Het Paaschfeest nadert!
Nieuwe Uitgaven
Vrouwen aan den opbouw
Mevrouw J. C. van Amstel
Van Löben Seis blikt in een
nieuwe wereld
gekust wording: onze eerste taak.
...„inrin riep, tot tweemaal toe, haar
Hfdenstrijd. G«en strijd om stoffelijke
volt opwin opjjOUW ïan een nieuwe
°rm volk in breede lagen heeft ge-
wereld. t om g;ng in de radiorede van
voeld. wssi E in bizonder werden wij,
31 SSep getroffen!
,rM!ÏÏ we gaan uitpluizen, waarom? Och,
ai™ behoeven we 't niet te zoeken:
1<X fc omdat ook wij weten en altijd in
W van ons hart wel geweten hebben
het oePp wereld die doodziek is. niet te
- da i Kil zijn met systemen, stelsels, poli-
6eie partfc dat niet de kracht van haat
tegenover .,de anderen", uitbrekend
81 weCTin dood en verderf en tranen, uit-
s - sèli-k de overwinning zullen behalen,
rfat de stil'e, doorwerkende kracht van
jj^oede zal triomfeeren in een veranderde
«ü14:,, _«ten —misschien onderdrukt door
^- schijnbaar „nuchter verstand". is
Hmr ie moedige, glasheldere woorden
van me Landsvrouwe, wakker geschud en
'"wTmïenMis voelen: de uitdraagsters
van een oud. doch nu weer blinkend nieuw,
moeien we ons allen helder .bewust
JE En wij, die „aan den weg timmeren":
Teksieis schrijfsters, journalisten, vrouwen,
f, sociaal'werk verrichten, wij moeten ge-
Smik maken van deze enorme versterking, om
Trouwen, waarmee we in aanraking ko
nen bewust te maken. Bewust van haar
ÏUing tot den op-bouw.
■t Was in de eerste dagen na 27 Januari,
lichte dazen van innerlijk enthousiasme, dat
«n lang gekoesterd plan om in deze rubriek
Zn reeks vrouwen aan den opbouw" voor u
doen leven, een begin van uitvoering kreeg.
Vrouwen, bezig aan dien nieuwen, geeste-
liiken opbouw, zijn die er reeds in onze wereld,
ta ons landje? Ik wist, dat ze er moesten
zijn en ik heb ze gevonden.
Nietwaar? moreele en geestelijke her
bewapening: 't is een lastig woord. Een kame
leon veranderend van kleur bij ieder mensch,
die het uitspreekt. Modewoord, holle leus, in
dien we te traag zijn om ons erop te be
zinnen, doch een geweldige kracht ten goede
Indien wij zijn geestelijken inhoud verstaan.
Mag ik u eerst meenemen naar het vrien
delijke, moderne Amstelveen, gemeente Nieu-
wer-Amstel? Mevrouw Van Amstel—Van Lö
ben Seis u weet wel: de. vrouw, die onlangs
voor de A.V.R.O. zoo snedig heeft gesproken
over „dien-plicht in het gezin", waardoor we
al weer moed schepten om onze echt-
ei en jongens zoo noodig tot de orde te
roepen! wacht mij in haar studeerkamer.
Ons uitzicht: 't wijde meer, dat ligt te stra
len en te blikkeren in een winterzon, die aan
lente doet denken.
En na deze entourage mijn gastvrouw zelve:
een hooge, forsche gestalte, een gemoedelijk
vriendelijk gelaat, dat ook streng kan kijken:
type van intellectueele, toch ook deftige huis
vrouw, dat, dunkt me, wel zéér speciaal Neder-
landsch is. Maar ook dit is nog min of meer
„entourage". Nader kom ik tot de persoon
van mevrouw Van Amstel, als ze mij iets ver-
rtelt van haar werk en de kringen, waarin ze
zich beweegt.
I Een politica? Ja, en neen. Uit overtuiging
behoorde ze tot de Chr. Hist, partij, vaste
medewerkster aan het Geref. Weekblad
„Woord en Geest", secretaresse van den Chr.
Hist. Vrouwendag van 9 Maart 1S33, vice-
presidente van de Christenvrouwen - Volken-
bonds-Vredesactie 1931, medewerkster van de
A.V.R.O. „Korte gesprekken", 2y2 jaar lang
leidster van het vrouwenhalfuurtje van de
N.C.R.V., is mevr. Van Amstel, toch in de
eerste plaats vrouwen niet vóór alles poli
tica.
Haar maatschappelijke talenten werden
ontplooid in een loopbaan aan de Utrechtsche
secretarie, afd. onderwijs, haar gemoedsleven
kwam tot vollen bloei in een gelukkig huwelijk
en moederschap.
Een vrouw dus, aan wie alle facetten van
het vrouwelijke wezen zijn geslepen, en hier
van getuigde in een lange reeks artikelen in
verschillende bladen en tijdschriften, waarvan
een serie onder den titel „de brieven van de
onbekende" in boekvorm is verschenen. „Wij
zijn aan een verder station aangekomen dan
vele mannen" drukt mevrouw Van Amstel
het kernachtig uit. „We weten dat de nood
der wereld niet uitsluitend langs eco-
nomischen en maatschappelijken weg kan
worden opgelost. Vóór alles is de geestelijke
oplossing noodzakelijk".
En hiermee zitten we opeens midden in
t interview.
„Misschien zijn er ook wel mannen, die
zien hiervan bewust geworden zijn".
..Ongetwijfeld: de enkeling is ontwaakt,
«aar vele groepen zijn nog ietwat slapende.
j>e oreede massa, werkend naar buiten, zoekt
t nog altijd uitsluitend in het maatschappe-
wl. P°litieke> in den strijd van volk
w! van Parfcij tegen partij, van systeem
gen systeem. De wereld is doorschoten van
wl'ctS mannelijk, principe. Dor, quasi
vKstandig, spitsvondig geredeneer, verdacht
making, haat en nijd tegen ieder, die tot
eenandere volksgroep behoort. En als daar
Tja is, oprecht gemeend streven naar op-
,w' is het slechts voor één groep, één
S!' volk' met verguizing van al het
naere. Deze strijd van jaren en eeuwen is
i urdfr en bitterder geweest dan thans,
Europeesche beschaving eraan
®eigt ten onder te gaan".
■En. ..de vrouw?"
voelt m'n gedachtengang. N u moet de
narUm n w°°rd, neen, beter gezegd, tot
hmw S^en' Ze m 0 S e n als geheel niet
irwi Zeker, vrouwen hebben reeds
P l0,°P der eeuwen veel gebouwd, vooral
°P barmhartigheidsterrein. Maar zeer veel
jus met volkomen bewust, veelal gebruikt in
nsi van door den man uitgedachte syste
men en partijen.
®itLiV-rouw' met baar eigen, volledig ont-
nintr i wezen- i5 zich bewust van haar roe-
nipfi •Plensch, maar vergeten wij 't
van'h~ s^at n°S niaar heel aan 't begin
naar taak in de wereld. Bewustwor-
j J» !an deze taak moet het eerste zijn; als
oasis goprt iSi voig-t de staatkundige en
ke uitwerking vanzelf".
basis?"
op en gehoorzaamheid aan de
v - wetten van het leven, zooals die
eX tv tijden zijn neergelegd in het Evan-
iTr: spreek niet te boud, wanneer ik met
Muaschap constateer, dat het verlan-
s n m breede lagen van ons volk en vooral
n. onze vrouwen, thans meer dan ooit
rinni- jlenwaarden uit gaat. „Dient elkander
wd-m- .,.€fde"' „draagt elkanders lasten",
liun des i de mensclien u doen, doet gij
Oude bekenden
En hier ziet U een gezellig
knutselwerkje voor Uw tafel
Ook de kinderen
mogen meehelpen
Wat een genoegelijke dagen zijn er niet te
bedenken om onze vroolijke Paaschtafel nog
extra luister bij te zetten! Ieder jaar opnieuw
weet Moeder met een verrassing voor den
dag te komen en zoo zal dit jaar nu de eet
tafel versierd worden met leuke kleine voor-
stellinkjes en alleraardigste standaardjes,
waarin de prachtig beschilderde of gekleurde
eieren ten volle tot hun recht zullen komen.
Dergelijke ornamentjes zijn, vooral omdat we
er doorgaans een flink aantal van noodig heb
ben, nog vrij kostbaar om ze klaar te koopen,
zoodat we ons liefst beperken tot die inge
nieuze tafelversierinkjes, die practisch alleen
als fabriekswerk het levenslicht aanschou
wen. Onze foto laat een aardig drietal daar
van zien, dat zeker grooten bijval zal vinden.
Daar we echter de eierstandaardjes zonder
veel moeite en kosten zelf kunnen maken, is
deze uitgave gemakkelijk te besparen en
kunnen we wat meer aan de eerstgenoemde
besteden. Boyendien kunnendekinderen.er
ook aan mee helpen, wat een extra, feest zal.
zijn, want niets is immers zoo'heerlijk als een
verantwoordelijke opdracht voor 'Moeder te
mogen uitvoeren!
Van welk materiaal we de standaardjes
maken?
Van dun triplex, waar dan de figuurzaag aan
te pas moet komen, of van stevig carton, dat
voor de kleintjes minder gevaarlijk.is. En dan
voor ieder exemplaar nog drie gewone hou
ten kralen, die de voetjes zullen vormen en
wat leuke kleurtjes verf. Is er wellicht nog
wat houtlijm in huis? Dat is wel het beste
plakmateriaal voor ons karweitje!
Daar gaan wij dan! Eerst teekenen we op ge
woon wit papier een cirkel van ongeveer 41/*
c.M. middellijn (om bijvoorbeeld een eier
dopje), en daaromheen weer een cirkel, welke
ongeveer 3M> c.M. aan alle zijden grooter is
(om bijv. een kopje of een klein schoteltje)
In twaalf gelijke deelen wordt de grootste
cirkel nu verdeeld door middel van potloodlij
nen. Om de andere streep meten we daarna
van den buitencirkel naar het midden 2 c.M.
af en stippen dit aan. Via de lijn tusschen
twee afgestipte lijnen in, trekken we daarna
halve cirkeltjes tot aan den grooten buiten-
cirkel, zoodat we in totaal zes boogjes krijgen.
We hebben nu den juisten buitenomtrek ge
kregen, dien we uitknippen. Ook het midden
cirkeltje wordt weggeknipt en wat we voor
ons hebben is het plattegrondje van ons
standaardje, dat we net zooveel kunnen na
trekken op het triplex of carton, als we dat
wenschen. Na het uitzagen of knippen schuren
we de randjes met schuurpapier bij en kun
nen daarna rijkelijk aan het versieren gaan
met alle beschikbare kleuren verf die we heb
ben. Het aardigst is, om ieder standaardje
een ander-aanzien te geven, ondanks het feit,
dat ze alle dezelfde bloempjes krijgen. Dit be
werken we door steeds andere .kleuren te kie
zen. Het eerst echter worden alle „ónder-
gronden" en kralen geverfd. Dit moet een
nachtje over drogen, waarna de stipjes aan
de beurt komen, want uit niets anders be
staat feitelijk ons schilderen. Op ieder zesde
deeltje komt een rond bloempje, waarvan we
het midden open laten, zoodat de ondergrond
bij wijze van hartje doorschemert. Langs den
geheelen buitenomtrek brengen we daarna
anders gekleurde stipjes aan en voorts tus
schen de halve rondjes in, tegen den midden
cirkel geleund, drie, twee of één stipje van
weer een andere kleur. Nadat ook dit geschil
der klaar en droog is, lijmen we, om het an
dere, onder de betreffende halve rondjes de
kralen en klaar zijn wel
NORA HANA.
Psychologie van den schoonvader
Een onver'beterlijk egoïst, maar in
zijn slechtheid doet bij het eenigc
goede
„Mijn schoonmoeder is een schat", zegt de
een, „ik zou me geen betere wenschen!"
De ander zegt niets, maar fronst betee-
kenisvol het voorhoofd, óf hij zegt „Hum!"
Een derde de niet schoonmoeder-bezit
ter verzamelt dit materiaal voor zijn mop
pentrommel.
Waarom vraag ik me af wordt er steeds
en steeds weer over de schoonmoeders ge
klaagd, gespot, gezucht, gebulderd? Zijn de
schoonvaders zooveel beter, omdat de annalen
der geslaagde en minder geslaagde huwelijken
eenstemmig over hen zwijgen?
Ik geloof dat de schoonvaders beter zijn dan
de schoonmoeders, omdat ze., zooveel slech
ter zijn.
Het slechte, het ellendige, het irriteerende
aan de schoonmoeder is n.l. niet iets slechts
op zichzelf, maar een teveel van het goede.
De schoonmoeder is n.l. voortdurend bezig, het
jeugdige gezin van haar kinderen goed te
doen, te helpen en te raden; de schoonvader
rookt zijn sigaar en wil niets weten, want als
hij alles wist zegt hij dan zou hij
ingrijpen!
De schoonmoeder is tot in merg en nieren
moeder en vrouwook als haar zoon, haar
kostbare, zéér bizonder aangelegde, zéér ge
voelige zoon al getrouwd is. En natuurlijk kan
de jonge vrouw hem nooit zóó precies kennen
en zóó goed verzorgen als moeder het kan.
De jonge vrouw is echter ook vrouw en
daarom wil ze haar man zélf goed verzorgen!
De oude vrouw is op van de zenuwen, omdat
ze niet gelooft, dat daar iets van terecht komt.
En de jonge vrouw is op van de zenuwen, om
dat moeder dit niet gelooft!
En dan komt er ruzie. De schoonmoeder
begint al naar haar temperament het
voorschrijft te toornen of stille tranen te
vergieten, maar ze begrijpt alleen maar niet,
dat de ideale schoonmoeder d i e schoonmoe
der is, die precies het voorbeeld volgt van
den schoonvader.
Mevr. J. c. van Amstelvan Löben Seis.
't Zijn eenvoudige levenswaarden, die de
echte vrouw, zij het met veel strijd en moeite,
nastreeft in haar eigen, persoonlijke wereld:
het gezin.
De grondpilaar, waarop 't gezin rust is
ik bracht dit o.a. in mijn slotwoord van de
bijeenkomst over het dienstbodenvraagstuk te
Amsterdam nog eenigszins uitvoeriger naar
voren de verankering in boven-persoonlijke,
dus goddelijke vastigheden. M.a.w. het komt
bij het gezinsleven voor alles aan op de gees
telijke structuur. Is die de rechte, steunt
zij dus op eeuwigheidswaarden, dan slechts
is het familieleven bestand tegen de levens-
stormen, welke wij thans doormaken.
Als het goed is, dan is de vrouw en moeder
de genius van het gezin, die met fijne intuïtie,
ook en vooral geestelijk, verzorgt, beschermt,
opbouwt door haar voorbeeld.
Ze geeft, iederen dag weer, haar heele zelf
en voedt hierdoor haar kinderen op tot ge
meenschapszin. En heel vaak gaat dit onbe
wust, dat getuigen de duizenden volwassenen
die „een goede moeder hebben gehad" en
daardoor in later jaren zich in den levens
strijd konden staande ouden, 't Waren dik
wijls niet de gesprekken met moeder, niet
haar wijze lessen, maar 't was enkel de her
innering aan haar wezen van dienende liefde.
Zoo triomfeert reeds nu overal de „stille
Wat doet de schoonvader dan?
Natuurlijk heeft hij vóór het huwelijk ge
mopperd en opgespeeld dat het hongerlijden
zou worden, maar sindsdien heeft hij de bit
tere pil geslikt en philosofisch tegen zijn op
standig hart geredeneerd: ,,'t Is nu eenmaal
zoo; ze moeten zelf maar zien, hoe ze er door
komen". Hij bemoeit zich slechts dan met het
jeugdige gezin, als ze hem om raad vragen.
Hun gordijnen laten hem koud. „Mensch.
waar bemoei je je mee?", zegt hij tegen z'n
vrouw. En tegen de jonge luitjes: „och kom,
zóó erg is 't niet!" of ,,'t zal vanzelf wel weer
bijdraaien", en dergelijke diepzinnige troost
redenen meer. Slechts ..in échte noodgevallen
windt hij zich eventjes op, om dan échter na
vijf minuten zijn sigaar weer op te nemen
en waardig te verklaren: „Eigenlijk gaat me
ook de heele zaak niets aan; zie zelf maar
hoe je 't bolwerkt. Jullie hebt het zelf zoo ge
wild". Dit zegt hij, omdat hij eigenlijk oen
vreeselijk slecht mensch is, een egoïst, die
alleen maar zijn sigaar wil rooken, maar on
bewust doet hij het eenige juiste
BOB.
Wie haar kasten met bezemen keert, komt
zeker oude kennissen tegen, wier bestaan men
gladweg vergeten was.
Daar heb je warempel mijn ronde spiegel
tje weer, daar heb ik men nu suf naar gezocht
een paar maanden geleden.
En daar zijn de kiekjes die ik laatst niet
kon vinden.
Achter allerlei stapels vond ik nog een
paar heel goede sportkousen.
Ook dierbaarder herinneringen komen voor
den dag, brieven, allerlei voorwerpen van vroe
gere feestjes en dergelijke, waar bijna iedereen
wel wat van bezit, en die altijd van den meest
uiteenloopenden aard zijn. Wie zich voorstelt
dat zij al die dierbaarheden beschouwt met het
oog van een buitenstaander, kan er waarschijn
lijk een glimlach niet bij onderdrukken, zóó
heterogeen is de verzameling die de herinnering
aan veel gelukkige uren voor ons bewaart, voor
zoover die niet in ons geheugen zijn gebleven.
Nu wordt in deze maanden van het jaar altijd
over veel huisvrouwen de opruimwoede vaar
dig, en zij wikken en wegen bij het schoonmaken
van kasten en laden wat wèl en wat niet kan
worden weggegooid. Degenen met een verzamel-
complex moeten zich geweld aandoen, om ook
maar het onaanzienlijkste lapje, kluwentje wol
of stukje band weg te doen: het zou immers
nog weieens voor iets dienst kunnen doen.
Daarmee paaien zij zichzelf, maar de eigen
lijke waarheid is, dat zij manie gaan aan de
bewaarwoede, alles wat zij bewaren willen
zorgvuldig opbergen, maar er nooit of te nim
mer meer naar omkijken. Waarna het hun het
volgend jaar bij de schoonmaak opnieuw in
handen valt, en zij het weer bewaren „omdat
het nog weieens dienst zou kunnen doen."
Lijnrecht daartegenover staan de anderen
die niets overtolligs in huis dulden, en die zoo
radicaal tewerk gaan, dat dingen die in een half
jaar niet gebruikt zijn, meteen maar weg moe
ten, en die romantische herinneringen uit den
booze vinden.
Rommel zal men hij hen nooit vinden, maar
zij zien zich toch weieens voor het aanschaffen
van nieuwe dingen geplaatst, die overbodig
zouden zijn. als zij niet altijd zoo angstwekkend
radicaal in hun opruimwoede waren.
Nu is het eigenaardige, dat tusschen deze twee
bewaar- en opruim-zuchtigen alle mogelijke
andere soorten van vrouwen zijn, die noch naar
de eene noch naar de andere zijde radicaal zijn,
maar die in dezen tijd van het jaar dat opeens
worden, meestal gericht naar de zijde van de
opruimwoede, en die in een soort van roes weg
gooien wat zij bij nader overleg en met een koel
hoofd veel liever hadden bewaard.
Wij kunnen dan spotten met zulke dierbare
herinneringen als een eerste liefdesbrief of het
eerste haar van baby of het eerste tandje, mis
schien een balboekje met halfvergeten namen,
of een portretje van een oude liefde, diep in ons
hart zetelt die spot niet, maar hechten wij er
toch nog wel wat waarde aan, omdat zij immers
mooie herinneringen wakker roepen ,o£ mis
schien wel bittere herinneringen maar die door
den tijd hun scherpe kanten hebben verloren.
Daar komen onze bedrijvige handen en onze
radicale voorjaarsschoonmaak-geest en zonder
erbij te denken gaat al die rommel den gewo
nen weg, dien naar de prullenmand.
Men behoeft niet sentimenteel of overgevoe
lig te zijn, om waarde te hechten aan een paar
kleine herinneringen, en er bestaat zelfs gevaar,
dat dit al te radicale opruimen een leegte zal
veroorzaken die toch wel even pijn doet; men is
niet alleen de mensch van het heden, maar ook
die van het verleden, en wie kan, zonder de
samenvoeging van deze beide grootheden: het
verleden en het heden, de mensch van de toe
komst worden, waarnaar wij toch allen: streven!
Niet al te radicaal optreden huisvrouwen, de
belangrijke oogenblikken uit het verleden zijn
niets minder waard dan die van vandaag en van
morgen.
E. E. J.—P.
doorwerkende kracht". Maar zij zal eerst vol
ledig tot overwinning komen, als de vrouw
zich geheel bewust is geworde van haar roe
ping, ook in de maatschappij".
,Ligt hierin voor uw gevoel geen conflict?"
„Neen, maar het zal wel een zware taak
zijn. De gestalte van Josephine Butler, de
vrouw, die het bestaan heeft, als echtgenoote
een wereldhervormster te worden, staat mij
als ideaal voor oogen. De tweeërlei taak dei-
vrouw mag er niet toe leiden, dat zij op een
dezer twee levensgebieden, gezin óf maat
schappij, half werk verricht. En dit behoeft
ook volstrekt niet. Ik zie het veeleer zóó, dat
de getrouwde vrouw in haar eerste huwelijks
jaren, als de kinderen nog jong zijn, haar
„opleiding" doormaakt voor haar later
taak in de maatschappij. Wat zij eerst in 't
gezin doet: opvoeden tot de gemeenschaps
gedachte, zorgen, dienen, wordt in later jaren,
als de kinderen tot hun bestemming zijn ge
komen, en haar leven rustiger is geworden, in
breeder kring uitgedragen. Waar zij eerst
moeder van haar eigen kinderen was, wordt
zij dan, zooals Johanna Naber het zoo prach
tig heeft uitgedrukt, „moeder der velen".
Wanneer de vrouw dit leert verstaan, sullen
er geen teleurgestelde oudere vrouwen meer
zijn, die na het uitvliegen van haar kroost
zich leeg en eenzaam voelen óf zich zielig-
krampachtig aan haar getrouwde kinderen
blijven vastklemmenZucht u?"
„Ja ik dacht eraan, dat wij van dit ideaal
nog wel héér ver verwijderd zijn".
,,'t Zal ongetwijfeld zwaar zijn, maar
we leven snel. Overal, in allerlei kringen, in
allerlei groepjes, begint de gedachte van den
geestelijken opbouw veld te winnen en de
vrouw wordt zich haar roeping bewust als
gemeenschapsmensch. De krachten z ij n er,
al zijn ze nog versnipperd.
Maar er zijn fouten en zwakheden: te veel
werken we enkel door middel van ons ge
moed. We leven teveel bij de invallende ge
dachte, we ontwijken maar al te vaak de
verantwoordelijkheid voor wat we denken.
Hierin zullen we onszelf moeten opvoeden:
dan worden onze gedachten tot beweegkracht
en dan gaan we de goede, opbouwende krach
ten, die in ons onderwustzijn schuilen, in de
wereld uitdragen.
Wij vrouwen hebben het onschatbare voor
recht, dat we bijna nooit in politieke stroo
mingen verward zitten. Daardoor staan we
om een militairep term te gebruiken „op
den afstand van duidelijk zien". En n u zien
we. waaraan de wereld behoefte heeft.
Liefde opbouw, offers
De krachtige stem zwijgt. Onze gedachten
zwerven voor. een oogenblik naar blinkende
verten van een nieuwe wereld. De zon schittert
op het meerja 't wordt weer lente!
R. DE RUYTERV. d. FEER.
ZORGEN VAN DE PARIJSCHE MIDINETTE.
3francs uurloon en 20.000 k.g.
confectie uit Amerika!
De levensmiddelenprijzen, huren en belas
tingen stijgen te Parijs voortdurend, zoodat
de duurte hét onderwerp van gesprek vormt
in de meest verschillende kringen. En tóch
blijft de door Parijs wandelende dame steeds
weer verbaasd voor de étalages der modema
gazijnen staan als ze de uiterst lage prijzen
der japonnen in oogenschouw neemt. Hoe is
dat mogelijk, denkt ze, bij de steeds stijgende
prijzen van stoffen en garnituren?
Men moet een weinig op de hoogte zijn van
de verhoudingen in de Parijsche modewereld
om het raadsel te kunnen oplossen. De Pa
rijsche confectie wordt niet in fabrieken,
doch door thuiswerksters gemaakt. En de
Mimi's, Minettes, Francoise's en Marguerite's,
uitstekende naaisters, die voor verschillende
„entrepreneuses" werken, ontvangen3
francs 50 per uur.
De meisjes zien er bijna allen slecht uit,
maar zijn keurig gekleed en weten zelfs te
vertellen van bioscoopbezoek. Echte levens-
kunstenaresjes dus! Haar „madame" is een
kleine coupeuse, die enkele naaisters in dienst
heeft. Zij krijgt van de modefirma, waarvoor
ze werkt, patronen en materiaal, knipt de ja
ponnen zelf en laat de meisjes ze naaien.
Opslag? Onmogelijk. Zij zelf verdient per
japon slechts 20 tot 30 francs. En als ze meer
zou vragen, dan zou ze eenvoudig geen op
drachten meer krijgen! Dus dan ligt de fout
zeker bij de directrices van de groote mode
huizen? Neen, ook hier wordt weinig verdiend.
Ontzaglijke bedragen moeten worden betaald
aan huur, bedienden, verlichting, reclame, be
lasting
Neen, de oorzaak van al deze zorgen en
schandelijk geringe verdienste is, dat de Pa-
rlsienne geen fabrieksconfectie maakt. Zij
de directrice van het modehuis, de „entre-
preneuse", de naaister richt zich naar den
persoonlijken smaak van den klant, en dan
moet, zelfs ondanks de geringe verdienste,
de confectie wel duur worden.
Enhoe komen dan al die spotgoedkoo-
pe japonnetjes in de étalages van de Parijsche
modehuizen?
„O" zegt de „entrepeneuse", dat komt alle
maal uit Amerika! 20.000 k.g. confectie is dit
jaar geïmporteerd, allemaal fabriekswerk en
dus ondanks vracht en belasting nog veel
en véél goedkooper dan ons eigen werk!"
En dusdraagt de welgestelde Parisienne
de japonnen, die de midinettes maken of vol
gens haar eigen smaak veranderen, en de
midinette zelf koopt een Amerikaansch serie-
japonnetje, dat zij op geniale wijze met een
echt Pariisch toetsje verlevendigt!
Fluweel-bekleeding
wordt ontvet door middel van fijn, zeer droog
zand. dat men een uurtje op den stoel Laat
liggen en daarna afborstelt. Het zand neemt
het vettige stof mee. Ook met zemelen kunt
u goede resultaten bereiken.
Zondag:
Pouletsoep.
Kalfsnierstuk
Andijvie.
Gevulde sinaasappelen
Maandag:
Koud nierstuk
Brusselsch Lof.
Vanillevla met bis
cuits en rozijnen
Dinsdag:
Gekookte ham
Witte boonen met
zure saus.
Koffievla
Woensdag:
Witte boonensoep
Kalfslapjes
Spinazie.
Donderdag:
Biefstuk
Gebakken aardappelen
Kropsla
Warme broodpudding
met schuimsaus
Vrijdag:
Vischschotel van schel-
visch met tomaat
en ui
Worteltjes
Rijstebrij
Zaterdag:
Stamppot van raap
stelen met aardappe
len en rookworst
Sinaasappelcompöte,
VEGETARISCHE MAALTIJDEN.
1. Kop bouilon
(Maggie of poviet).
Jachtschotel van uien
en bruine boonen
Gestoofde pruimen
2. Roerei of gebak
ken brood
Stamppot van rauwe
spinazie
Rödgröd met
vanillesaus
3. Schotel van rauwe
bieten, appel en
veldsla
Gebakken aardappelen
Warme vermicelli-
pudding met
abrikozensaus
4. Posteleinsoep
Bloemkool met
kaassaus
Aardappelpuree
Rijstkoekjes
Bij de uitgeverij J. Philip Kruseman te Den
Haag zijn verschenen: „Liefde slaat diepe
wonden" door Topping Miller (vertaling C.
Kroesen)
„Verzegelde harten" door Emile Loring
(vertaling Joanne Jansen), „De eeuwige
droom" door Denise Robins (geautoriseerde
vertaling van G. J. Werumeus Buning-Ensink
en „Verboden wegen", door Frank C. Robert
son.
Bij de N.V. De Spieghel en N.V. Het
Kompas is verschenen ..Het Amerikaansche
avontuur" (Een Duitsch werkstudent in de
Vereenigde Staten) door Wolfgang Langewie-
sche, vertaald door H. J. Been.