Het Paaschfeest nadert! Nieuwe Uitgaven Vrouwen aan den opbouw Mevrouw J. C. van Amstel Van Löben Seis blikt in een nieuwe wereld gekust wording: onze eerste taak. ...„inrin riep, tot tweemaal toe, haar Hfdenstrijd. G«en strijd om stoffelijke volt opwin opjjOUW ïan een nieuwe °rm volk in breede lagen heeft ge- wereld. t om g;ng in de radiorede van voeld. wssi E in bizonder werden wij, 31 SSep getroffen! ,rM!ÏÏ we gaan uitpluizen, waarom? Och, ai™ behoeven we 't niet te zoeken: 1<X fc omdat ook wij weten en altijd in W van ons hart wel geweten hebben het oePp wereld die doodziek is. niet te - da i Kil zijn met systemen, stelsels, poli- 6eie partfc dat niet de kracht van haat tegenover .,de anderen", uitbrekend 81 weCTin dood en verderf en tranen, uit- s - sèli-k de overwinning zullen behalen, rfat de stil'e, doorwerkende kracht van jj^oede zal triomfeeren in een veranderde «ü14:,, _«ten —misschien onderdrukt door ^- schijnbaar „nuchter verstand". is Hmr ie moedige, glasheldere woorden van me Landsvrouwe, wakker geschud en '"wTmïenMis voelen: de uitdraagsters van een oud. doch nu weer blinkend nieuw, moeien we ons allen helder .bewust JE En wij, die „aan den weg timmeren": Teksieis schrijfsters, journalisten, vrouwen, f, sociaal'werk verrichten, wij moeten ge- Smik maken van deze enorme versterking, om Trouwen, waarmee we in aanraking ko nen bewust te maken. Bewust van haar ÏUing tot den op-bouw. ■t Was in de eerste dagen na 27 Januari, lichte dazen van innerlijk enthousiasme, dat «n lang gekoesterd plan om in deze rubriek Zn reeks vrouwen aan den opbouw" voor u doen leven, een begin van uitvoering kreeg. Vrouwen, bezig aan dien nieuwen, geeste- liiken opbouw, zijn die er reeds in onze wereld, ta ons landje? Ik wist, dat ze er moesten zijn en ik heb ze gevonden. Nietwaar? moreele en geestelijke her bewapening: 't is een lastig woord. Een kame leon veranderend van kleur bij ieder mensch, die het uitspreekt. Modewoord, holle leus, in dien we te traag zijn om ons erop te be zinnen, doch een geweldige kracht ten goede Indien wij zijn geestelijken inhoud verstaan. Mag ik u eerst meenemen naar het vrien delijke, moderne Amstelveen, gemeente Nieu- wer-Amstel? Mevrouw Van Amstel—Van Lö ben Seis u weet wel: de. vrouw, die onlangs voor de A.V.R.O. zoo snedig heeft gesproken over „dien-plicht in het gezin", waardoor we al weer moed schepten om onze echt- ei en jongens zoo noodig tot de orde te roepen! wacht mij in haar studeerkamer. Ons uitzicht: 't wijde meer, dat ligt te stra len en te blikkeren in een winterzon, die aan lente doet denken. En na deze entourage mijn gastvrouw zelve: een hooge, forsche gestalte, een gemoedelijk vriendelijk gelaat, dat ook streng kan kijken: type van intellectueele, toch ook deftige huis vrouw, dat, dunkt me, wel zéér speciaal Neder- landsch is. Maar ook dit is nog min of meer „entourage". Nader kom ik tot de persoon van mevrouw Van Amstel, als ze mij iets ver- rtelt van haar werk en de kringen, waarin ze zich beweegt. I Een politica? Ja, en neen. Uit overtuiging behoorde ze tot de Chr. Hist, partij, vaste medewerkster aan het Geref. Weekblad „Woord en Geest", secretaresse van den Chr. Hist. Vrouwendag van 9 Maart 1S33, vice- presidente van de Christenvrouwen - Volken- bonds-Vredesactie 1931, medewerkster van de A.V.R.O. „Korte gesprekken", 2y2 jaar lang leidster van het vrouwenhalfuurtje van de N.C.R.V., is mevr. Van Amstel, toch in de eerste plaats vrouwen niet vóór alles poli tica. Haar maatschappelijke talenten werden ontplooid in een loopbaan aan de Utrechtsche secretarie, afd. onderwijs, haar gemoedsleven kwam tot vollen bloei in een gelukkig huwelijk en moederschap. Een vrouw dus, aan wie alle facetten van het vrouwelijke wezen zijn geslepen, en hier van getuigde in een lange reeks artikelen in verschillende bladen en tijdschriften, waarvan een serie onder den titel „de brieven van de onbekende" in boekvorm is verschenen. „Wij zijn aan een verder station aangekomen dan vele mannen" drukt mevrouw Van Amstel het kernachtig uit. „We weten dat de nood der wereld niet uitsluitend langs eco- nomischen en maatschappelijken weg kan worden opgelost. Vóór alles is de geestelijke oplossing noodzakelijk". En hiermee zitten we opeens midden in t interview. „Misschien zijn er ook wel mannen, die zien hiervan bewust geworden zijn". ..Ongetwijfeld: de enkeling is ontwaakt, «aar vele groepen zijn nog ietwat slapende. j>e oreede massa, werkend naar buiten, zoekt t nog altijd uitsluitend in het maatschappe- wl. P°litieke> in den strijd van volk w! van Parfcij tegen partij, van systeem gen systeem. De wereld is doorschoten van wl'ctS mannelijk, principe. Dor, quasi vKstandig, spitsvondig geredeneer, verdacht making, haat en nijd tegen ieder, die tot eenandere volksgroep behoort. En als daar Tja is, oprecht gemeend streven naar op- ,w' is het slechts voor één groep, één S!' volk' met verguizing van al het naere. Deze strijd van jaren en eeuwen is i urdfr en bitterder geweest dan thans, Europeesche beschaving eraan ®eigt ten onder te gaan". ■En. ..de vrouw?" voelt m'n gedachtengang. N u moet de narUm n w°°rd, neen, beter gezegd, tot hmw S^en' Ze m 0 S e n als geheel niet irwi Zeker, vrouwen hebben reeds P l0,°P der eeuwen veel gebouwd, vooral °P barmhartigheidsterrein. Maar zeer veel jus met volkomen bewust, veelal gebruikt in nsi van door den man uitgedachte syste men en partijen. ®itLiV-rouw' met baar eigen, volledig ont- nintr i wezen- i5 zich bewust van haar roe- nipfi •Plensch, maar vergeten wij 't van'h~ s^at n°S niaar heel aan 't begin naar taak in de wereld. Bewustwor- j J» !an deze taak moet het eerste zijn; als oasis goprt iSi voig-t de staatkundige en ke uitwerking vanzelf". basis?" op en gehoorzaamheid aan de v - wetten van het leven, zooals die eX tv tijden zijn neergelegd in het Evan- iTr: spreek niet te boud, wanneer ik met Muaschap constateer, dat het verlan- s n m breede lagen van ons volk en vooral n. onze vrouwen, thans meer dan ooit rinni- jlenwaarden uit gaat. „Dient elkander wd-m- .,.€fde"' „draagt elkanders lasten", liun des i de mensclien u doen, doet gij Oude bekenden En hier ziet U een gezellig knutselwerkje voor Uw tafel Ook de kinderen mogen meehelpen Wat een genoegelijke dagen zijn er niet te bedenken om onze vroolijke Paaschtafel nog extra luister bij te zetten! Ieder jaar opnieuw weet Moeder met een verrassing voor den dag te komen en zoo zal dit jaar nu de eet tafel versierd worden met leuke kleine voor- stellinkjes en alleraardigste standaardjes, waarin de prachtig beschilderde of gekleurde eieren ten volle tot hun recht zullen komen. Dergelijke ornamentjes zijn, vooral omdat we er doorgaans een flink aantal van noodig heb ben, nog vrij kostbaar om ze klaar te koopen, zoodat we ons liefst beperken tot die inge nieuze tafelversierinkjes, die practisch alleen als fabriekswerk het levenslicht aanschou wen. Onze foto laat een aardig drietal daar van zien, dat zeker grooten bijval zal vinden. Daar we echter de eierstandaardjes zonder veel moeite en kosten zelf kunnen maken, is deze uitgave gemakkelijk te besparen en kunnen we wat meer aan de eerstgenoemde besteden. Boyendien kunnendekinderen.er ook aan mee helpen, wat een extra, feest zal. zijn, want niets is immers zoo'heerlijk als een verantwoordelijke opdracht voor 'Moeder te mogen uitvoeren! Van welk materiaal we de standaardjes maken? Van dun triplex, waar dan de figuurzaag aan te pas moet komen, of van stevig carton, dat voor de kleintjes minder gevaarlijk.is. En dan voor ieder exemplaar nog drie gewone hou ten kralen, die de voetjes zullen vormen en wat leuke kleurtjes verf. Is er wellicht nog wat houtlijm in huis? Dat is wel het beste plakmateriaal voor ons karweitje! Daar gaan wij dan! Eerst teekenen we op ge woon wit papier een cirkel van ongeveer 41/* c.M. middellijn (om bijvoorbeeld een eier dopje), en daaromheen weer een cirkel, welke ongeveer 3M> c.M. aan alle zijden grooter is (om bijv. een kopje of een klein schoteltje) In twaalf gelijke deelen wordt de grootste cirkel nu verdeeld door middel van potloodlij nen. Om de andere streep meten we daarna van den buitencirkel naar het midden 2 c.M. af en stippen dit aan. Via de lijn tusschen twee afgestipte lijnen in, trekken we daarna halve cirkeltjes tot aan den grooten buiten- cirkel, zoodat we in totaal zes boogjes krijgen. We hebben nu den juisten buitenomtrek ge kregen, dien we uitknippen. Ook het midden cirkeltje wordt weggeknipt en wat we voor ons hebben is het plattegrondje van ons standaardje, dat we net zooveel kunnen na trekken op het triplex of carton, als we dat wenschen. Na het uitzagen of knippen schuren we de randjes met schuurpapier bij en kun nen daarna rijkelijk aan het versieren gaan met alle beschikbare kleuren verf die we heb ben. Het aardigst is, om ieder standaardje een ander-aanzien te geven, ondanks het feit, dat ze alle dezelfde bloempjes krijgen. Dit be werken we door steeds andere .kleuren te kie zen. Het eerst echter worden alle „ónder- gronden" en kralen geverfd. Dit moet een nachtje over drogen, waarna de stipjes aan de beurt komen, want uit niets anders be staat feitelijk ons schilderen. Op ieder zesde deeltje komt een rond bloempje, waarvan we het midden open laten, zoodat de ondergrond bij wijze van hartje doorschemert. Langs den geheelen buitenomtrek brengen we daarna anders gekleurde stipjes aan en voorts tus schen de halve rondjes in, tegen den midden cirkel geleund, drie, twee of één stipje van weer een andere kleur. Nadat ook dit geschil der klaar en droog is, lijmen we, om het an dere, onder de betreffende halve rondjes de kralen en klaar zijn wel NORA HANA. Psychologie van den schoonvader Een onver'beterlijk egoïst, maar in zijn slechtheid doet bij het eenigc goede „Mijn schoonmoeder is een schat", zegt de een, „ik zou me geen betere wenschen!" De ander zegt niets, maar fronst betee- kenisvol het voorhoofd, óf hij zegt „Hum!" Een derde de niet schoonmoeder-bezit ter verzamelt dit materiaal voor zijn mop pentrommel. Waarom vraag ik me af wordt er steeds en steeds weer over de schoonmoeders ge klaagd, gespot, gezucht, gebulderd? Zijn de schoonvaders zooveel beter, omdat de annalen der geslaagde en minder geslaagde huwelijken eenstemmig over hen zwijgen? Ik geloof dat de schoonvaders beter zijn dan de schoonmoeders, omdat ze., zooveel slech ter zijn. Het slechte, het ellendige, het irriteerende aan de schoonmoeder is n.l. niet iets slechts op zichzelf, maar een teveel van het goede. De schoonmoeder is n.l. voortdurend bezig, het jeugdige gezin van haar kinderen goed te doen, te helpen en te raden; de schoonvader rookt zijn sigaar en wil niets weten, want als hij alles wist zegt hij dan zou hij ingrijpen! De schoonmoeder is tot in merg en nieren moeder en vrouwook als haar zoon, haar kostbare, zéér bizonder aangelegde, zéér ge voelige zoon al getrouwd is. En natuurlijk kan de jonge vrouw hem nooit zóó precies kennen en zóó goed verzorgen als moeder het kan. De jonge vrouw is echter ook vrouw en daarom wil ze haar man zélf goed verzorgen! De oude vrouw is op van de zenuwen, omdat ze niet gelooft, dat daar iets van terecht komt. En de jonge vrouw is op van de zenuwen, om dat moeder dit niet gelooft! En dan komt er ruzie. De schoonmoeder begint al naar haar temperament het voorschrijft te toornen of stille tranen te vergieten, maar ze begrijpt alleen maar niet, dat de ideale schoonmoeder d i e schoonmoe der is, die precies het voorbeeld volgt van den schoonvader. Mevr. J. c. van Amstelvan Löben Seis. 't Zijn eenvoudige levenswaarden, die de echte vrouw, zij het met veel strijd en moeite, nastreeft in haar eigen, persoonlijke wereld: het gezin. De grondpilaar, waarop 't gezin rust is ik bracht dit o.a. in mijn slotwoord van de bijeenkomst over het dienstbodenvraagstuk te Amsterdam nog eenigszins uitvoeriger naar voren de verankering in boven-persoonlijke, dus goddelijke vastigheden. M.a.w. het komt bij het gezinsleven voor alles aan op de gees telijke structuur. Is die de rechte, steunt zij dus op eeuwigheidswaarden, dan slechts is het familieleven bestand tegen de levens- stormen, welke wij thans doormaken. Als het goed is, dan is de vrouw en moeder de genius van het gezin, die met fijne intuïtie, ook en vooral geestelijk, verzorgt, beschermt, opbouwt door haar voorbeeld. Ze geeft, iederen dag weer, haar heele zelf en voedt hierdoor haar kinderen op tot ge meenschapszin. En heel vaak gaat dit onbe wust, dat getuigen de duizenden volwassenen die „een goede moeder hebben gehad" en daardoor in later jaren zich in den levens strijd konden staande ouden, 't Waren dik wijls niet de gesprekken met moeder, niet haar wijze lessen, maar 't was enkel de her innering aan haar wezen van dienende liefde. Zoo triomfeert reeds nu overal de „stille Wat doet de schoonvader dan? Natuurlijk heeft hij vóór het huwelijk ge mopperd en opgespeeld dat het hongerlijden zou worden, maar sindsdien heeft hij de bit tere pil geslikt en philosofisch tegen zijn op standig hart geredeneerd: ,,'t Is nu eenmaal zoo; ze moeten zelf maar zien, hoe ze er door komen". Hij bemoeit zich slechts dan met het jeugdige gezin, als ze hem om raad vragen. Hun gordijnen laten hem koud. „Mensch. waar bemoei je je mee?", zegt hij tegen z'n vrouw. En tegen de jonge luitjes: „och kom, zóó erg is 't niet!" of ,,'t zal vanzelf wel weer bijdraaien", en dergelijke diepzinnige troost redenen meer. Slechts ..in échte noodgevallen windt hij zich eventjes op, om dan échter na vijf minuten zijn sigaar weer op te nemen en waardig te verklaren: „Eigenlijk gaat me ook de heele zaak niets aan; zie zelf maar hoe je 't bolwerkt. Jullie hebt het zelf zoo ge wild". Dit zegt hij, omdat hij eigenlijk oen vreeselijk slecht mensch is, een egoïst, die alleen maar zijn sigaar wil rooken, maar on bewust doet hij het eenige juiste BOB. Wie haar kasten met bezemen keert, komt zeker oude kennissen tegen, wier bestaan men gladweg vergeten was. Daar heb je warempel mijn ronde spiegel tje weer, daar heb ik men nu suf naar gezocht een paar maanden geleden. En daar zijn de kiekjes die ik laatst niet kon vinden. Achter allerlei stapels vond ik nog een paar heel goede sportkousen. Ook dierbaarder herinneringen komen voor den dag, brieven, allerlei voorwerpen van vroe gere feestjes en dergelijke, waar bijna iedereen wel wat van bezit, en die altijd van den meest uiteenloopenden aard zijn. Wie zich voorstelt dat zij al die dierbaarheden beschouwt met het oog van een buitenstaander, kan er waarschijn lijk een glimlach niet bij onderdrukken, zóó heterogeen is de verzameling die de herinnering aan veel gelukkige uren voor ons bewaart, voor zoover die niet in ons geheugen zijn gebleven. Nu wordt in deze maanden van het jaar altijd over veel huisvrouwen de opruimwoede vaar dig, en zij wikken en wegen bij het schoonmaken van kasten en laden wat wèl en wat niet kan worden weggegooid. Degenen met een verzamel- complex moeten zich geweld aandoen, om ook maar het onaanzienlijkste lapje, kluwentje wol of stukje band weg te doen: het zou immers nog weieens voor iets dienst kunnen doen. Daarmee paaien zij zichzelf, maar de eigen lijke waarheid is, dat zij manie gaan aan de bewaarwoede, alles wat zij bewaren willen zorgvuldig opbergen, maar er nooit of te nim mer meer naar omkijken. Waarna het hun het volgend jaar bij de schoonmaak opnieuw in handen valt, en zij het weer bewaren „omdat het nog weieens dienst zou kunnen doen." Lijnrecht daartegenover staan de anderen die niets overtolligs in huis dulden, en die zoo radicaal tewerk gaan, dat dingen die in een half jaar niet gebruikt zijn, meteen maar weg moe ten, en die romantische herinneringen uit den booze vinden. Rommel zal men hij hen nooit vinden, maar zij zien zich toch weieens voor het aanschaffen van nieuwe dingen geplaatst, die overbodig zouden zijn. als zij niet altijd zoo angstwekkend radicaal in hun opruimwoede waren. Nu is het eigenaardige, dat tusschen deze twee bewaar- en opruim-zuchtigen alle mogelijke andere soorten van vrouwen zijn, die noch naar de eene noch naar de andere zijde radicaal zijn, maar die in dezen tijd van het jaar dat opeens worden, meestal gericht naar de zijde van de opruimwoede, en die in een soort van roes weg gooien wat zij bij nader overleg en met een koel hoofd veel liever hadden bewaard. Wij kunnen dan spotten met zulke dierbare herinneringen als een eerste liefdesbrief of het eerste haar van baby of het eerste tandje, mis schien een balboekje met halfvergeten namen, of een portretje van een oude liefde, diep in ons hart zetelt die spot niet, maar hechten wij er toch nog wel wat waarde aan, omdat zij immers mooie herinneringen wakker roepen ,o£ mis schien wel bittere herinneringen maar die door den tijd hun scherpe kanten hebben verloren. Daar komen onze bedrijvige handen en onze radicale voorjaarsschoonmaak-geest en zonder erbij te denken gaat al die rommel den gewo nen weg, dien naar de prullenmand. Men behoeft niet sentimenteel of overgevoe lig te zijn, om waarde te hechten aan een paar kleine herinneringen, en er bestaat zelfs gevaar, dat dit al te radicale opruimen een leegte zal veroorzaken die toch wel even pijn doet; men is niet alleen de mensch van het heden, maar ook die van het verleden, en wie kan, zonder de samenvoeging van deze beide grootheden: het verleden en het heden, de mensch van de toe komst worden, waarnaar wij toch allen: streven! Niet al te radicaal optreden huisvrouwen, de belangrijke oogenblikken uit het verleden zijn niets minder waard dan die van vandaag en van morgen. E. E. J.—P. doorwerkende kracht". Maar zij zal eerst vol ledig tot overwinning komen, als de vrouw zich geheel bewust is geworde van haar roe ping, ook in de maatschappij". ,Ligt hierin voor uw gevoel geen conflict?" „Neen, maar het zal wel een zware taak zijn. De gestalte van Josephine Butler, de vrouw, die het bestaan heeft, als echtgenoote een wereldhervormster te worden, staat mij als ideaal voor oogen. De tweeërlei taak dei- vrouw mag er niet toe leiden, dat zij op een dezer twee levensgebieden, gezin óf maat schappij, half werk verricht. En dit behoeft ook volstrekt niet. Ik zie het veeleer zóó, dat de getrouwde vrouw in haar eerste huwelijks jaren, als de kinderen nog jong zijn, haar „opleiding" doormaakt voor haar later taak in de maatschappij. Wat zij eerst in 't gezin doet: opvoeden tot de gemeenschaps gedachte, zorgen, dienen, wordt in later jaren, als de kinderen tot hun bestemming zijn ge komen, en haar leven rustiger is geworden, in breeder kring uitgedragen. Waar zij eerst moeder van haar eigen kinderen was, wordt zij dan, zooals Johanna Naber het zoo prach tig heeft uitgedrukt, „moeder der velen". Wanneer de vrouw dit leert verstaan, sullen er geen teleurgestelde oudere vrouwen meer zijn, die na het uitvliegen van haar kroost zich leeg en eenzaam voelen óf zich zielig- krampachtig aan haar getrouwde kinderen blijven vastklemmenZucht u?" „Ja ik dacht eraan, dat wij van dit ideaal nog wel héér ver verwijderd zijn". ,,'t Zal ongetwijfeld zwaar zijn, maar we leven snel. Overal, in allerlei kringen, in allerlei groepjes, begint de gedachte van den geestelijken opbouw veld te winnen en de vrouw wordt zich haar roeping bewust als gemeenschapsmensch. De krachten z ij n er, al zijn ze nog versnipperd. Maar er zijn fouten en zwakheden: te veel werken we enkel door middel van ons ge moed. We leven teveel bij de invallende ge dachte, we ontwijken maar al te vaak de verantwoordelijkheid voor wat we denken. Hierin zullen we onszelf moeten opvoeden: dan worden onze gedachten tot beweegkracht en dan gaan we de goede, opbouwende krach ten, die in ons onderwustzijn schuilen, in de wereld uitdragen. Wij vrouwen hebben het onschatbare voor recht, dat we bijna nooit in politieke stroo mingen verward zitten. Daardoor staan we om een militairep term te gebruiken „op den afstand van duidelijk zien". En n u zien we. waaraan de wereld behoefte heeft. Liefde opbouw, offers De krachtige stem zwijgt. Onze gedachten zwerven voor. een oogenblik naar blinkende verten van een nieuwe wereld. De zon schittert op het meerja 't wordt weer lente! R. DE RUYTERV. d. FEER. ZORGEN VAN DE PARIJSCHE MIDINETTE. 3francs uurloon en 20.000 k.g. confectie uit Amerika! De levensmiddelenprijzen, huren en belas tingen stijgen te Parijs voortdurend, zoodat de duurte hét onderwerp van gesprek vormt in de meest verschillende kringen. En tóch blijft de door Parijs wandelende dame steeds weer verbaasd voor de étalages der modema gazijnen staan als ze de uiterst lage prijzen der japonnen in oogenschouw neemt. Hoe is dat mogelijk, denkt ze, bij de steeds stijgende prijzen van stoffen en garnituren? Men moet een weinig op de hoogte zijn van de verhoudingen in de Parijsche modewereld om het raadsel te kunnen oplossen. De Pa rijsche confectie wordt niet in fabrieken, doch door thuiswerksters gemaakt. En de Mimi's, Minettes, Francoise's en Marguerite's, uitstekende naaisters, die voor verschillende „entrepreneuses" werken, ontvangen3 francs 50 per uur. De meisjes zien er bijna allen slecht uit, maar zijn keurig gekleed en weten zelfs te vertellen van bioscoopbezoek. Echte levens- kunstenaresjes dus! Haar „madame" is een kleine coupeuse, die enkele naaisters in dienst heeft. Zij krijgt van de modefirma, waarvoor ze werkt, patronen en materiaal, knipt de ja ponnen zelf en laat de meisjes ze naaien. Opslag? Onmogelijk. Zij zelf verdient per japon slechts 20 tot 30 francs. En als ze meer zou vragen, dan zou ze eenvoudig geen op drachten meer krijgen! Dus dan ligt de fout zeker bij de directrices van de groote mode huizen? Neen, ook hier wordt weinig verdiend. Ontzaglijke bedragen moeten worden betaald aan huur, bedienden, verlichting, reclame, be lasting Neen, de oorzaak van al deze zorgen en schandelijk geringe verdienste is, dat de Pa- rlsienne geen fabrieksconfectie maakt. Zij de directrice van het modehuis, de „entre- preneuse", de naaister richt zich naar den persoonlijken smaak van den klant, en dan moet, zelfs ondanks de geringe verdienste, de confectie wel duur worden. Enhoe komen dan al die spotgoedkoo- pe japonnetjes in de étalages van de Parijsche modehuizen? „O" zegt de „entrepeneuse", dat komt alle maal uit Amerika! 20.000 k.g. confectie is dit jaar geïmporteerd, allemaal fabriekswerk en dus ondanks vracht en belasting nog veel en véél goedkooper dan ons eigen werk!" En dusdraagt de welgestelde Parisienne de japonnen, die de midinettes maken of vol gens haar eigen smaak veranderen, en de midinette zelf koopt een Amerikaansch serie- japonnetje, dat zij op geniale wijze met een echt Pariisch toetsje verlevendigt! Fluweel-bekleeding wordt ontvet door middel van fijn, zeer droog zand. dat men een uurtje op den stoel Laat liggen en daarna afborstelt. Het zand neemt het vettige stof mee. Ook met zemelen kunt u goede resultaten bereiken. Zondag: Pouletsoep. Kalfsnierstuk Andijvie. Gevulde sinaasappelen Maandag: Koud nierstuk Brusselsch Lof. Vanillevla met bis cuits en rozijnen Dinsdag: Gekookte ham Witte boonen met zure saus. Koffievla Woensdag: Witte boonensoep Kalfslapjes Spinazie. Donderdag: Biefstuk Gebakken aardappelen Kropsla Warme broodpudding met schuimsaus Vrijdag: Vischschotel van schel- visch met tomaat en ui Worteltjes Rijstebrij Zaterdag: Stamppot van raap stelen met aardappe len en rookworst Sinaasappelcompöte, VEGETARISCHE MAALTIJDEN. 1. Kop bouilon (Maggie of poviet). Jachtschotel van uien en bruine boonen Gestoofde pruimen 2. Roerei of gebak ken brood Stamppot van rauwe spinazie Rödgröd met vanillesaus 3. Schotel van rauwe bieten, appel en veldsla Gebakken aardappelen Warme vermicelli- pudding met abrikozensaus 4. Posteleinsoep Bloemkool met kaassaus Aardappelpuree Rijstkoekjes Bij de uitgeverij J. Philip Kruseman te Den Haag zijn verschenen: „Liefde slaat diepe wonden" door Topping Miller (vertaling C. Kroesen) „Verzegelde harten" door Emile Loring (vertaling Joanne Jansen), „De eeuwige droom" door Denise Robins (geautoriseerde vertaling van G. J. Werumeus Buning-Ensink en „Verboden wegen", door Frank C. Robert son. Bij de N.V. De Spieghel en N.V. Het Kompas is verschenen ..Het Amerikaansche avontuur" (Een Duitsch werkstudent in de Vereenigde Staten) door Wolfgang Langewie- sche, vertaald door H. J. Been.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 7