|e
goed!
wo
Begrooting van Sociale Zaken goedgekeurd.
Zitting twintig minuten
geschorst-
X nat socialisten zelf een tod lang, verent-
...rtivd over de leiding, bij alles en nog wat
«temming uitlokten. Dit maal ontstond er
In Engeland.
Kasteel Bergh afgebrand.
Het rijtijdenbesluit afgekondigd.
Kunst in Haarlem en
daarbuiten.
E N S DAG
IS MAART 1939
EERSTE KAMER
Onze deelneming aan de wereldtentoonstelling
te New York.
DEN HAAG Dinsdag.
r„ ie gemeenlijk zoo rustige Kamer van
ffltftfr™ het heden tot schorsing der beraad-
uffien gekomen, wegens botsing tusschen
S fpfesident en een of meer leden,
wri heeft het al eerder tusschen den heer de
ateenwijk en de nat. soc. fractie in
Senaat allesbehalve geboterd, zoodat
51 -(T/avnl CP
wrt^'nTuSnVSgeóe^n/opheTfeit;
Bónninghhu Vrijdag op een be-
<M de nhlik tijdens z'n rede had t«ge
paald 00|e"?., „iet ernstig blijven?" Zulk n
voezd: „Kunt u n ter nlet toelaten en toen
critiek kon de voo vessem tegen een
daarop ïïneSen in trachtte te mterrum-
tee van hamerslag schorsing der beraad-
^.eren. kwam het ot he lng
SSiMBO. K» laats en zette Mr. v. Bon
van de versa„«" renliek voort, die m hoofd-
„inghausen z«n Pn heer aeBr«jn (R.K.)
zaak ten doehad d welke senatol. na een
van antwoord te d H 1 e m s t r a (s.d.)
korte repliek *and den „at soc. spreker
zich zeer fel teg aanleiding van een op-
Ml uitgeio^ den soc dem! woordvoerder zei
merking van aangaande het Werk-
Mi"ó se StaTen-cieneraal binnenkort nadere
!mfsaïiinmn zullen bereiken. We vernamen
mededeelingen dle ln zQrg zlJn thans
verder nog, d grooter aantal men-
- 5elu.ktaL7tverschaffing werkt. Naar aan-
schen in werkverscnai prQ{ y Embden
leiding vanrtd „imster er op. dat zijn Depar-
,Td irnn't g?Wed van de werkloosheidsbe-
tement op t doet maar dat er geen
Iprake is vin zelfvoldaanheid of zelfgenoeg-
ra5mh™; „„nri de minister dat de heer De
riet overtuigdwas van de juistheid
^riinisterieele argumenten in zake
?ell^!ünf? van kinderbijslagen aan hen die
totSn ta de werkverschaffing. IJzeren
onndzaak dwong den Minister tot dit besluit;
ïïeï zou hij niet hebben kunnen overgaan
tot het veranderen van 't karakter van werken
'"^MtaStocoSItateerde, dat Mr. v. Bon-
Yiinohausen (nat. soc.) in tweede instantie
a thans zijn in eerste instantie vermelde werk-
Keidscijfers verbeterd had, al had hu zich
mi' iets vergist door te verzuimen de jongste
gegevens te vermelden, waaruit blijkt, dat m
Januari j.l. het aantal werkloozen 404 duizend
bedroe», tegen 434 duizend in December daar
aan voorafgaand. Met aanteekening van het
teeen der nat. soc.-fractie ging de begrooting
van Minister Romme er z.h.st. door. waarna
hh het ontwerp betreffende nieuwe regels i.z.
de paardenfokkerij de nat. soc. Maarsin gh
om een enkele foktechnische opmerking
maakte en verder vooral contact met belang
hebbende deskundigen aanbeval. Bij het voor
stel tot wijziging en verhooging van de be-
grooting voor Economische Zaken om nog eens
een half mülioen toe te voegen aan het reeds
eerder gevoteerde half millioen voor Nedèr-
land's deelneming (hierbij nog op te tellen 5
ton uit de Indische schatkist) aan de wereld
tentoonstelling te New York, verklaarde Mr.
Wiardi Beekman (s.d.) het te betreuren,
dat de kunstenaars niet voldoende zeggen
schap hadden gekregen in verband -met de
inrichting aan ons paviljoen. Door het con
flict met den betreffenden tentoonstellings-
raad uit kunstenaarskring zal er aan de ar
tistieke vertegenwoordiging heel wat ont
breken.
Fout is geweest, dat men de inzending direct
heeft betrokken in de sfeer van Economische
Zaken en niet bij Onderwijs, K. en W. heeft
gelaten, want in het program van de wereld
tentoonstelling staan cultuur, wetenschap en
kunst voorop en niet het economisch belang.
Men wilde" een „blij Nederland7' toonen. Dat
is best, mits men niet vervalle wat nu ge
schiedt in kunststukjes in plaats van
kunst. Het beginsel der oppervlakkigheid
houdt een miskenning ook van onze eigen cul
tuur in. Het is werkelijk moeilijk hier geen
satyre te schrijven. Kaas en nog eens kaas is
het. wat men er op onze inzending zooal te
zien krijgt: dat alles zelfs bij wijze van
wandschildering. Deze „kaas-omspeelde blij
heid" als representatie van de Nederlandsche
cultuur wraakt spr.
Mr. v. V e s s e m (Nat.-soc.) verklaarde het
in de gegeven omstandigheden niet verant
woord te achten zooveel geld uit de schat
kist beschikbaar te stellen voor een interna
tionale kermisvermakelijkheid in een vreemd
land. Zulke tentoonstellingen leveren trou
wens den deelnemers nooit economische voor-
deelen van belang op.
De heer v. Voorst tot Voorst (R.K.)
greep de gelegenheid aan om te protesteeren,
dat Nederland j.l. Zondag niet bij een andere
belangrijke internationale gebeurtenis (de
kroning van den Paus) vertegenwoordigd was
Minister Steen be rghe ontkende, dat
officieele Nederlandsche instanties deze ten
toonstelling als een kermisvermakelijkheid
hadden aangeduid. De minister klaagde er
over, dat Mr. Wiardi Beekman nu al, louter
op plaatjes, zeer overdreven critiek had uit
geoefend op wat Nederland in New-York gaat
opbouwen.
Slechts één keer zijn zulke inzendingen in
handen van Onderwijs geweest (Parijs)
Brussel en Antwerpen b.v. waren in handen
van Economische Zaken.
Onjuist is ook de voorstelling van zaken
door den S.D. woordvoerder gegeven, alsof de
New-Yorksche wereldtentoonstelling boven
al een kunst-, een cultuur-tentoonstelling zou
zijn, Dit is werkelijk de rollen omkeeren en zoo
is het b.v. van goed economisch belang re
clame voor onzen kaasuitvoer naar Amerika
te maken.
Aan de kunst en de kunstenaars moet na
tuurlijk een zeer groote invloed bij de inrich
ting van zulke exposities worden gegeven. Doch
met onzen Commissaris-Generaal is de mi
nister het volkomen eens. dat er het noodige
dient te gebeuren met het oog op de econo
mische belangen. Spr. gispt de houding van
den voorzitter van den tentoonstellingsraad en
van den door dien Raad uitgevaardigden
boycot: aan de kunstenaars heeft het juist ge
legen. dat tenslotte geen kans meer bestond
op bijlegging van het geschil. De kunstenaars
zijn niet uitgeschakeld, zij hebben zichzelt
uitgeschakeld.
Op de tentoonstelling moet Nederland in
belangrijke mate toonen óók in hoeverre het
economisch kan deelnemen aan den opbouw
van de wereld van mogern. De bedrijfstakken
die juist groote 'belangen bij uitvoer naar
Amerika hebben, zitten thans niet voldoende
in hun geld con zelf, althans in hoofdzaak,
de Nederlandsche inzending te bekostigen;
daarom moest de schatkist hier bijspringen.
Nu al vast te stellen dat de proef is mislukt
acht de minister niet juist. Overigens is hij
volkomen bereid zijn beste krachten te geven
aan coördinatie tusschen economische en
kunstkrachten op tentoonstellingsgébied.
Maar dan moet het coördinatie, niet sub
ordinatie zijn en dan dient het niet zoo te
wezen gelijk de tentoonstellingsraad thans
eigenlijk wilde dat de kunstenaars feite
lijk de opperheerschappij hebben en de ande
ren alleen maar een vetorecht zouden mogen
bezitten.
Aangezien we nu voor een voldongen toe
stand staan, wilde Mr. Wiardi Beekman
(s.d.) met zijn fractie niet tegenstemmen. Hij
had echter wel bedoeld tegen „recidive" te
waarschuwen, juister nog voor extra-waak
zaamheid van den kant van het Parlement
om voortaan weer een groot bedrag voor
deelneming aan n' tentoonstelling te voteeren
als niet eerst vaststaat, dat het dan met den
artistieken invloed in orde zal zijn. De nat.-
soc. lieten hun „tegen" aanteelkenen en zoo
nam de Kamer de suppletoire begrooting
tenslotte z.h.st. aan.
E. v. R.
Stadsrozen.
LONDEN, Maart.
Vanmorgen kwam ik in de stad terug met een
bos wilde narcissen die zijn kleiner dan al
de latere, gekweekte soorten, maar veel krach
tiger en met harder gele trompetten en met
een paar takken katjes, zilveren donsjes overal
langs het stevige, sappige hout, hier en daar be
stoven met fijn gouden stof van meeldraden. Het
was een beetje lastig om met zulke wanorde
lijke takken in een ordelijke Obus te zitten, en ik
begon me wat schuldig te voelen, vooral toen
een meneer naast me die takken-wirwar hard
nekkig ging observeeren.
Het was een meneer met een glanzend zwar
ten bolhoed, onberispelijk geschoren, met on
berispelijk gestrikte das en met een stijf opge
rolde parapluie (dat embleem van Londensch
kantoorleven, dat sinds Chamberlain wel haast
tot een nationaal symbool is verheven) tusschen
de knieën geklemd. Een meneer, zooals er dui
zenden iederen morgen naar de City stroomen.
op weg naar een lessenaar binnen kantoor- of
bankmuren. Soms zitten ze alleen maar, onbe
rispelijk. Soms werpen ze een blik op de beurs
berichten in het ochtendblad of vullen een kruis
woord-raadsel in. Maar deze meneer staarde
naar die grillige voorjaars-pluisjes en sprak
zoowaar. Eerst aarzelend, om te zien of het wel
in goede aarde viel, en ook uit verbazing over
zichzelf, zoodra het eerste woord hem was ont-
fJlünha/iM'i
50ct-v
Dit zijn hartvormige cachets tegen kou en pijn J
(Adv. Ingez. Med.)
Millioenenbezit verloren gegaan.
Dinsdagavond omstreeks half elf
werd een roode gloed boven het kasteel
Bergh te 's Heerenberg gezien. In aller
ijl werden maatregelen genomen om
den brand, welke men hier vermoedde,
te bestrijden. Niettemin stond tien
minuten later het eeuwenoude kasteel
in lichter laaie.
Kasteel Bergh is bezit van de familie van
Heek uit Enschede, die het vóór den wereld
oorlog kocht van de tak Sigmaringen van het
huis Hohenzollern. Groote sommen gelds heeft
de familie besteed om het kasteel in zijn ouden
toestand terug te brengen, niet alleen architec
tonisch, doch vooral ook cultureel.
Kostbare schilderijen, voortreffelijk
beeldhouwwerk en zeldzame incunabe
len werden in het kasteel bijeenge
bracht en men zal niet overdrijven wan
neer men zegt, dat hier een millioenen
bezit is verloren gegaan.
Van tijd tot tijd bewoonde de familie H. van
Heek het kasteel. Heden zou de familie van een
reis naar Egypte te 's Heerenberg terugkeeren.
Wat de oorzaak van den brand betreft, deze is
nog niet vastgesteld, wel weet men, dat tot een
uur of half tien in het kasteel is gewerkt aan
den electrischen aanleg.
Om half twaalf stortte het dak met groot ge
raas in. Daar de gemeentebrandweer tegen
over deze vuurpoel machteloos stond, werd
assistentie gevraagd van de brandweren van
Arnhem en Emmerik. Om vijf minuten over elf
rukte die van Arnhem uit, tien minuten later
trok de Emmeriksche brandweer naar den brand.
De brandspuit van het kasteel, waarmede
men het eerst den strijd tegen de vlammen aan
bond, haperde in het begin, doch functionneer-
de later naar behooren. Verschillende persbnen,
die te hulp snelden, slaagden er in schilderstuk
ken en verdere kostbaarheden in veiligheid te
brengen. Verscheidene kunstvoorwerpen uit het
gelijkvloersche gedeelte werden in de rent
meesterswoning ondergebracht. Intusschen
breidde het vuur zich verder uit, zoodat het ten
slotte te gevaarlijk werd zich beneden nog op
te houden.
Het kasteel dateert uit het einde van den der
tienden eeuw en behoorde oorspronkelijk aan
de graven van den Berglf. Omstreeks 1735 werd
het eveneens door brand zwaar geteisterd. De
toren werd behouden.
In 1912 ging het kasteel uit het bezit van
Hohenzollern-Sigmaringen in dat van den heer
H. van Heek te Enschede over. Den laatsten tijd
werden in het kasteel verschillende werkzaam
heden uitgevoerd, zooals aanleg van centrale
verwarming, waterleiding alsmede schilder
werk.
glipt. Ik was trouwens zelf ook een beetje ver
baasd. Niet lang geleden, had ik den hond van
een kennis eenige weken te logeeren gehad: een
rasecht dier, een lang model op korte pooten,
zoodat het zeker niet z'n schuld was, dat hij in
het midden eenigszins doorzakte, en dus de on-
pleizierige eigenschap had, z'n smetteloos lang
wit haar over het zwartig vuile plaveisel te sle
pen en er dus na enkele minuten ontoonbaar uit
te zien. Misschien was het, omdat zulke sneeuw
witte diertjes in dat gedeelte van de binnenstad,
waar ik woon, wijselijk een uitzondering zijn;
maar ik heb in Londen nog nooit zooveel on
verwachte welbespraaktheid ontmoet als tijdens
die routine-wandelingen met Pops. Iedereen wou
z'n naam weten om hem dan meer persoonlijk
te kunnen aanspreken. Wat een schat van een
hond. Had ik 'hem allang? En een lief karakter?
Dat ook onschuldig voorjaarsbloeisel den cor-
recten afstand, dien wij stilzwijgend op bussen
en in trams en undergrounds bewaren, kan over
bruggen, was een nieuwe ontdekking. Die ten
slotte toch ook weer zoo vreemd niet was. Want
het meerendeel der Engelsche bevolking moge
dan genoegen nemen met een leven in fabrie
ken en kantoren, ergens moet de natuur toch
opbreken. Vandaar misschien de weelderig groe
ne, glooiende golf-terreinen. Vandaar zeker de
vriendelijke en zorgvuldig aangelegde stadstuin
tjes. Dat tuintje neemt een Engelschman min
stens even ernstig als z'n hond. Daar rolt en
knipt hij een stukje groen grasveld, daar maakt
hij pergola's voor rozen; kleurige bloembedden
gekunstelde stukjes rotsmuur, en dat alles om
geeft hij door een keurig geknipte dichte heg.
Vader, die door de week met een stijven bol
hoed naar z'n werk gaat, duwt daar Zaterdag
middag een grasmachine en doet dat bloots
hoofds en met opgerolde mouwen. En het nood
lot wil, idat hij bij die ontspanning al bijna weer
een even typisch nationaal verschijnsel is, als
wanneer hij met z'n opgerolde parapluie uit de
bus stapt.
„Zulke mooie katjes heb ik nog nooit gezien.
Zoo fluweelig en zoo forsch", zegt deze meneer
naast me. En zijn gedachten gaan plotseling ver,
verrassend ver, als hij er op laat volgen: „die
moeten wel ergens heel beschut hebben gestaan,
buiten den wind en in de luwte".
Ik beschrijf de plaats, waarvan hij onbewust
moet hebben gedroomd: een klein valleitje, aan
vier kanten door heuvels omgeven. Daar staat
de boom, leunend tegen een grijs steenen schuur
en met z'n wortels half in het water van een
stroompje, dat juist daar een waterval vormt en
met veel drukte van steen tot steen valt.
Dan zijn we stil en ons zeer bewust, dat in de
stad zulke wilgen niet groeienTot hij het
gesprek weer opneemt, en daar heb je het al: hij
heeft zelf een tuintje, woont in een van de bui
tenwijken. Het kost hem bijna een uur iederen
morgen om naar z'n werk te komen en de hui
zen staan ook daar dich op elkaar gebouwd.
Maar hij heeft dan toch zijn tuintje, wat eigen
gras om de voeten op te zetten. Rozen zijn z'n
speciaiteit. Ongelooflijk wat een nieuwe soorten
er steeds bijkomen. Als je het hem vraagt, zijn
de bestaande hem goed genoeg. Rozen zijn naar
zijn meening de mooiste bloemen. Maar je moet
natuurlijk de diverse soorten een beetje kennen,
en weten hoe er mee om te gaan. Daar zit heel
wat werk in. Ze volgens de eischen snoeien is
een kunst, idie ook niet iedereen verstaat. Maar
in den zomer beleeft hij er zijn plezier van. Wat
een kleuren en geuren! Natuurlijk, je moet er
aardigheid in hebben. Maar dat heeft ie. Besteedt
er vrijwel al zijn vrijen tijd aan.
„Die katjes zijn volmaakt", zegt (hij dan
abrupt, blijkbaar besluitend dat hij genoeg over
z'n tuinpleizieren heeft uitgewijd. „Jammer dat
ze zoo niet voor altijd te bewaren zijn".
Ik bied ze hem aan. Ik kan immers de volgen
de week zelf weer nieuwe plukken. Maar dat
had ik toch heusch niet moeten doen. Nu zit hij
er een beetje mee. Hij zegt, dat het erg vrien
delijk is, maar dat hij ze mee naar kantoor zou
moetOTi nemen. Wat hij bedoelt is, dat dat na
tuurlijk niet gaat. De Londensche City is een
wereldcentrum en waar zou het Britsche prestige
blijven als een man, die in z'n eene hand een
netjes opgerolde parapluie draagt, in z'n andere
een bos spruitende wilgentakken houdt?
Voorjaar en bloemen en grijsparelen katjes en
zoete rozen, het is alles heel mooi en heel best
maar achter de heg, achter de veilige dichte,
gladgeschoren heg van het tuintje.
En dit is: de stad en de bus en het kantoor.
Hier zijn we daar zelfs al. Aan den voet van dit
verzekeringsgebouw met veel verdiepingen en
veel kleine raampjes stopt de bus. Ik wensch
hem veel succes met zijn rozen dit jaar. En dan
stapt hij, kwiek, net als alle andere heeren met
bolhoeden, die van deze en andere bussen af
stappen, het kantoor binnen. Zakelijk, manne
lijk. geen mensch zou durven vermoeden,
dat z'n neus ooit met plezier de geur van een
pas open roos heeft geregistreerd. En dat is on
getwijfeld naar zijn zin.
Toch zal hij Zaterdag gaan kijken of die nieuw
geplante rozen het doen, of ze uit beginnen te
loopen
Vr. S.
In Mei van kracht.
Vandaag is verschenen Staatsblad no. 842
tot afkondiging van het Rijtijdenbesluit.
Van bevoegde zijde wordt medegedeeld, dat
het in het voornemen ligt de Rijtijdenwet 1936
en het Rijtijdenbesluit in den loop van de
maand Mei a.s. in werking te doen treden.
De regeering is van meening, dat den betrok
ken werkgevers aldus alleszins voldoende ge
legenheid wordt gelaten om tijdig de maat
regelen te nemen, welke noodig zijin om de
bedrijfsregelingen aan de wettelijke voor
schriften aan te passen.
In groote lijnen bevat het Rijtijdenbesluit
de volgende regeling:
Verboden wotdt op den openbaren
weg een motorrijtuig te besturen in
een toestand van oververmoeidheid,
of gedurende meer dan vijf uren, ten
zij voldoende onderbrekingen van den
rit hebben plaats gehad, of op grond
van andere feiten of omstandigheden
aannemelijk is, dat oververmoeidheid
(Adv. Ingez. Med.)
Henri Matisse op de Fransche
tentoonstelling in Amsterdam.
Een paar dozijn doeken van dezen, thans
bijna zeventig-jarigen meester der jongeren,
bieedn nu wel gelegenheid een overzichtelijk
idee van zijn kunst te krijgen, waartoe een
boekje als dat van Courthion, dat ik hier des
tijds aankondigde, met zijn vele reproducties,
toch nog niet zóó schoone kans geeft, omdat
bij Matisse, meer nog dan bij anderen, de
qualiteit van de kleur het meest kenmerkende
is. Zijn kunst zal in haar wezen in de eerste
plaats door schilders gewaardeerd worden.
Het visueel genieten van een kleur-toets, van
een kleur-arrangement, daartoe drijft dit
werk in de eerste plaats. Die arrangementen
hebben niets toevalligs of impulsiefs als bij de
impressionisten, ze zijn tevoren verstandelijk
overwogen en opgebouwd en ze zijn onderling
heel geestig en luchtig verbonden door een
speelsch, slechts aanduidend lijnencomplex,
dat niet de pretentie heeft alles te vertellen,
doch slechts als bindsel der kleurmotieven wil
dienst doen en soms een decoratieve sierlijk
heid aan de schildering toevoegt. Hij staat
dus al ver van de impressionisten af, van wier
charme bij het beelden van een treffend mo
ment in de natuur hij moedwillig afstand
doet, om niet op het momenteele maar op
het duurzame in de verschijning den nadruk
te leggen.
Tegenover Picasso, den zich steeds wente
lenden toovenaar, is Matisse één melodieuse
rust; bij den eersten is het voortdurend Pi
casso waarvoor men zich interesseert, bij
Matisse blijft de peint-ure de hoofdzaak. Men
vindt bij den laatsten verwantschap met
Delacroix, maar dan met den Delacroix der
eerste aanzetten en ideeën, niet met dien der
groote compositie-stukken, waarin inhoud der
voorstelling mede hoofdzaak is. In de samen
stelling van beider palet is inderdaad over
eenkomst en in schrift en houding der rus
tende figuur op ons plaatje is zeker iets dat
aan Delacroix doet denken, terug te vinden.
Onze reproductie geeft, zij het dan slechts
in zwart en wit, toch wel degelijk de gemak
kelijk te herkennen schriftuur of penseel
streek van Matisse weer. Het lijkt -en losse
werkwijze zooals hij met een slechts schijn
bare nonchalance zijn vlak vult met kortere
of langere toetsen kleur, die echter in hun
onderling verband een zorgvuldig berekende
harmonie teweeg brengen, in de meeste ge
vallen met een maar matige hoeveelheid
kleuren, doch die dan wel fijn zijn genuan
ceerd.
Principieel Is er dus In Matisse's techniek
iets van het pointiilisme van Seuzat te vin
den, alleen wordt die stippeltechniek door hm
verbazend verruimd en veel vrijer toegepast
Maar in den grond berust het scheppen van
licht en atmosfeer door het; naast elkaar
stellen der grootere verffcoetsen op eenzelfde
inzicht.
Met Cezanne heeft Matisse gemeen, dat men
het werk slechts ontstaan kan denken in het
.sterke licht van het Zuiden van de Midi, de
Riviera en de kusten der Middellandsche Zee.
Daar ontstonden dan ook de talrijke interieurs
met of zonder figuren, waar het licht door
half geopende houten gordijnen binnen
zweeft, waar met enkele arabesken een
kamerinventaris wordt aangeduid, met een
enkele contour een figuur wordt neergezet.
Daar vond hij de parken en tuinen, zooals die
waarin onze lezende jonge dame hier, ligt uit
te rusten en waar hij gelegenheid vindt de
rood en blauwe gestreepte stoelbedekking zon
der hinder in de door ilcht doorwasemde groe
nen op te nemen. Dat de schijnbaar zoo opper
vlakkige schilder in staat is met een kleinig
heid een stofuitdrukking te presteeren,
kan men zij in het voorbijgaan opge
merkt aan de rieten zijstukken van den
ruststoel opmerken. Die zijn in alel simpelheid
prachtig van materiaal-suggestie.
De in Amsterdam geëxposeerde werken om
vatten een arbeidsperiode van bijna veertig
jaar; een bloemstuk is uit 1905, een paar fi
guurstukken ontstonden het vorig jaar. Het
hierbij afgebeelde is uit den rijpen midden-
tijd en 1923 geschilderd. Doch door het ge-
heele oeuvre afgezien dan van enkele din
gen uit zijn begin-jaren, die onder den in
vloed der oude meesters uit het Louvre ston
den loopt een consequent doorgevoerde
tendens, het neo-impression isme den rug toe
te draaien en zooals hjj dat zelf uitdrukte
„te zoeken naar stabiliteit in de beeldinj
der verschijningen".
Matisse kwam niet vóór zijn 25e jaar aan
het schilderen toe, daar zijn familie hem
graag notaris had zien worden en hij daartoe
te Parijs rechten was gaan studeeren. Maar
in die voor de kunst levendige Jaren tus
schen 1890 en 1900 werd hij te Parijs door de
passie voor de schilderkunst bevangen
kwam studeeren op het atelier van Gustave
Moreau, die een uitnemend inspirator moet
geweest zijn, gezien de talrijke zeer uiteen-
loopende groote artisten die van zijn voor
lichting hebben geprofiteerd. Matisse kopiëer-
de aanvankelijk veel in het Louvre oude
Hollanders vooral tot hij in de eerste jaren
onzer eeuw een eigen weg insloeg, dien hij
verder zou blijven volgen.
J. H. DE BOIS.
van den bestuurder niet aanwezig is.
Het goederenvervoer per motorrij
tuig op Zondag wordt beperkt. De
regeling is met eenige wijziging over
genomen uit het Rustdagbesluit voor
transportarbeiders te land 1929. welk
laatste besluit overeenkomstig wordt
gewijzigd.
Voorts bevat het Rijtijdenbesluit be
palingen met betrekking tot arbeids-
en rusttijden.
Deze bepalingen gelden voor personen, die
als bestuurder van een motorrijtuig in dienst
betrekking werkzaam zijn en voor personen,
die anders dan in dienstbetrekking een motor
rijtuig besturen, waarmede personen of goe
deren tegen vergoeding van welken aard ook
worden vervoerd. Uitgezonderd zijn echter
onder meer degenen, die door het districts
hoofd der arbeidsinspectie zijn erkend als/of
gelijkgesteld met handelsreizigers of particu
liere chauffeurs.
Behoudens in het besluit opgenomen uitzonde
ringsbepalingen zijn de arbeids- en rusttijden
in het algemeen als volgt geregeld:
De werktijd "bedraagt ten hoogste 10
uren (voor bestmtrders van taxi's en
huurauto's 11 uren) en 55 teren per
week (voor bestuurders van taxi's en
huurauto's geldt het weekmaximum
van 55 uren, voor door den minister
van Waterstaat aan te wijzen gemeen
ten is het weekmaximum 60 uren).
De diensttijd, dit is de werktijd met
inbegrip van tusschenliggende rust
tijden mag ten hoogste 14 uren bedra
gen (voor bestuurders van taxi's en
huurauto's 12 uren), tenoijl tusschen
twee diensttijden een onafgebroken
rusttijd van ten minste 12 uren moet
liggen.
Eenmaal per week moet een onafgebroken
rusttijd van 30 uren worden gegeven, waarin
ten minste eenmaal in drie weken de Zondag
moet liggen. Nachtarbeid wordt beperkt tot
zes malen werken tusschen 1 en 6 uur des
voormiddags in een tijdvak van twee weken,
met dien verstande, dat de bestuurder van
een vrachtauto meer dan zes malen mag wer
ken van 3 tot 6 uur des voormiddags, indien
hij in het betreffende tijdvak van twee weken
geen enkele maal tusschen 9 uur des namid
dags en 3 uur des voormiddags werkt.
De personen, op wie de voorschriften be
treffende de arbeids- en rusttijden van toe
passing zijn moeten een werkboekje bij zich
hebben, dat op vertoon van een geldig rij
bewijs wordt afgegeven door den burge
meester van de gemeente, binnen welke de
bestuurder woont, tegen betaling van f 1.
voor het eerste boekje. De betaling is niet
verschuldigd voor het eerste werkboekje bin
nen twee maanden na de inwerkingtreding
van het Rijtijdenbesluit aangevraagd indien
bij de uitreiking er van een ten name van
denzelfden persoon luidende rustdagkaart
voor het jaar 1939 wordt ingeleverd; in het
werkboekje moeten door den houder onder
meer gegevens betreffende het tijdstip van
aanvang en einde van de werk- en rusttijden
v/orden ingevuld.
Gemeente-ontvanger voor de
rechtbank.
Voor de rechtbank te Roermand stond Dins
dag terecht de gemeente-ontvanger van Te-
gelen C. H. B„ verdacht van verduistering
van gemeentegelden. Het totale bedrag der
verduisteringen bedroeg pl.m. 4500 gulden,
doch ter vereenvoudiging der strafzaak had
de officier van justitie alleen een verduiste
ring van zeshonderd gulden in de dagvaar
ding opgenomen, zijnde het bedrag dat de
gemeente-ontvanger op 16 Januari uit de kas
had genomen, toen bij een accountantsonder
zoek de malversaties ontdekt dreigden te
worden. De verdachte had van deze zeshon
derd gulden een gedeelte thuis achter gelaten
en was met de rest in een aanval van rade
loosheid de Belgische grens overgegaan. Na
enkele dagen rondgezworven te hebben heeft
hij zich bij de politie gemeld en een bedrag
van pl.m. vierhonderd gulden teruggebracht.
De officier van justitie nam aan, dat ver
zachtende omstandigheden aanwezig waren,
en eischte een voorwaardelijke gevangenis
straf van twaalf maanden.