Leerbewerking
Marie Antoinette
MENU VAN DE WEEK
Recept
en
Vijf Zomersche dagen
Toen verleden week de rijp dik aan de hoo
rnen, heggen en draden hing, toén het ettelijke
graden vroor en menigeen zijn schaatsen al weer
met een schuin oogje bekeek, opperde iemand
tegen me: als het nu straks gaat dooien, krijgen
we meteen een voor jaartje.
Jonge, jonge, dat leek optimistisch, zoo maar
op eens'een voorjaartje in de eerste week van
Februari, 't was te schoon om waar te zijn.
Maar ziet, het ging dooien en Zondag kreeg de
man gelijk, we kregen meteen een voorjaartje.
Nu ja, het was nog wél vrij frisch, vooral toen
de zon vVeg ging, maar wanneer de kamperfoelie
kleine blaadjes heeft, wanneer de crocussen,
sneeuwklokjes en zelfs de narcissen boven den
grond komen, wanneer een beschut heuveltje
groen ziet van de varens, wanneer de primula's
hun heel kleine blaadjes tusschen de dorre bla
deren op den grond steken, wanneer een enkele
vogel bij ons huis een vroolijke tierelier fluit en
wanneer we dan tenslotte op onze wandeling
loopen te mopperen op dat warme wintergoed
dan is er toch werkelijk een begin gemaakt.
Wie het eerste groen wil zien in dezen tijd van
het jaar moet meer met zijn hoofd naar bene
den loopen, dan het trotsch omhoog houden: de
boomen werken natuurlijk wel, maar daar is nog
niets van te bekennen, terwijl er daarentegen op
den grond het meeste te zien valt. 'En dan ook
al weer niet voor degene die er met groote pas
sen overheen beent, maar alleen voor den nauw-
keurigen opmerker.
Deze laatste heeft het intusschen bij het rech
te eind: nooit is de lente hoopvoller, nooit is de
donkere winter vlugger voorbij dan bij het ont
dekken van de allereerste teekenen van nieuw
leven, bij het zien van die eerste groene puntjes,
en straks van de eerste bloemetjes die nog vlak
tegen de aarde aangroeien, alsof zij het boven
matig dapper vinden van zichzelf om den be
schermenden bodem te verlaten en er liefst nog
maar zoo dicht mogelijk bij blijven.
Is het eenmaal volop lente, dan is er al weer
zooveel buiten te beleven, dat een enkele uit
gebotte spruit nauwelijks meer opvalt in het
groote geheel, maar deze eerste sappige groen
tjes, waarnaar wij zoeken moeten om ze te kun
nen vinden, die komen vertellen: de lente is op
komst.
Vijf zomersche dagen telt Februari volgens het
oude volksgeloof, en ik weet niet, of De Bilt
zijn meteorologische schouders hierover ophaalt,
of dat er een kern van waarheid in is. Ook ben
ik er niet van op de hoogte, welke maatstaf aan
gelegd moet worden voor de temperatuur van
zoo'n zomerschen dag in Februari,, is het alleen
maar een stralende zonne-dag zonder vorst, of
moeten we neiging voelen om in de tuinstoelen
buiten te gaan zitten, zooals in het jaar zus en
zoo, heet het fantastische verhaal, toen mijn bet
overgrootvader op 9 Februari al onder den
bloeienden appelboom zat dat was nog eens
een voorjaar!
Ja, daar kunnen wij niet tegenop, maar laten
wij dan toch ook maar erg blij zijn met onze
zonAige dagen, waaraan nog wel koude nachten
en ochtenden voorafgaan met ruige vorst, maar
die op den dag verrukkelijk van prikkelende en
opwekkende atmosfeer zijn, en die ons winter
goed inderdaad alweer naar de kamferkist doen
terug verlangen.
Laten wij genieten van dit heerlijke weer, dat,
wie weet, hoe kort van duur is, en laten wij
.vrouwen ons, in verband hiermee, aan drie voor
nemens vasthouden:
Laten wij de zon niet direct buiten sluiten uit
angst voor het verschieten van onze meubeltjes,
maar laten we blij zijn dat ze er eindelijk
weer is.
Laten we nu niet dadelijk over schoonmaken
beginnen te praten, maar bewijzen dat een keu
rige huisvrouw ook genieten kan zonder direct
aan bezems en boenders te denken.
En tenslotte:
Laten wij onze huishoudelijke plichten eens op
zij kunnen zetten om te profiteeren van dit
eerste, prille voorjaarsweer dat in zijn tegenstel
ling met het sombere winterweer dat achter ons
ligt, dubbel stimuleerend is.
Denk er aan, het volksgeloof gunt ons maar
vijf van die dagen, laten wij er van genieten.
E. E. J.-P.
ZIJDEN KOUSEN.
De volgende raadgevingen zullen u stellig te
pas komen bij het netjes dragen en lang sparen
van uw zijden kousen:
le. Let er bij het koopen op, dat de kous geen
foutjes vertoont op de randen van de versterkte
hiel en teen.
2e. Laat uw kousen plat liggend op een hand
doek drogen, dan blijven ze langer in den vorm.
3e. Trek de kous voorzichtig aan en als het
stroef gaat, strijk er dan van onder naar boven
langs emt een iets vochtige hand. Zorg, dat de
naad precies in 't midden loopt.
4e. Maak zorgvuldig uw jarretelle vast. Steeds
zóó, dat de kous in de richting van de steken
wordt gerekt, nooit dwars.
5e. Vouw den boord dubbel, vóór u de jarre
telle bevestigt.
6e. Als er een steekje los is, wrijf er dan on
middellijk wat zeep of speciale kousenlijm aan.
Riskeer geen ladders!
7e. Is er tóch een ladder ontstaan, bederf er
dan uw oogen niet op. Laat hem in een speciaal
hiervoor ingerichte zaak ophalen. Dit geschiedt
met zeer weinig kosten. Een bril is duurder!
....zoodai
anderen
hun bocht ver
keerd moeten
nemen en het uit
zicht belemmerd
wordt?... NOOITI
GEZELLIG EN PRACTISCH
Vandaag een paar fleurige corsages van leer of vilt
IS u soms in het bezit van oude tasschen,
ceintuurs of vilten hoeden? Gooi ze niet
weg, maar knip de goede gedeelten er af
en bewaar die, tot u een gezellige collectie
lapjes heeft. Behoort u niet tot degenen, die al
les bewaren, omdat het nog wel eens te pas
komt, dan behoeft u nog niet te wanhopen, want
in iedere detailzaak van leder kan men tegen
woordig voor enkele dubbeltjes aan resten leer
komen, die een prachtig materiaal voor onze
corsages zijn.
Wanneer u toch op leer uitgaat, schaf u dan
gelijk in den ijzerhandel een paar ponspijpjes
aan, één van 1 m.M. en één van 5 m.M. om
gaatjes te slaan. Ze zijn niet bepaald noodig,
maar wel erg gemakkelijk. Een goede kleuren
combinatie, is een eerste vereischte. Neem altijd
donkere tinten voor de blaadjes en frissche tin
ten voor de bloempjes. Peau de suède, goud-
of zilverleer geeft een bijzonder fijn effect.
Ons eerste model is een platte corsage, ge
schikt om aan de halsopening van een jurk te
dragen.
Daar leder of vilt niet rafelt, kan men de
blad- en bloemvormen gewoon uitknippen. Met
een ineen spiritusvlam warm gemaakte brei
naald trekt men de nerven er in.
De bloem bsetaat uit uitgetande stukjes leer,
hetgeen gebeurt door met hamer en holpijp hal
ve gaatjes te slaan. Men kan ook de bloem
blaadjes emt de schaar puntig uittanden.
Het hartje is een rondje van de klem-der bla
den; het wordt fijn uitgeknipt. Ten slotte naaien
we de deelen vast op een stukje leer.
De tweede corsage is een tuiltje kleine bloem
pjes. We teekenen rondjes om een gulden en
knippen deze uit. Vervolgens worden ze inge-
knipt, getand en gekarteld. In het midden slaan
we een klein gaatje met onze holpijp van 1 mM.
Vervolgens knippen we een driehoekig of vier
kant snippertje en maken ook hier een gaatje in.
Het steeltje dat wij van bloemendraad maken,
dat eenigszins stijf is, wordt door de gaatjes ge
stoken en een knoopje er op en er onder gelegd.
Eeü soort gekleurd stijf gummidraad, dat bijzon
der .voldoet is. momenteel in den handel.
De bladen worden van onderen voorzien van
twee gaatjes, waardoor bloemendraad wordt ge
stoken.
Tenslotte bindt men het tuiltje samen.
Aardig is het bouquetjes van allerlei bonte
kleurtjes te maken, met donkerbruine of don
kergroene bladen.
De onderste corsages zijn variaties van no.
IIA. Een vrouw met fantasie kan hier allerlei
nieuwe dingen bedenken!
MARGOT VAN CAPELLE-
VAN BUUREN.
Zondag:
Kalfssoep
Rundertong
Zure saus
Witte boonen
Gevulde mandarijnen
Maandag:
Ragout van resten
tong met bruine saus
Aardappelen
Brusselsch lof
Vruchten
Dinsdag:
Witte boonensoep
Gehakt
Spruitjes
Aardappelen
Beschuit met
bessensap
Woensdag:
Kalfsrollade
Boontjes uit de bus
Aardappelen
Maizenapudding met
sinaasappelsaus.
Donderdag:
Tomatensoep
Snijboonenstamppot.
Rookworst.
Koffievla
Vrijdag:
Gebakken schelvisch-
filets.
Aardappelen
Botersaus
Veldsla
Havermoutpap
Zaterdag
Macaroni met ham
en kaas
Watergruel
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Bloemkoolschotel
met aardappelpurée
en kaassaus.
Rijstkoekjes
Vruchten.
2. Kerrysoep
Spruitjes en kastanjes
Aardappelen
Gewelde boter
Citroenvla
3. Linzen met
tomatensaus
Aardappelkoekjes
Sla van Brusselsch lof
Vruchten met
vanillevla
4. Omelet met
rijstvulsel
Stamppot van appelen
uien en aardappelen
Griesmeelpudding
met rozijnen en
citroensaus.
met de gewasschen en even opgekookte rozij
nen en krenten en de suiker vermengen. Een
springvorm dik met boter insmeren, een laag
van het beschuitdeeg erin doen, hierop wat
appelmoes, krenten en rozijnen uitstrijken, en
zoo doorgaan tot alles verwerkt is. en men
bovenaan een laag beschuitdeeg heeft. De
taart in een niet te warmen oven in pl.m. 11/4
uur lichtbruin bakken. Koud laten worden en
uit den vorm nemen.
Vruchtenschotel met beschuit
en slagroom.
Benoodigdheden: 100 gr. gedroogde abriko
zen, Vz L. water, 70 gr. suiker, 8 beschuiten, 1
d.L. slagroom.
Bereiding: De abrikozen wasschen, weeken
in het water met de suiker en den volgenden
dag gaarkoken.
In het sap de beschuiten voorzichtig wee
ken. Ze twee aan twee op elkaar leggen met
de abrikozen er tusschen. Een paar abrikozen
achterhouden voor garneering. De dubbele be
schuiten op een ronden glazen schotel leggen
en ganieeren met de stijfgeklopte room, een
paar mooie abrikozen en geconfijte vruch
ten.
Bloemkoolschotel met aardappelpuree
en kaassaus.
Benoodigdheden: 1 flinke bloemkool, 1
K.G. koude aardappelen, V; L. melk, 10Q gr.
oude geraspte kaas, 25 gr. boter, zout, paneer
meel.
Bereiding: De bloemkool in stukken snij
den en gaar koken in ruim water met zout.
Van de aardappelen purée maken met pl.m. 3Vs
d.L. melk, wat boter en noot. Van 3 d.L. melk
en bloemkoolwater (half of half) met de bo
ter en de bloem, bloemkoolsaus maken. De ge
raspte kaas er door roeren. Onderin de stuk
ken bloemkool leggen en hierover de saus
schenken. Wat paneermeel er over strooien,
gesmolten boter erop gieten en den schotel 20
minuten in den oven zetten.
Wil men dezen schotel aan niet-vegetariërs
opdienen dan kan men inplaats van de kaas
saus, gebraden saucijsjes tusschen de stukken
bloemkool leggen, paneermeel er over strooien,
de jus er op schenken en het schoteltje in den
oven goed warm laten worden.
Gevulde mandarijnen
Benoodigdheden: 6 mandarijnen, y2 citroen,
2 sinaasappelen, 1 eiwit, 80 a 90 gr. suiker, 5
er- 2V2 blad gelatine, 1/4 L. slagroom.
Bereiding: Van de mandarijnen een kapje
afsnijden en mst een klein lepeltje de partjes
van den wand losmaken en ze er uit nemen.
De stukjes door een haren zeef wrijven en het
sap van de citroen en van de sinaasappelen
er aan toevoegen. In een klein beetje water de
geweekte gelatine en de suiker oplossen en als
het wat bekoeld is bij het vruchtensap
schenken. De room met het eiwit stijfkloppen
een klein gedeelte afzonderlijk houden en de
rest met het vruchtensap vermengen. Als deze
massa nu stijf begint te worden de leege man-
darijnenschillen vullen. Op elk nog een kopje
slagroom leggen, het dekseltje er luchtig op
zetten en hieraan een steeltje maken van su-
cade.
Ragoüt van ossetong met bruine saus.
Benoodigdheden: Resten van tong en mooie
stukjes vleesch van het keelstuk, 6 dL. bouil
lon van de tong, 50 gr. bloem, 50 gr. boter
soya of Engelsche saus.
Bereiding: De bloem in de boter bruin frui
ten, de bouillon er langzaam bij gieten en door
laten koken tot men een vrij dikke saus heeft.
Deze op smaak afmaken met wat soya of
Engelsche saus, en het vleesch zachtjes laten
stoven. Rijst of gekookte aardappelen er bij
geven.
Beschuittaart,
Benoodigdheden: 20 groote beschuiten, 150
gr. boter, 100 gr. suiker, Vz blik appelmoes, 1
theelepel kaneel, 50 gr. krenten, 50 gr. rozij
nen.
Bereiding: De beschuiten fijnstampen en
vermengen met de tot room geroerde boter, de
helft van de suiker en de kaneel. De appelmoes
Historische films vinden bij het bioscoop
bezoekende publiek altijd veel aftrek. En zoo
zal dit ook wel weer het geval zijn met de
film „Marie Antoinette", die in de komende
week in Haarlem zal draaien. Norma Shearer
vervult de titelrol en maakt van het leven
van Frankrijk's schoonste en meest ongeluk
kige koningin een prachtige creatie.
Misschien is het wel aardig in dit stukje
nog eens een en ander uit het leven van die
vorstin te vertellen.
Marie Antoinette Josépha Johanna van
Lotharingen, aartshertogin van Oostenrijk,
dochter van Frans van Lotharingen en van
Maria Theresia, werd den 2den November 1755
geboren, op den dag der geweldige aardbe
ving van Lissabon en deze ramp, die het tijd
stip van haar geboorte met een noodlottig
kenmerk scheen te teekenen, heeft zonder
voor de prinses een reden te zijn tot bijge-
loovige vrees, naderhand toch indruk op haar
gemoed gemaakt. Later, toen zij koningin van
Frankrijk was geworden, sprak Marie An
toinette gaarne over haar jeugd, aan het
Oostenrijksche Hof doorgebracht. Ze hield erg
veel van haar vader, keizer Frans, ze verr
loor hem toen ze nauwelijks zeven jaar oud
was. Haar moeder, Maria-Theresia, had wei
nig tijd voor haar kinderen, want de staats
belangen namen al haar tijd in beslag. Zoo
doende boezemde zij aan haar dochters meer
vrees en eerbied dan liefde in. Hun gouver
nantes waren over het algemeen te toegeef
lijk, waardoor ze geen erg flinke opvoeding
kregen. Marie Antoinette had echter een hel
der verstand en ze was dol op muziek.
Op haar vijftiende jaar werd Marie-Antoi
nette uitgehuwelijkt door haar moeder aan
den dauphin van Frankrijk, den toekomstigen
koning Lodewijk XVI. Toen haar moeder het
haar vertelde, riep ze vol vreugde uit: „Ik zal
koningin worden!" Weinig kon ze toen ver
moeden, hoe duur haar dit koningschap
later zou komen te staan!
Marie Antoinette was mooi, goedhartig
en coquet. Wegens haar geldverspilling, die
overigens overdreven werd, ontving zij den
bijnaam „Madame Deficit".
Maria Theresia was zoo op deze verbintenis
gesteld, omdat zij zoodoende de banden tus
schen Frankrijk en Oostenrijk hoopte te ver
sterken. Tot het huwelijk van den dauphin
met de aartshertogin was besloten toen de
hertog de Choiseul nog alle gezag in handen
had: later viel hij in ongenade en kreeg kar
dinaal de Rohan het heft in handen.
10 Mei 1774 stierf Lodewijk XV aan pokken
en dit bracht hef jonge paar op den troon. De
jonge koningin, die te Weenen gewend was
geweest eenvoudig en waardig te leven,
schafte veel ceremoniëel af en ook te Versail
les wilde ze niet veel van de ingewikkelde
Fransche hofétikette weten. Toch zijn al deze
veranderingen haar duurder komen te staan
dan zij zich ooit had kunnen denken. O.m.
maakte men haar verwijten dat zij slechts
voor haar gunstelingen leefde.
Na de geboorte van haar eerste kind in 1778
werd de. verhouding tusschen de echtgenooten
beter, maar bij het publiek werd zij hoe langer
hoe meer impopulair. De koning was een in
zichzelf gekeerd, godsdienstig man, die niets
voelde voor al de feesten die gegeven werden,
maar zijn echtgenoote daarentegen hield er
van jong en vroolijk te zijn en te genieten van
het leven! Ook die feesten waren aanleiding,
dat het volk zich tegen haar keerde.
Marie Antoinette was veel te partijdig in
haar vriendschappen en volslagen zonder
eenig begrip voor de rechtmatige eischen van
het volk. Genotzucht, verkwisting en over
moed -waren ten slotte factoren om de haat
aan te wakkeren. Zeer bevriend was zij o.a.
met de prinses de Lamballe en later ook met
gravin Jules de Polignac. De koningin stelde
de laatste in staat zonder geldelijke zorgen te
leven. Toch is het juist de salon van mevrouw
de Polignac geweest, die veel kwaad aan Ma
rie Antoinette heeft berokkend. De prinses
de Lamballe daarentegen is haar tot het
laatst van haar leven trouw gebleven als
vriendin en raadgeefster. En terwijl de jonge,
bekoorlijke koningin zich vooral in de jaren
die tusschen 1775 en 1781 verliepen aan tal
van vermaken overgaf, zette men allerlei in
triges tegen haar op touw. Het lot der ko
ningin scheen onophoudelijk door de hate
lijkste en laaghartigste kuiperijen te worden
vervolgd. Natuurlijk was het haar plicht ge
weest al haar handelingen te bewaken, haar
gedragingen onaantastbaar te doen zijn!
Maar zij was jong en onervaren en stond
alléén. En toch ook weer niet alleen! Want
een van haar meest trouwe vrienden was
de Zweedsche graaf Axel Fersen, die haar ook
later, in tijden van tegenspoed, vaak van
dienst was. Hij had voor Marie Antoinette
steeds behouden een van die zeldzame, be-
langelooze en warme vriendschappen, die op
de grens liggen tusschen liefde en aanbid
ding. Terwijl de vervolgingen en smaadschrif
ten de koningin deden verouderen en haar
haar schoonheid ontroofden, vergat hij niet.
dat hij van de jonge van geluk stralende Ma
rie Antoinette de begunstigde hoveling ^n
ridder was geweest. Later, tijdens haar ge
vangenschap en in haar verlatenheid en
diepe rampzaligheid, was zii diep geroerd door
zijn onveranderlijke toewijding. En toen het
volk zich tegen de koninklijke familie keerde
bereidde graaf Fersen in 1792 hun vlucht voor
naar Varennes èn bracht hij, als koetsier ver
momd, het vorstelijk gezin buiten Parijs,
waarna hij zich gedwongen zag Frankrijk te
MARIE ANTOINETTE
voor het clavédnibel.
verlaten. De vlucht mislukte en de koninklij
ke familie werd in den Temple opgesloten.
In Januari 1793 (aanvang proces Lodewijk
XVI) werd de koningin van haar echtgenoot
gescheiden en 2 Augustus 1793 bracht men
haar in de eenzame gevangenis der Concier-
gerie. In October 1793 werd ze voor het Re
volutionair gerechtshof gedaagd, beschuldigd
van vijandelijkheid en verraad tegen Frank
rijk en van grove zedelijke misdrijven. Zij
werd ter dood veroordeeld en 16 October 1793
te Parijs geguillotineerd.
Onnoemelijk heeft Marie Antoinette in haar
gevangenschap geleden, zoodat de dood een
verlossing vaar haar beteekende. De koning
was reeds eerder onthoofd, haar kinderen had
men haar ontnomen, zelfs had men haar
zoon gedwongen een valsche getuigenis tegen
zijn moeder af te leggen, Daarin vooral heeft
men op de meest geraffineerde wijze haar
moederlijk hart getroffen.
Zeker heeft deze vorstin haar fouten gehad
maar in de laatste jaren van haar leven werd
zij al te wreed gestraft. Slechts weinigen van
de ergste misdadigers hebben ook maar bij
benadering uitgestaan, wat zij heeft moeten
doormaken.
Haar gang naar het schavot beteekende
een uitkomst voor haar en waardig is zij ge
storven.
B. A.
Schoudermanteltje
Dit aardige schoudermanteltje, dat door
jong en oud gedragen kan worden, is gebreid
van 200 gr. grijze angorawol op pennen no.
21/2.
Het bestaat uit 3 deelen: een breed rug
pand en 2 smallere voorpanden. De naden
vallen op de schouders.
Voor het rugpand zetten we op 204 st. en
breien eerst 4 toeren 1 pen averecht, 1 pen
recht. Nu beginnen we aan liet patroon: de
pauweveer. Deze is als volgt: 1 recht, omsl.,
1 recht, omsl., enz. tot we 5 omslagen op de
pen hebben, dan 10 x averecht minderen,
omsl., 1 recht, omsl., 1 recht enz. tot we 10
omslagen op de pen hebben, weer 10 x ave
recht minderen, enz. en nu deze laatste 2
bewerkingen herhalen tot we eindigen met 5
omslagen op de pen. Teruggaande breien we
de pen averecht.
Zoo breien we 6 toeren in het patroon
van de pauweveer beven elkaar, gevolgd door
6 toeren, 1 pen recht, 1 pen averecht. De
averechte kant hiervan komt aan den zelf
den kant als de averechte minderingen.
Nu breien we weer 6 pauweveeren, gevolgd
door 6 pennen 1 recht 1 pen averecht. Ver
volgens 5, 5, 4 pauweveeren met daartus-
schen telkens 6 toeren 1 pen recht, 1 pen
averecht. Na de laatste pauweveer breien we
20 toeren 1 pen recht, 1 pen averecht, maar
nu minderen we aan het eind van elke pen
zoodat we 184 steken overhouden. Deze zet
ten we op een draad.
Voor het voorpand zetten we op 117 st. en
breien alles precies als bij het rugpand. Zijn
we bij de laatste 20 pennen, dan minderen
we maar aan een kant af; dat is de kant die
op den schouder komt.
Het tweede voorpand is een spiegelbeeld
van het eerste.
Als de drie deelen klaar zijn, dan zetten
we alle steken op 1 pen, dat is 107 en 184 en
107 is 398 st. De vclgende pen breien we 11
recht, minderen, 20 recht, minderen enz.
Deze laatste 2 bewerkingen herhalen en ein
digen met 11 recht. Nu 1 pen averecht, 1 pen
recht, 1 pen averecht.
Daarna breien we weer 1 pen met de min
deringen, maar er wordt 1 recht minder tus
schen gebreid. Weer 3 toeren 1 pen recht 1
pen averecht.
Zoo gaan we door. In iedere volgende pen
mét minderingen komt er een recht minder
tusschen de minderingen. Zijn we aan 8
recht, minderen, 17 recht, minderen, 17 recht
minderen, enz., dan breien we telkens neg
maar één toer over.
Bij de laatste pen breien we 10 recht tus
schen de minderingen en kanten af. Voor
het boordje zetten we 16 st. op en
breien alles recht. Na 6 ribbels akmen we 5
st. van den kant af een knoopsgat van 6 ste
ken. Na 6 ribbels komt het tweede knoops
gat.
Nu breien we 22 ribbels verder en maken
weer een knoopsgat, en na 6 ribbels weer
een.
Vervolgens nog eens na 22 en na 6 ribbels,
daarna breien we nog 6 ribbels en kanten
af.
Het boordje wordt op den schoudermantel
genaaid en door de knoopsgaten wordt een
bandfluweel geregen, dat van voren wordt
gestrikt.
Als de schoudernaden aan elkaar zijn ge
naaid, wordt alles onder een natten doek
met een heet ijzer zorgvuldig glad gestre
ken.
Sp. Th.