Hi
PREDIKBEURTEN
Vlaamsch tooneel
MET AUTO EN TENT DOOR ZUID-AFRIKA.
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
in_eenVlaamsch
Sivasieland.
Door
Dr. W. C. N. VAN DER SLEEN
Tusschen de koude grasvlakten van het
Hooge Veld en de heele moerassen en oer
wouden van Portugeesch Oost-Afrika ligt
een liefelijk heuvelland, door tal van diepe
dalen doorsneden, waarlangs kleine water-
loopen hun weg zoeken naar de kust. Een
gedeelte van dit land is gereserveerd voor
inboorlingen. Het staat onder een Engel-
schen gouverneur, maar maakt geen deel uit
van de Unie van Zuid-Afrika. Er gelden andere
webten, de kaffer heeft er meer en andere
rechten en dat geeft scheele oog-en, een dei-
talrijke redenen, waar-om vele Afrikaanders
meenen, dat dit groote land niet door onbe
kenden op zesduizend mijl afstand moest wor
den geregeerd. Maar de groenende heuvels,
badend in het gouden zonlicht, maken een
prebtigen indruk en die wordt nog verhoogd
door 't gezellig uiterlijk der kleine kralen, die
over heuvelruggen en hellingen verspreid
liggen. De hutten hebben veel weg van een
lagen bijenkorf, maar dan met het vlieggat
op den beganen grond. Ze zijn overtrokken
met een netwerk van touw of van leeren rie
men of van gedraaide plantenvezels en ma
ken daardoor een verzorgden indruk. Waagt
ge u op handen en voeten in het inwendige,
dan vindt ge een vrijwel leege ruimte, in het
midden een vuurhaard, langs den wand een
paar slaapmatjes en misschien een laag
houten krukje, dat als hoofdkussen dienst
doet. Want de coiffure Is een der kostelijkste
bezittingen in het rijk van den Swasie
Een Swasie-dandy.
Het is een merkwaardig volkje. De eerste
Swasie, dien we tegenkwamen, stond achte
loos geleund tegen een fonkelnieuwe flets,
een groot bezit voor een jongen van een jaar
of veertien. Hij droeg een keurig khaki jasje,
als was het hem wat lang, maar geen broek.
Een Swasie, die zichzelf respecteert, draagt
geen broek, tenzij die tot zijn uniform mocht
behooren, zooals bij den politieagent bijvoor
beeld. En dan nog omgordt hij op vrije dagen
zijn lendehen met een merkwaardig stel uit
huiden vervaardigde sieraden, van den
vorm van een lampenpoetser, maar veel los
ser en sierlijker en van allerlei kleur en groot
te. Een tiental korte vóór, als schaambedek-
ker, hoewel daaronder nog een lendenlapje
gedragen wordt, links en rechts een paar
lange rolronde, harige staarten, achter soms
een tiental huidjes, naast elkaar, maar ook
vaak net één huidje, dat buitengewoon mak
kelijk is om op te zitten enaltijd op de
goede plaats bij de hand. Bij de kleeding van
een Swasie-dandy hooren dan nog twee stok
ken en een schild. Vroeger droegen die stokken
lange ijzeren lanspunten en werden dan asse
gaaien genoemd. Maar het gebeurde zoo vaak,
dat op bijeenkomsten een klein geschil met
de assegaai werd beslecht, dat tegenwoordig
het dragen van die gevaarlijke wapens bij
openbare vergaderingen verboden is. Maar de
Moderne plooirokken.
Na het slanke rechte silhouet heeft de
mode zich thans plotseling bekeerd voor wijde
klokkende of geplooide rokken. Deze zijn kort
en zeer wijd. Slanke jonge figuren kunnen
deze nieuwe rokken heel goed dragen, maar
ook de vrouw, die iets forscher van bouw is,
ziet er aardig in uit, mits zij het met overleg
toepast.
Het japonnetje op onze afbeelding is ge
maakt met zoo'n wijden rok; verder is het
model erg eenvoudig.
Benoodigd materiaal: 2.75 meter van 140
cM. breedte. Het patroon ise te verkrijgen in
maat 46: bovenwijdte: 107 centimeter, tail
lewijdte: 90 cM. en heupwijdte 120 cM. Door
het al of niet aanknippen van naden, kan
men het patroon passend maken voor het
eigen figuur.
Prijs van het patroon 26 ets.
Het is van Maandag af gedurende een
week verkrijgbaar bij de bureaux van dit blad
Kennemerlaan 42 IJmuiden en Breestraat 29
Beverwijk
Swasie weet zich tc redden. Het koehuiden
schild, met doorgevlochten rcepen van witte
huid gesierd, blijft hom begeleiden als flattee-
rend onderdeel van zijn toilet. En dan de stok
ken. Er komt ruzie. Een tegenstander, die op 't
punt staat, een goeden klap te krijgen, pakt
den dreigenden stok beet, maar meteen rukt
de eerste Swasie aan het onderste deel. Het
bovenste deel, eigenlijk de scheede, waarin
een lange priem, of lanspunt verborgen is
geweest, blijft in de hand van den aangeval
lene achter en de aanvaller steekt met 't ont-
bloote wapen den medeminnaar overhoop. Een
eenvoudige woordentwist had met zulke wa
pens te vaak een bloedig einde. Ze worden
nu door de politie afgenomen enaan
welwillende vreemdelingen uitgereikt. Zoo
bezit ik een mooi stel assegaaien en zoo'n
knodslans, die toebehoord hebben aan staats
vijand no. 1 in Swasieland, een grooten for-
schen kaffer, die de gewoonte had, meisjes
van aantrekkelijken leeftijd voor zich uit het
bosch in te Jagen, ze daar een dag of veertien
bij zich te houden en ze dan weer naar huis
te sturen. Met lieden, die de vermisten kwa
men zoeken, maakte hij korte metten, maar
viel eindelijk zelf onder den stoot van een
teleurgesteld minnaar. Zijn lijk en zijn wapens
werden door de politie in beslag genomen.
De coiffure.
Maar wij waren met de beschrijving van
den Swasie in feestdos nog pas op de helft.
Aan het hoofdhaar wordt veel zorg besteed.
Het schijnt iets langer te zijn dan bij de
meeste negers, laat zich dus tot lange krul
letjes uitrekken, je kunt er kralen en parels
aan rijgen, de haren vlechten, in elk geval ze
verven met een soort poeder, dat er een roest-
roode tint aan geeftOok in den baard
worden vaak heele rijen kralen geregen. Wat
veeren of haren arm- en kuifcbanden voltooien
het toilet, waarbij soms nog een muts van
luipaardenvel, of ander roofdiervel behoort.
Helaas echter komen we deze dracht langs den
weg al haast niet meer tegen. De lendenver
siering wordt nog veel gedragen, maar daar
overheen maar al te vaak een vuil, gescheurd
khakihemd of jasje. Het is wel een koddig
type anders, zoo'n vriend met keurig ver
zorgd, met strootjes doorvlochten en met in
geregen kralen versierd haar, een ongeloof
lijk vies oud uniformjasje en daaronder uit
die mollige huiden versiersels van den echten
Swasie. Vooral als mijnheer daarbij een para
sol draagt en zijn vrouw in lange roze jurk
ook een zonnescherm tracht te dragen boven
haar morianen-hoofd, waarop een petroleum-
blik vol water meereist!
Dit vinden we allemaal zoo rustig langs
den weg uit. Daar loopt weer een troepje voor
ons; ik zie ze nog juist achter een heuvelrug
verdwijnen, wij suizen een dal door, grom
men den heuvel op en zijn plotseling vlak
achter hen. Het blijken drie vrouwen te zijn
met twee jongetjes, die elk achter op een ezel
hangen. Een der jongens ziet of hoort ons het
eerst, geeft een schreeuw en slaat achter
over van den ezel af, die opzij springt, het
struikgewas in. maar het jong zat geloof ik, al
eerder onder de struiken. De vrouwen kijken
even om en glippen ook opzij. Als we bij ze zijn
staat alles achter boomen verdekt opgesteld.
Ik stop en roep ze toe nader te komen.
Geen beweging; ik stap uit en loop naar
een der vrouwen toe, ze schijnt te willen
vluchten, maar vermant zich. Ik vraag op
mijn vriendelijkst of ik zoo op de groote
Markt kom. Het doet er niet toe wat je zegt,
ze verstaan toch niets en als je maar vrien
delijk kijkt en wat lacht, lachen zij ook en
ontspint zich al spoedig een gesprek, zonder
dat een van beide partijen iets van de andere
verstaat. Maar ik weet wat ze vragen: Waar
komt ge vandaan en waar gaat ge naar toe,
dat is de hoofdzaak. Als ik een fototoestel voor
den dag haal, vlucht het heele stel en we
moeten met pennies rammelen om ze een
beetje dichterbij te krijgen. Ze zetten de kale
bassen met water, die ze op het hoofd dragen,
neer en komen één voor één nader. Ze nemen
de gift aan in twee naast elkaar gehouden
handen en danken buigend. De vrouwen dra
gen een soortgelijk voorschoot van lange,
smalle vellen als de mannen, maar daarover
heen een doek, die op allerlei wijzen om het
lichaam geslingerd wordt, echter meer als ver
siering of tegen de koude dan om te verber
gen.
Kraalinterïeurs.
Een eindje verder ligt een kleine kraal. Ik
ga maar weer eens naar den weg vragen. Er
is weer niemand, die Engelsch of Afrikaansch
spreekt, maar je ziet aan hun heele geba
ren, dat ze even benieuwd zijn, van ons het
moois af te kijken, als wij van hen. Daarom
vlot het gesprek zeer goed. Naast de hutten
staan hier voorraadschuren of dakjes eigen
lijk en daaronder staan groote potten met
mais. Deze menschen bakken een mooi, zwart
aardewerk, met vierkante velden, vol knob
beltjes versierd, maar ze gebruiken ook zeer
veel vaatwerk, groote kruiken vooral, die uit
gras gevlochten zijn en zeer geschikt blijken
voor het opbergen van mais en andere gra
nen.
Neen, dan zag het huis van mijn vriend den
politieman er heel anders uit. Dat is te zeg
gen, het was ook een ronde leemen hut met
aangestampten vloer. Maar er stond een veld
bed voor den heer des huizes. Daarnaast een
rek met slaapmatjes, aardig in kleuren ge
vlochten, ten gebruike van zijn vier vrou
wen, die ook nog beschikten over een andere
hut, waaraan tevens de met takken om
heinde stookplaats was verbonden. Daar was
een zijner vrouwen bezig, pap te koken. In de
hut van den baas was nog een uit kisten op
gebouwd kastje, en er lagen op een matje al-
Terlei bezittingen, zooals lucifers, sigaretten,
allerlei blikjes enzoovoort uitgespreid. Aan
den wand waren vier mooie assegaaien in
een leeren riem opgehangen en daarbij ook
een schild van zebrahuid en de heele Zondag-
sche kleeding van onzen vriend, die nu in
keurige khaki-uniform rondliep en op vrije
dagen altijd echt op zijn Swasie dandy's
door de wereld ging. Die klecdij van huiden
en vachten vonden zijn vrouwen blijkbaar
toch nog veel mooier dan de uniform, niet
tegenstaande de koperen knoopen. Hij had,
zooals ik zei vier vrouwen. De twee, die thuis
waren droegen het haar heelemaal recht
overeind staande wel 20 c.M. lang uitge
rekt door soda roestrood uitgebeten en met
touwtjes omknoopt om de zaak goed recht
overeind te houden. We kochten van haar
nog een paar mooie, uit een stuk hout ge
sneden eetlepels. Een mooie waterschelp en
grootere lepel, alles steeds uit één stuk,
moesten achterblijven omdat de eigenaar niet
aanwezig was. Toch is die kunst van houtbe-
werken hier zeldzaam. Er zijn in elke streek
maar een paar kaffers die het doen. En zoo
mevrouw?
Een gulden cadeau?
Nou,dat is kras hoor!
Hoe kan dal maar zoo?
Nee.nieh cadeau.nee,
ik heb hem gespaard:
Van al wat persil maakt
heb'k zegels bewaard.
Cl. D.
(Adv. ingez. Med.)
een heb ik er nog niet weten te vinden; maar
wat niet is, kan komen. Vol moed verder. We
hebben weer een grooten weg te pakken. Dat
heeft het voordeel, dat er kuilen zijn van zeer
verschillende afmetingen zoodat je diegene uit
kunt zoeken, die het best passen bij de dia
meter van je wiel. Als ze dan wat regelmatig
liggen ook, neemt de wagen zoo'n soort rus
tige galop aan, zooals je op teekenfilms wel
ziet. Maar al spoedig zaten we weer op zijwe
gen, op zoek naar een geschikte kampplaats,
van waaruit we het groote Vogeleiland in de
St.-Lucia-baai zouden kunnen bezoeken.
(Nadruk verboden.)
SANTPOORT
NED. HERV. KERK. Eerste Paaschdag. V.m. 10:
Ds. Oldeman.
NED. HERV. KAPEL. Eerste Paaschdag. V.m.
10: Ds. J. C. v. Apeldoorn, Leiden.
Tweede Paaschdag. V.m. 10: Ds. M. G. Blauw,
van Haarlem-Noord.
GER. KERK IN H. V., geb. Bethel. Wtistelaan
Eerste Paaschdag. V.m. 10: K. v. d. Berg. Nam.
5: Dezelfde.
Tweede Paaschdag geen dienst.
IJMUIDEN
NED. HERV. KERK, Kanaalstr. Eerste Paasch
dag. V.m. 10: Ds. v. Elden, Haarlem. Nam. 5.30:
Ds. L. W. Erdman.
Tweede Paaschdag. Vm 10: Ds Johs. Brons
geest.
BETHLEHEMKERK, James Wattstr. Eerste
Paaschdag. V.m. 10: D. Selling.
Tweede Paaschdag geen dienst.
LEGER DES HEILS. Eerste Paaschdag. V.m. ló:
Heiligingsdienst. nam. 3.30: Verblijdingssamen-
komst. Nam. 8: Verlossingssamenkomst o.l.v.
Mja. A. Varwijk.
Tweede Paaschdag. Nam. 8: Samenkomst o.l.v,
Maj. A. Vai'wijk. Donderdag nam. 8: Bijz. Hei
ligingsdienst.
HERV. EVANG., Oranjestraat 8. Geen opgave
ontvangen.
GEREF. KERK, Wilhelminakade. Eerste Paasch
dag. V.m. 10; Ds. J. Kapteijn. Nam. 5: Ds. S. E
Wesbonk.
Tweede Paaschdag. V.m. 10: Ds. Wierda, Vijf
huizen.
HULPKERK, Max-nixschool. Eerste Paaschdag.
V.m. 10: Ds. S. E. Wesbonk. Nam. 5: Ds. J.
Kapteijn.
Tweede Paaschdag geen dienst.
CHR. GEREF. KERK. Eerste Paaschdag. V.m. 10
en nam. 5: Ds. A. Zwiep.
Tweede Paaschdag V.m. 10: Ds. A. Zwiep.
DOOPSGEZ. en AFD. NED. PROT. BOND,
Helmstraat 9. Eerste Paaschdag. V.m. 10.30:
Ds. Milatz.
OUD-KATHOLIEKE KERK. Eerste Paaschdag.
V.m. 10: H. Dienst. Nam. 7: Vespers.
UNIVERSEELE EEREDIENST (Soefi-Bewe-
ging). Centrum Bloemendaal. Bovenzaal Vree
burg, Kerkplein 16. Eerste Paaschdag. V.m. 11:
Spr. Mevr. Cnoop Koopmans. Onderwerp:
„Paschen-Opstanding".
IJMUIDEN-OOST
NED. HERV. KERK. Goede Herderkerk, Velser-
duinweg. Eerste Paaschdag. V.m. 10: Ds. G. F.
Callenbach. Nam. 5.30: Ds. W. A. Zeydmer,
Rotterdam. Jeugddienst.
VEREENIGINGSGEBOUW, Kalverstraat. Eerste
Paaschdag. V.m. 10: Jeugddienst.
VER. v. VRIJZ. HERVORMDEN, Verenigings
gebouw Stationsweg, Velsen. Eerste Paasch
dag. V.m. 10.30: Mevr. H. F. Calkoen-v. Thie-
nen, Velsen.
Tweede Paaschdag geen dienst.
GER. KERK, Velserduinweg. Eerste Paaschdag.
V.m. 10 en nam. 5: Ds. E. G. v. Teylingen.
Tweede Paaschdag geen dienst.
BAPTISTENGEM., lokaal Willemsbeek weg 22
Vrijdag nam. 8: Ds. L. de Haan, pred. te Hrl
VERGADERING VAN GELOOVIGEN. Willems-
beekweg 22. Geen opgave ontvangen.
HERST. APOST ZENDINGSGEM.. Willebrord-
straat 10. Beide dagen geen dienst. Alleen
dienst te Haarlem.
ROZEKRUISERS GENOOTSCHAP. Stationsweg
65. Eerste Paaschdag. V.m. 10.30: Tempeldienst
Zaterdag 8 April: nam. 7.15: Genezingsdienst.
VELSEN
NED. HERV. KERK. Eerste Paaschdag. V.m. 10:
Ds. Johs. Bronsgeest. Nam. 5.30: Ds. Joh. IJzer
man.
Tweede Paaschdag geen dienst.
VEISEN-NOORD
GEREF. KERK. Groote Hout- of Koningsweg
Eerste Paaschdag. V.m. 10 en nam. 5: Dr. D.
v. Katwijk.
Tweede Paaschdag geen dienst.
BEVERWIJK
NED. HERV."KERK, Kerkstraat. Eerste Paasch
dag. V.m, 10: Ds. J. de Vries. Collecte voor de
Inw. Zending.
Nam. 12—1: Zondagsschool.
Tweede Paaschdag. V.m. 10: Ds. G. F Callen
bach, uit IJmuiden-Oost
VER. VAN VRIJZ. HERVORMDEN, Parklaan
Eerste Paaschdag. V.m. 10: Ds. J. N. Pattist.
uit Den Haag.
Tweede Paaschdag geen dienst.
DOOPSGEZ. GEMEENTE, Meerstraat. Eerste
Paaschdag. V.m. 10: Ds. J. D. van Calcar. Me
dewerking van het Zangkoor.
Tweede Paaschdag geen dienst.
De première van
Willem Putman 's
Negentien Jaar
ET was een stoffige trein, die mij ein
delijk, na veel gesukkel met autobus
en taxi. op een drafje naar Kortrijk
bracht. Buiten den trein lag het wis
selende landschap golvend in dal en helling,
zoodat we nu eens het land van boven af uit
gestrekt zagen liggen, dan weer tusschen
twee steilten als muren in het donker door
glipten. Ondanks de regen, die met de zon af
wisselde, werd er ijverig op het land gewerkt;
de lentp is dan ook weer in aantocht, die van
heel dit golvende, maar kale land een groene
en gouden vlakte maken zal.
In den trein was de atmosfeer onder de
passagiers gelijk aan die van den wagen zelf:
stoffig en wat gedrukt. Het was warm, en de
meeste reizigers zaten weggedoken in 'n hoek,
de oogen gesloten, of zelfs, zooals dat in mijn
coupé het geval was, lag men met de armen
onder het hoofd op het naar binnen uitste
kende platte vlak, dat als tafeltje dienst doet,
te slapen. Verder niets dan sigarettenwalm,
het gezoem en gestamp van den trein en af
en toe uit de verte flarden van gesprekken,
geroezemoes van stemmen, die boven het
snerpende geluid van rails en grint uitkwa
men.
In die gesprekken hoort men door elkander
Fransch en Vlaamsch en naarmate de trein
vaker stopt en passagiers die in stappen, de
uitstijgende vervangen, naar die mate groeit
ook het Vlaamsche element in de gesprekken;
desondanks rijden we meer en meer de Fran-
sche grens tegemoet, want Kortrijk, of
Courtrai, zooals 't in de spoorwegboekjes heet,
ligt aanmerkelijk dichter bij de Fransche dan
bijvoorbeeld Antwerpen bij de Hollandsche
grens.
Zoo mijmerend snel ik langs alle mogelijke
dorpjes en kleine stadjes mijn doel tegemoet.
Dat doel is, zooals gezegd, Kortrijk, waar ik
de première zal bijwonen van een tooneelstuk
van den Vlaamschen auteur Willem Putman.
Het is de eerste maal, dat ik Kortrijk zal be
zoeken, waar ik dit Vlaamsche tooneel dus
zal zien in de omgeving waar het geschreven
werd en thuishoort. Maar als ik in Kortrijk
aankom, blijkt het, dat ik nog een zee van tijd
over heb die ik gebruik om wat meer van dit
mooie, aan de Leie liggende stadje te bewon
deren.
Kortrijk is een stadje met historie, waarvan
we den naam al vroeg in de geschiedenis te
genkomen, een stadje uit de Middeleeuwen,
een oud stadje uit den tijd van de gilden. Er
zijn oude straatjes, oude kerken met schil
derstukken van oude Vlaamsche meesters,
o.a. van Karei van Mander. En als ik mij ein
delijk vermoeid in een cafétje langs de Leie
neerzet, in een hoekje bij het raam en in de
zon, die inmiddels weer is doorgebroken, en
ik kijk dan naar den waard die, o wonder,
muziek zit te schrijven, dan voel ik mij plot
seling zeer prettig in het besef een stuk leven
van vroeger, dat met moderne accenten toch
echt gebleven is, te hebben teruggevonden.
Men behoeft het heden niet te veronachtza
men, men kan een mensch blijven, die met
hart en ziel deelneemt aan het leven van zijn
eigen tijd, zonder daardoor toch het oog te
verliezen voor al het schoone en goede, dat
vroegere tijden tot stand brachten, zóó ter
dege, dat het hier is overgebleven en den mo
dernen tijd dwingt er zich gematigd en naar
behooren bij aan te sluiten.
Tegen een uur of vijf sta ik op en begeef mij
door een van de drukste en gezelligste winkel
straatjes van het stadje naar de groote markt.
Hier is het eeuwenoude raadhuis, waar de pers
en de genoodigden, ter gelegenheid van deze
première, door den burgemeester en de sche
penen van de stad zullen worden ontvangen.
Deze ontvangst zet al dadelijk goed in, want
ze blijkt plaats te hebben in de oude en his
torische schepenzaal, een prachtig voorbeeld
van gothische bouwkunst. De burgemeester
spreekt een woord van welkom. Ook de plaats
vervanger van den gouverneur der provincie,
die het eerevoorzitterschap van de vereeniging
tot bevordering van het kunstleven in Kort
rijk „Pro Arte" op zich genomen heeft. Onder
patronage van deze vereeniging zal het
stuk van Willem Putman, dat „Negentien
Jaar" heet en het eerste deel vormt van een
trilogie, welke de loutering van een vrouwen
ziel in die belangrijke episodes van haar leven
tot onderwerp heeft, worden opgevoerd. Het
zijn weliswaar de geëikte termen, die in deze
toespraken worden gebezigd, en tóch, er zit
iets bijzonder sympathieks in den goeden wil
van deze Vlaamsche stadsbestuurders. Wan
neer burgemeester en wethouders hier zoo in
nemend voor het tooneel te werk gaan, krijgt
men als Noord-Nederlander al een heel spe-
cialen indruk van de goedmoedigheid, welke
overigens op een allerprettigste wijze samen
gaat met het gebruik van glazen wijn en
sigaren.
NA deze ontvangst ga ik een kamer bespre
ken in een naastbij gelegen hotel en dan
komen wij weer op verzoek van den auteur bij
elkaar om, drinkend van de Belgische „Ex
ports", met Putman in het midden, den tijd
tot den aanvang van de voorstelling door te
EVANG. LUTH. GEM., Koningstraat. Eerste
Paaschdag. V.m. 10.30: Ds. J. Ph. Haumersen.
Medewerking van mevr. Suyk-Schit, zang en
Louis Stiens, orgel.
Tweede Paaschdag geen dienst.
GEREF. KERK, C. H. v. Moensplein. Eerste
Paaschdag. V.m. 10 en nam. 5: Ds. H. Holtrop.
Tweede Paaschdag geen dienst.
EVANG. „MARANATHA", Dr. Schuitstraat 31
Eerste Paaschdag. V.m. 10: A. Besselaar, uit
Amsterdam, in gebouw Odeon.
Dinsdag nam. 7.30: Bijbellezing en vrouwen-
krans. Woensdag nam. 2: Meisjeskrans en zang.
Donderdag nam. 8: Bijbelonderzoek.
LEGER DES HEILS, Zeestraat 26. Geen opgave
ontvangen.
CASTRICUM
NED. HERV. KERK. Eerste Paaschdag. V.m. 10:
Ds. D. E. Boeke, uit Heemstede.
Tweede Paaschdag geen dienst.
GEREF. KERK. Eerste Paaschdag. V.m. 10 en
nam. 5:*Ds. J. Krüger
Tweede Paaschdag geen dienst.
HEEMSKERK
NED. HERV. KERK. Eerste Paaschdag. V.m. 10:
Ds. Joh. IJzerman,
Tweede Paaschdag geen dienst.
WIJK AAN ZEE EN DUIN
NED. HERVORMDE KERK, Wijk aan Zee. Eerste
Paaschdag. V.m. 10: Ds. J. A. L. Hovy. Collecte
Inw. Zending.
VEREENIGINGSGEBOUW, Populierenlaan. Eer
ste Paaschdag. V.m. 10: F. Offeringa, hulppre
diker. Collecte Inw. Zending.
Nam. 7: Ds. J. A. L. Hovy. Bediening H. Av.
Tweede Paaschdag geen dienst,
brengen, al sprekend over tooneel
stuk dat wij zien zullen vooralHS "B Ie
telt ons, dat zijn „Negentien i,?®»
met voor de eerste maal wordf ei«ii
het werd namelijk reeds eenmaal „Pse,0«'
Waregem de geboorteplaats van
me dit als een voorrecht beschon»? sat<»
premiere voor zich opgeëisrht a i
dat gewoonlijk het geval is Wam - ®Wi
geschiedde zou de publieke opinS'^'i»
zeer ontstemd geweest zijn
Jf- tot doe ik haar liew
blukt er ook over de opvoering aM' Ztli
neelstuk in Waregem
cntiek geschreven te zijn door een
de biopsychologie, een critiek f0"® it
gewikkelde zinnen, die nog al eeZL nge b-
en het spel van Putman c. rd aandot»
analyseeren. Putman geeft onsï/lff',"™
komen zinnen in voor als deze- ^el-
„In het slottooneel heeft Putm.„
soort van zielsverrukking, som»,™- ttn
levensproblemen aangetast; heef f
kig, zeker. Maar met dergelijk- ?¥en|ik.
talent, hetwelk de innere ervarin,ÏÏtii,&
vol kan verbaliseeren, kan uit 2?f ko
ning, onsterfelijk toineelgLd
Putman is toch de fijngevoelige zMt»!°tte-
taalvirtuoos, die in rein-verkwiS. °®j!
neel-intriges de moeilyk te <«-
en hart-dualiteit tot toppunten stK"
brengen van contemplatieve schoonhï?1 b
hier is de letterkundige toon öH'*
in een harmonisch-verheven rhvth! 0
de drama-verwikkelingen het «3' fi)1
stooten en in spontane identffl.2, "ir"
het hoofdthema doet ontwaken" n'
er nogal om lachen. Het lijkt wel'of aeï?
in zijn eigen dorp niet genoeg wl®
P-PVlief. hpf k-linb-f r?r\r,
geniet, het klinkt zoo gewichtje- p2een:-
lacht ermee. En zoo keuvelend brengen i.8"
noegeiyk den tijd door, die ons nog"nt
opening scheidt. 6 van de
opening scheidt.
Maar eindeiyk gaan we dan mm
schouwburg, gezamenlyk, en weer vak hetS
op, wanneer we den schouwburg he ,L?
hoeveel schooner en grooter Sis A
verwachten^0'6 *5
gering. Bovendien is Putman een geziene
guur in zijn stad en speelt hijzelf in zijn st t
een van de hoofdrollen. Het drama dat wit!
zien krijgen ligt, hoewel het zielkundig mi
ven nogal Fransch van opvatting is in L'
echt en zuiver Vlaamsch milieu.
De inhoud ervan is ongeveer deze. Er be.
staat een attractie tusschen den vijftigiarieen
Johan Herder, de rol, die Putman zelf gn»it
een artistiek en gevoelig mensch met een
„verleden" dat hem kwelt, en een negen,
tienjarig meisje, Rita, dat de dochter ls vin
Herder's besten vriend. Deze betrekking, onU
staan door zijn veelvuldigen omgang met haai
als een oudere vriend, groeit bij Rita uit W
een liefde, die Herder, als hij dit ontdekt! be.
grijpelijkerwijze tracht te verhinderen, 'hoe
wel ook hij veel van Rita houdt. Hij tracht
haar te doen begrijpen, maar het gelukt hem
niet, zij wil niets anders dan hem liefhebben.
Nu is er in het dorp pas een nieuw orgel In de
kerk gekomen, dat voor de eerste maal be.
speeld zal worden door een groot kunstenaar,
Polsen. Deze is de echtgenoot van de vróuw,
waar Herder vroeger mee geleefd heelt cn
die dus de bron is van zijn verleden. Wanneer
deze vrouw verneemt, dat het dorp waar haar
man spelen moet, ook het dorp is, waar haar
vroegere geliefde Herder thans woont, gaat
zij met Polsen mee, hoewel zij
nog eenmaal wil zij hem zien. En i
komt zijn uitgeput en lijdend bij hem aan,
juist op een -avond dat ook Rita heimelijk bij
hem gekomen is, zeer tegen den zin van Her
der overigens. In haar tegenwoordigheid sterft
nu deze vrouw, en nu begint Rita te begrij
pen, wat Herder haar zoo lang reeds aan het
verstand trachtte te brengen. Dit wordt- de ze
delijke overwinning van Herder en de redding
van Rita.
Heel de achtergrond van dit drama ll
Vlaamsch tot in hart en nieren, met men
schen zooals zij in deze streken voorkomen,
vol van kleine ambities en hartstochten; er is
een partij van „het orgel in de kerk" en een
partij van „de beiaard op het stadhuis"; er
komt een „socialist" in voor en een koster, die
voortdurend ruzie hebben; een brouwer en
een brouwersknecht, die men misschien wel
het symbool van Vlaanderen noemen kan:
een dienstmeid en een dorpsonderwijzer, een
echte schoolvos en franskiljon, die ieder Ne*
derlandsch of liever Vlaamsch woord door
twee Fransche volgen doet; het is heel dat
typisch en pittoresk milieu van een Vlaamsch
dorpsplein, waar men praat en eet en bier
drinkt vooral, dat milieu waar men elkander
vinnig en aanhoudend dwars kan zitten, maar
waar men tegelijkertijd toch ook trouwhartig
en gevoelig van inborst is.
Het is dan ook geen wonder dat het stint,
waarin vooral de twee hoofdrollen: Rita, het
negentienjarig meisje, en Herder, het voor
werp van haar liefde, opvielen, luid door ae
toeschouwers werd toegejuicht, en dat de spe
lers met vele bloemen werden gehiildiga.
Toch was er vooral in het drama zelf w»
veel geweest, dat men qua tooneel gewaagd
zou kunnen noemen. Ook in dit opzicht oiees
de Vlaamsche trouwhartigheid en eerlljkneio,
want na de beëindiging van het stuk kwjnjj
spelers en genoodigden weer in het care °u
elkander om nog gezellig wat na te pwe
onder een glas je bier en een sigaar en o-.
werd Putman openhartig gewezen opi s w»
ke plaatsen in zijn spel; er werd critiek
verd en ontvangen, maar de toon, waarop---;
geschiedde had niets vijandigs. Integena k
het was een gesprek als van „vnenden-on
elkaar". Eerst tegen twee uur 's nachts
den dan ook pas de bedden opgezocht.
Den volgenden morgen had ik nog even J
legenheid den auteur, dien ik in een ge1
delijke stemming aantrof, op te zoeken. •-
tuurlijk ging ons gesprek weer over het
neel, want Putman is behalve toe t00.
romanschrijver ook een voortreffen*
neel-criticus, die dit werk met een zeer 1
belangstelling en liefde voor hettoon®®' f.it
richt. Hij uitte zijn voldoening over he
dat men zooveel leeren kan door mee t -r
len in een stuk, dat men zelf heeft g
ven, omdat men daardoor- zelf de zwak
en inzinkingen het best ervaart.
Ons gesprek duurde ditmaal niet zo
door tijdsgebrek aan beide kanten-
had een afspraak, ik werd door ,m!J"
listieke bezigheden weer uit {rejn.
land naar Brussel geroepen. Het stof»S
tje bracht mij weer langs denzelfden
rug en na anderhalf uur sta lk ^e®rmê» ver
in een luidruchtige, daverende stad ou,j
achter mij de romantiek van
Vlaamsch Verleden....