De feeërieke mode 1939
IMENU VAN DE WEEK
Onze kinderen en de zon
Recept'
en
Verwisselingen
Wel zelden zullen er zooveel vrouwelijke be
trekkingen tegelijk te vergeven zijn geweest
als straks per 1 Februari het geval zal zijn. Het
mag dan zijn, dat er eens tijdelijk een
„hausse" in typisten is door een gunstige eco
nomische periode, of dat een nieuwe fabriek
vele hulpkrachten tegelijk vraagt, misschien
ook, dat er voor seizoenbeclrijven zooals bij
voorbeeld in de badplaatsen op eenzelfde mo
ment veel vrouwelijk personeel wordt ge
vraagd, een dergelijke uittocht met als ge
volg een enorme vraag naar hulp in huis, zoo
als er nu voor de deur staat, zal wel een uni
cum zijn.
En bij de verwisseling van Duitsche voor
Hollandsche meisjes zal het natuurlijk niet
blijven: meisjes die in betrekking bleven om
dat zij geen betere wisten, zullen nu wellicht
een kans voor verbetering zien, zij het op fi
nancieel gebied, of wat betreft de behande
ling, vermoedelijk ook menigeen om een be
trekking met meer perspectieven te krijgen.
Nu zal het er bij al die verwisselingen op aan
komen het hoofd koel te houden en niet in een
soort paniekstemming 't eerste wat zich voor
doet maar met beide handen aan te nemen.
Daar is weinig kans op, zult u misschien
meenen. Er zullen meisjes tekort zijn, dus de
huisvrouw die hulp kan krijgen zal ze nemen,
er zullen betrekkingen te over zijn, dus de
meisjes kunnen op haar gemak uitzoeken wat
haar het beste aanstaat.
Maar dat moet toch niet zoo, noch van de
eene, noch van de andere zijde: de werkgeef
ster die het eerste beste meisje neemt, dat
zich bij haar aanmeldt, hoewel ze haar niet
aanstaat, krijgt daar zeker moeilijkheden
mee, en dan zijn de strubbelingen veel on
aangenamer, tijdroovender en vermoeiender,
dan wanneer men tijdelijk eens met onvol
doende hulp of heelemaal zonder is.
En van al dat weloverwogen uitzoeken door
de werkneemster komt ook meestal niet zoo
veel terecht; zij wil immers op een bepaalden
'tijd aan het werk zijn, meestal dringt de tijd,
en het eerste het besté wat haar lijkt, pakt ze
aan. Hierbij heb ik nog het meest op het
oog de tweede-meisjes, de kinderjuffrouwen en
dergelijke, omdat ook daarin natuurlijk wel
wat vrij zal komen, wat echter toch altijd tot
een kleinen kring beperkt zal blijven.
Het meisje-voor-alles zal allicht uit teveel
aanvragen moeilijk haar keus kunnen ma
ken, zij zal het gevoel krijgen dat het een
sprong in 't duister is, die evenzeer goed als
verkeerd kan afloopen.
Maar tweede meisjes worden niet veel meer
gevraagd en er zijn toch altijd nog meis
jes die daarvoor een groote geschiktheid
hebben, en die voor meisje-alleen niet deu
gen, terwijl ook voor kindermeisjes vaak
moeilijk iets goeds te vinden is.
Laten zij dus maar niet dadelijk nemen, wat
zich voordoet, want met diezelfde overwe
ging bij haar èn bij de vrouw des huizes
zijn beide partijen slecht gediend.
Behoorlijk navraag doen naar beide zij
den bij menschen die betrouwbaar zijn, is
een eerste eisch, hoewel dat niet altijd even
gemakkelijk is. Want als mevrouw aan haar
vriendin, het zusje van haar eigen dienst
meisje aanbeveelt, hoewel zij weet, dat dit
meisje geen goede betrekking waard is, of
omgekeerd als het vertrekkende meisje een
vriendin opwarmt om bij haar mevrouw te
komen, hoewel zij zelf dolblij is, dat zij er
niet langer behoeft te blijven, dat zijn onbe
trouwbare informaties, die alleen maar tot
narigheid aanleiding kunnen geven.
Overijlde besluiten zijn, voor welke betrek
king dan ook, altijd dom en worden dan ook
zeker betreurd, want de narigheid die daar
aan vastzit, werkt veel verder na dan de moei
te, die genomen moet worden om direct tot
een goede oplossing te komen.
E. E. J.—P.
KLEINE TIPS VOR DE HUISVROUW.
Mosterd
kan men veel langer goedhouden door er
een paar druppels citroensap door te men
gen. De geur blijft er ook langer aan.
Hebt u geen tijd
om iederen dag het water in uw bloemvazen
te ververschen? Doe dan een cent in het water;
u zult dan nooit last hebben van een onaan
gename geur.
Cokes
brandt beter en rookt minder, indien u een
weinig pekel erover hebt gesprenkeld.
De wasch
kan nooit in den waschketel bevriezen, als u
zorg draagt een flinke hand zout in het
waschwater te doen.
Hoe we van oud" nieuw maken
Warm vest voor koude dagen.
Ditmaal geven we een modelletje van een
vest, dat voor verschillende doeleinden, b.v.
schaatsenrijden, wandelen en ook voor koude
dagen in huis geschikt is.
't Beste materiaal is een oude jurk van jersey
of tricot of misschien een oude mantel. De in
gezette stukjes op de borst loopen in dwarse
draadrichting. De hals van 't vest is heel een
voudig in V-vorm en wordt verder gesloten
met knoopen en knoopsgaten.
De rug wordt van achteren met ruimte aan
de taillenaad gezet, zoodat we een iets over-
blousenden rug krijgen.
Tulle, kant en borduursel zijn zeer geliefd
Vóór de wintermode afscheid neemt om
plaats te maken voor de echte lentemodellen
vormt zij een gracieuzen overgang van mid
winter tot voorjaar door gebruik te maken
van allerlei sierlijke, luchtige, echt vrouwe
lijke stoffen.
Tulle, kant en borduursel zijn thans favo
riet, ook en vooral voor namiddag japonnetjes.
Kant geeft immers altijd een vroolijke toets
aan een degelijk stijlvol winter toiletje en doet
de lente voorvoelen, ook in het uiterlijk dei-
vrouw
Onze teekening geeft hiervan een aardig
beeld.
V.l.n.r.: japonnetje van zwarte tulle met
zwart fluweel; zwarte kant, gegarneerd met
zwart satijn; zwarte kant met zwarte tafzij;
zwarte tulle met dito crêpe, opgefleurd door
een ceintuür met drie witt.e bloemen.
Charmante jurkjes, vindt u niet?
Een korreltje wetenschap in dienst
van de kinderzorg.
E afgeloopen zomer heeft heel weinig
zonnige dagen gebracht: de winter zal
wellicht weer lang en donker zijn.
Dit is een ernstig gemis voor onze
kleintjes; een gemis, dat we niet kunnen ver
goeden. Want onze kinderen hebben, net als al
les dat leeft maar in bijzondere mate, zonne
schijn noodig om te kunnen gedijen.
Wij zelf natuurlijk ook! Kunnen we niet, als
de winter zoo erg lang duurt en er zoo extra
grauw en kil uitziet, in een moedelooze bui kla
gen: „o, wat snak ik naar een zonnetje" en voe
len we allemaal niet de langzaam aantreuzelen-
de lentezon als een bijna al te sterke geduld-
proef? En verwachten we niet steeds weer met
hetzelfde, naief-kinderlijke optimisme achter dat
hortende, stootende. voorjaar een warmen, stra-
lenden ideaal-zomer?
Ja, zoo zijn we, en onze jonge kinderen voelen,
net als wij, al drukken ze dit verlangen, deze
diepe behoefte aan zonnekoestering, niet in
woorden uit.
Kunnen we er in slagen, ons kindje naast een
voldoende en verstandige voeding ook genoeg
zon te geven, dan houden we de rachitis, die el
lendige kinderkwaal, op een afstand.
Waarom? Is „Engelsche ziekte" dan geen ge
brek aan kalle?
Ja en neen. De rachtis of Engelsche 'ziekte, die
vooral onder stadskinderen voorkomt, werd
vroeger algemeen opgevat als een ziekte door
kalkgebrek.
De beenderen van het kind, die zonder kalk
moeten groeien, blijven week: ze kunnen den
druk der spieren en het lichaamsgewicht niet
dragen en gaan verbuigen. Armen, beenen, rug-
gegraat worden krom en aan de gewrichten,
waar telkens nieuwe beenstof wordt aangevoerd
vormen zich verdikkingen.
De weeke tandjes worden misvormd onder den
druk van het kauwen. In het begin van de ra-
chitisbestrijding trachtte men het gebrek aan
kalk op te heffen, door het kind kalkrijk voedsel
toe te dienen. Later, toen men als oorzaak van
een gelijksoortige ziekte, de z.g. beenderverwee-
king, het ontbreken van vitamine A had aange
wezen, trachtte men de kwaal te genezen of te
voorkomen door het geven van spijzen, waarin
deze vitamine overvloedig voorkwam.
Toen echter de pogingen om het kleine kind te
voeden met onverdunde koemelk, waarin zoo
wel kalk als vitamine A in voldoende mate
voorkwamen, voor de rachitis-bestrijding geen
succes hadden, maar de kwaal veeleer vererger
den, vond men eindelijk in een andere vitamine
de vitamine D., dat men in levertraan toedien
de, de beslissende factor in het probleem.
De vitamine D heeft nl. de eigenschap, de
kalkstoffen uit het voedsel te helpen omzetten
tot beenderenkalk. En dus merkte men. dat de
rachitis eigenlijk geen ziekte door kalkgebrek
is, maar een ziekte door gebrek aan kalkomzet
ting, wat heel iets anders is. Sinds heette de
vitamine D,, die zoo prachtig bij deze omzetting
hielp, de anti-rachitis-vitamine.
En zoo heet ze nog.
Maar inmiddels werd er weer iets anders ont
dekt: de straling der levende cellen; en hierdoor
kreeg men een nog dieper inzicht in het wezen
der Engelsche ziekte. Men stelde vast, dat alle
levende wezens behalve warmtestralen ook nog
stralen van een andere golflengte uitzenden, zoo
als de occultisten reeds lang hadden aangeno
men.
De Russische geleerde Gurwitsch ontdekte,
dat een uitspruitende ui door haar stralen in
staat is de cellen in den bol van een andere ui,
die tegen haar aan wordt gelegd, tot snelleren
groei te brengen. De stralen, die bij dit proces
werkzaam zijn, werden als ultra-violette her
kend. En niet alleen uien, doch ook appels, pe
ren en andere vruchten bleken in staat door
haar straling den cellengroei van andere oi-ga-
nismen, o.a. ook van witte muizen, te bevorde
ren. Deze ultraviolette straling der lichaams
cellen roept in de naburige cellen een „secun
daire straling" te voorschijn, die zich met een
snelheid van 15 tot 20 K.M. in de seconde voort
plant.
Bij gezonde kinderen en zelfs bij pas-gebore
nen werd de celstraling geconstateerd, doch bij
rachitiskinderen niet.
Het gezonde menschelijke organisme gebruikt
deze straling om uit een in het bloed aanwezige
vitamine-achtige stof de vitamine D op te bou
wen. En dus kunnen kinderen zonder celstraling
de vitamine D niet opbouwen. Ze kunnen dit
echter wel met behulp van de ultraviolette stra
len der zon en dusmoet het rachitiskindje
en zeker ook het kind, dat aanleg voor Engel
sche ziekte heeft, zooveel mogelijk aan de heer
lijke zonnestralen worden blootgesteld.
Dit wisten we eigenlijk allang, maar 't is ze
ker wel interessant om nu eens haarfijn het
„waarom" te weten.
Dus, jonge moeders, laat uw baby of kleuter
van ieder zonnestraaltje genieten!
In dit verband waarschuwt de wetenschappe
lijke wereld zeer tegen den ondoelmatigen vorm
der zeer diepe kinderwagens. Hierdoor worden
de spaarzame zonnestralen, die anders in den
winter nog het kindje ten goede zouden komen,
radicaal geweerd en door de mica-tochtschermen
wordt bovendien het zonlicht gezeefd, zoodat de
ultraviolette stralen worden tegengehouden.
De kracht der ultraviolette zonnestralen is in
den winter het geringste. Statistieken toonen
dan ook aan, dat de groei der kleintjes in den
winter veel geringer is dan 's zomers en dat de fij
nere innerlijke processen der beenvorming en
versterking der beenderen practisch stilstaan.
De kunst van geven
Het is vaak moeilijk, de juiste verhouding
te vinden tusschen datgene, wat men zou wil
len geven en dat, wat men geven kan. Als men
ze vindt, zijn er twee menschen blij: de gever
en de ontvangende.
Slechts aan edele menschen kan men teveel
geven, maar dit mag geen reden zijn, met
geven op te houden.
Het geschenk komt steeds overeen met de
voorstelling, die de gever zich van den ont
vangende maakt. Daarom kunnen geschen
ken verrassen, verrukken enbeleedigen.
Het niet uitpakken van geschenken kan
twee dingen beteekenen: schaamte of wan
trouwen.
Geen enkel geschenk is ooit volkomen naar
wensch. Zelfs wanneer men zichzelf iets ca
deau geeft, treft men 't ook nooit heelemaal.
Kleine geschenken onderhouden een kleine
vriendschap. Groote geschenken kunnen een
groote vriendschap niet onderhouden.
Wie veel geeft, geeft zelden van harte.
Vrouwen geven liever dan mannen, maar
mannen geven meer.
Menigeen houdt de cadeautjes, die hij voor
anderen koopt, zelf, eenvoudig, omdat hij er
niet van scheiden kan.
Geschenken zijn niet altijd een bewijs van
.genegenheid, maar het achterwege laten van
geschenken is nog nooit een bewijs van ge
negenheid geweest!
Zondag:
Kippesoep
Biefstuk
Brusselsch lof
Caramelvla.
Maandag
Rijst m. kip en kerry-
saus
Gevulde beschuitbol-
len.
Dinsdag
Zuurkoolstamppot
Gebraden worst
Flensjes.
Woensdag:
Tomatensoep
Gehakt
Koolraap
Sinaasappel.
Donderdag
Kalfslappen
Gestoofde prei
Griesmeelschotel,
Vrijdag:
Stokvisch
Gebraden uien
Mosterdsaus
Rijst
Beschuit m. bessensap
Zaterdag
Bruine boonensoep
met gehaktballetjes
Trommelkoek.
mijn vrouw heeft de ruilziekte. Een véél
ernstiger kwaal dan griep of „zenuwen". In
de laatste dagen van het jaar was ze dood
op van 't sjouwen, omdat al haar Sinter
klaas- en Kerstgeschenken eenige keeren
moesten worden geruild. Maar ook de rest van
haar leven staat in het teeken van een zeer
levendigen ruilhandel.
Mijn vrouw is nooit tevreden met wat ze
koopt. Als ze een paar handschoenen moet
hebben, aarzelt ze lang, zéér lang tusschen
twee paren. De verkoopster vindt beide pa
ren precies even mooi en ook kwaliteit en
prijs zijn hetzelfde. Eindelijk koopt mijn vrouw
het eerste, neen tóch het tweedeneenV
tóch het eerste paar. Maar als ze twee huizen
ver is, keert ze op haar schreden terug en
gaat de handschoenen ruilen. „Iets in haar"
heeft zeer duidelijk gezegd, dat het tweede
paartje toch beter was.
De nieuwe paraplu, waarmede mijn vrouw
's middags een winkel verlaat, is altijd een
andere dan die, waarmee ze 's avonds thuis
komt. Zoo ruilt ze alles: japonnen, kant,
schoenen, boeken. In de winkels noemt men
haar die-dame-mag-'t-geruild.
„Maar zegt mijn vrouw Lily is toch
nog érger. Die kan nóóit besluiten! Daarom
heeft Lily ook nog geen man.
Ik ben blij, dat 't bij mij niet zóó erg is.
Maar dat komt misschien omdat we elkaar
leerden kennenin Januari. Denk je ook
niet?"
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Kaassoep
Prei in een vuurvas
ten schotel met bruine
boter
Rijstebrij.
2. Zakeieren op ge
roosterd brood met
tomatensaus.
Aardappelpurée.
Groene kool
Gesmolten boter
Vruchten en noten.
3. Omelet met cham
pignons
Spruitjes en kastanjes
Gewelde boter
Bessensappudding
met agar-agar
Vanillesaus.
4. Aardappelsoep
Schorseneeren met
kaassaus
Griesmeelpudding
met abrikozen.
Kaassoep
Benoodigdheden (4 personen): Vz L. melk,
•14 L. water, 40 gr. macaroni, 40 gr. bloem, 40
gr. boter, 40 gr. oude kaas, zout.
Bereiding: De macaroni in kleine stukjes
breken en gaar koken in X L. water met wat
zout. De macaroni er uit scheppen. Op het vuur
de boter en de bloem door elkaar roeren, de
melk en het kookwater van de macaroni er
langzaam bij gieten en de soep door laten ko
ken. De macaroni er weer in doen en de ge
raspte, oude kaas er op het laatst doorroeren.
Schorseneeren met kaassaus
(au gratin.)
Benoodigdheden (4 personen) V/2 K.g. schor
seneeren, 10 gr. zout per L. water, 3 d.L. melk,
25 gr. boter, 25 gr. bloem, 30 gr. oude kaas.
Bereiding: De schorseneeren bij gedeelten
schrappen, de schoone stukken dadelijk af
snijden en in water doen met een scheutje
azijn (tegen het verkleuren). Ze nakijken,
goed wasschen, en op zetten met kokend water,
zout en een scheutje melk. (Kooktijd plm. 54
uur). De schorseneeren afgieten, met kokend
water afspoelen en overdoen in een vuurvasten
schotel. Van boter, bloem en melk en de
grootste helft van de kaas een saus maken.
Deze over de schorseneeren heen schenken, de
rest van de boter er over heen strooien en een
lepel gesmolten boter er over heen schenken.
In een heeten oven het schoteltje bruin laten
worden, (bovenwarmte).
Bessensappudding met agar-agar.
Benoodigdheden (4 personen)4 d.L. bessen
sap, 1 d.L. water, 125 gr. suiker, ll/z gr. 1
kleine stang agar-agar; Voor de saus: 3 d.L.
melk, 1 eidooier, 5 gr. maizena, vanille, 25 gr.
suiker.
Bereiding: De agar-agar afspoelen en door
koken in een klein beetje water oplossen. (10
a 15 minuten). De bessensap met het water
aan de kook brengen, de suiker er in oplos
sen, en de agar-agar er bij gieten. Alles zeven
en direct overdoen in den omgespoelden pud
dingvorm.
Als de pudding stijf is, los maken en keeren.
Voor de saus de melk met de vanille laten
trekken. Het eidooier met de suiker en de
maizena met een klein beetje koude melk aan
mengen, warme melk er bij gieten, alles terug
doen in het pannetjes en even door laten ko
ken. Vanille verwijderen. Koud geworden, om
de pudding heen gieten of er bij geven in een
vlaschaal.
Benoodigdheden: 100 gr. oude kaas, 100 gr.
boter, 100 gr. bloem, zout.
Bereiding: De boter in de bloem klein snij
den, de geraspte kaas er bijdoen en doorkne
den tot men een soepelen bal heeft. Dezen
eenigen tijd laten staan om op te stijven. Er
een ro! van maken met een middellijn van 2VZ
c.M. Hiervan dunne plakjes snijden, en deze
op een beboterd bakblik in den oven heel licht
bruin en gaar laten worden.
Ze zóó presenteeren of twee aan twee op el
kaar met wat boter ertusschen en gegarneerd
met wat kaasboter. Voor kaasboter b.v. 2 lepels
boter tot room roeren, en zooveel fijne, ge
raspte kaas er doorroeren dat de massa er
goed naar smaakt. Met een spuitzakje op elk
koekje een torentje spuiten. In plaats van
kaasboter kan men ook ansjovisboter hiervoor
nemen.
Geroosterd brood met kaas
Kleine stukjes toast met een passend plakje
zachte, korstlooze kaas bedekken. Wat peper
of paprika er over heen strooien en de stukjes
op een bakblik „heel even" in een heeten oven
zetten. Warm opdienen.
Kaasballetjes.
Benoodigdheden: 2 eiwitten, plm. 100 gr.
pikante geraspte kaas, maggi-aroma.
Bereiding: De eiwitten zeer stijfkloppen en
zooveel kaas erdoor roeren, tot men een ta
melijk stijve massa heeft. Maggie-aroma toe
voegen. Hiervan met 2 lepeltjes kleine balletjes
vormen en deze in heet, maar geen dampend
frituurvet, lichtbruin bakken. Warm opdienen.
Uitverkoopen nog iets
Ruilen een moderne ziekte
van het zwakke geslacht.
We hebben nu eindelijk eens rust in huis:
't is uitverkooptij d.
Mijn vrouw gaat op koopjes uit, en ze doet
het bescheiden en gezellig, gearmd met een
vriendin en gedurende al deze weken staat
haar gezicht sereen en gelukkig. En telkens
herhaalt zich de dankbare uitroep: „Heerlijk
toch, dat er niet geruild mag worden!"
Ja, wat de wanhoop van andere vrouwen
uitmaakt, het feit, dat uitverkoop-aankoo-
pen meestal niet mogen worden geruild,
geeft haar een ongekende rust.
Wonderlijk? O, neen, 't is psychologisch zeer
verklaarbaar.
Zal ik u 't geheim onthullen? Nu dan:
Uit het leven van
Campan
hofdame van Marie Antoinette.
Mevrouw Campan.
Een van de merkwaardigste figuren uit de
directe omgeving van het Hof ten tijde van
Lodewijk XV en Lodewijk XVI was mevrouw
Campan, de bekende schrijfster van de zeer
interessante mémoires van Frankrijk's onge
lukkigste koningin, Marie Antoinette.
Op haar vijftiende jaar werd zij reeds voor
lezeres van de dochters van Lodewijk XV en
later hofdame van Marie Antoinette. Zoo in de
naaste omgeving van Marie Antoinette vertoe
vende, was zij zeer goed in staat het intieme
leven dezer vorstin te beschrijven. Mevrouw
Campan had natuurlijk ook vele vijanden, die
jaloersch waren op de positie, die zij aan het
Hof bekleedde en die op alle mogelijke manie
ren getracht hebben haar goeden naam te be
zoedelen, zelfs nog na haar dood.
Zij is heel oud geworden en de omstandig
heden hebben haar de gelegenheid geschonken,
beroemde vrouwen uit verscheidene tijdperken
van dichtbij gade te slaan en te beoordeelen.
Ze had een vlotte pen, waardoor ze heel boeiend
de gebeurtenissen, die ze om zich heen waar
nam, kon weergeven.
Jeanne Louise Henriëtte Genet, werd 6 Octo
ber 1752 te Parijs geboren. Haar vader was
hoofdcommies aan het ministerie van buiten-
landsche zaken. Henriëtte kwam uit een groot
gezin, maar haar ouders besteedden veel zorg
aan de opvoeding hunner kinderen, waarvan
vooral Henriëtte snelle vorderingen maakte in
de muziek en bij de studie der vreemde talen.
Zij sprak b.v. vlot Engelsch en Italiaanseh.
Op haar vijftiende jaar werd zij aan het Hof
gepresenteerd. Maria Leckzinska, de gemalin
van Lodewijk XV was toen juist overleden.
Haar posite als voorlezeres der dochters van
Lodewijk XV, Adélaïde, Sophie en Louise, had
niet veel aantrekkelijks, want zij leidden een
eentonig, zeer besloten leven.
Toen Marie Antoinette in Mei 1770 in het
huwelijk trad en in dien tijd alleen vertrouwe-
lijken omgang had met „Mesdames" (de doch
ters van Lodewijk XV), kwam zij al spoedig in
aanraking met mejuffrouw Genet. Weldra trad
mej. Henriëtte in het huwelijk met den heer
Campan, wiens vader secretaris van het kabi
net der dauphine was. Lodewijk XV gaf haar
een bruidschat mede en al gauw verheugde me
vrouw Campan zich zóózeer in de gunst der
dauphine, die groote bewondering had voor haar
talenten, dat zij een aanstelling kreeg als „fem
me de chambre".
Van dien tijd af begint mevrouw Campan
haar gedenkschriften te schrijven; lief en leed
heeft ze steeds met Marie Antoinette gedeeld en
haar trouw aan het koninklijk gezin, dat haar
als raadgeefster niet kon ontberen, maakte haar
gehaat bij het opgeruide volk, zoodat ook haar
leven in groot gevaar verkeerde bij de bestor
ming van de Tuilerieën in 1792. Na den dood
van het koningspaar begaf ze zich met haar
zieken echtgenoot en haar 70-jarige moeder
naar het dal der Chevreuse, waar zij te Com-
bertin in behoeftige omstandigheden haar dagen
doorbracht. Na den val van Robespierre, 27 Juli
1794, keerde zij naar Parijs terug en toen kwam
er een heelen ommekeer in haar leven. Met den
haar aangeboren aanleg voor paedagoge,
stichtte ze te St. Germain een kostschool voor
jonge dames. Onder het régime van Napoleon
belastte deze mevrouw Campan met de taak
om te Ecouen een opvoedingsgesticht in te rich
ten. Zij kreeg daar het toezicht over driehonderd
meisjes en deze school kende toen een tijd van
grooten bloei. Maar na de Restauratie werd zij
opgeheven en kreeg ook mevrouw Campan na
tuurlijk haar ontslag. Daarna vestigde zij zich
te Nantes, waar een harer liefste leerlingen
getrouwd was met een dokter. In dien tijd leef
de ze feitelijk alleen nog maar voor haar zoon;
maar ook hèm moest ze vroegtijdig verliezen.
Sindsdien voelde ze zich nooit meer goed, ze
moest een operatie ondergaan en bleef daarna
voortdurend lijdende. Het eenige wat haar nog
op de been hield waren haar herinneringen aan
vroegere betere dagen.
Zij stierf 16 Maart 1822 en daarmede kwam
een einde aan het leven van een begaafde
vrouw, dat geheel besteed werd aan studie, ge
hechtheid aan de koningin en het schrijven van
werken over opvoedkunde en van mémoires.
Haar karakter was van nature krachtig en ver
heven, steeds stond zij klaar om de ongelukkï-
gen te helpen. Allerminst verdiend zijn de las
terpraatjes, die men over haar heeft rondge
strooid, haar geschriften zijn daarvan getuigenis.
B A,