweede gedeelte Daar zit groei en spanning in. De hoorder ziet de tafereeflen zonder moeite voor zich: het bouwwerk als onwrikbaar fundament ook tonaal! te midden der elementen en na tuurkrachten en van het menschelijk gedoe. Minder geslaagd schijnt me vooral het vierde deel. In elk geval is Van Lier een muzikale persoonlijkheid die wat te zeggen heeft en dat op zijn wijze zegt. Harry yan Os decla meerde de rythmisch nauwkeurig voorge schreven spreekstem met groote bekwaam heid en intelligentie, zoodat een uitstekende aansluiting met de muziek ontstond. In de vertolking van Berlioz' Ouverture ,3e Carnaval romain", toonde Bertus van Lier al het vuur van zijn temperament en de pittig heid zijner directie. Dat sprankelde en sleefite mee en gaf aanleiding tot uitbundige ovaties. Op het a.s. Zondagnamiddagconcert hoop ik Van Lier's ongetwijfeld groote capaciteiten als dirigent nader te leeren kennen. K. DE JONG. f 250BELOONING Contant. Wie kan ontwikkeld pers., 35 jaar, als incasseerder of op kantoor plaatsen? 100 p. m. Br. onder no. B 1348 bur. van dit blad Officieele (crisis) bekendmaking STEUNVERGOEDING ERWTEN EN VELDBOONEN. De Nederlandsche Akkerbouw- centrale maakt bekend, dat de steunvergoeding voor erwten van den oogst 1938, gedenatu reerd in het tijdvak van 16 tot en met 21 Januari 1939, zal bedragen 1.45 per 100 kg. voor groene erwten, welke door han delaren zijn gedenatureerd en voldoen aan het standaardmon ster van kwaliteitsklasse C, en 0.95 per 100 kg. voor voeder erwten, welke zijn gedenatu reerd door telers, die deze erw ten zelf hebben geteeld. De steunvergoeding voor veld- boonen van den oogst 1938. wel ke voldoen aan de kwaliteits- eischen en in genoemd tijdvak door telers of handelaren zijn gedenatureerd, zal 2.25 per 100 kg. bedragen. S-Gravenhage, 20 Jan. 1939.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 3