Ongemeen felle brand in de
Haarlemmermeer
MET AUTO EN TENT DOOR ZUID-AFRIKA.
Opslagplaatsen
van zaadhandel totaal afgebrand
Bij den dokter op hel Hooge Veld.
?r n
Het Hooge Veld bij Ermelo (Transvaal). De boomenrijen zijn pas in de laatste
jaren geplant.
Door
Dr. W. C. N. VAN DER SLEEN
Bij den dokter op het Hooge Veld.
Wij hadden hem ontmoet in het Kruger-
Wildpark, waar hij op onze Hollandsche vlaggen
was afgekomen. Hij zat vol verhalen over
jachtavonturen, den Boerenoorlog, zijn boerde
rij en de Afrikaanders, entracteerde op lams
bout, hoofdkaas en mieliespap. „En vast een paar
dagen komen logeeren als jullie langs komt". En
zoo reden we zuidwaarts van Carolina, richting
Ermelo, Piet Retief, Vrijheid, over boomlooze
oneindigheden van het Hooge Veld. Bijna alles
is grasland, natuurlijk in dezen tijd geel en bruin
verdord door maandenlange droogte, heeten zon
neschijn en kouden sterken wind. Want de
Augstusmaand zet in zooals het behoort, met
sterke windvlagen uit het Zuidwesten, die het
stof doen opdwarrelen over de landwegen en
achter de lange spannen ploegende ossen, die
zich hier en daar afteekenen tegen den horizon,
gewoonlijk gevormd door een dichtbijzijnd, gol
vend heuvelruggetje. Even later kijken we dan
weer ver uit over geweldige kale vlakten, met
hier en daar een boomsingel rondom een boer
derij. Tot wij weer een iets hoogeren heuvelrug
passeeren en m'n buurvrouw zegt: „Wat staan
hier veel boomen", en ik antwoord: „Mensch,
dat zijn eiken". Daarop moest de conclusie zijn:
„dan "zwaaien we het eerstvolgende hek in,
want hier moet de groote man wonen." En het
was zoo en we vonden een prachtig oud Hol-
landsch heerenhuis, omgeven door dennenbosch,
met een heerlijk uitzicht over het golvende
hooge veld, dat hier overal door boomengroe-
pen afgebroken is. En we wandelen rond over
de boerderij, en zagen, wat er met een beetje
moed en volharding van het Hooge Veld te ma
ken is. Bijvoorbeeld: Dè slechtste plek van de
heele plaats was een twintigtal jaren geleden
omgeploegd en toen had men er gewoon met de
hand eikels in uitgestrooid. Even ondergeëgd en
nooit meer naar omgekeken. Tot na een jaar
of tien de eiken vrucht begonnen te dragen.
Toen werden aan de vier hoeken van het bosch
lage, met zand en zoden gedekte varkensver
blijfplaatsen gemaakt, 's Morgens worden de
hekken geopend en trekken de varkens het
bosch in en eten zich vet aan de eikels en wat
ze er nog meer uit den grond halen. Tegen den
avond komen ze vanzelf naar de stallen terug,
want dat is de eenige plek in den omtrek, waar
water te krijgen is! Het eikenbosch levert nu
plantenmateriaal voor eikengordels, die als wind
breker dienst doen en bovendien worden er heel
wat boompjes uit verkocht ook. En de varkens
hebben prachtig doorregen spek, echte bacon-
varkens, die toch lang niet kunnen opbrengen
wat de brave dokter aan zijn boerderij span-
deert. Maar die eigen boomen bezorgen hem toch
menig voordeeltje en het is te gek om los te loo-
pen, dat niet alle boeren op het Hooge Veld zijn
voorbeeld hebben gevolgd. Maar de Afrikaansche
boer schijnt wat bang te zijn voor iets nieuws,
anders zou het alleen aan luiheid of laksheid
moeten worden toegeschreven en dat klinkt weer
zoo onaardig.
Bij den dokter thuis.
In de groote hall van het huis hangen tal van
jachtiropheeën, maar ons interesseert meer, dat
er een groot houtvuur brandt. Naast de enorme
schouw ligt het zware hout in een dubbele rij
tot bijna tegen de zoldering opgestapeld. Dat
had de oude kafferknecht gedaan, de twee laat
ste dagen voor hij den dienst verliet, „want de
dokter kon toch, als hij weg was, niet in de kou
zitten." Aardig trouw volk toch, die kaffer
bedienden! En zoo, bij de warmte van het haard
vuur, tusschen een symphonie van Beethoven en
een Strausswals, komen de verhalen los van een
merkwaardigen levensloop. Onze dokter had
juist zijn studie in Leiden beëindigd, toen de
Boerenoorlog uitbrak. Hij besloot dadelijk, zich
op te geven voor een ambulance, die zou ver
trekken, maar moest al spoedig merken, dat
hiervoor uitsluitend de „vriendjes" in aanmer
king kwamen en een buitenstaander geen kans
kreeg. Maar onze dokter was er de man niet naar
om zich door zoo'n kleinigheid te laten weerhou
den. Hij wilde de arme gewonde boeren helpen
en hij zou ze helpen. Binnen veertien dagen had
hij op eigen kosten een eigen ambulance voor
elkaar en scheepte zich tegelijk met de Neder-
landsche ambulance te Napels in, met als ba
gage verbandmiddelen, medicijnen, instrumen
ten en wat er nog meer noodig kon zijn. Per
soneel had hij niet, vervoei*middelen ook niet,
maar toen de Nederlandsche ambulance nog met
douaneformaliteiten in Lorenzo Marquez bezig
was, reed hij al met een aantal vrijwilliger en
een paar ezelwagens Pretoria uit. En den heelen
verderen oorlog door was zijn ambulance altijd
vlak achter het front. Vaak reed hij zelfs te
paard met het commando mee, wanneer een
achtervolging in ruw terrein het onmogelijk
maakte, zoo snel met de wagens te volgen. Zoo
bijvoorbeeld toen generaal Botha French op de
hielen zat en voortjoeg juist door deze streek.
Toen zwierf onze dokter met het commando
Boeren rond, zijn zadeltasschen met medicijnen
en verbandmiddelen gevuld, overal helpende,
waar hulp noodig was. En een boerenplaats met
name Uitkomst bracht uitkomst, hier kon 'n klein
hospitaal worden ingericht, waar de tegenwoor
dige doktersvrouw den scepter zwaaide, waar
soms gebrek was aan zout en suiker en andere
levensbehoeften, maar waar geholpen werd, waar
liefdewerk in den ruimsten zin des woords werd
verricht En op verzoek der omringende boeren
bleef de Hollander ook na den oorlog en vestigde
zich als dokter-chirurg in hetzelfde gebied. Hij
vertelt graag aan het haardvuur van de moei
lijke dagen, toen 'n heldhaftig volk onder be
droevend slechte leiding zijn wanhopigen strijd
streed tegen een óók bijzonder slecht geleid,
maar overtalrijk leger van tegenstanders, die zoo
slecht op de hoogte waren van toestanden en
vraagstukken, dat ze stom verbaasd keken, toen
de eerste Boerengevangenen werden binnenge
bracht en deze blanken bleken te zijn!
Een veelzijdig man.
De dokter bleef en bouwde zijn huis. Verza
melde een geweldige bibliotheek en studeerde
geschiedenis der middeleeuwen, ging op jacht
in Portugeesch Afrika en probeerde jonge neus
hoorns levend te vangen en ze te binden met zijn
geweerriem. En hij bouwde zijn plaats uit tot
een modelboerderij en probeerde de Boeren ook
zoo te helpen, door hun te leeren, datgene te
verbouwen wat ze zelf noodig hadden. Niet al
leen eikels voor de varkens, maar ook sojaboo-
nen, om de eiwithoeveelheid in het voedsel aan
te vullen. Maar landbouw en landbouwweten
schap staan op een te laag peil in de Unie om
met één sprong tot een modern bedrijf te kun
nen worden opgevoerd. Het bedrijf in zijn geheel
te extensief. Kolossale lappen grond, zoodat
een minimale opbrengst voldoende is, dat is
altijd het ideaal van den Zuid-Afrikaanschen
boer geweest, en daarvan is men zoo maar niet
ineens af te brengen, door het beste voorbeeld
niet. En daartusschen heeft de dokter nog zijn
drukke praktijk, voor de helft van niet betalen
de patiënten natuurlijk, en was hij een prachtig
voorbeeld, zijn heele leven door, van hoe geld in
goede handen een zegen kan zijn voor een ruime
omgeving. Maar wat onze dokter en zijns gelij
ken men den besten wil niet kunnen veranderen,
is, wat uit zijn verhalen ook weer zoo verbazend
duidelijk blijkt, dat Zuid-Afrika steeds droger
en droger wordt. Het is heel moeilijk, een juist
oordeel over veranderde klimaatstoestanden te
vormen uit de verhalen van zwervers, zooals de
Voortrekkers en echte Boeren waren en vele
Boeren nog zijn, die elk jaar hun kuddeh in den
drogen tijd naar betere weideplaatsen drijven.
Maar onze dokter zit nu ruim twintig jaar op
hetzelfde plekje en wijst ons groote open ruim
ten aan in zijn eiken- en dennenbosschen, waai
de zaden indertijd gewoonweg verdronken zijn
en waar tegenwoordig nooit meer water staat en
zelfs van moerassigen grond geen sprake meer
kan zijn. En als dat zoo is, dat de grootste vijand
van Zuid-Afrika, de droogte, nog steeds in kracht
toeneemt, dan ziet het er met de toekomst van
den landbouw in dit werelddeel wel heel treu
rig uit. Thans wordt er nog over gedacht en aan
gewerkt, om door groote irrigatiewerken verbe
tering in den toestand te brengen, maar als de
waterbronnen opdroge, valt er niets meer af te
demmen of te bewaren. Veelal behelpt men zich
tegenwoordig met windmolens, de zoogenaamde
aëromills, maar de voorbeelden zijn al zeer tal
rijk, dat deze na korten tijd, of, niets meer, óf
wat nog veel erger is. brak water gaan opleveren.
Terwijl onze dokter zoo experimenteerde op
mensch en dier en veld, bracht hij met zijn
brave vrouw, die hij als verpleegster in den
boerenoorlog had leeren waardeeren, nog zes
flinke kinderen groot, die meerendeels hun weg
in de wereld alweer hebben gevonden, zoodat
moeder de vrouw zich weer geheel kan wijden
aan den huiselijken pot. Die buitengewoon goed
is enwe kregen nog een fijn stel heerlijke
„Geldersche" rookworsten mee, geheel Zuid-
Afrikaanseh fabrikaat.
Weer verder.
Zoo bezwaard ging het weer verder over het
Hooge Veld, uren lang, met steeds hetzelfde
beeld. Onafzienbare grasvlakten, slechts onder
broken door de door menschenhand geplante
boomrijen rondom de boerderijen. Ook hier moet
het vroeger hebben gewemeld' van zebra's en
antilopen en moet de leeuw zijn prooi hebben
geslagen uit de groote kudden wilde beesten. En
hoewel de mensch zeer zeker voor een groot
deel aansprakelijk moet worden gesteld voor den
ondergang van den eens zoo rijken wildstand,
heeft de natuur tot die ontvolking van Afrika
toch ook zeer veel bijgedragen.
Zoo moeten juist in deze streken tusschen 1880
en 1890 duizenden en nog eens duizenden anti
lopen omgekomen zijn, omdat 2 jaren achtereen
een zoo strenge winter heerschte, dat zware
sneeuw, die weken lang bleef liggen, zoowel het
voedselzoeken als het uitwijken naar gunstiger
streken onmogelijk maakte. En dan de droogte!
In 1935 nog was het in het overigens zoo gunstig
bekende Zoutpansberg-district zóó droog, dat de
wilde dieren alle vrees voor den mensch moes
ten terzijde stellen en op de boerenplaatsen ko
men drinken, om niet geheel van dorst om te
komen. Voeg daar nog bij, dat een ingewands
worm, die onder de schapen nogal wat narig
heden kan veroorzaken, tevens oorzaak was van
een groote sterfte onder de kleinere antilopen-
soorten, dan hebt ge al een drietal verschillende
oorzaken, waardoor het wild in deze streken in
de laatste eeuw zeer sterk moet zijn verminderd.
En misschien is er nog een reden. Afrika
droogt langzaam uit. dat weten we, maar er zijn
ook aanduidingen, dat de winters kouder wor
den. En het kan verschrikkelijk koud zijn op
het boomlooze Hooge Veld. Weet ge bijvoorbeeld,
dat in de oude huizen, zooals Groote-Constantia
en Groote Schuur, maar ook in de eigenlijke
Transvaal, nergens stookplaatsen te vinden zijn
behalve dan natuurlijk in de keuken? Tegen
woordig moeten meer en meer hotels centrale
verwarming aanleggen en brandt ook in Kaap
stad in de winterdagen menig houtvuurtje
een groote schouw, terwijl door minder ruim
behuisden al heel wat petroleumkacheltjes en
dergelijke worden aangeschaft!
De donkere mannen van
Zuid-Afrika.
Maar eigenlijk is er thans in de meeste deelen
van de Unie van Zuid-Afrika geen plaats meer
voor de dieren des velds. De mensch heeft alles
opgeëischt voor de paar diersoorten, die vriend
schap met hem hebben gesloten, of beter, die
hij aan zich ondex-worpen heeft. En zoo is het
ook met de menschen uit dit gebied. De Bosj
mannen, de Hottentotten en de Bantoes, tot
welke laatste ook de Zoeloes van Dingaan ei
Tsjaka gerekend moeten worden, zij allen heb
ben het onderspit gedolven in den strijd tegen
den blanke, die niet zoozeer door zijn physieke
kracht, als wel door zijn uitvindingen en zijn
verstand overwon. En thans nemen de donkere
mannen van Zuid-Airika bijna overal de tweede
plaats in. Ze doen het eenvoudige werk op de
boerderij, bij wegenaanleg, in de mijnen, en ver
dienen daar een karig loon, want het zijn men
schen zonder behoeften en dat is maat goed ook.
Zij zouden niet gelukkiger worden als ze onze
behoeften leerden kennen, naar bezit, naar rijk
dom leerden haken, die toch meestal voor hen
onbereikbaar zouden zijn. 't Gelukkigst leeft de
kaffer, een verzamelnaam voor al wat zwart is,
nog in zijn natuurstaat, als eigenaar van een
kleine kudde vee, van een stuk of wat vrouwen
en een bende kinderen. En zoo kunnen wij hem
nog aantreffen in de Native Reserves, in de ge
deelten, die aan bepaalde stammen als woon
plaats zijn aangewezen. Zoo leven de Swasies in
Swasieland, tusschen Natal met Durban als
hoofdplaats en Portugeesch Oost-Afrika met Lo
renzo Marques. Daar leeft de Swasie nog als
echte onbedorven Bantoe, alleen, hij mag geen
assegaai meer dragen als hij naar een vergade
ring gaat, omdat de heeren anders te graag de
deugdelijkheid hunner wapens op elkaar probee-
ren. En dat Swasieland ligt juist oostelijk van
Ermelo en Piet Retief, waar het zoo koud was,
een kleine tweeduizend meter lager, grooten-
deels ook in de heuvels, die het Hooge Veld
langzaam en geleidelijk in het Lage Veld doen
overgaan. Dus zwaaien we maar eens linksaf en
hobbelen omlaag, langs heuvelhellingen, waar
steeds meer eucalyptus en acacia's staan. Al
gauw komt de warmte ons tegen, de acacia's be
ginnen te bloeien en vullen de lucht met hun
zoeten geur. We gaan omlaag, de lente tegemoet.
Want die is allang' ingetreden in Natal, als op de
hooge vlakten de winter nog in volle kracht
woedt.
(Nadruk verboden).
Arabieren honden vast aan hun
oorspronkelijke eiscken.
Directe stichting van onafhankelijk
Palestijnschen staat.
Een nauwkeuriger bestudeering der Arabi
sche tegeneischen ter Londensehe conferentie,
doet volgens Reuter zien, dat zij, wel verre
van een compromis te zijn, op nadrukke
lijke wijze de eischen herhalen, welke Dzjemal
Hoeseini in de openingszitting heeft ter spra
ke gebracht.
Er bestaat weinig hoop op, dat de Britsche
regeering deze eischen zal aanvaarden.
Hun feitelijk effect zou zijn de di
recte stichting van een onafhankelij-
ken Palestijnschen staat met een Ara
bische meerderheid, welke een volle
dige controle zou uitoefenen.
De tegenvoorstellen houden een verwer
ping in van het voornaamste Britsche voor
stel inzake een Ronde Tafelconferentie in
een betrekkelijk naaste toekomst, welke door
de Arabieren niet noodzakelijk en „op de
lange baan schuivend" wordt genoemd.
Wcizmann bij Chamberlain.
Chamberlain heeft gisteravond in tegen
woordigheid van Macdonald en Butler in zijn
werkkamer in het Lagerhuis een bespreking
gehad met Weiszmann, Ben Guiron en
Stephen Wise. De bijeenkomst duurde onge
veer een uur.
In welingelichte kringen wordt verklaard,
dat de houding der Joden tegenover de Brit
sche voorstellen niet op een wijziging wezen.
Het verluidt, dat de Britsche voorstellen niet
als basis van discussie kunnen worden aan
vaard.
Vanmiddag zal wederom een nieuwe infor-
meele bespreking worden gehouden tusschen
eenige Joodsche gedelegeerden en de Brit
sche delegatie ter voortzetting van de infor-
meele bespreking van 28 Februari.
COMMISSIE HERZIENING DRANKWET
GEÏNSTALLEERD.
's-GRAVENHAGE, 2 Maart. De minis
ter van Sociale Zaken prof. mr. C. P. M.
Romme heeft hedenochtend te zijnen depar-
lemente de commissie geïnstalleerd aan wel
ke is opgedragen te onderzoeken, wel
ke wijzigingen moeten worden aangebracht
in de drankwet en deze wijzigingen voor té
bereiden.
Het huis van den dokter op het Hooge Veld.
Vrijdagmorgen heeft een groote brand gewoed in de opslagplaatsen van den
zaadhandel Van WijkCatz aan den Cruquiusdijk te Haarlemmermeer. De
schuren zijn totaal afgebrand, terwijl ook een woonhuis een prooi der
vlammen werd.
HAARLEMMERMEER Vrijdag.
Een brand van ongewone afmetingen heeft
hedenmorgen in de Haarlemmermeer gewoed.
De opslagplaatsen en voorraadschuren van den
zaadhandel van N.V. Van WijkCatz aan den
Cruquiusdijk zijn een prooi der vlammen
worden terwijl ook het woonhuis van den heer
Van Wijk door de in allerijl gealarmeerde brand
weer van Hoofddorp en Heemstede niet kon
worden behouden. Het vuur greep zoo snel om
zich heen, dat reeds ruim een uur na het ont
dekken van den brand omstreeks 10 uur
van de voorraadschuren niet veel meer over
was. De brand is ontstaan door een explosie in
den meeltrommel in de droogkamer van de
werkplaats waar het meel wordt gedroogd. Het
vuur werd onmiddellijk opgezogen door den
exhauster en binnen enkele minuten stond het
silo-pakhuis in lichterlaaie. De vlammen vonden
gretig voedsel in het mosterdzaad, dat daar in
groote hoeveelheden was opgeslagen. Een van
de arbeiders trachtte nog met een eigen blusch-
apparaat het vuur te bedwingen, doch de vlam
men waren reeds te fel dan dat deze poging met
succes kon worden bekroond. De naast het silo-
pakhuis gelegen tarwe-schuur vatte eveneens
vlam en reeds ver in den omtrek kon men den
rooden gloed van de fel-oplaaiende vlammen
zien.
Intusschen was de brandweer van Hoofddorp
onder leiding van inspecteur Jelgersma reeds
gearriveerd. De brand was toen reeds zóó hevig,
dat men het noodig oordeelde ook de Heem-
steedsche brandweer te alarmeeren. Zoo waren
er dus reeds spoedig twee motorbrandspuiten op
het terrein van den brand aanwezig. Spoedig zou
blijken, dat het zeer verstandig was geweest ook
de assistentie van de Heemsteedsehe brandweer
in te roepen, want het vuur woedde met ver
bijsterende snelheid voort. Niet alleen het groote
silo-pakhuis, waar vooral groote hoeveelheden
mosterdzaad waren opgeslagen doch ook de an
dere pakhuizen, waar peulvruchten en alle soor
ten zaden, die in de Haarlemmermeer worden
verbouwd, werden bewaard, vatten vlam en het
duurde niet lang of de gebouwen die geheel van
hout waren opgetrokken brandden als een lier.
En steeds verder grepen de vlammen om zich
heen. Luide ontploffingen van asbestplaten ver
mengden zich met het gekraak van vallende
muren, terwijl hevige rookwolken het blus-
schingswerk zeer bemoeilijkten. Met vertwijfe
ling streden de brandweermannen tegen het
laaiende vuur. Voetje voor voetje werden zij
echter achteruit gedrongen. Het werd spoedig
duidelijk: de gebouwen waren niet meer te hou
den. Aan alle kanten lekten de vlammen aan
het knappende hout van de groote schuren, ter
wijl ook het woonhuis van den heer van Wijk
en dat van den chef van den zaadhandel, den
heer van Lede, die vlak voor de opslagplaatsen
zijn gebouwd, groot gevaar liepen.
Wat men vreesde, werd maar al te spoedig
bewaarheid. Hoeveel moeite de brandweer ook
deed het mocht niet gelukken het woonhuis van
den heer v. Wijk te behouden. Het huis, dat even
eens van hout is opgetrokken brandde even over
half twaalf dus ongeveer iy2 uur na het eer
ste alarm reeds zoo fel, dat aan blusschen
niet meer te denken viel. De ramen van de
benedenverdieping der woning werden kapot
gestoken opdat de vlammen nog sneller hun
werk konden doen. Men hoopte daardoor den
brand althans eenigszins te kunnen beperken
wegens gebrek aan voedsel en op het oogenblik
dat wij dit schrijven, schijnt men daar wel, zij
het dan nog in geringe mate, in geslaagd te zijn.
De steenen woning van den heer Van Lede kan
waarschijnlijk behouden worden.
De geweldige brand die reeds van verre was
te zien trok natuurlijk veel belangstelling. Ook
verschillende autoriteiten o.a. de sub. Officier
van Justitie mr. N. J. G. Sikkel en de Heem
steedsehe gemeentesecretaris, de heer N. Vos
sloegen het blusschingwerk gade.
De Heemsteedsehe brandweer stond onder
leiding van den heer J. Schelling, terwijl ook
inspecteur A. Berentsen assistentie verleende.
Daken storten in.
Met luid gekraak stortte het dak van de wo
ning van den heer van Wijk naar beneden. Even
later volgde ook de zijgevel, die met een luiden
klap die tot ver in den omtrek hoorbaar was, om
laag kwam. Van de groote opslag- en werk
plaatsen was bereids weinig meer overgebleven.
Ook de trechter en de transportband waarmee
het zaad van de schepen naar de voorraadschu
ren werd gebracht had van het vuur veel te
lijden.
De schade aan verbrande materia
len en schuren beloopt zeker in de tien
duizenden guldens. De firma is wel ver
zekerd.
Van de dertig arbeiders die in den z
werken, werd er niet een gewopd. Allen k„..utu
bij het uitbreken van den brand tijdig een 'goed
heenkomen zoeken.
Het was een succes voor de brandweer, die
er in slaagde, om de groote schuur van 85bij
15 Meter, die zich dicht achter den vuurhaard
bevond en waar granen en zaden van de regee
ring waren opgeslagen, te behouden.
De schade was anders zeker nog aanzienlijk
grooter geweest.
Troostelooze chaos.
Omstreeks 12 uur stond de woning van den
heer Van Wijk nog in lichterlaaie en eerstom
1 uur was het geheele woonhuis, ondanks de
pogingen van de brandweer om nog een ge
deelte te behouden, geheel afgebrand.
Alleen vier steenen zuilen stonden nog recht
temidden van- een vwarhoop van verkoold hout,
achtergebleven huisraad enz. Het geredde
huisraad was in den tuin van het nabijgelegen
café opgestapeld.
De achterkant van de het laatst aangetaste
schuur brandde om 1 uur nog steeds verier,
r De brandweer, geeft hier constant water en
aangezien de wind in de gunstige richting
.waait, is .het niet waarschijnlijk dat het vuur
zich uit deze laatste haard verder zal ver
spreiden.
Aan de andere zijde van het complex geeft
de Magyruswagen van Heemstede nog steeds
voortdurend water om het zekere voor het
onzekere te nemen.
Het is een wonderlijk gezicht om temidden
van de troostelooze chaos een grooten boom
groen en onaangetast zich te zien verrijzen,
terwijl" rondom dezen woudreus overal de
vlammen omhoog zijn geslagen.
Het laatste deel van het woonhuis, dat door
het vuur met den grond gelijk werd gemaakt,
was een kleine schuur aan de buitenzijde en
de ondergang hiervan ging gepaard met een
fantastisch knetterend vlammenspel.
Op het laatste moment wist een poes, die
het blijkbaar te heet onder de pooten werd.
met een grooten sprong uit het raam het
veege lijf nog te bergen.
Shaw over de verkiezing van
Pacelli.
Vaticaan heeft van zich afgebeten.
LONDEN, 3 Maart. Tegenover een verte
genwoordiger van United Press heeft Bernard
Shaw in een interview verklaard dat de ver
kiezing van Pacelli kan worden beschouwd als
ean „slag in het aangezicht" voor de totalitaire
staten. Shaw zeide verder: „Wat thans is ge
schied is een zeer duidelijke politieke geste
van het Vaticaan, als het tenminste waar is
dat de fascistische mogendheden zijn verkie
zing verboden hadden.
Ik denk, dat het de bedoeling was, dat het
Heilige Roomsche Rijk een stem zou hebben
in de verkiezing ten einde op deze wijze som
mige candidaten, onder wie Pacelli, uit tc
sluiten.
Vermoedelijk zal Hitler van Weenen uit te
gengewerkt hebben, maar de verkiezing van
Pacelli bewijst, dat deze tegenwerking het te
genovergestelde effect heeft gehad. En dat is
maar goed ook."
Op een vraag van den correspondent of
Shaw van meening was, dat de verkiezing van
Pacelli invloed zal hebben op den wereldvrede
antwoordde deze „neen". Hij voegde er nog
aan toe: „Ik geloof niet, dat Pacelli's verkie
zing van eenigen bijzonderen invloed zal zijn,
maar daar onze huidige wereld nu eenmaal
een wereld van groote gebaren is geworden,
is hét zeer goed, dat de kerk met deze ,,t»
op den neus" van zich afgeslagen heeft.
(United Press.)
ERNST ZAHN NAAR AMSTERDAM.
AMSTERDAM, 3 Maart. Naar wij ver
nemen heeft het gemeentebestuur van Züricn
den bekenden Zwitserschen dichter en schrij
ver dr. Ernst Zahn afgevaardigd naar Am
sterdam, om de stad Zürich te vertegenwoor
digen bij de voorstellingen van „Mathis oer
Maler", die voor de Wagnervereeniging op
en 11 Maart a.s. in den Stadsschouwburg te
Amsterdam door het ensemble van de opera
uit Zürich zullen worden gegeven.
De heer Zahn zal bij die gelegenheid een
mededeeling van de stad Zürich overbren
gen.
Opvarenden van de „Ranger"
gered.
Radio Corporation meldt, dat het Britïcht
vrachtschip ..New Foundland' bij zware
de
150 leden der bemanning van het Canadeesche
schip „Ranger" aan boord heeft genomen. Men
tracht het schip naar-_Hahfax op te sleepen.: