Leerbewerking Marie Antoinette MENU VAN DE WEEK Recept en Vijf Zomersche dagen Toen verleden week de rijp dik aan de hoo rnen, heggen en draden hing, toén het ettelijke graden vroor en menigeen zijn schaatsen al weer met een schuin oogje bekeek, opperde iemand tegen me: als het nu straks gaat dooien, krijgen we meteen een voor jaartje. Jonge, jonge, dat leek optimistisch, zoo maar op eens'een voorjaartje in de eerste week van Februari, 't was te schoon om waar te zijn. Maar ziet, het ging dooien en Zondag kreeg de man gelijk, we kregen meteen een voorjaartje. Nu ja, het was nog wél vrij frisch, vooral toen de zon vVeg ging, maar wanneer de kamperfoelie kleine blaadjes heeft, wanneer de crocussen, sneeuwklokjes en zelfs de narcissen boven den grond komen, wanneer een beschut heuveltje groen ziet van de varens, wanneer de primula's hun heel kleine blaadjes tusschen de dorre bla deren op den grond steken, wanneer een enkele vogel bij ons huis een vroolijke tierelier fluit en wanneer we dan tenslotte op onze wandeling loopen te mopperen op dat warme wintergoed dan is er toch werkelijk een begin gemaakt. Wie het eerste groen wil zien in dezen tijd van het jaar moet meer met zijn hoofd naar bene den loopen, dan het trotsch omhoog houden: de boomen werken natuurlijk wel, maar daar is nog niets van te bekennen, terwijl er daarentegen op den grond het meeste te zien valt. 'En dan ook al weer niet voor degene die er met groote pas sen overheen beent, maar alleen voor den nauw- keurigen opmerker. Deze laatste heeft het intusschen bij het rech te eind: nooit is de lente hoopvoller, nooit is de donkere winter vlugger voorbij dan bij het ont dekken van de allereerste teekenen van nieuw leven, bij het zien van die eerste groene puntjes, en straks van de eerste bloemetjes die nog vlak tegen de aarde aangroeien, alsof zij het boven matig dapper vinden van zichzelf om den be schermenden bodem te verlaten en er liefst nog maar zoo dicht mogelijk bij blijven. Is het eenmaal volop lente, dan is er al weer zooveel buiten te beleven, dat een enkele uit gebotte spruit nauwelijks meer opvalt in het groote geheel, maar deze eerste sappige groen tjes, waarnaar wij zoeken moeten om ze te kun nen vinden, die komen vertellen: de lente is op komst. Vijf zomersche dagen telt Februari volgens het oude volksgeloof, en ik weet niet, of De Bilt zijn meteorologische schouders hierover ophaalt, of dat er een kern van waarheid in is. Ook ben ik er niet van op de hoogte, welke maatstaf aan gelegd moet worden voor de temperatuur van zoo'n zomerschen dag in Februari,, is het alleen maar een stralende zonne-dag zonder vorst, of moeten we neiging voelen om in de tuinstoelen buiten te gaan zitten, zooals in het jaar zus en zoo, heet het fantastische verhaal, toen mijn bet overgrootvader op 9 Februari al onder den bloeienden appelboom zat dat was nog eens een voorjaar! Ja, daar kunnen wij niet tegenop, maar laten wij dan toch ook maar erg blij zijn met onze zonAige dagen, waaraan nog wel koude nachten en ochtenden voorafgaan met ruige vorst, maar die op den dag verrukkelijk van prikkelende en opwekkende atmosfeer zijn, en die ons winter goed inderdaad alweer naar de kamferkist doen terug verlangen. Laten wij genieten van dit heerlijke weer, dat, wie weet, hoe kort van duur is, en laten wij .vrouwen ons, in verband hiermee, aan drie voor nemens vasthouden: Laten wij de zon niet direct buiten sluiten uit angst voor het verschieten van onze meubeltjes, maar laten we blij zijn dat ze er eindelijk weer is. Laten we nu niet dadelijk over schoonmaken beginnen te praten, maar bewijzen dat een keu rige huisvrouw ook genieten kan zonder direct aan bezems en boenders te denken. En tenslotte: Laten wij onze huishoudelijke plichten eens op zij kunnen zetten om te profiteeren van dit eerste, prille voorjaarsweer dat in zijn tegenstel ling met het sombere winterweer dat achter ons ligt, dubbel stimuleerend is. Denk er aan, het volksgeloof gunt ons maar vijf van die dagen, laten wij er van genieten. E. E. J.-P. ZIJDEN KOUSEN. De volgende raadgevingen zullen u stellig te pas komen bij het netjes dragen en lang sparen van uw zijden kousen: le. Let er bij het koopen op, dat de kous geen foutjes vertoont op de randen van de versterkte hiel en teen. 2e. Laat uw kousen plat liggend op een hand doek drogen, dan blijven ze langer in den vorm. 3e. Trek de kous voorzichtig aan en als het stroef gaat, strijk er dan van onder naar boven langs emt een iets vochtige hand. Zorg, dat de naad precies in 't midden loopt. 4e. Maak zorgvuldig uw jarretelle vast. Steeds zóó, dat de kous in de richting van de steken wordt gerekt, nooit dwars. 5e. Vouw den boord dubbel, vóór u de jarre telle bevestigt. 6e. Als er een steekje los is, wrijf er dan on middellijk wat zeep of speciale kousenlijm aan. Riskeer geen ladders! 7e. Is er tóch een ladder ontstaan, bederf er dan uw oogen niet op. Laat hem in een speciaal hiervoor ingerichte zaak ophalen. Dit geschiedt met zeer weinig kosten. Een bril is duurder! ....zoodai anderen hun bocht ver keerd moeten nemen en het uit zicht belemmerd wordt?... NOOITI GEZELLIG EN PRACTISCH Vandaag een paar fleurige corsages van leer of vilt IS u soms in het bezit van oude tasschen, ceintuurs of vilten hoeden? Gooi ze niet weg, maar knip de goede gedeelten er af en bewaar die, tot u een gezellige collectie lapjes heeft. Behoort u niet tot degenen, die al les bewaren, omdat het nog wel eens te pas komt, dan behoeft u nog niet te wanhopen, want in iedere detailzaak van leder kan men tegen woordig voor enkele dubbeltjes aan resten leer komen, die een prachtig materiaal voor onze corsages zijn. Wanneer u toch op leer uitgaat, schaf u dan gelijk in den ijzerhandel een paar ponspijpjes aan, één van 1 m.M. en één van 5 m.M. om gaatjes te slaan. Ze zijn niet bepaald noodig, maar wel erg gemakkelijk. Een goede kleuren combinatie, is een eerste vereischte. Neem altijd donkere tinten voor de blaadjes en frissche tin ten voor de bloempjes. Peau de suède, goud- of zilverleer geeft een bijzonder fijn effect. Ons eerste model is een platte corsage, ge schikt om aan de halsopening van een jurk te dragen. Daar leder of vilt niet rafelt, kan men de blad- en bloemvormen gewoon uitknippen. Met een ineen spiritusvlam warm gemaakte brei naald trekt men de nerven er in. De bloem bsetaat uit uitgetande stukjes leer, hetgeen gebeurt door met hamer en holpijp hal ve gaatjes te slaan. Men kan ook de bloem blaadjes emt de schaar puntig uittanden. Het hartje is een rondje van de klem-der bla den; het wordt fijn uitgeknipt. Ten slotte naaien we de deelen vast op een stukje leer. De tweede corsage is een tuiltje kleine bloem pjes. We teekenen rondjes om een gulden en knippen deze uit. Vervolgens worden ze inge- knipt, getand en gekarteld. In het midden slaan we een klein gaatje met onze holpijp van 1 mM. Vervolgens knippen we een driehoekig of vier kant snippertje en maken ook hier een gaatje in. Het steeltje dat wij van bloemendraad maken, dat eenigszins stijf is, wordt door de gaatjes ge stoken en een knoopje er op en er onder gelegd. Eeü soort gekleurd stijf gummidraad, dat bijzon der .voldoet is. momenteel in den handel. De bladen worden van onderen voorzien van twee gaatjes, waardoor bloemendraad wordt ge stoken. Tenslotte bindt men het tuiltje samen. Aardig is het bouquetjes van allerlei bonte kleurtjes te maken, met donkerbruine of don kergroene bladen. De onderste corsages zijn variaties van no. IIA. Een vrouw met fantasie kan hier allerlei nieuwe dingen bedenken! MARGOT VAN CAPELLE- VAN BUUREN. Zondag: Kalfssoep Rundertong Zure saus Witte boonen Gevulde mandarijnen Maandag: Ragout van resten tong met bruine saus Aardappelen Brusselsch lof Vruchten Dinsdag: Witte boonensoep Gehakt Spruitjes Aardappelen Beschuit met bessensap Woensdag: Kalfsrollade Boontjes uit de bus Aardappelen Maizenapudding met sinaasappelsaus. Donderdag: Tomatensoep Snijboonenstamppot. Rookworst. Koffievla Vrijdag: Gebakken schelvisch- filets. Aardappelen Botersaus Veldsla Havermoutpap Zaterdag Macaroni met ham en kaas Watergruel VEGETARISCHE MENU'S. 1. Bloemkoolschotel met aardappelpurée en kaassaus. Rijstkoekjes Vruchten. 2. Kerrysoep Spruitjes en kastanjes Aardappelen Gewelde boter Citroenvla 3. Linzen met tomatensaus Aardappelkoekjes Sla van Brusselsch lof Vruchten met vanillevla 4. Omelet met rijstvulsel Stamppot van appelen uien en aardappelen Griesmeelpudding met rozijnen en citroensaus. met de gewasschen en even opgekookte rozij nen en krenten en de suiker vermengen. Een springvorm dik met boter insmeren, een laag van het beschuitdeeg erin doen, hierop wat appelmoes, krenten en rozijnen uitstrijken, en zoo doorgaan tot alles verwerkt is. en men bovenaan een laag beschuitdeeg heeft. De taart in een niet te warmen oven in pl.m. 11/4 uur lichtbruin bakken. Koud laten worden en uit den vorm nemen. Vruchtenschotel met beschuit en slagroom. Benoodigdheden: 100 gr. gedroogde abriko zen, Vz L. water, 70 gr. suiker, 8 beschuiten, 1 d.L. slagroom. Bereiding: De abrikozen wasschen, weeken in het water met de suiker en den volgenden dag gaarkoken. In het sap de beschuiten voorzichtig wee ken. Ze twee aan twee op elkaar leggen met de abrikozen er tusschen. Een paar abrikozen achterhouden voor garneering. De dubbele be schuiten op een ronden glazen schotel leggen en ganieeren met de stijfgeklopte room, een paar mooie abrikozen en geconfijte vruch ten. Bloemkoolschotel met aardappelpuree en kaassaus. Benoodigdheden: 1 flinke bloemkool, 1 K.G. koude aardappelen, V; L. melk, 10Q gr. oude geraspte kaas, 25 gr. boter, zout, paneer meel. Bereiding: De bloemkool in stukken snij den en gaar koken in ruim water met zout. Van de aardappelen purée maken met pl.m. 3Vs d.L. melk, wat boter en noot. Van 3 d.L. melk en bloemkoolwater (half of half) met de bo ter en de bloem, bloemkoolsaus maken. De ge raspte kaas er door roeren. Onderin de stuk ken bloemkool leggen en hierover de saus schenken. Wat paneermeel er over strooien, gesmolten boter erop gieten en den schotel 20 minuten in den oven zetten. Wil men dezen schotel aan niet-vegetariërs opdienen dan kan men inplaats van de kaas saus, gebraden saucijsjes tusschen de stukken bloemkool leggen, paneermeel er over strooien, de jus er op schenken en het schoteltje in den oven goed warm laten worden. Gevulde mandarijnen Benoodigdheden: 6 mandarijnen, y2 citroen, 2 sinaasappelen, 1 eiwit, 80 a 90 gr. suiker, 5 er- 2V2 blad gelatine, 1/4 L. slagroom. Bereiding: Van de mandarijnen een kapje afsnijden en mst een klein lepeltje de partjes van den wand losmaken en ze er uit nemen. De stukjes door een haren zeef wrijven en het sap van de citroen en van de sinaasappelen er aan toevoegen. In een klein beetje water de geweekte gelatine en de suiker oplossen en als het wat bekoeld is bij het vruchtensap schenken. De room met het eiwit stijfkloppen een klein gedeelte afzonderlijk houden en de rest met het vruchtensap vermengen. Als deze massa nu stijf begint te worden de leege man- darijnenschillen vullen. Op elk nog een kopje slagroom leggen, het dekseltje er luchtig op zetten en hieraan een steeltje maken van su- cade. Ragoüt van ossetong met bruine saus. Benoodigdheden: Resten van tong en mooie stukjes vleesch van het keelstuk, 6 dL. bouil lon van de tong, 50 gr. bloem, 50 gr. boter soya of Engelsche saus. Bereiding: De bloem in de boter bruin frui ten, de bouillon er langzaam bij gieten en door laten koken tot men een vrij dikke saus heeft. Deze op smaak afmaken met wat soya of Engelsche saus, en het vleesch zachtjes laten stoven. Rijst of gekookte aardappelen er bij geven. Beschuittaart, Benoodigdheden: 20 groote beschuiten, 150 gr. boter, 100 gr. suiker, Vz blik appelmoes, 1 theelepel kaneel, 50 gr. krenten, 50 gr. rozij nen. Bereiding: De beschuiten fijnstampen en vermengen met de tot room geroerde boter, de helft van de suiker en de kaneel. De appelmoes Historische films vinden bij het bioscoop bezoekende publiek altijd veel aftrek. En zoo zal dit ook wel weer het geval zijn met de film „Marie Antoinette", die in de komende week in Haarlem zal draaien. Norma Shearer vervult de titelrol en maakt van het leven van Frankrijk's schoonste en meest ongeluk kige koningin een prachtige creatie. Misschien is het wel aardig in dit stukje nog eens een en ander uit het leven van die vorstin te vertellen. Marie Antoinette Josépha Johanna van Lotharingen, aartshertogin van Oostenrijk, dochter van Frans van Lotharingen en van Maria Theresia, werd den 2den November 1755 geboren, op den dag der geweldige aardbe ving van Lissabon en deze ramp, die het tijd stip van haar geboorte met een noodlottig kenmerk scheen te teekenen, heeft zonder voor de prinses een reden te zijn tot bijge- loovige vrees, naderhand toch indruk op haar gemoed gemaakt. Later, toen zij koningin van Frankrijk was geworden, sprak Marie An toinette gaarne over haar jeugd, aan het Oostenrijksche Hof doorgebracht. Ze hield erg veel van haar vader, keizer Frans, ze verr loor hem toen ze nauwelijks zeven jaar oud was. Haar moeder, Maria-Theresia, had wei nig tijd voor haar kinderen, want de staats belangen namen al haar tijd in beslag. Zoo doende boezemde zij aan haar dochters meer vrees en eerbied dan liefde in. Hun gouver nantes waren over het algemeen te toegeef lijk, waardoor ze geen erg flinke opvoeding kregen. Marie Antoinette had echter een hel der verstand en ze was dol op muziek. Op haar vijftiende jaar werd Marie-Antoi nette uitgehuwelijkt door haar moeder aan den dauphin van Frankrijk, den toekomstigen koning Lodewijk XVI. Toen haar moeder het haar vertelde, riep ze vol vreugde uit: „Ik zal koningin worden!" Weinig kon ze toen ver moeden, hoe duur haar dit koningschap later zou komen te staan! Marie Antoinette was mooi, goedhartig en coquet. Wegens haar geldverspilling, die overigens overdreven werd, ontving zij den bijnaam „Madame Deficit". Maria Theresia was zoo op deze verbintenis gesteld, omdat zij zoodoende de banden tus schen Frankrijk en Oostenrijk hoopte te ver sterken. Tot het huwelijk van den dauphin met de aartshertogin was besloten toen de hertog de Choiseul nog alle gezag in handen had: later viel hij in ongenade en kreeg kar dinaal de Rohan het heft in handen. 10 Mei 1774 stierf Lodewijk XV aan pokken en dit bracht hef jonge paar op den troon. De jonge koningin, die te Weenen gewend was geweest eenvoudig en waardig te leven, schafte veel ceremoniëel af en ook te Versail les wilde ze niet veel van de ingewikkelde Fransche hofétikette weten. Toch zijn al deze veranderingen haar duurder komen te staan dan zij zich ooit had kunnen denken. O.m. maakte men haar verwijten dat zij slechts voor haar gunstelingen leefde. Na de geboorte van haar eerste kind in 1778 werd de. verhouding tusschen de echtgenooten beter, maar bij het publiek werd zij hoe langer hoe meer impopulair. De koning was een in zichzelf gekeerd, godsdienstig man, die niets voelde voor al de feesten die gegeven werden, maar zijn echtgenoote daarentegen hield er van jong en vroolijk te zijn en te genieten van het leven! Ook die feesten waren aanleiding, dat het volk zich tegen haar keerde. Marie Antoinette was veel te partijdig in haar vriendschappen en volslagen zonder eenig begrip voor de rechtmatige eischen van het volk. Genotzucht, verkwisting en over moed -waren ten slotte factoren om de haat aan te wakkeren. Zeer bevriend was zij o.a. met de prinses de Lamballe en later ook met gravin Jules de Polignac. De koningin stelde de laatste in staat zonder geldelijke zorgen te leven. Toch is het juist de salon van mevrouw de Polignac geweest, die veel kwaad aan Ma rie Antoinette heeft berokkend. De prinses de Lamballe daarentegen is haar tot het laatst van haar leven trouw gebleven als vriendin en raadgeefster. En terwijl de jonge, bekoorlijke koningin zich vooral in de jaren die tusschen 1775 en 1781 verliepen aan tal van vermaken overgaf, zette men allerlei in triges tegen haar op touw. Het lot der ko ningin scheen onophoudelijk door de hate lijkste en laaghartigste kuiperijen te worden vervolgd. Natuurlijk was het haar plicht ge weest al haar handelingen te bewaken, haar gedragingen onaantastbaar te doen zijn! Maar zij was jong en onervaren en stond alléén. En toch ook weer niet alleen! Want een van haar meest trouwe vrienden was de Zweedsche graaf Axel Fersen, die haar ook later, in tijden van tegenspoed, vaak van dienst was. Hij had voor Marie Antoinette steeds behouden een van die zeldzame, be- langelooze en warme vriendschappen, die op de grens liggen tusschen liefde en aanbid ding. Terwijl de vervolgingen en smaadschrif ten de koningin deden verouderen en haar haar schoonheid ontroofden, vergat hij niet. dat hij van de jonge van geluk stralende Ma rie Antoinette de begunstigde hoveling ^n ridder was geweest. Later, tijdens haar ge vangenschap en in haar verlatenheid en diepe rampzaligheid, was zii diep geroerd door zijn onveranderlijke toewijding. En toen het volk zich tegen de koninklijke familie keerde bereidde graaf Fersen in 1792 hun vlucht voor naar Varennes èn bracht hij, als koetsier ver momd, het vorstelijk gezin buiten Parijs, waarna hij zich gedwongen zag Frankrijk te MARIE ANTOINETTE voor het clavédnibel. verlaten. De vlucht mislukte en de koninklij ke familie werd in den Temple opgesloten. In Januari 1793 (aanvang proces Lodewijk XVI) werd de koningin van haar echtgenoot gescheiden en 2 Augustus 1793 bracht men haar in de eenzame gevangenis der Concier- gerie. In October 1793 werd ze voor het Re volutionair gerechtshof gedaagd, beschuldigd van vijandelijkheid en verraad tegen Frank rijk en van grove zedelijke misdrijven. Zij werd ter dood veroordeeld en 16 October 1793 te Parijs geguillotineerd. Onnoemelijk heeft Marie Antoinette in haar gevangenschap geleden, zoodat de dood een verlossing vaar haar beteekende. De koning was reeds eerder onthoofd, haar kinderen had men haar ontnomen, zelfs had men haar zoon gedwongen een valsche getuigenis tegen zijn moeder af te leggen, Daarin vooral heeft men op de meest geraffineerde wijze haar moederlijk hart getroffen. Zeker heeft deze vorstin haar fouten gehad maar in de laatste jaren van haar leven werd zij al te wreed gestraft. Slechts weinigen van de ergste misdadigers hebben ook maar bij benadering uitgestaan, wat zij heeft moeten doormaken. Haar gang naar het schavot beteekende een uitkomst voor haar en waardig is zij ge storven. B. A. Schoudermanteltje Dit aardige schoudermanteltje, dat door jong en oud gedragen kan worden, is gebreid van 200 gr. grijze angorawol op pennen no. 21/2. Het bestaat uit 3 deelen: een breed rug pand en 2 smallere voorpanden. De naden vallen op de schouders. Voor het rugpand zetten we op 204 st. en breien eerst 4 toeren 1 pen averecht, 1 pen recht. Nu beginnen we aan liet patroon: de pauweveer. Deze is als volgt: 1 recht, omsl., 1 recht, omsl., enz. tot we 5 omslagen op de pen hebben, dan 10 x averecht minderen, omsl., 1 recht, omsl., 1 recht enz. tot we 10 omslagen op de pen hebben, weer 10 x ave recht minderen, enz. en nu deze laatste 2 bewerkingen herhalen tot we eindigen met 5 omslagen op de pen. Teruggaande breien we de pen averecht. Zoo breien we 6 toeren in het patroon van de pauweveer beven elkaar, gevolgd door 6 toeren, 1 pen recht, 1 pen averecht. De averechte kant hiervan komt aan den zelf den kant als de averechte minderingen. Nu breien we weer 6 pauweveeren, gevolgd door 6 pennen 1 recht 1 pen averecht. Ver volgens 5, 5, 4 pauweveeren met daartus- schen telkens 6 toeren 1 pen recht, 1 pen averecht. Na de laatste pauweveer breien we 20 toeren 1 pen recht, 1 pen averecht, maar nu minderen we aan het eind van elke pen zoodat we 184 steken overhouden. Deze zet ten we op een draad. Voor het voorpand zetten we op 117 st. en breien alles precies als bij het rugpand. Zijn we bij de laatste 20 pennen, dan minderen we maar aan een kant af; dat is de kant die op den schouder komt. Het tweede voorpand is een spiegelbeeld van het eerste. Als de drie deelen klaar zijn, dan zetten we alle steken op 1 pen, dat is 107 en 184 en 107 is 398 st. De vclgende pen breien we 11 recht, minderen, 20 recht, minderen enz. Deze laatste 2 bewerkingen herhalen en ein digen met 11 recht. Nu 1 pen averecht, 1 pen recht, 1 pen averecht. Daarna breien we weer 1 pen met de min deringen, maar er wordt 1 recht minder tus schen gebreid. Weer 3 toeren 1 pen recht 1 pen averecht. Zoo gaan we door. In iedere volgende pen mét minderingen komt er een recht minder tusschen de minderingen. Zijn we aan 8 recht, minderen, 17 recht, minderen, 17 recht minderen, enz., dan breien we telkens neg maar één toer over. Bij de laatste pen breien we 10 recht tus schen de minderingen en kanten af. Voor het boordje zetten we 16 st. op en breien alles recht. Na 6 ribbels akmen we 5 st. van den kant af een knoopsgat van 6 ste ken. Na 6 ribbels komt het tweede knoops gat. Nu breien we 22 ribbels verder en maken weer een knoopsgat, en na 6 ribbels weer een. Vervolgens nog eens na 22 en na 6 ribbels, daarna breien we nog 6 ribbels en kanten af. Het boordje wordt op den schoudermantel genaaid en door de knoopsgaten wordt een bandfluweel geregen, dat van voren wordt gestrikt. Als de schoudernaden aan elkaar zijn ge naaid, wordt alles onder een natten doek met een heet ijzer zorgvuldig glad gestre ken. Sp. Th.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 7