Op eenzamen post...
Z. K. H. Prins Bernhard en Prins Aschwin namen deel aan de ski-wedstrijden, die Donderdag te Wengen werden gehouden.
De Prinselijke broers studeeren de voorschriften
Met den kijker volgden velen de in
drukwekkende ceremonie van den zegen
„Urbi et Orbi", zooals deze Donder
dag door den nieuwen Paus, Z. H.
Pius XII gegeven werd
De ontploffing op het viaduct in den North Circular Road
te Londen. Een foto op de plaats van den aanslag. Dui
delijk is zichtbaar, welk gedeelte van den steenen wand
werd weggeslagen
De nieuwe Paus,
Z. H. Pius XII, in
pontificaal ornaat,
begeeft zich naar
de Sixtijnsche ka
pel, om de hulde
der kardinalen in
ontvangst te ne
men. (Telegrafisch
overgebrachte
foto)
iv
Ter gelegenheid van de Leidsche studentenfeesten werden
Vrijdag feestelijkheden voor da burgerij georganiseerd. De
deelnemers aan den Eeuwfeest-hengelwedstrijd op de
Pieterskerkgracht te Leiden begeven zich naar het terrein
van den strijd
CitRISlX V - II
CHRIST"VS U - \T
s *i M i \t
i f!RM\ \H
Voorjaarsstemming in het R.A.h-gebouw te Amsterdam, waar Vrijdag
de 67ste Beurs van de Dameskroniek is geopend
De vreugde op St. Pietersplein bij het bekend worden van den uitslag der
Pauskeuze, welke bij de duizenden groot enthousiasme verwekte
FEUILLETON
KURT SIODMAK.
Of hij teruggekeerd was? Of hij het fort nog
bereikt had voor den opmarsch van de eerste
troepen? En hoe zouden zijn vrienden hem
ontvangen hebben? Zij waren onberekenbaar,
deze onderbevelhebbers, over wie zij zich, na
den eersten schrik zoo vroolijk gemaakt had.
En de Arabieren waren veel onberekenbaarder.
Zij hadden hun eigen wetten
Wat zou hij wel doen, nu, op dit oogen-
blik, nu de eerste linie zeker al tot den aanval
overging
„Hemel, bescherm hem!" bad Ysot met be
vende lippen. „Ik zal hem nooit terugzien...
maar laat hem leven.... leven...."
Storm.
Hauser probeerde het bloed af te vegen,
dat telkens weer in zijn oogen droop, gevolg
van een schot, dat slechts drie milimeter
dieper had moeten zijn, om een einde aan al
zijn leed en ellende te maken.
De loop van het machinegeweer gloeide. Na
vijftig schoten opnieuw ladenDe Euro-
peesche wapenfabrieken maakten de groot
ste winsten op de oudste en smerigste rommel,
die zij naar Afrika zonden.
Hauser liet de kogelband door het geweer
loopen.
„Stop", zei O'Murphy naast hem, „pauze
hier drink!"
Hij reikte Hauser een flesch aan, waarin
troebel, geel water was. Hauser dronk met
diepe teugen. De vloeistof verdween, als regen
in een uitgedroogd bloembed.
„Niet veel meermompelde O'Murphy
en keek in het rond. Aan hun voeten schet
terde de stem van den Griek. Er sloeg een gat
in den wal, dat zich direct met levenlooze
lichamen vulde.
Heeft hij geen zakken meer?" vroeg
O'Murphy zich af.
Hij strekte zijn hoofd, zijn oogen brandden.
Hij veegde met zijn hand langs zijn voorhoofd.
Voor zijn oogen scheen een net van spinrag te
kleven, dat hij niet kon wegkrijgen.
„Waarachtig.hij heeft geen zakken
meer!"
O'Murphy had zich overtuigd. Moe liet hij
zijn hoofd tegen den muur rusten.
Hauser nam zijn verrekijker.
De Franschen hadden zich teruggetrokken.
In het zand lagen grijze schaduwen. De ge
vallenen
„Hauser", steunde O'Murphy, terwijl hij
zich weer over de oogen wreef, „ben je daar
nog? Ik kan je niet zienik wou, dat ik
wist, wat dat was..ik heb toch nergens een
schotAlles draait mij voor mijn oogen".
Hauser wendde zich af en legde het gloeien
de en kloppende hoofd van O'Murphy in zijn
schoot. Hij legde zijn hand op de heete slapen.
O'Murphy kreunde.
,Het wordt al beterGeef mij wat te
drinken! De zonik heb een zonnesteek.
Aanval van boven en beneden, wat veel in
eens, vind je niet? Straks worden we ook
nog in den rug aangevallen. En dan
Hij probeerde te lachen.
.Hauser, ontzettend wat doet dat een pijn!
Hauser, wat doe je met me?"
Hij draaide zich om, zoodat hij op zijn buik
lag. Hauser zag, dat 't hemd aan zijn lichaam
kleefde van bloed. Hij scheurde het van het
lichaam van zijn kameraad: een klein rond
gat, haast niet te zien. vlak bij de wervel
kolom
„Het is gedaan Hauser. ik zie niets meer.
mijn handen, mijn vingers, Hauser.... strijk
over mijn oogenau, dat trekkennu
is het al nachtWater!"
Hij trachtte te schreienhij rochelde.
Hauser draaide hem om en legde het zware
hoofd weer op zijn schouder.
Schel en blaffend drong de stem van
Achilles tot hem door.
Moeizaam sprak O'Murphy:
„Ik ben klaar,, mijn jongenik ben al
onderwegja, dat doet goed, die hand op
mijn voorhoofdIk heb je altijd graag
mogen lijden, Hauser, net als Sky, maar toch
weer op een andere manier dan Skybe
lachelijk nietvan een ruwen klant, als ik
ben, niet?"
En hol lachen brak door de keel van den
gewonde. Zijn stem werd zwakker. Zijn ge
zicht werd vaal grijs.
„Waarom vechten wij eigenlijk, Hauser?
Waarom schieten wij op deze menschen?
Waarom laten wij ons eigenlijk doodschie
ten? Ach, ik ben er allang achter, dat het
een smerig zaakje isHauser, blijf bij
me! Nu ga je plotseling, Hauser!!"
O'Murphy richtte zich op.
„Ik ben bij je", fluisterde Hauser, met ver
stikte stem. „O'Murphy, ouwe jonge, hier is
mijn hand, ik ben bij je, je zult niet dood gaan
hier!"
Met een heftige beweging trok hij het
hoofd van O'Murphy aan zijn borst, alsof hij
het daar voor den dood verbergen wilde.
.Hauser", fluisterden de lippen van den
grooten, zwaren, stervenden O'Murphy, hij
glimlachte. „Sky?" vroeg hij voor de laatste
maal, zacht en teeder.
Boven Hauser's hoofd hing de roode vlag
der opstandelingen. Zij hing slap als een vaat
doek, geen zuchtje wind bewoog haar.
Hauser liet het hoofd van den doode zacht
jes op den grond zakken.
Het gezicht was verstard in een ondoor
grondelijke glimlach, een blijdschap, die reeds
niet meer van deze wereld was.
Vaarwel, O'Murphy. kameraad!
Hauser zette zijn verrekijker aan de oogen.
De geweren begonnen weer te ratelen
hier daar daar
Ze kwamen!
Vertwijfeld keek Hauser naar zijn dooden
kameraad, terwijl een plotselinge woede bij
hem opkwam.
De overmacht was oneindig. Steeds kwamen
nieuwe linies uit de brandende woestijn te
voorschijn.
De binnenplaats lag vol menschen, gewon'
denLangzaam in onophoudelijke bewe
gingen toch lagen zij stilmet ge
kruiste armen hun oogen staarden naar den
hemel, die zij wel zagen, maar niet begrepen.
Een schot gierde over Hauser's hoofd en
reet de vlag van den mast.. Steenen donderden
neer. Hauser wankelde en gaf een felle
schreeuw van pijn
Toen Achilles, op het geluid van dien
schreeuw zijn gezicht naar den toren wendde,
zag hij, dat de vlag niet meer wapperde. En
Hauser ontbrak. De oogen van den Griek
vonkten van woede. Een nieuw verraad!
Die lafaard van een Hauser had de vlag
naar beneden gehaald, wilde het fort over
geven!
Achilles draaide den loop van zijn machine
geweer om. De kogels sloegen tegen den to
ren, tegen den muur, waarachter Hauser zich
stellig als een lafaard verborgen hieid.
Achilles schoot en schoot. De kogelband liep
nog steeds door zijn handen, toen het ge
schreeuw van een Arabier, dat boven twee
doode mannen lagen, allang zijn oor bereikt
had.
Hij liet den band pas los, toen een kogel zijn
hals doorboord had, hem den adem afsneed,
en zijn hart tot stilstand bracht.
Een uur later viel het laatste fort. De aan
vallers betraden het pas den volgenden mor
gen, toen niemand er meer aan dacht, de vlag
opnieuw te hijschen. De belegeraars waren
bang geweest voor een val, en hadden daarom
een nieuwen dag afgewacht.
Van de bezetting vonden zij niets anders, dan
drie levenlooze lichamen van Europeanen, die
schoten in borst en hals vertoonden en waar
van een nog heel vaag teekenen van leven
vertoonde. Namen en nationaliteit waren niet
vast te stellen. De inlanders hadden zich met
hun dooden en gewonden in de bergen terug
getrokken. Zij streden hun strijd verder, soms
openlijk opvlammend, dan weer stil en ver
borgen, zooals die strijd reeds tientallen jaren
hun land verbrandt.
Nieuw Begin.
Over de mooie, vriendelijke stad Bazel, met
haar hooge torens en grappig beschilderde
huisjes in smalle straten, waaide een heerlijke
frissche wind. De zon legde een glans van
goud over de kleine huisjes, waar de Rijn langs
stroomde.
Over de brug kwam een paartje aange
wandeld dood op zijn gemak, dikwijls stilhou
dend in de opwinding van het gesprek. Hij:
flink en gebruind, den arm in een doek. Zij:
zeer elegant, zeer mooi, een gouden glans over
het haar, een zeldzaam lichte, wiegende gang.
zooals alleen iemand loopt, die gelukkig is....
Hij hield haar bij den arm en zij leunde haar
kleine sierlijke schouder licht tegen de
zijne
,Hijk, de Rijn!" zei ze en wees op den grijs
groenen stroom, die schuimend en golvend,
over de steenachtige bedding snelde, naar het
dal. ,Hier is hij nog niet „Vader Rijn", hier is
hij nog de jongeling
„Je hebt je les goed geleerd", zei hij op de
manier van een prijzenden leeraar", en als je
zoo goed blijft oppassen, zul je nog eens de
eerste van de klas worden".
,Zeg, hadden jullie ook die plaat van den
Rijn op school hangen, waar hij be
gint als jongeling, met een lauwerkrans
in het haar, dan als man en tenslotte als
oude grijsaard met lange haren
(Slot volgt).