Ons contact met Zuid-Afrika In Engeland. TENTOONSTELLING ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. Nadere mededeelingen van Prof. H. J. Lam over zijn reis. Van Port Elisabeth ging zoo vertelde prof. Lam verder de tocht per trein naar Pretoria, via Bloemfontein en Johannesburg, vervolgens in auto's tot nabij de grens van Zuid-Rhodesia; daarna werd een tocht ge maakt door het wereldberoemde Krügerpark, in gesloten auto's, in verband met de troepen wilde dieren, die hier in de vrije natuur rondzwerven. „Weliswaar heb ik daar persoonlijk geen bijzondere sensaties beleefd", zoo zegt prof. Lam, „maar het bezoek is op zichzelf al spannend genoeg. Wel hebben collega's een z.g. „kill" gezien, waarbij leeuwen in een minimum van tijd een wild beest (gnoe) verslonden, gevolgd door jakhalzen en gieren. Een der vele merkwaardige boomen, die men in de onwezenlijke natuur van Madagascar aantreft. „Heeft u nog Afrikaansche aanwinsten voor Leiden kunnen medebrengen?" „Zeker, de collectie in het Rijksherbarium is met bijna 1200 nummers verreikt. Een waardevolle collectie is bijeengebracht, dank zij de boven alle lof verheven medewerking der Afrikaansche botanici, die alle uitstekende floristen zijn.Specialen dank zijn wij ver schuldigd aan de directie van het Bolus Her barium te Kaapstad, mrs. F. Bolus, en aan den directeur van het National Herbarium, dr. E. P. Phillips, .-te Pretoria, die onze col lectie verzorgden en verzonden. Dee collectie zal, dank zij de bemoeienis onzer consuls, gratis naar de HollandAfrika Lijn vervoerd worden". „In Durban is onze excursie uiteengevallen. De heer Meeuse en ik zijn toen met het m.s. jRnys" van de K.P.M. naar de Engelsche kolonie Mauritius, vervolgens naar de eilan den Réunion en Madagascar, beide Fransche kolonies, gereisd". Tenslotte wil ik u nog iets vertellen over het botanisch zoo merkwaardige eiland Ma dagascar, een van de oudste landen der aarde "en"hét vierde eiland ter wereld, na Groen land, Nieuw-Guinea en Borneo. Het bezit een zeer oude ontwikkeling; daarnaast heb ben de flora en fauna, vooral in het Noorden, vele Indische elementen. „Wat was de bedoeling van uw bezoek aan Madagascar?" „Behalve de bestudeering der merkwaar dige flora, de overweging, dat er met uitzon dering van Parijs, welhaast geen collecties van Madagascar op de wereld aanwezig zijn. Thans heb ik voor het Rijksherbarium een collectie van ongeveer 1000 nummers ver worven, alsook voor het Rijksmuseum voor Natuurlijke Historie een collectie dieren, voor al insecten en reptielen. Het Fransche Gouvernement heeft ons tijdens de omzwervingen over Madagascar, dat even groot is als Holland, België en Frank rijk samen en meef dan vier en een half maai zoo groot als Java, op buitengewone wijze gesteund. Ik heb groote bewondering voor hetgeen de Franschen hier in „Ia Grande He" op het gebied der kolonisatie gedurende 40 jaren hebben gepresteerd. De Franschen maakten in dien tijd van Madagascar een moderne en in alle opzichten goed bestuurde kolonie. Ik had het voorrecht in audiëntie te wor den ontvangen door den Gouverneur-Gene raal, den heer Léon Cayla, die sinds jaren Madagascar met vaste hand bestuurt en mocht met hem vele problemen van botani- schen aard bespreken. Tengevolge van roof bouw, en van boschbranden b.v. zijn het areaal van het bosch en de voedingswaarde der prairieën in hooge mate achteruitgegaan en deze punten vormen eenige van de grootste zorgen van het Gouvernement. Er zijn na tuurlijk ook vele landbouwproblemen op te lossen. Men interesseert zich sterk voor Ned.-Indië en de heer Cayla bleek van onze koloniën tot in de details op de hoogte zijn, al was hij er zelf nooit geweest. Met velen zijner ambte naren zag hij het nut van een beter contact met Java in. De onwezenlijke flora van sommige deelen bijv. het Zuiden van Madagas car, heeft ons buitengewoon geboeid. Wij verzamelden ook hier vele merk waardigheden en brachten levende zaden mede, die wij in den Hortus hopen te kweeken, o.a. van de ge slachten Didierea en Alluaudia. Interessant was ook de vondst van over- blijfselen der eierschalen van een soort enorme struisvogel, verwant aan de Austra lische Emoe, de voorwereldlijke Aepyornis, een dier met reusachtig dikke pooten, dat iog samen met den men-sell in Zuid-Madagas- car heeft geleefd. Slechts 5 volledige eieren, die een lengte van 40 centimeter be-1 zitten, zijn op de wereld bekend. Grappig was tevens de ontmoeting met de talx-ijke op Madagascar levende „halfapen". Zij zijn aardige huisdieren, spinnen als poezen, heb ben een spits hondesnuitje, een vaak mooi geteekende, pluizige vacht en elegante be wegingen. Het is mij gelukt, zoowel in Zuid- Afrika als op Madagascar, ten bate van het Rijksherbarium een aantal ruilconnecties lot stand te brengen, zoowel wat planten materiaal als wat publicaties betreft". „Heeft Madagascar reeds een typisch Fransch cachet gekregen?" 1 „Lang zoo sterk niet als Réunion, dat sinds 1638 als het ware een „province fran?aise" is geweest. Intusschen is Madagascar's hoofdstad Tananarive, waar het Gouver nement is gevestigd, een der merkwaardigste steden, die ik ken. Het eiland heeft drie en een half millïoen inwoners en sinds Mada gascar in 1896 na een veroveringsoorlog zijn onafhankelijkheid verloor, wordt het ge regeerd door enkele tienduizenden Franschen doch zij hebben het land volkomen door drongen na de pacificatie door Galliéni. Er zijn uitstekende elementen, door wie er zeer hard is gewerkt en tot in de uiterste uit hoeken is Madagascar thans onder daadwer kelijk Fransch bestuur. De jonge ambtenaren zijn frissche, energieke menschen. In hooge mate interessant is het paleis der voormalige koningin van Madagascar, dat zich in de op 1400 M. hoog gelegen hoofd stad Tananarive bevindt. Tet bevat o.a. in tal van kleine kamers en groote zalen een kerncollectie van de meest zonderlinge attri buten, o.a. de Europeesche statiegewaden der vorsten, die reeds lang door Fransche advi^ seurs, voordat zij hun onafhankelijkheid moesten prijsgeven, werden bijgestaan. Voorts is er een beroemde palaeon to logische (voor wereldlijke dieren) verzameling. „In het algemeen heeft dus de reis aan haar doel beantwoord?" „Zeker, onze tournée heeft zonder twijfel op verschillend gebied contact gebracht en banden gevestigd. Ik heb niets dan lof voor de organisatie en de overal ondervonden sympathieke ontvangsten. Deze waren, omdat de excursie een scmï-officieel karakter droog, overal zoo allerhartelijkst en zoo talloos, dat wij er sommige wel moesten afslaan, omdat ons eigenlijke werk anders daaronder te zeer zou hebben geleden. Verschillende deel nemers hielden colleges of voor drachten: zoo heb ik zelf te Johannes burg en Pretoria over mijn werk en over Ned.-Indië gesproken. Weder- keerig zullen nu, naar gehoopt wordt, biologen uit Zuid-Afrika in ons land lezingen komen houden. Verschillende plannen moeten thans nader uitge werkt worden, hetgeen den band tus- schen de bezochte landen en het onze niet dan ten goede kan komen. DE TOESTAND VAN DEN SOESOEHOENAN ZEER CRITIEK. DJOKJAKARTA, 17 Februari Aneta/A.N.P.) Om 12.30 werd officieel medegedeeld, dat de toestand van den Soesoehoenan zeer critiek was. Alle familieleden en de betrokken autori teiten zijn gewaarschuwd. De vorst had eeni ge opvolgende flauwtes. De geneesheer van den kraton stelde zich in verbinding met den consulteerenden geneesheer uit Soerabaja, dr. Bloch. ONTPLOFFING EISCHT VIER LEVENS. In de mijn Sint Albert te Peronnes-les- Binche in België zijn bij een ontploffing van mijngas vier arbeiders om liet leven gekomen. PRESIDENT ROOSEVELT NAAR DE VLOOTMANOEUVRES. WASHINGTON, 17 Febr. (Reuter). Gister avond heeft president Roosevelt Washington verlaten oiii de manoeuvres van de Ameri- kaansche vloot in den Atlantischen Oceaan bij te wonen. DE BELGISCHE KABINETSCRISIS. De heer Pierlot, de huidige Belgische kabinets formateur, legt een verklaring af voor de journalisten. Een hemel op aarde. LONDEN, Februari. De Engelschen krijgen ook een eigen „hemel op aarde". In Hastings. De meesten van ons hadden het niet gedacht, meenden dat zooiets alleen in Amerika moge lijk was .en dan nog alleen onder de negerbe volking van New-York, wier verloren lot te midden van een mechanische wereld hen tot extatische dingen brengt Zoozeer, dat hun reli- gieuse liederen niets dan juichende vroolijkheid zijn om het hiernamaals, waar alles goed en ge lukkig zal zijn en deze nachtmerrie op aarde vergeten, terwijl daarentegen hun dagelijks zingen bij het werk een sombere pijnlijke kreet is geworden. Deze vorm van „godsdienst" als middel om reeds op aarde enkele oogenblikken de zaligheden van die andere wereld te voor proeven, dit voortdurend vechten van de ver beelding om de trieste New-Yorksche achter buurten te verschuiven en den hemel op aarde te brengen, heeft één van hen tot een merk waardige daad gedreven. Hij heeft een huis geopend in West 126th Street, Harlem, New-York. Hij heeft het huis „Hemel" genoemd en zichzelf „Goddelijk Va der" en daar verstrekt hij via gratis maaltijden en het gezang van negermeisjes met gazen vleugelen den zoozeer gewenschten „hemel": den hemel op aarde. Hij heette James Baker in het dagelijksch le ven, een klein dapper, kaalhoofdig man met weinig voorkomen, maar zooveel blijheid dat hJg moeite schijnt te hebben stevig op zijn bee- nen te blijven staan. Zijn kennis van de Engel sche taal is niet groot, maar zijn glimlach is geweldig, zóó, dat hij zijn mond slechts behoeft te openen om zijn mannelijke en vrouwelijke „engelen" in zingen en dansen te doen uitbar sten. Zoo groot en zoo uitbundig is zijn aan hang, dat de New-Yorksche politie zich er soms mee heeft moeten bemoeien, bij welke gelegen heden het moeilijk was tegen „Father Divine" pr.oces-verbaal op te maken, daar hij verklaar de op goddelijke wijze in dit leven te zijn ge projecteerd en dus over geen data te beschik ken. Ook in den „hemel" zelf wordt soms de vrede verbroken. Zoo bijvoorbeeld toen „Vader"'s lin kerhand, een forsche negerin „Faithful Mary' genaamd, in oppositie kwam en verklaarde, dat „Father Divine" tenslotte toch niets anders was dan een doodgewone man. Toen haar concurree- rende hemel in een ander stadsdeel echter een •fiasco bleek te zijn en haar eenige succes be stond in het overhevelen van den kassier van een van Father Divine's restaurants (een „en gel" met den naam van „Troost der Eenvoud") keerde de trouwe Mary weer terug tot den „Va der" die haar voor dien tocht een geweldige glinsterende limousine leende. „Ik ben bereid in elk opzicht te dienen", zei Mary, terwijl zij den ouden „hemel" weer betrad. „Vrede! Ach hoe heerlijk!" En „Vrede", „Vrede" riep het koor dei- engelen. En er was vervoering. Baker exploiteert in het dagelijksch leven een serie restaurants, kruidenierswinkels, boerde rijen en huizen en heet een inkomen van 3000 per week te hebben. „Ik ben een gratis gift van God aan dp menschheid", zegt hij stralend. En zijn volgelingen vinden het wel best. Het hoeft voor hen niet te rijmen. Hij is slechts de kap stok voor hun verbeelding, de prins uit het sprookje en als door de luidsprekers zijn stem in alle kamers van het „hemel" huis weerklinkt en vraagt of de kinderen gelukkig zijn, dan zijn ze overgelukkig en dansen en heffen hun han den en juichen: „ja, Vader, ja!" Toen "Father Divine „Krum Elbow" kocht, een buiten aan de Hudson, vlak naast hèt landgoed van President Roosevelt, kende de vreugde geen grenzen en naar dezen landelijken „hemel" trekt op Zon dagen een feestelijke negerbevolking, in booten galmend van zang. De „Vader" gaat voorop met een zwierige kapiteinspet op zijn linkeroor. Een materieele hemel van fanatieke geluk zoekers, die luidkeels volhouden gevonden te hebben. Een hemel van eten en drinken en vroo- lijk zijn. Maar die dan toch in ieder geval 20.000.000 menschen blij maakt, want dat is het aantal volgelingen, waarop Father Divine prat gaat. Wij hadden gedacht dat zooiets alleen in Amerika mogelijk was. En toen we onlangs hier in Engeland een film zagen van dit uitbundig „engelen" leven, moesten de meesten van ons lachen om de wel erg simpele woorden, waar mee de „Vader" hen toesprak. Maar het had ons moeten waarschuwen, dat tijdens de persvoor stelling het onderdrukt lachen werd verstoord door een Engelsche dame, die zich verontwaar digd verhief en getuigde, dat Father Divine baar leven nieuwen zin had gegeven. Zoo komt het dat we nu ook in Engeland een „hemel" krijgen, het eerste Europeesche filiaal van een in Amerika reeds zeer vertakte onder neming. Een Mr. en Mrs. Symonds richten er hun huis in Hastings voor in. Maar de werke lijke ziel van dezen „hemel" is een Mrs. Newton, die ginds in Amerika, in het „beloofde land" ge- •uimen tijd heeft vertoefd en nu haar vaderland de zegeningen komt brengen. In Februari zullen in Hastings de eerste Engelsche discipelen wor den ontvangen. Hun is dans en zang beloofd tot in den vroegen morgentegen een entrée- prijs van zeven gulden vijftig per persoon. Vr. S. NIEUWE ZENDINGSCONSUL TE BATAVIA Mr. M. DE NIET Gzn. BENOEMD. AMSTERDAM, 17 Febr. Door het hoofdbe stuur van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, daartoe gemachtigd door de voor het zendings consulaat samenwerkende zendingscorporaties, werd benoemd tot zendingsconsul te Batavia mr. M. de Niet Gzn. in de vacature ontstaan door het aftreden van dr. N. A. C. Slotemaker de Bruïne, die sedert dien nog niet vervuld werd. Vroolijk lachende Hova-meisjes. (Midden Madagascar). (Adv. Ingez. Med.) der Raadhuisontwerpen Deze tentoonstelling werd Donderdagmiddag met buitengewoon plechtstatig vertoon in de traphal van het museum, geopend verklaard. Onze lezers hebben in ons blad van gisteren reeds kunnen lezen wie aanwezig waren, bij de door den burgemeester Dr. De Vlugt uitgespro ken openingsrede. Die rede gaf een kort over zicht van de verschillende stadia, die thans op den weg naar een nieuw raadhuis voor de hoofdstad des lands waren doorloopen en culmi neerde in de blijdschap dat men nu het eind punt des weegs in zicht gekregen had. In zicht. want zooals bekend, zijn de twee der vier uit de-besloten prijsvraag te voorschijn gekomen ontwerpen, die het meest voor overleg in aan merking komen, nog niet aan een definitieve op dracht toe en zal er, voor het zoover is, nog wel het een en ander publiekelijk en binnenskamers bedisseld en bekokstoofd dienen te wox-den. Voor het oogenblik echter is reeds een punt bereikt waarop men het van alle zijden dankbaarheid en tevredenheid kon laten regenen.. Dr. De Vlugt dankte de makers der 255 inzendingen in de open prijsvraag, daarna zijn medejuryleden voor hun omvattenden arbeid, daaruit 22 ontwerpen te zoeken die een nadere bestudeering verdien den, vervolgens uit die groep weer 18 te doen vervallen zoodat ten slotte het prijsquartet over bleef waaruit uiteindelijk de twee favorieten in den wedstrijd te voorschijn kwamen, met wie men nu verder kan gaan praten. Het is wel de meest democratische maar misschien ook de om- slachtigste manier om aan een nieuw wereld wonder te komen, nu het oude aan den Staat is afgestaan. Bij het vorige heeft men waarschijn lijk tegen Jacob van Campen gezegd: „vriend, bouw jij voor ons een raadhuis daar en daar, met dit en dat wat we noodig hebben, er in, maak eerst maar eens een schetsje voor ons klaar en voor de rest hebben we wel fiductie in je" maar dat gaat tegenwoordig niet meer zoo eenvoudig. Daarom kwam de bouwmeester Van der Steur na Dr. De Vlugt's rede, dezen namens de vijf Nederlandsche architectenvereenigingen bedanken voor de wijze waarop de prijsvraag was voorbereid en de groote bereidwilligheid waarmee hij aan de jury-werkzaamheden had deelgenomen en toen dankte de burgemeester weer den directeur van het museum voor zijn vlotte hulp bij het opbergen van alle schilderijen en het vullen der zalen met sehoone plannen. Het was een dankbare middag want natuurlijk was aangevangen met het bedanken der aanwe zigen voor hun komst. En daar was reden te over voor daar behalve de reeds vroeger genoemde minister een drietal leden van Noord-Holland's bestuur, de gedeputeerden Mr. Bomans, Mr. Wit- teman en de heer Polak van hun belangstelling deden blijken en onder de vele andere autori teiten ook Haarlem's burgemeester Dr. J. E. Baron de Vos van Steenwijk gezien werd. De vier maquettes der bekroonde ontwerpen stonden in de eerezaal opgesteld. Het rapport van de Jury motiveert de waardeering voor iedere inzending uitvoerig en ligt in de zalen ter lezing. Als we de vier tafels met maquettes van stadhuis en omgeving zorgvuldig bestudeerd hebben zijn wij op onze beurt dankbaar dat we in deze materie geen stem hebben. Voorkeur? Misschien nog het meest voor dat van Zwiers, als hebbende het meest van het fantastisch element dat ons lief is. Overigens is het in de drukte en geroezemoes van zoo'n openingsmid dag moeilijk zijn indrukken te ordenen. We gaan dat alles nog eens rustig bekijken, en raden onzen lezers dat ook te gaan doen. Over een paar dagen zal er rust en ruimte voldoende zijn. Nu zien we die vier tafels nog eenigszins in wan orde voor onzen geest. Wel hebben wij de her innering aan een indruk alsof het water van de Singelgracht tusschen Oost- en Westeinde de ontwerpers Venetiaansche ideeën heeft bijge bracht, al is er één ontwerp, waar die achter kant van het stadhuis aan de graansilo's van Korthals Altes herinnert. De voorkant van een ander heeft iets van het vreemd-Gotische sta tion van Brugge. Een ontwerp is toren loos, een ander heeft er één zooals er op het nieuwe Boymans-museum staat; een derde heeft twee torens. Op één voorpleintje staat een heraldisch gedierte op een hoogen zuil (Venetië) op een ander een ronde uitbouw als de concertzaal ter Scheveningsche piere en op alle vier staan de huizenblokken van Frederiksplein en Utrechtsche straat als even zoo vele sarcofaagjes rondom de groene van wol gedraaide boompjes. Om precies de merites van deze ontwerpen te doorgronden moet men lid van minstens één der vijf Nederlandsche architectenvereenigingsi zijn, een ander kan en dan nog slechts voor zichzelf het mooi of niet-mooi-eerst uitma ken, als het bouwsel er staat. En dat zal nog wel even duren en eenig preliminair debat op leveren. J. H. DE BOIS. 1091 -m.yé AFKLEEDEND MODEL. Dit model, zonder ceintuur, is zeer afkleedend en daarom geschikt voor dames, die niet meer tot de allerslanksten behooren. De garneering van het model bestaat uit stiksels langs het weggesneden voorpand. Benoodigd materiaal: 3 meter van 130 centi meter breedte. Het patroon is te verkrijgen in maat 46: bovenwijdte, 107 centimeter; taillewijdte 90 centimeter en heupwijdte 120 centimeter. Door het al of niet aanknippen van naden, kan men het patroon passend maken voor het eigen figuur. De jabot ls geplooid en wordt vastgehouden door een tweetal groote fantasieknoopen. De mouw is met ruimte ingezet, terwijl de japon van voren een plooi vertoont. Prijs van het patroon 26 ets. Het is van Maan dag af gedurende een week verkrijgbaar bij Kennemerlaan 42, IJmuiden en Breestraat 29( Beverwijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 6