Hi PREDIKBEURTEN Vlaamsch tooneel MET AUTO EN TENT DOOR ZUID-AFRIKA. ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. in_eenVlaamsch Sivasieland. Door Dr. W. C. N. VAN DER SLEEN Tusschen de koude grasvlakten van het Hooge Veld en de heele moerassen en oer wouden van Portugeesch Oost-Afrika ligt een liefelijk heuvelland, door tal van diepe dalen doorsneden, waarlangs kleine water- loopen hun weg zoeken naar de kust. Een gedeelte van dit land is gereserveerd voor inboorlingen. Het staat onder een Engel- schen gouverneur, maar maakt geen deel uit van de Unie van Zuid-Afrika. Er gelden andere webten, de kaffer heeft er meer en andere rechten en dat geeft scheele oog-en, een dei- talrijke redenen, waar-om vele Afrikaanders meenen, dat dit groote land niet door onbe kenden op zesduizend mijl afstand moest wor den geregeerd. Maar de groenende heuvels, badend in het gouden zonlicht, maken een prebtigen indruk en die wordt nog verhoogd door 't gezellig uiterlijk der kleine kralen, die over heuvelruggen en hellingen verspreid liggen. De hutten hebben veel weg van een lagen bijenkorf, maar dan met het vlieggat op den beganen grond. Ze zijn overtrokken met een netwerk van touw of van leeren rie men of van gedraaide plantenvezels en ma ken daardoor een verzorgden indruk. Waagt ge u op handen en voeten in het inwendige, dan vindt ge een vrijwel leege ruimte, in het midden een vuurhaard, langs den wand een paar slaapmatjes en misschien een laag houten krukje, dat als hoofdkussen dienst doet. Want de coiffure Is een der kostelijkste bezittingen in het rijk van den Swasie Een Swasie-dandy. Het is een merkwaardig volkje. De eerste Swasie, dien we tegenkwamen, stond achte loos geleund tegen een fonkelnieuwe flets, een groot bezit voor een jongen van een jaar of veertien. Hij droeg een keurig khaki jasje, als was het hem wat lang, maar geen broek. Een Swasie, die zichzelf respecteert, draagt geen broek, tenzij die tot zijn uniform mocht behooren, zooals bij den politieagent bijvoor beeld. En dan nog omgordt hij op vrije dagen zijn lendehen met een merkwaardig stel uit huiden vervaardigde sieraden, van den vorm van een lampenpoetser, maar veel los ser en sierlijker en van allerlei kleur en groot te. Een tiental korte vóór, als schaambedek- ker, hoewel daaronder nog een lendenlapje gedragen wordt, links en rechts een paar lange rolronde, harige staarten, achter soms een tiental huidjes, naast elkaar, maar ook vaak net één huidje, dat buitengewoon mak kelijk is om op te zitten enaltijd op de goede plaats bij de hand. Bij de kleeding van een Swasie-dandy hooren dan nog twee stok ken en een schild. Vroeger droegen die stokken lange ijzeren lanspunten en werden dan asse gaaien genoemd. Maar het gebeurde zoo vaak, dat op bijeenkomsten een klein geschil met de assegaai werd beslecht, dat tegenwoordig het dragen van die gevaarlijke wapens bij openbare vergaderingen verboden is. Maar de Moderne plooirokken. Na het slanke rechte silhouet heeft de mode zich thans plotseling bekeerd voor wijde klokkende of geplooide rokken. Deze zijn kort en zeer wijd. Slanke jonge figuren kunnen deze nieuwe rokken heel goed dragen, maar ook de vrouw, die iets forscher van bouw is, ziet er aardig in uit, mits zij het met overleg toepast. Het japonnetje op onze afbeelding is ge maakt met zoo'n wijden rok; verder is het model erg eenvoudig. Benoodigd materiaal: 2.75 meter van 140 cM. breedte. Het patroon ise te verkrijgen in maat 46: bovenwijdte: 107 centimeter, tail lewijdte: 90 cM. en heupwijdte 120 cM. Door het al of niet aanknippen van naden, kan men het patroon passend maken voor het eigen figuur. Prijs van het patroon 26 ets. Het is van Maandag af gedurende een week verkrijgbaar bij de bureaux van dit blad Kennemerlaan 42 IJmuiden en Breestraat 29 Beverwijk Swasie weet zich tc redden. Het koehuiden schild, met doorgevlochten rcepen van witte huid gesierd, blijft hom begeleiden als flattee- rend onderdeel van zijn toilet. En dan de stok ken. Er komt ruzie. Een tegenstander, die op 't punt staat, een goeden klap te krijgen, pakt den dreigenden stok beet, maar meteen rukt de eerste Swasie aan het onderste deel. Het bovenste deel, eigenlijk de scheede, waarin een lange priem, of lanspunt verborgen is geweest, blijft in de hand van den aangeval lene achter en de aanvaller steekt met 't ont- bloote wapen den medeminnaar overhoop. Een eenvoudige woordentwist had met zulke wa pens te vaak een bloedig einde. Ze worden nu door de politie afgenomen enaan welwillende vreemdelingen uitgereikt. Zoo bezit ik een mooi stel assegaaien en zoo'n knodslans, die toebehoord hebben aan staats vijand no. 1 in Swasieland, een grooten for- schen kaffer, die de gewoonte had, meisjes van aantrekkelijken leeftijd voor zich uit het bosch in te Jagen, ze daar een dag of veertien bij zich te houden en ze dan weer naar huis te sturen. Met lieden, die de vermisten kwa men zoeken, maakte hij korte metten, maar viel eindelijk zelf onder den stoot van een teleurgesteld minnaar. Zijn lijk en zijn wapens werden door de politie in beslag genomen. De coiffure. Maar wij waren met de beschrijving van den Swasie in feestdos nog pas op de helft. Aan het hoofdhaar wordt veel zorg besteed. Het schijnt iets langer te zijn dan bij de meeste negers, laat zich dus tot lange krul letjes uitrekken, je kunt er kralen en parels aan rijgen, de haren vlechten, in elk geval ze verven met een soort poeder, dat er een roest- roode tint aan geeftOok in den baard worden vaak heele rijen kralen geregen. Wat veeren of haren arm- en kuifcbanden voltooien het toilet, waarbij soms nog een muts van luipaardenvel, of ander roofdiervel behoort. Helaas echter komen we deze dracht langs den weg al haast niet meer tegen. De lendenver siering wordt nog veel gedragen, maar daar overheen maar al te vaak een vuil, gescheurd khakihemd of jasje. Het is wel een koddig type anders, zoo'n vriend met keurig ver zorgd, met strootjes doorvlochten en met in geregen kralen versierd haar, een ongeloof lijk vies oud uniformjasje en daaronder uit die mollige huiden versiersels van den echten Swasie. Vooral als mijnheer daarbij een para sol draagt en zijn vrouw in lange roze jurk ook een zonnescherm tracht te dragen boven haar morianen-hoofd, waarop een petroleum- blik vol water meereist! Dit vinden we allemaal zoo rustig langs den weg uit. Daar loopt weer een troepje voor ons; ik zie ze nog juist achter een heuvelrug verdwijnen, wij suizen een dal door, grom men den heuvel op en zijn plotseling vlak achter hen. Het blijken drie vrouwen te zijn met twee jongetjes, die elk achter op een ezel hangen. Een der jongens ziet of hoort ons het eerst, geeft een schreeuw en slaat achter over van den ezel af, die opzij springt, het struikgewas in. maar het jong zat geloof ik, al eerder onder de struiken. De vrouwen kijken even om en glippen ook opzij. Als we bij ze zijn staat alles achter boomen verdekt opgesteld. Ik stop en roep ze toe nader te komen. Geen beweging; ik stap uit en loop naar een der vrouwen toe, ze schijnt te willen vluchten, maar vermant zich. Ik vraag op mijn vriendelijkst of ik zoo op de groote Markt kom. Het doet er niet toe wat je zegt, ze verstaan toch niets en als je maar vrien delijk kijkt en wat lacht, lachen zij ook en ontspint zich al spoedig een gesprek, zonder dat een van beide partijen iets van de andere verstaat. Maar ik weet wat ze vragen: Waar komt ge vandaan en waar gaat ge naar toe, dat is de hoofdzaak. Als ik een fototoestel voor den dag haal, vlucht het heele stel en we moeten met pennies rammelen om ze een beetje dichterbij te krijgen. Ze zetten de kale bassen met water, die ze op het hoofd dragen, neer en komen één voor één nader. Ze nemen de gift aan in twee naast elkaar gehouden handen en danken buigend. De vrouwen dra gen een soortgelijk voorschoot van lange, smalle vellen als de mannen, maar daarover heen een doek, die op allerlei wijzen om het lichaam geslingerd wordt, echter meer als ver siering of tegen de koude dan om te verber gen. Kraalinterïeurs. Een eindje verder ligt een kleine kraal. Ik ga maar weer eens naar den weg vragen. Er is weer niemand, die Engelsch of Afrikaansch spreekt, maar je ziet aan hun heele geba ren, dat ze even benieuwd zijn, van ons het moois af te kijken, als wij van hen. Daarom vlot het gesprek zeer goed. Naast de hutten staan hier voorraadschuren of dakjes eigen lijk en daaronder staan groote potten met mais. Deze menschen bakken een mooi, zwart aardewerk, met vierkante velden, vol knob beltjes versierd, maar ze gebruiken ook zeer veel vaatwerk, groote kruiken vooral, die uit gras gevlochten zijn en zeer geschikt blijken voor het opbergen van mais en andere gra nen. Neen, dan zag het huis van mijn vriend den politieman er heel anders uit. Dat is te zeg gen, het was ook een ronde leemen hut met aangestampten vloer. Maar er stond een veld bed voor den heer des huizes. Daarnaast een rek met slaapmatjes, aardig in kleuren ge vlochten, ten gebruike van zijn vier vrou wen, die ook nog beschikten over een andere hut, waaraan tevens de met takken om heinde stookplaats was verbonden. Daar was een zijner vrouwen bezig, pap te koken. In de hut van den baas was nog een uit kisten op gebouwd kastje, en er lagen op een matje al- Terlei bezittingen, zooals lucifers, sigaretten, allerlei blikjes enzoovoort uitgespreid. Aan den wand waren vier mooie assegaaien in een leeren riem opgehangen en daarbij ook een schild van zebrahuid en de heele Zondag- sche kleeding van onzen vriend, die nu in keurige khaki-uniform rondliep en op vrije dagen altijd echt op zijn Swasie dandy's door de wereld ging. Die klecdij van huiden en vachten vonden zijn vrouwen blijkbaar toch nog veel mooier dan de uniform, niet tegenstaande de koperen knoopen. Hij had, zooals ik zei vier vrouwen. De twee, die thuis waren droegen het haar heelemaal recht overeind staande wel 20 c.M. lang uitge rekt door soda roestrood uitgebeten en met touwtjes omknoopt om de zaak goed recht overeind te houden. We kochten van haar nog een paar mooie, uit een stuk hout ge sneden eetlepels. Een mooie waterschelp en grootere lepel, alles steeds uit één stuk, moesten achterblijven omdat de eigenaar niet aanwezig was. Toch is die kunst van houtbe- werken hier zeldzaam. Er zijn in elke streek maar een paar kaffers die het doen. En zoo mevrouw? Een gulden cadeau? Nou,dat is kras hoor! Hoe kan dal maar zoo? Nee.nieh cadeau.nee, ik heb hem gespaard: Van al wat persil maakt heb'k zegels bewaard. Cl. D. (Adv. ingez. Med.) een heb ik er nog niet weten te vinden; maar wat niet is, kan komen. Vol moed verder. We hebben weer een grooten weg te pakken. Dat heeft het voordeel, dat er kuilen zijn van zeer verschillende afmetingen zoodat je diegene uit kunt zoeken, die het best passen bij de dia meter van je wiel. Als ze dan wat regelmatig liggen ook, neemt de wagen zoo'n soort rus tige galop aan, zooals je op teekenfilms wel ziet. Maar al spoedig zaten we weer op zijwe gen, op zoek naar een geschikte kampplaats, van waaruit we het groote Vogeleiland in de St.-Lucia-baai zouden kunnen bezoeken. (Nadruk verboden.) SANTPOORT NED. HERV. KERK. Eerste Paaschdag. V.m. 10: Ds. Oldeman. NED. HERV. KAPEL. Eerste Paaschdag. V.m. 10: Ds. J. C. v. Apeldoorn, Leiden. Tweede Paaschdag. V.m. 10: Ds. M. G. Blauw, van Haarlem-Noord. GER. KERK IN H. V., geb. Bethel. Wtistelaan Eerste Paaschdag. V.m. 10: K. v. d. Berg. Nam. 5: Dezelfde. Tweede Paaschdag geen dienst. IJMUIDEN NED. HERV. KERK, Kanaalstr. Eerste Paasch dag. V.m. 10: Ds. v. Elden, Haarlem. Nam. 5.30: Ds. L. W. Erdman. Tweede Paaschdag. Vm 10: Ds Johs. Brons geest. BETHLEHEMKERK, James Wattstr. Eerste Paaschdag. V.m. 10: D. Selling. Tweede Paaschdag geen dienst. LEGER DES HEILS. Eerste Paaschdag. V.m. ló: Heiligingsdienst. nam. 3.30: Verblijdingssamen- komst. Nam. 8: Verlossingssamenkomst o.l.v. Mja. A. Varwijk. Tweede Paaschdag. Nam. 8: Samenkomst o.l.v, Maj. A. Vai'wijk. Donderdag nam. 8: Bijz. Hei ligingsdienst. HERV. EVANG., Oranjestraat 8. Geen opgave ontvangen. GEREF. KERK, Wilhelminakade. Eerste Paasch dag. V.m. 10; Ds. J. Kapteijn. Nam. 5: Ds. S. E Wesbonk. Tweede Paaschdag. V.m. 10: Ds. Wierda, Vijf huizen. HULPKERK, Max-nixschool. Eerste Paaschdag. V.m. 10: Ds. S. E. Wesbonk. Nam. 5: Ds. J. Kapteijn. Tweede Paaschdag geen dienst. CHR. GEREF. KERK. Eerste Paaschdag. V.m. 10 en nam. 5: Ds. A. Zwiep. Tweede Paaschdag V.m. 10: Ds. A. Zwiep. DOOPSGEZ. en AFD. NED. PROT. BOND, Helmstraat 9. Eerste Paaschdag. V.m. 10.30: Ds. Milatz. OUD-KATHOLIEKE KERK. Eerste Paaschdag. V.m. 10: H. Dienst. Nam. 7: Vespers. UNIVERSEELE EEREDIENST (Soefi-Bewe- ging). Centrum Bloemendaal. Bovenzaal Vree burg, Kerkplein 16. Eerste Paaschdag. V.m. 11: Spr. Mevr. Cnoop Koopmans. Onderwerp: „Paschen-Opstanding". IJMUIDEN-OOST NED. HERV. KERK. Goede Herderkerk, Velser- duinweg. Eerste Paaschdag. V.m. 10: Ds. G. F. Callenbach. Nam. 5.30: Ds. W. A. Zeydmer, Rotterdam. Jeugddienst. VEREENIGINGSGEBOUW, Kalverstraat. Eerste Paaschdag. V.m. 10: Jeugddienst. VER. v. VRIJZ. HERVORMDEN, Verenigings gebouw Stationsweg, Velsen. Eerste Paasch dag. V.m. 10.30: Mevr. H. F. Calkoen-v. Thie- nen, Velsen. Tweede Paaschdag geen dienst. GER. KERK, Velserduinweg. Eerste Paaschdag. V.m. 10 en nam. 5: Ds. E. G. v. Teylingen. Tweede Paaschdag geen dienst. BAPTISTENGEM., lokaal Willemsbeek weg 22 Vrijdag nam. 8: Ds. L. de Haan, pred. te Hrl VERGADERING VAN GELOOVIGEN. Willems- beekweg 22. Geen opgave ontvangen. HERST. APOST ZENDINGSGEM.. Willebrord- straat 10. Beide dagen geen dienst. Alleen dienst te Haarlem. ROZEKRUISERS GENOOTSCHAP. Stationsweg 65. Eerste Paaschdag. V.m. 10.30: Tempeldienst Zaterdag 8 April: nam. 7.15: Genezingsdienst. VELSEN NED. HERV. KERK. Eerste Paaschdag. V.m. 10: Ds. Johs. Bronsgeest. Nam. 5.30: Ds. Joh. IJzer man. Tweede Paaschdag geen dienst. VEISEN-NOORD GEREF. KERK. Groote Hout- of Koningsweg Eerste Paaschdag. V.m. 10 en nam. 5: Dr. D. v. Katwijk. Tweede Paaschdag geen dienst. BEVERWIJK NED. HERV."KERK, Kerkstraat. Eerste Paasch dag. V.m, 10: Ds. J. de Vries. Collecte voor de Inw. Zending. Nam. 12—1: Zondagsschool. Tweede Paaschdag. V.m. 10: Ds. G. F Callen bach, uit IJmuiden-Oost VER. VAN VRIJZ. HERVORMDEN, Parklaan Eerste Paaschdag. V.m. 10: Ds. J. N. Pattist. uit Den Haag. Tweede Paaschdag geen dienst. DOOPSGEZ. GEMEENTE, Meerstraat. Eerste Paaschdag. V.m. 10: Ds. J. D. van Calcar. Me dewerking van het Zangkoor. Tweede Paaschdag geen dienst. De première van Willem Putman 's Negentien Jaar ET was een stoffige trein, die mij ein delijk, na veel gesukkel met autobus en taxi. op een drafje naar Kortrijk bracht. Buiten den trein lag het wis selende landschap golvend in dal en helling, zoodat we nu eens het land van boven af uit gestrekt zagen liggen, dan weer tusschen twee steilten als muren in het donker door glipten. Ondanks de regen, die met de zon af wisselde, werd er ijverig op het land gewerkt; de lentp is dan ook weer in aantocht, die van heel dit golvende, maar kale land een groene en gouden vlakte maken zal. In den trein was de atmosfeer onder de passagiers gelijk aan die van den wagen zelf: stoffig en wat gedrukt. Het was warm, en de meeste reizigers zaten weggedoken in 'n hoek, de oogen gesloten, of zelfs, zooals dat in mijn coupé het geval was, lag men met de armen onder het hoofd op het naar binnen uitste kende platte vlak, dat als tafeltje dienst doet, te slapen. Verder niets dan sigarettenwalm, het gezoem en gestamp van den trein en af en toe uit de verte flarden van gesprekken, geroezemoes van stemmen, die boven het snerpende geluid van rails en grint uitkwa men. In die gesprekken hoort men door elkander Fransch en Vlaamsch en naarmate de trein vaker stopt en passagiers die in stappen, de uitstijgende vervangen, naar die mate groeit ook het Vlaamsche element in de gesprekken; desondanks rijden we meer en meer de Fran- sche grens tegemoet, want Kortrijk, of Courtrai, zooals 't in de spoorwegboekjes heet, ligt aanmerkelijk dichter bij de Fransche dan bijvoorbeeld Antwerpen bij de Hollandsche grens. Zoo mijmerend snel ik langs alle mogelijke dorpjes en kleine stadjes mijn doel tegemoet. Dat doel is, zooals gezegd, Kortrijk, waar ik de première zal bijwonen van een tooneelstuk van den Vlaamschen auteur Willem Putman. Het is de eerste maal, dat ik Kortrijk zal be zoeken, waar ik dit Vlaamsche tooneel dus zal zien in de omgeving waar het geschreven werd en thuishoort. Maar als ik in Kortrijk aankom, blijkt het, dat ik nog een zee van tijd over heb die ik gebruik om wat meer van dit mooie, aan de Leie liggende stadje te bewon deren. Kortrijk is een stadje met historie, waarvan we den naam al vroeg in de geschiedenis te genkomen, een stadje uit de Middeleeuwen, een oud stadje uit den tijd van de gilden. Er zijn oude straatjes, oude kerken met schil derstukken van oude Vlaamsche meesters, o.a. van Karei van Mander. En als ik mij ein delijk vermoeid in een cafétje langs de Leie neerzet, in een hoekje bij het raam en in de zon, die inmiddels weer is doorgebroken, en ik kijk dan naar den waard die, o wonder, muziek zit te schrijven, dan voel ik mij plot seling zeer prettig in het besef een stuk leven van vroeger, dat met moderne accenten toch echt gebleven is, te hebben teruggevonden. Men behoeft het heden niet te veronachtza men, men kan een mensch blijven, die met hart en ziel deelneemt aan het leven van zijn eigen tijd, zonder daardoor toch het oog te verliezen voor al het schoone en goede, dat vroegere tijden tot stand brachten, zóó ter dege, dat het hier is overgebleven en den mo dernen tijd dwingt er zich gematigd en naar behooren bij aan te sluiten. Tegen een uur of vijf sta ik op en begeef mij door een van de drukste en gezelligste winkel straatjes van het stadje naar de groote markt. Hier is het eeuwenoude raadhuis, waar de pers en de genoodigden, ter gelegenheid van deze première, door den burgemeester en de sche penen van de stad zullen worden ontvangen. Deze ontvangst zet al dadelijk goed in, want ze blijkt plaats te hebben in de oude en his torische schepenzaal, een prachtig voorbeeld van gothische bouwkunst. De burgemeester spreekt een woord van welkom. Ook de plaats vervanger van den gouverneur der provincie, die het eerevoorzitterschap van de vereeniging tot bevordering van het kunstleven in Kort rijk „Pro Arte" op zich genomen heeft. Onder patronage van deze vereeniging zal het stuk van Willem Putman, dat „Negentien Jaar" heet en het eerste deel vormt van een trilogie, welke de loutering van een vrouwen ziel in die belangrijke episodes van haar leven tot onderwerp heeft, worden opgevoerd. Het zijn weliswaar de geëikte termen, die in deze toespraken worden gebezigd, en tóch, er zit iets bijzonder sympathieks in den goeden wil van deze Vlaamsche stadsbestuurders. Wan neer burgemeester en wethouders hier zoo in nemend voor het tooneel te werk gaan, krijgt men als Noord-Nederlander al een heel spe- cialen indruk van de goedmoedigheid, welke overigens op een allerprettigste wijze samen gaat met het gebruik van glazen wijn en sigaren. NA deze ontvangst ga ik een kamer bespre ken in een naastbij gelegen hotel en dan komen wij weer op verzoek van den auteur bij elkaar om, drinkend van de Belgische „Ex ports", met Putman in het midden, den tijd tot den aanvang van de voorstelling door te EVANG. LUTH. GEM., Koningstraat. Eerste Paaschdag. V.m. 10.30: Ds. J. Ph. Haumersen. Medewerking van mevr. Suyk-Schit, zang en Louis Stiens, orgel. Tweede Paaschdag geen dienst. GEREF. KERK, C. H. v. Moensplein. Eerste Paaschdag. V.m. 10 en nam. 5: Ds. H. Holtrop. Tweede Paaschdag geen dienst. EVANG. „MARANATHA", Dr. Schuitstraat 31 Eerste Paaschdag. V.m. 10: A. Besselaar, uit Amsterdam, in gebouw Odeon. Dinsdag nam. 7.30: Bijbellezing en vrouwen- krans. Woensdag nam. 2: Meisjeskrans en zang. Donderdag nam. 8: Bijbelonderzoek. LEGER DES HEILS, Zeestraat 26. Geen opgave ontvangen. CASTRICUM NED. HERV. KERK. Eerste Paaschdag. V.m. 10: Ds. D. E. Boeke, uit Heemstede. Tweede Paaschdag geen dienst. GEREF. KERK. Eerste Paaschdag. V.m. 10 en nam. 5:*Ds. J. Krüger Tweede Paaschdag geen dienst. HEEMSKERK NED. HERV. KERK. Eerste Paaschdag. V.m. 10: Ds. Joh. IJzerman, Tweede Paaschdag geen dienst. WIJK AAN ZEE EN DUIN NED. HERVORMDE KERK, Wijk aan Zee. Eerste Paaschdag. V.m. 10: Ds. J. A. L. Hovy. Collecte Inw. Zending. VEREENIGINGSGEBOUW, Populierenlaan. Eer ste Paaschdag. V.m. 10: F. Offeringa, hulppre diker. Collecte Inw. Zending. Nam. 7: Ds. J. A. L. Hovy. Bediening H. Av. Tweede Paaschdag geen dienst, brengen, al sprekend over tooneel stuk dat wij zien zullen vooralHS "B Ie telt ons, dat zijn „Negentien i,?®» met voor de eerste maal wordf ei«ii het werd namelijk reeds eenmaal „Pse,0«' Waregem de geboorteplaats van me dit als een voorrecht beschon»? sat<» premiere voor zich opgeëisrht a i dat gewoonlijk het geval is Wam - ®Wi geschiedde zou de publieke opinS'^'i» zeer ontstemd geweest zijn Jf- tot doe ik haar liew blukt er ook over de opvoering aM' Ztli neelstuk in Waregem cntiek geschreven te zijn door een de biopsychologie, een critiek f0"® it gewikkelde zinnen, die nog al eeZL nge b- en het spel van Putman c. rd aandot» analyseeren. Putman geeft onsï/lff',"™ komen zinnen in voor als deze- ^el- „In het slottooneel heeft Putm.„ soort van zielsverrukking, som»,™- ttn levensproblemen aangetast; heef f kig, zeker. Maar met dergelijk- ?¥en|ik. talent, hetwelk de innere ervarin,ÏÏtii,& vol kan verbaliseeren, kan uit 2?f ko ning, onsterfelijk toineelgLd Putman is toch de fijngevoelige zMt»!°tte- taalvirtuoos, die in rein-verkwiS. °®j! neel-intriges de moeilyk te <«- en hart-dualiteit tot toppunten stK" brengen van contemplatieve schoonhï?1 b hier is de letterkundige toon öH'* in een harmonisch-verheven rhvth! 0 de drama-verwikkelingen het «3' fi)1 stooten en in spontane identffl.2, "ir" het hoofdthema doet ontwaken" n' er nogal om lachen. Het lijkt wel'of aeï? in zijn eigen dorp niet genoeg wl® P-PVlief. hpf k-linb-f r?r\r, geniet, het klinkt zoo gewichtje- p2een:- lacht ermee. En zoo keuvelend brengen i.8" noegeiyk den tijd door, die ons nog"nt opening scheidt. 6 van de opening scheidt. Maar eindeiyk gaan we dan mm schouwburg, gezamenlyk, en weer vak hetS op, wanneer we den schouwburg he ,L? hoeveel schooner en grooter Sis A verwachten^0'6 *5 gering. Bovendien is Putman een geziene guur in zijn stad en speelt hijzelf in zijn st t een van de hoofdrollen. Het drama dat wit! zien krijgen ligt, hoewel het zielkundig mi ven nogal Fransch van opvatting is in L' echt en zuiver Vlaamsch milieu. De inhoud ervan is ongeveer deze. Er be. staat een attractie tusschen den vijftigiarieen Johan Herder, de rol, die Putman zelf gn»it een artistiek en gevoelig mensch met een „verleden" dat hem kwelt, en een negen, tienjarig meisje, Rita, dat de dochter ls vin Herder's besten vriend. Deze betrekking, onU staan door zijn veelvuldigen omgang met haai als een oudere vriend, groeit bij Rita uit W een liefde, die Herder, als hij dit ontdekt! be. grijpelijkerwijze tracht te verhinderen, 'hoe wel ook hij veel van Rita houdt. Hij tracht haar te doen begrijpen, maar het gelukt hem niet, zij wil niets anders dan hem liefhebben. Nu is er in het dorp pas een nieuw orgel In de kerk gekomen, dat voor de eerste maal be. speeld zal worden door een groot kunstenaar, Polsen. Deze is de echtgenoot van de vróuw, waar Herder vroeger mee geleefd heelt cn die dus de bron is van zijn verleden. Wanneer deze vrouw verneemt, dat het dorp waar haar man spelen moet, ook het dorp is, waar haar vroegere geliefde Herder thans woont, gaat zij met Polsen mee, hoewel zij nog eenmaal wil zij hem zien. En i komt zijn uitgeput en lijdend bij hem aan, juist op een -avond dat ook Rita heimelijk bij hem gekomen is, zeer tegen den zin van Her der overigens. In haar tegenwoordigheid sterft nu deze vrouw, en nu begint Rita te begrij pen, wat Herder haar zoo lang reeds aan het verstand trachtte te brengen. Dit wordt- de ze delijke overwinning van Herder en de redding van Rita. Heel de achtergrond van dit drama ll Vlaamsch tot in hart en nieren, met men schen zooals zij in deze streken voorkomen, vol van kleine ambities en hartstochten; er is een partij van „het orgel in de kerk" en een partij van „de beiaard op het stadhuis"; er komt een „socialist" in voor en een koster, die voortdurend ruzie hebben; een brouwer en een brouwersknecht, die men misschien wel het symbool van Vlaanderen noemen kan: een dienstmeid en een dorpsonderwijzer, een echte schoolvos en franskiljon, die ieder Ne* derlandsch of liever Vlaamsch woord door twee Fransche volgen doet; het is heel dat typisch en pittoresk milieu van een Vlaamsch dorpsplein, waar men praat en eet en bier drinkt vooral, dat milieu waar men elkander vinnig en aanhoudend dwars kan zitten, maar waar men tegelijkertijd toch ook trouwhartig en gevoelig van inborst is. Het is dan ook geen wonder dat het stint, waarin vooral de twee hoofdrollen: Rita, het negentienjarig meisje, en Herder, het voor werp van haar liefde, opvielen, luid door ae toeschouwers werd toegejuicht, en dat de spe lers met vele bloemen werden gehiildiga. Toch was er vooral in het drama zelf w» veel geweest, dat men qua tooneel gewaagd zou kunnen noemen. Ook in dit opzicht oiees de Vlaamsche trouwhartigheid en eerlljkneio, want na de beëindiging van het stuk kwjnjj spelers en genoodigden weer in het care °u elkander om nog gezellig wat na te pwe onder een glas je bier en een sigaar en o-. werd Putman openhartig gewezen opi s w» ke plaatsen in zijn spel; er werd critiek verd en ontvangen, maar de toon, waarop---; geschiedde had niets vijandigs. Integena k het was een gesprek als van „vnenden-on elkaar". Eerst tegen twee uur 's nachts den dan ook pas de bedden opgezocht. Den volgenden morgen had ik nog even J legenheid den auteur, dien ik in een ge1 delijke stemming aantrof, op te zoeken. •- tuurlijk ging ons gesprek weer over het neel, want Putman is behalve toe t00. romanschrijver ook een voortreffen* neel-criticus, die dit werk met een zeer 1 belangstelling en liefde voor hettoon®®' f.it richt. Hij uitte zijn voldoening over he dat men zooveel leeren kan door mee t -r len in een stuk, dat men zelf heeft g ven, omdat men daardoor- zelf de zwak en inzinkingen het best ervaart. Ons gesprek duurde ditmaal niet zo door tijdsgebrek aan beide kanten- had een afspraak, ik werd door ,m!J" listieke bezigheden weer uit {rejn. land naar Brussel geroepen. Het stof»S tje bracht mij weer langs denzelfden rug en na anderhalf uur sta lk ^e®rmê» ver in een luidruchtige, daverende stad ou,j achter mij de romantiek van Vlaamsch Verleden....

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 10