Fonger 3 i lUMm* ikddm IF©Ü<gëi^ D. B U R G E R OOK U HAZENBERG's LICHTHAL johannes krop Maa BEVERWIJKSCHE VLEESCHCENTRALE Zeestr. 70 - Beverwijk Mijn keuze OoL'i' Herbert Blom HERBERT BLOM TEVREDEN over Uw vulpen Natuurlijk, want ze komt van f 17.95 Zoo spreekt de wielrijder, die met z'n tijd meegaat, die de eischen van het verkeer begrijpt. Hij verlangt het veiligste rijwieldus koopt hij een FONGERS Daarmee bevordert hij eigen veiligheid en vermindert hij het gevaar voor z'n medeweggebruikers. Van de overige voordeelen van de FONGERS profiteert hij bovendien. RIJDT VEILIGRIJDT Nederland's beste en veiligste rijwiel voor den laagsten prijs CHR. DE VRIES Jr. TELEFOON Ï065. BREESTRAAT J. BEVERWIJK. HAARVERZORGING Uwer kinderen Is 'bij ons in goede handen. M. BUITENHUIS HEERENKAPPER BREESTRAAT 2 A bij het station en ZEESTRAAT hoek Baanstraat. De salons voor een verzorgd uiterlijk. ALLEEN IN DE KLOOSTERSTRAAT 2 hoek Koningstraat - Beverwijk zegt de onderwijzer. Hij weet, dat ook ondervinding een 'beste leermeester kan zijn. Hij koopt daarom reeds jaren bij een vertrouwd adres. Een zaak waar hij 100% zeker heid heeft, goede kleeding voor redelijken prijs te koopen. Het verheugt ons, hem reeds jaren tot onze klan ten te mogen rekenen. -- 1 „ECO.COStdUMS u VracM.ge «*t Lncnbe.e'^ 19." 26-1 22-' 29.7 32-- 36.- BREESTRAAT 56 BEVERWIJK, TELEF. 5100 O Gepantserd tegen breuk 0 roestvrij edelstaal e anti-magnetisch Q waterdicht 3 pond ROSBIEF 1.15 3 pond ROLLADE 1.15 3 pond RIBLAPPEN, kort model 1.15 3 pond LENDEN 1.25 3 pond ROLLADE m. HAAS 1.25 3 pond MAGERE LAPPEN 0.90 3 pond DOORR. LAPPEN 0.90 2 pond BIEFSTUK 1.— 2 pond OSSENHAAS 1.10 4 pond GEHAKT 1.— HOLLANDSCH RUNDVET bij vleeschper pond 40 cent SOEP-COMPLET Cl pd. gehakt en 1 pond poulet) 60 cent, met merg pijp cadeau. ALS EXTRA-RECLAME Vz pd. TONGENWORST 20 ct. »L pd. LEVERWORST 20 ct. 2 ons PEKELVLEESCH 1 pd. BLOEDWORST 25 ct. 25 ct. LAMSVLEESCH vanaf 30ct.p.pd. VARKENSVLEESCH v.a. 40 ct. p. p. KALFSVLEESCH vanaf 18 ct. p. pd. DE DIRECTIE. BREESTRAAT 86 - BEVERWIJK DE ZAAK MET DE RUIME COLLECTIE EN DEGELIJKE SERVICE. 'n STOFZUIGER voor Uw qem ak en Uw gezondheid! geachte lezer, kunt, gezien onze enorm lage prijzen, in 't be zit komen van zoo'n pracht machine als hier afgebeeld. Wij leveren elke machi ne met 3 jaar schrif telijke garantie. GEHEEL COMPLEET Enorme Zuigkracht. Alleen verkrijgbaar in r ƒ17.95. U komt, U ziet en slaagt 17.95. STOFZUIGERS - WASCHMACHINES - RIJWIELEN - RADIO-APPARATEN. Betaling in overleg 's Levens lente van Jan!" De groote, slanke dame in het korte bontjasje wordt bleek. Zij legt de s -r hand op haar hart en kijkt verward naar den grooten boerenman, terwijl het kleine treintje puffend en stoomend het stationnetje verlaat. Jan komt naderbij, groot met zijn breede hand en neemt langzaam het koffertje uit haar behandschoende rechter hand. „Goed, dat je komt, Stine"snel verbetert hij „Christine Aan den weg staat het kleine rijtuigje met de opgeslagen kap. De schimmel keert zijn kop naar de beide mensclien, kijkt hen ver baasd aan, en snuift door de neusgaten. Christine aait en kriebelt hem in zijn hals. „Oude Hans leef je nog". Dan schommelt de oude wagen door de mooie berkenlaan. De velden worden al groen, de viooljes beginnen aan den slootkant te ontluiken, op een veldje staan aardige sleutelbloemen en er middenin pronkt de eerste ooievaar. „Staat het nest nog op het dak?" Jan knikt. Hij stopt zijn korte pijpje, steeds met het zelfde, ernstige gezicht. „Verleden jaar heb ben wij er nieuw strco opgelegd kort nadat je vader overleed". Christine klemt de lippen op elkaar. Vader ja, hij had haar nooit vergeven. Zij was ook niet bij zijn begrafenis geweest. En als ze eerlijk was, zij had toen eigenlijk oc«k niet gekund. Professor Karstenwerkte toen net aan zijn groote schilderij en zij was zijn model. Maar vandaag was zij gekomen voor moeder „Ik dank je wel Jan, dat je me geschreven hebt", zegt ze na een tijdje. „Het was alleen jammer, dat het bericht van moeder's ziekte veertien dagen te laat kwam ik was name lijk op reis" Ze spreekt plotseling heel zachtjes, kijkt Jan schuin van onder haar hoedje aan en trekt verlegen aan haar handschoen. „Ja, met meneer Bornek .Bornek?" Jan fronst zijn voorhoofd. Zij merkt liet en krijgt het gevoel of hij gering schattend over haar denkt. Ralph Bornek! Niet de schilder Rolof, dien ik twee jaar ge leden kende!", verklaarde ze haastig. „Dat was een vreeselijke teleurstelling". Jan kijkt recht voor zich uit. „Ralph is een groot kun stenaar. evenals Karsten", gaat Christine voort. Hij is een man van de wereld. Wij gaan ons met Paschen verloven. Dadelijk na de feestdagen ga ik weer terug!" De schimmel flappert met zijn oofen, het oude rijtuigje knarst door het zand en warm speelt de zon door de neerhangende denne- takken. Wat doet iemand het gezicht van zijn geboortegrond goed. Maar Christine's hart klopt angstig en zij heeft het gevoel, of haar iets beklemt. „Nu zou ik toch wel eens willen zien hoe het met moeder gaat". Jan trekt ruw aan. de teugels, zoodat de wagen knarsend stilstaat en klopt zijn pijp uit. „Met je moeder gaat het goed zij ligt daar naast je vader.Christine!" Het paard dat de ooren even gespitst heeft, laat de kop treurig zakken. In de zware stilte klinkt dan op eens het luiden van de klokken. Jan keert zich half naar Christine, die kaarsrecht, zitten blijft, bleek, met gesloten oogen en bevende handen. Voor de eerste maal kijkt hij haar recht in 't gezicht. Rustig vraagt hij: „Zullen we omkeeren, Stine?" Dan barst ze opeens in tranen uit en snikt: „Naar huis. vlug, naar huis". En thuis is alles weer net als twee jaar «releden. De donkere deel met de oogstkrans 1e houten bank in de heldere keuken en de Drachtig wit geschuurde tafel. Zij gaat in de kamer van haar ouders. Jan blijft achter haar staan en zet het koffertje op de stoel naast de deur. „Het erf is schoon", zegt hij, „de velden zijn bebouwd. Toen je vader stierf, heeft je moeder mij gehaald. En sinds Witte Donderdag zit ik hier nu alleen met de oude Marieke en Jens, den knecht. Wanneer je wilt, zal ik nu gaan!". „Blijf alsjeblieft". Haar blik valt op de oude kist naast het bed. Ér ligt een japon zorgvuldig op uitgespreid. „Wat moet die japon daar?" „Die moet je aantrekken!" Jan spreekt moeilijk en langzaam. „Wanneer je naar het graf gaat. Het was haar laatste wensch!" „Haar laatste wenschIn Christine's hart weerklinkt een stem als een ontwakende groei. Het is haar alsof er 'n poort open gaat en als gedwongen grijpen haar handen naar het bontjasje. De eerste schaal breekt, denkt Jan, die het jasje over de stoel hangt. Wan neer hij weer opkijkt, staat Christine bij de kist en strijkt liefkoozend over de japon. Wan neer hij haar hoort snikken, gaat hij weg en sluit zachtjes de deur. Op de deel komt hij Marieke tegen, die hem met vragende oogen aankijkt. Hij zegt haar, dat zij Stine voor- loopig maar alleen moet laten. Hij zelf gaat naar buiten naar de akkers. Wanneer de zon ondergaat, ziet Christine hem van uit haar raam aankomen. Zij ziet zijn mannelijke manier van loopen, bloots hoofds, in een kort boeren buis, grove laar zenPlotseling ziet ze naast hem een ge stalte verschijnen in een lichte jas, Ralph Bornek!Christine krimpt in elkaar, dan strijkt ze met de hand over de oogen en kijkt dan ontzet over de wijde velden. Daar loopt Jan. Verder niemand. De zon daalt lang zaam op het landschap ner. De akkers glan zen als goud. Langzaam ioopt de jonge boer. Als heer en meester betreedt hij zijn ter rein. Op de geschuurde tafel in de keuken staat het dampende eten gereed. Marieke wacht met Jens, den knecht. Jan komt naast hen staan en alle drie vouwen de handen, stil en zwijgend. Dan treedt Christine met gelukkige oogen binnen. Heel eenvoudig gekleed, in rok en blouse. Oude Marieke ziet dadelijk, dat het afkomstig is uit de oude kist. Dan zegt Christine het gebed zooals vroeger. De maaltijd smaakt hen alle vier goed. Eindelijk staat Christine op. „Jan ik moet met je spreken". Samen gaan ze de trap op, naar de kamer van de boerin. Op de stoel naast de deur ligt een pak. „Ik heb alles ingepakt, het bontjasje, mijn jurk, mijn schoenen en zijden kousen alles gaat terug naar de stad". Jan staart haar onbegrijpelijk aan, einde lijk bewegen zijn lippen. „Waarom?" Zij hoort zijn vraag niet eens, maar geeft hem een brief. „Hier, lees, wat ik aan Bornek geschreven heb". Jan pakt aar zelend het papier „Wat gaat mij dat aan?" .Trees dan toch!" Langzaam gaat hij naar het venster, waardoor de schemering al naar binnen komt, buigt zich over de regels, on gaarne. Hij leest, dat zij, Christine, den heer Bornek voor altijd vaarwel zegt. Zoo ver leest hij, dan geeft hij haar de brief terug. „Daar kan ik niet veel over zeggen Zwijgend wandelen ze samen door het dorp. Door alle vensters schijnt licht. Ze komen veel jongens en meispes tegen, die neuriënd een liedje zingen. Heel stil en stijf loopt Jan naast Christine. Zou hij zich scha men met mij, denkt zij. Voor het huis grijpt hij haar hand. „Goede nacht dan maar". Ver schrikt kijkt zij hem aan. „Wat, laat je me alleen?" Hij ontwijkt haar blik „Ik slaap thuis! Wanneer je W€er indes». -lad Ze pakt hem bij den arm MiöL Ik blijf hier, Jan. Hoor ie w Het ls, alsof alles la ae Jan verroert zich niet. Heel i weerklinkt 't gezang van de flt "tf jes, die nog wat in den heerliikm en «Si- avond wandelen. Om de hoofden Christine waait de koele avond»-,5 Js" 5 zachte sluier. »'™0wind u, Twee handen zoeken elkaar en kaar vast. „Stine morgen vr« de heele boerderij laten zieni" 8 z''- - Dan stapt hij weg. De duisternis op. Met luid kloppend hart ziet ohï tal weggaan, luistert tot zijn voet, tf» gestorven zijn^PPen Op de oude kist ligt nog stees, japon. Het is het eerste, wat zii zife ze het licht aansteekt. Ze zet de op en houdt de japon voor zich T® 'KP neuriënd kijkt ze in den spiegel tv die stem in haar, jieel duidelijk én h Diep en gerust slaapt ze h, l' £?=-'°r. moeder. Zij droomt, dat Jan den l morgen naar haar toekomt oo ta Paaschmorgen, in zijn mooie sSLfostsi Meeren en dat zij hem in de draehi dorp tegemoet gaat. Hij laat haa ks boerderij zien, trotoch maar tovhéu luiden de Paaschklokken en zii bS samen ter kerke; hij en zij. n "aan Voor het graf van Moeder naVf v.- hand en hij laat haar niet meer lo, „i 11 als zij den drempel van de kerk h«. het Paaschkoraal weerklinkt ''"«en Midden in den nacht sihrikt n»w. plotseling wakker. Sprak daar niet |™T? Wordt- daar niet gefluisterd wi, haar hart! Hemel, weer die stem' Cïk™* lijk, heel helder.oeeI En ze luistert en luistert, het is zon het is, alsof er langzaam een zegeneM.Ï, over haar uitgestrekt wordt verfef".dr00mt CtoMne haar raooie M, V. RTSCHE ONEEUW Maart roert zijn staart! zegt een oud spreek, woord, waarmee men bedoelt, dat op vroege lentedagen heel weinig valt te vertrouwen om. dat de laatste dagen van deze maand en ook dé eerste Aprildagen vaak nog bitter koud winter- weer over ons land kLinnen brengen, Reeds uit. geloopen bladknoppen, de eerste stengels van voorjaarsbloeiers, al die vroegelingen, welke reeds door de Maartsche zonnestralen tot nieuw leven werden gewekt, loopen kans om weer deed te vriezen. Alleen de sneeuwklokjes en enkele bolgewassen kunnen vorst en sneeuw verdra. gen; ook de met witte bloesem beladen slee. doornstruiken laten de sneeuwbuien door'hun nog blad,erlooze takken heendwarrelen. Eerst als het gras wat te groenen begint, zien we ge. lijktijdig bloeiende madelieven, speenkruidjes anemonen en geurige viooltjes verschijnen, Ge^ lukkig bezitten de planten het vermogen om bij erge koude den groei er in te houden; de knop. pen zitten vorstvrij verpakt en veel vroeg bloeiende katjesdragers toonen eerst bladeren na den bloei. Maart is de lentemaand, doch eerst in April zien we de weiden frisch groenen. Als dan de zon schijnt en het regent, zeggen de Holland- sche boeren, dat het gras en kievietseieren re- gent. Maar de kievitten zijn reeds veel vroeger boven de weiden verschenen en het eerst gevon den kievitsei van het jaar kan men in de laatste Maartdagen verwachten. Toch is een broedende kievit in een besneeuwde weide bij guur voor jaarsweer wel te beklagen. Voedsel immers is toch nog moeilijk te vinden voor die vogels en hun eieren laten ze niet graag in den steek. Soms blijven de kievitten volharden: hun lichaamswarmte doet de sneeuw in de nestholte smelten en de vogels trachten de eieren warm te houden. Menig broedsel gaat echter onder de lentesneeuw verloren. Ook de roeken betrekken hun kolonienes'a al in Januari en in Maart zijn er al heel wat broedende roeken. Ook voor deze vogels is een strenge nawinter een geduchte tegenvaller. Hazen leven in het open veld. Al vroeg in het voorjaar hebben zij hun leger in lang gras of struikgewas, waar bij sneeuw en vriezend weder de jonge haasjes koude lijden. Heel wat van de jonge dieren sterven door de vochtigheid van de eerste lente. Slechts voor de roofvogels en de jagende viervoeters is de Maartsche sneeuw een buitenkansje. Andere vroegelingen zijn de jonge lammeren, die in Maart en in April onze weiden bevolken. Wel worden ze door de moederschapen omringd en ook zorgt de boer zoo noodig voor beschut ting. Maar och! De Oostenwind kan zoo nijpend koud blazen over de vlakke weiden. Velen hebben met de pasgeboren lammetjes op een kouden voorjaarsdag, als de weiden nog zoo dor zijn, de bladerlooze struiken niet de minste bescherming geven en de scherpe wind onze oogen tranen doet, medelijden. Zij gunnen die aardige diertjes veel bever een welkom op de wereld van een warme koesterende lentezon, dan ze zoo stakkerig te zien kleumen en rillen, al plaatst de ooi zich ook als een windschut \oo? hen en al drukken ze zich nog zoo dicht tegen moeders warme wolvacht aan. Maar ze harden toch al heel gauw en blijAen binnen enkele dagen al zoo vol gezonde levens- lust te zitten, dat ze ongeacht de Maarts® sneeuwvlokken lustig in de weide dansen. ',oeht jeugd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 16