EMSERZOUT THEE doet je Algemeene beschouwingen reeds afgeloopen. Pijn! Instar.tine Recht op vereenigen en vergaderen weer gewijzigd. Ailpt! Nog geen spoor van den heer de Raad Met de 3 Dampo producten bestrijdt U alle verkoudheden 'n Boeiende geluksfilm 1 VRIJDAG 10 FEBRUARI 1939 TWEEDE KAMER Huiselijke feestjes vrijer gelaten. Wanneer de brave ouders van 8 kinderen anet deze te zamen genoegelijk bijeenzitten en ze hebben ook nog een buitenlandsch nichtje qp bezoek, dan zou de politie het recht hebben, dit huiselijk tafereel door haar bin nenkomst te storen, meenende, dat men te doen had met een besloten vergadering van meer dan 10 personen, waaraan ook een of meer buitenlanders deelnamen. Aldus een van de mogelijkheden, die Mi nister Goseling's wel zeer ver-gaande wijziging (aanvulling) van de wet op het recht van vereeniging en vergadering opende. Onder daverend gelach van de Kamer wees de Mi nister er op, dat het, in geval van een familiefeestje, natuurlijk van den aard van de familie en van het feestje zou afhangen, of de politie inderdaad eens 'n kijkje zou willen komen nemen. Nog tal van andere zonderlinge gevallen waren en zijn denkbaar. Men moet zich echter, zoo vond evenals de Minister Jhr. Mr. de Geer (c.h.) niet al te zeer met allerlei castuistiek vermoeien. In dat verband haalde hij een hoogst vermakelijk debat aan, dat destijds (1911) bij de behandeling van de zgn. zedelijkheids wet van Minister Regout, had afgespeeld. Toch gaf deze afgevaardigde toe, dat het ontwerp-Goseling hier en daar wel een te ruime formuleering had. Voor het denkbeeld om de wijzigingen een tijdelijk karakter te doen hebben, kon de c.h. woord voerder wel iets voelen, al zou het z.i. niet veel baten omdat ze juist in belangrijke mate samenhangen met de problemen veroorzaakt door zekere regimes in 't buitenland waar van men ons weet te voorspellen, dat ze wel duizend jaar zullen duren! Mr. Truyen (r.k.) mocht den echt-Neder- landschen vrijheidsdrang in de redevoeringen van de heeren Joekes en Aibarda met zekere sympathie beluisterd hebben, toch achtte hij hun bezwaren overdreven en had bijv. Ir. Aibarda niet voldoende overwogen dat de be palingen aangaande deelneming door vreem delingen aan Nederlandsche Staatkundige vereenigingen een dam opwerpen tegen on- gewenschte buitenlandsche invloeden. Eenige meerdere inperking van de individueele vrij heid aal men zich om der wille van het al gemeen belang dienen te getroosten. In geval van onjuiste toepassing van de wet zou de Kamer bijv. via een interpellatie zich altijd nog kunnen laten gelden. In een vlot, knap betoc-g vestigde Minister G o s e 1 i n g er de aandacht op, dat er over eenstemming bestond omtrent het onge- wenschte van een preventief stelsel (dat we ook nu niet krijgen) en voc<rts ten aanzien van het mogelijk maken van declaratoir von nis ten opzichte van het verboden karakter van een vereeniging. Daarentegen was er wel oppositie aan den dag getreden tegen de uit werking van 't denkbeeld ons staatkundig leven vrij te doen blijven van vreemde in vloeden. Als men nu nog verbeteringen krijgt, die 100 pCt. waarde hebben, is 't goed mo gelijk het ontwerp slechts tijdelijk van kracht te doen zijn. Wat de actie tegen den N. Malthusiaanschen Bond betreft, die komt heusch niet alleen uit Katholieken hoek. Overigens zal de rechter hebben uit te ma ken of die Bond als verboden moet worden beschouwd, de rechter, die het begrip „goede zeden" zal dienen te bepalen naar de normen van de „Christelijke zedenwet". De Minister kon niet inzien, dat het ver keerd is te verbieden, dat een Nederlandsche staatkundige vereeniging geldelijken steun van 'n buitenlander krijgt. Van heel den op zet van het wetsontwerp is het 'n consequentie, dat vreemdelingen niet op Nederlandsche staatkundige vergaderingen mogen spreken. Zeker, tegen een enkel (begroetings-) woord zou geen bezwaar bestaan, doch hoe gaat het: van het eene woord komt het ander. Werken van filialen van Nederlandsche staatkundige vereenigingen in den vreemde (zooals bv. de N.S.B. in Duitschland doet) zal voortaan ver boden zijn. Tenslotte deelde mr. Goseling mee door middel van een nota van wijziging tege moet te zijn gekomen aan het binnentreden van de politie in niet-openbare vergaderingen van meer dan 10 personen, door een of meer buitenlanders bijgewoond. Slechts als het be lang der openbare orde dat vordert aldus de aanvulling zal de politie binnen mogen komen. Bij de replieken maakte mr. Rost v. Tonningen (nat. soc.) eenige felle poli tieke opmerkingen, die door Mr. Joekes (v.d.) en Mr.v. Ma ar se veen (R.K.) werden beantwoord. Bij art. 3 stelde Mr. Donker een aantal wijzigingen voor. Dit artikel wilde strijdig met de openbare orde achten elke vereeniging, die ten doel heeft ongehoorzaamheid aan de wet enz. of wier feitelijke werkzaamheid on gehoorzaamheid aan de wet enz. teweegbrengt. Volgens Mr. Donker nu waren de woorden „is gericht op" te verkiezen boven „teweeg brengt", omdat door laatstbedoelde woorden de wet een wat te ruime strekking zou krijgen. Mr. Joekes (v.d.), die ook de beide andere 'amendementen aanbeval, was 't hiermee eens, waarna Minister Goseling het amendement „gericht op" overnam, daarentegen verkeerd achtte den niet-materieelen steun van buiten landers aan een Nederlandsche staatkundige vereeniging toe te laten, zooals Mr. Donker met een ander amendement beoogde. Ook diens amendement dat het verbod van Neder landsche staatkundige vereenigingen tot uit strekking van haar werkzaamheden in den vreemde wilde schrappen wees de Minister van de hand. Met 36—47 (voor waren de so- Inbraken in kerkgebouwen op de Noorder-Veluwe. De Noorder-Veluwe wordt op het oogemblik onveilig gemaakt door één of meer inbrekers, die het speciaal op kerkgebouwen hebben ge munt. In den nacht van Woensdag op Don- derlag werd in de Gereformeerde kerk te Ol- debroek, in de Ned. Herv. Kerk te Oosterwolde en in het kerkelijk gebouw Maranatha op 't Harde ingebroken. Verder kreeg de fabriek van pluimveevoeder van de firma Von Henning te Wezep ongenood bezoek. In al deze gevallen heeft of hebben de inbre- ker(s) zich toegang verschaft door het indruk ken van een ruit. De buit was in het algemeen niet groot, daar de zendings- en collectebusjes, waarvoor men kwam, juist geledigd waren Bij de firma Von Henning werd een bureau opengebroken. Het bevatte geen geld. Een gouden horloge heeft men over het hoofd ee- fcien. 'ciaal-democraten, communisten, vrijzinnig- democraten, liberalen en nat. socialisten) ver wierp de Kamer dit amendement evenals het andere, dat er met 4142 aanging: nu stem den de chr.-historischen voor. Het artikel dat zich bezighoudt met de pro cedure inzake het op vordering van het O.M. door den rechter verboden verklaren van een vereeniging wenscht Mr. Donker (s.d.) aldus aangevuld te zien, dat de procedure als regel in het openbaar zou geschieden en de bestuur- deren van zulk 'n organisatie zich door een ad vocaat in 'n dergelijk „proces" zouden kunnen laten bijstaan. Mr. Wendelaar (lib.) achtte het beter vast te stellen, dat een dusdanige vordering alleen ingediend zou kunnen worden bij de rechtbank binnen welker gebied de ver eeniging in kwestie gevestigd is. Mr. v. Ma ar se veen (R. K.) be streed het amendement-Wendelaar, het welk steun kreeg van Mr. Rost v. Tonnin gen (nat. soc.), die zich echter op dusdanige wijze uitliet, dat de voorzitter hem het woord ontnam. De Minister van Justitie had geen bezwaar tegen het denkbeeld van den bijstand van een advocaat, noch tegen openbaarheid als regel. Wat het amen dement-Mi\ Wendelaar betreft, die afgevaardigde had over 't hoofd gezien dat de eenheid in de rechtspraak tenslotte be- I reikbaar is en verzekerd kan worden door de i mogelijkheid van de cassatie-rechtspraak door den Hoogen Raad, terwijl Mr. Goseling overigens meende, dat er voor deze wijziging geen voldoende reden bestond. Met 3647 ging het amendement-Wendelaar er aan, dat op eensgezind verzet der 3 groote rechtschê fracties stuitte. E, v. R. HET ECHTE NATUURLIJKE- is alleen verkrijgbaar in vierkante glazen flacons. Prijs per flacon f 1.10 iAdv ingez Mea.j EERSTE KAMER Dr. Colijn verdedigt zich inzake de Tarief spolitiek DEN HAAG, Donderdag. Het debat verliep heden vreedzamer dan gisteren; het was ook bevredigend in dien zin, dat aan eenige vergissingen en misver standen thans een einde kwam. Minister C o 1 ij n, die goed op dreef was, bekende thans nog eens onomwonden ver keerd te hebben gedaan met een en ander uit vertrouwelijk ministerieele besprekingen te onthullen. Deze schuldbekentenis maakte den gewenschten indruk. Bovendien gaf de pre mier thans te verstaan, dat het beraad om trent een eventueele wijziging in onze han delspolitiek, dat volgens hem in 1935 al had plaats gehad, misschien niet in den minister raad, doch in een ministerieele commissie was voorgevallen. Ettelijke keeren echter, zoo verklaarde hij, is er toen over gesproken of contingenteering wellicht vervangen diende te worden door tariefsverandering. Ook ten aanzien van zijn geschiedschrijving met betrekking tot wat er in 1937 ter ge legenheid van zijn- pogingen tot kabinets formatie was gebeurd, droeg minister Colijn zorg voor een niet onbelankrijke correctie. Hij las immers de betreffende zinsnede voor, die inhield, dat zoolang de internationale belem meringen van de handelsvrijheid (waarvan hij nog steeds een geestdriftig voorstander is) niet zijn opgeheven, alle maatregelen in aanmerking dienen te komen om 't bedrijfs leven, waar noodig, te beschermen. Dat, en niet meer, kwam in het ontwerp-programma voor ten aanzien van handelspolitieke pro blemen. Door een interruptie van prof. Kranenburg kwam tevens vast te staan, dat een soortgelijke passage ook al stond in het programma van 1933. Veel nieuws bracht dr. Colijn's rede overi gens niet. Na een uiteenzetting ter aanprij zing van onze zelfstandigheidspolitiek, ver klaarde de Minister-President, dat matiging in kritische uitlatingen over het buitenland vooral ook 't nut heeft, dat wij dan des te meer recht hebben over eventueele grievende opmerkingen in vreemde bladen enz. te kla gen. In verband met 't punt van de defensie van Indië verzekerde hij, dat we het moge lijke doen. Bij een bespreking van de sociaal-econo mische vraagstukken zette de Minister de on billijkheid uiteen van het feit, dat men in zekeren politieken kring de kwestie van de leerlingenschaal bij wijze van stormram tegen 't kabinet had gebruikt, terwijl hij nogmaals onderstreepte, dat de afwijzing van het denk beeld om de leerlingenschaal te veranderen, door Minister Slotemaker de Bruine gedaan op grond van 't financieele bezwaar, uitvloei sel van kabinetspolitiek was geweest. Dr. Colijn betoogde voorts, dat men bij be schouwingen over het werkloosheids-pro bleem nu eens moest ophouden met altijd weer naar het buitenland te kijken en zich op vergelijkingen daarmee te beroepen. Hij re kende z'n gehoor voor, dat er ten onzent in 2 jaar tijds (tusschen October 1936 en October 1938) ongeveer 150.000 personen aan den ar beid zijn gekomen, deelde voorts mede, dat weldra een plan (rapport) met 't oog op ver dere bestrijding van de stedelijke werkloos heid gepubliceerd zal worden en dat er met de organisatie voor de werken van het rap port-Westhof f, waaruit de Regeering het in haar oogen meest gewenschte zal kiezen, nog wel een drietal maanden gemoeid zal gaan Aan ons staatkundig woordenboek voegde de Premier een nieuwe uitdrukking toe: „Vieze politiek" noemde hij het om beurtelings de ministers Colijn en de Wilde als gevangenen van de katholieken, dan weer deze laatsten als gekluisterd aan de eerstgenoemden, af te schilderen. Minister Colijn sprak van „een verband tusschen zulke politiek en nationaal-socialisti- sche verdwazing". Wat de Nat.-Socialisten op staatkundig gebied voorstaan, en in het bij zonder hun denkbeelden aangaande de posi tie van de kroon, was volgens den Premier met den aard, den vrijheidszin en de histo- Het moderne pijnstillende middel 't is van »J3aye>i« (Adv. Ingez. Med.) rische ontwikkeling van het staatsbestel van het Nederlandsche volk in strijd. Bij de re plieken ging Mr. v. V e s s e m (Nat.-Soc.) nog eens tegen die kritiek in, terwijl hij in verband met prof. Lohman's advies om de his torie van onzen patriottentijd te bestudee- ren, er de aandacht op vestigde, hoe onder hen, die hier de „zegeningen" van de Fran- sche revolutie moesten brengen, een voor aanstaande plaats innemen eenGelder man en een de Vos van Steenwij k, maar niet een Mussert of een v. Vessem! Van wat er verder voorviel, zij alleen nog aangestipt, dat minister de W i 1 d e o.a. uiteenzette, waar om men z.i. aan de voorgenomen verlich ting van den belastingdruk op de groote ge zinnen niet moet tornen, terwijl hij voorts nóg eens z'n bekende schets van onze finan- cieele situatie gaf; voorts dient nog ver meld dat de heer De B r u y n (R.K.) die liet uitkömen hoeveel de Regeering al ge daan heeft voor de werkloosheidsbestrijding, zich gisteren had laten schrappen, aange zien hij meende pas na alle fractie-leiders aan het woord te moeten komen. Mr. v. Vessem vond deze bescheidenheid overdreven! E. v. R. Verdwijning nog even raadsel achtig als in het begin (Van onzen GPjD.-redactenr). UTRECHT, 9 Februari. Dat iemand een paar dagen verdwijnt en dat zijn familie dan zijn opsporing verzoekt, zal welhaast in elke groote stad voor de politie een gewoon geval zijn en de ervaring leert, dat het meestal om huishoudelijke ruzietjes gaat en dat de vermiste reeds na enkele dagen weer terug keert. Anders staat het met de mysterieuze ver dwijning van den heer G. de Raad, de voor zitter van de Christelijke Staatkundige Partij in Indië, die op 14 Januari voor het laatst door zijn vrouw en kinderen gezien is en die daarna spoorloos verdwenen blijkt te zijn. Eigenlijk is het een raadsel, deze verdwijning ook al gaf het door de politie in overleg met de familie samengestelde opsporingsbericht, dat tweemaal door de radio is omgeroepen, een aanwijzing in welke richting men de eventueele ooi-zaak van deze verdwijning had te zoeken. In het radiopolitiebericht werd n..l mededeeling gedaan aan den heer De Raad, dat de geldzaken geregeld en dat de andere moeilijkheden overwonnen waren. Noch de radio-opsporingsverzoeken, noch de naspo- ringen van de recherche hebben" echter het gewenschte resultaat opgeleverd: de heer De Raad is en blijft verdwenen. Direct nadat de familie van den met ver lof uit Indië in Utrecht vertoevenden heer- De Raad, de politie van zijn verdwijning op de hoogte had gesteld, heeft de Centrale Re cherche een intensief onderzoek ingesteld, dat thans nog altijd voortduurt. De bosschen rond Utrecht zijn met politiehonden door kruist, de wateren met booten en dreggen afgezocht. Daarnaast werd de noodige aan dacht besteed aan de aanwijzingen, volgens welke de heer De Raad hier of daar gezien zoii zijn. Niets heeft echter mogen baten, zelfs niet de inlichtingen uit Groningen, dat de heer De Raad aldaar vertoefde. On danks het feit, dat de beschrijving der kleeren niet klopte met de opgave van de familie leden, verzocht de Utrechtsche recherche aan de rijks- en gemeentepolitie van Groningen Dampo-verkoudheids-balsem, Pot 50, Doos 30 ct. Dampo-hoestbonbons, Doos 25 ct. Dampo-neusdruppels, Flacon met druppelspuitje 60 ct. (Adv. Ingez. Med.) Dr. Jan Kalf verlaat 's Rijks dienst. Wegens het bereiken van den leeftijdsgrens. Bij K.B. is met ingang van 1 Mei 1939 aan dr. J. Kalf te 's Gravenhage, op zijn verzoek eervol ontslag verleend als directeur van het rijksbureau voor de monumentenzorg, met dankbetuiging voor de vele en belangrijke diensten, door hem den lande bewezen. Dr. Jan Kalf is 10 Mei 1873 te Amsterdam ge boren. In de hoofdstad doorliep hij het Gym nasium en studeerde hij letteren en kunst geschiedenis aan de universiteit. Van 1899 tot 1903 was hij assistent aan het Nederlandsch museum voor geschiedenis en kunst. Van 1903 tot 1918 vervulde hij het secretariaat van de rijkscommissie voor de inventariseering der monumenten. In laatst genoemd jaar werd dr. Kalf benoemd tot directeur van het rijksbureau voor de monu mentenzorg, uit welke betrekking hem thans wegens het bereiken van den pensioenge rechtigden leeftijd eervol ontslag is verleend. Sinds 1927 is de heer Kalf, aan wien de Utrechtsche universiteit in 1912 het doctoraat honoris causa in de letteren en wijsbegeerte verleende lid van de koninklijke academie van wetenschappen. Van zijn hand verschenen cm. bijdragen tot de geschiedenis der middel- eeuwsche kunstweverij in Nederland; catalo gus van de textiele kunst in het Nederlandsch museum van geschiedenis en kunst, Van Oude en Nieuwe Kunst; De Katholieke Kérken in Nederland; De monumenten van geschiedenis en kunst in de voormalige baronie va nBreda- en in samenwerking met anderen, Catalogu' der nationale tentoonstelling van oude ker kelijke kunst te 's Hertogenbosch en De oude kerkelijke kunst in Nederland. Brutaal optreden van inbrekers. In den nacht van Woensdag op Donderdag hebben enkele mannen op zeer brutale wijze ingebroken in een zaak in de Ferdinand Bol straat te Amsterdam. Door een openstaande deur gingen zij een belendend perceel binnen. Op de eerste etage was dit perceel slechts door een tufsteenen muurtje van den winkel gescheiden. Op zeer rationeele wijze hebben de inbrekers het pro bleem om binnen den winkel te komen opge lost. Zij braken het muurtje af, hetgeen door de slechte kwaliteit niet zoo moeilijk was. Door het ontstane gat konden zij den winkel binnen komen en daar viel hun een geldkistje inhou dende 200 gulden, in handen. Via denzelfden weg hebben zij den winkel weer verlaten. De politie van het bureau Stadhouderskade tracht deze „brekers" op te sporen. Verhooging van tarwesteun gevraagd. Het Tweede-Kamerlid de heer Droesen heeft aan den minister van Economische Zaken de vol gende vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat zeer veel, in sommige deelen des lands bijna alle, winter tarwe is doodgevroren? 2. Acht de minister het niet zeer gewenscht, dat de mislukte tarwe zooveel mogelijk vervan gen wordt door zomertarwe en niet door gerst, aardappelen en andere gewassen, waarvan de afzet toch reeds groote moeilijkheden ontmoet? 3. Zoo ja, is de minister dan bereid het ter bereiking van dat doel meest geschikte middel aan te wenden, namelijk een verhooging van den tarwepriis voor het oogstjaar 1939? 4. Is de minister bereid, met het oog op den aanstaanden zaaitijd, zijn beslissing spoedig be kend te maken? Ontvangsten der spoorwegen in 1938 lager dan in 1937. De totale ontvangsten der Nederlandsche Spoorwegen over 1938 bedroegen: f 99.332.365.40 tegen f 100.420.867,93 over 1937. Het gemiddelde aantal kilometers in exploita tie bedroeg in 1938 3357 tegen 3390 in 1937. De ontvangsten per dagkilometer waren der halve in 1938 f 81.07 tegen f 81.17 in 1937. GEDETINEERD MILICIEN TRACHT TE TE ONTVLUCHTEN. ZWOLLE, 8 Februari. De twintigjax-ige soldaat A. J. S., geboren te Kampen, en dienst plichtige bij het twintigste regiment infanterie te Zwolle, die Maandag jl. door den krijgsraad tot zes maanden gevangenisstraf was veroor deeld, omdat het aan zijn schuld te wijten was geweest, dat op 30 September van het vorige jaar een meisje werd gedood, toen S. te Zalk be zig was een mitrailleur schoon te maken, heeft hedenmiddag getracht zich door de vlucht aan die straf te onttrekken. Toen S. gelucht werd, heeft hij kans gezien zich van zijn bewakers te ontdoen en het op een loopen te zetten, waarbij hij er in slaagde de straat te bereiken. Daar hij onder zijn werk pak een tuniek droeg, heeft hij zich geruimen tijd aan zijn achtervolgens kunnen onttrekken, die in de eerste plaats naar een soldaat in werk- kleeding uitkeken. Tenslotte slaagde de politie er in S., die danig obstinaat was, aan te houden, In totaal heeft deze jongeman, die door den auditeur-militair als onverschillig en ruw werd gekenschetst, reeds drie veroordeelingen wegens mishandeling achter den rug, terwijl hij tijdens zijn diensttijd 150 dagen celstraf heeft onder gaan, Tienduizenden menschen gaan week in week uit naar de film en bewon deren er „hun lievelingssterren" als de verpersoonlijking van hun charme- of schoonheidsideaal. Maar hoe met onze eigen „film", waarin we zelf de hoofdrol vervullen en waarvan de wanden onzer woning het telkens weerkeerende achtergrond-motief vormen? Is ons eigen, echt-doorleefde leven 't niet waard, er 'n onovertref baar boeiende geluksfilm van te maken? Wat dacht U van 'n nieuw behang, een R&D behang? De R&D collectie 1939 biedt 'n ongeëvenaarde verscheidenheid der mooiste behang sels, in „Fixa-color" kleuren uitge voerd. De lage prijzen geven geen excuus meer, Üw oud behang te hand haven. Blader de R&D stajenboeken eens door Uw behanger zendt ze U gaarne op zicht en kies zoo'n gezellig R&D behang, zonnig en licht, kunstzinnig en fonkelnieuw! EENIGE FABRIKANTEN: Rath Doodeheef ver (Adv. Ingez. Mea.) om medewerking, welke direct verleend werd, Het bleek echter, dat de te Groningen ge signaleerde niet de heer De Raad was. Wanneer men weet, dat de vermiste een bedrag aan geld bij zich had, waarmede hij, bij een zuinige levenswijze, enkele weken rond kon komen, dan gaat thans in het bijzonder de vraag klemmen, waar hij van leeft. Zijn geld meet op zijn en dus Hoewel er tot op dit oogenfolik geen enkel spoor gevonden is, mag een ongeluk of mis drijf nog niet uitgeschakeld worden, even min als een vrijwillige verdwijning, welke dan gepaard zou kunnen gaan met een plotseling verlies van geheugen. Bijna vier weken geleden is de heer De Raad verdwenen, 's Morgens tegen half tien heeft hij zijn pension in de Prof. Pullelaan (Tuin dorp) verlaten, om naar zijn familie ver telde de stad in te gaan. Twee uur later heeft zijn dochter hem zien loopen in een der straten van de binnenstad. Zij heeft haar vader toen echter niet gesproken. Tegen half twee 's middags is de heer De Raad bij het Diaconessenhuis aan de Adriaan van Ostadelaan gezien. Maar daarna: is hij spoor loos verdwenen, een verdwijning, waarin de recherche, qndanks haar, intensieve-onderzoek waarbij met behulp van politiehonden en booten de bosschen en wateren rond Utrecht afgezocht zijn, tot op heden geen licht heeft kunnen brengen. Er hebben, nadat de vermissing bekend ge worden is, verschillende geruchten de ronde gedaan, geruchten over financieel wanbeheer, over een ontvoering enz. enz. Voor zoover dit thans bekeken kan worden, ontbreekt daar voor elke aanwijzing. Zelfs de mededeeling over een telegram gericht aan den heer De Raad, waarin hem medegedeeld zou zijn, dat in Indië een arrestatiebevel tegen hem uit gevaardigd zou zijn, blijkt na onderzoek geen steek te houden. Althans de recherche heeft een dergelijk telegram niet meer kunnen achterhalen, evenmin als de geheimzinnige boodschapper per fiets, die ten huize van vrienden gezegd zou haebben, dat de ver miste terecht was. De recherche is geneigd om aan te nemen, dat déze boodschapper ge vraagd heeft of de vermiste al terecht was, al blijft het in dat geval vreemd aandoen, dat deze boodschapper zich later noch bij de familie, noch bij de recherche heeft aange meld, toen hem dit per advertentie ver zicht is.... (Nadruk verboden). BEGRAFENIS MR. DR. H. VOS. Op de begraafplaats Rijnhof te Leiden is Donderdagmiddag ter aarde besteld het stof felijk overschot van mr. dr. H. Vos, een voor aanstaand kenner van het staats-, gemeente en administratief recht, die dezer dagen op 80-jarigen leeftijd is overleden. Onder hen, die hun belangstelling toonden, bevonden zich mr. dr. A. baron Röell, com missaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland. De faculteit der rechtsgeleerdheid van de Leidsche Universiteit was vertegenwoordigd door haar decaan prof. mr. R. P. Cleveringa. Aan de groeve voerde mr. A Jonker namens het bestuur van de Vereeniging van Neder landsche gemeenten het woord. Verbod van voetbalwedstrijden op Zondag gevraagd. In verband met incidenten, welke hebben plaats gehad. Het Tweede-Kamerlid de heer Van der Zaal stelde aan de ministers van Justitie en Binnen- Iandsche Zaken de volgende vragen: 1. Hebben de ministers er kennis van geno men, dat op Zondag 5 Februari 1939 na afloop van een voetbalwedstrijd te Tilburg vechtpar tijen hebben plaats gehad, waartegen de politie met gummistok en blanke sabel moest optre den? Dat de scheidsrechter werd bedreigd, zoodat deze zich genoodzaakt zag, de bescherming van de politie te vragen, die hem per auto naar het station heeft gebracht; en dat een der voetbal clubs politie-bescherming tegen het publiek moest inroepen? 2. Hebben de ministers er kennis van geno men, dat op denzelfden Zondag tengevolge van een voetbalincident te Almelo kettingen en een politiecordon Apeldoornsche spelers moesten be veiligen tegen het publiek? 3. Zijn de ministers niet van oordeel, dat maatregelen behooren te worden genomen, op dat voetbalwedstrijden, waardoor de Zondag wordt ontheiligd, de Zondagsrust wordt ver stoord en waardoor van de politie buitengewone zware diensten worden gevraagd en die boven- dien tot excessen als de vorengenoemde leideo- niet meer plaats kunnen vinden?.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 10