De gebroken Bokaal
Het gedeelte van den in aanleg zijnden snelverkeersweg Heerlen
Geleen nabij Spaubeek wordt „drooggelegd". Aan de eene zijde
worden draineerbuizen geplaatst en aan de andere zijde wordt een
afwateringssloot gegraven
„Het Kantsalet" heeft aan het Rijksmuseum te Amsterdam eenige
fraaie stukken naaldkant geschonken, o.a. een coiffure van Fransche
Argentella, dateerend uit omstreeks 1680
Een indrukwekkend beeld van de groote troepenparade, welke op den vijftigsten
verjaardag van Adolf Hitler voorbij den Führer trok
FEUILLETON
Naar hetEngelsch van
EDNA MURRAY.
3)
Jarenlang was dit zoo doorgegaan en lang
zaam, maar zeker werd de toestand erger. Te
genover de wereld en in zijn eigen schatting
was Lord Paignton een zeer vermogend man;
in werkelijkheid danste hij geblinddoekt en
luchthartig op het uiterste kantje van den af
grond; en het tragische van het geval was, dat
hij naar geen enkele waarschuwende stem had
willen luisteren, toen het .nog niet te laat was.
En nu, terwijl de vooruitzichten allerbedroe
vendst waren, was hij gedwongen om naar zijn
advocaat te gaan en met een allerinnemendsten
glimlach aan te kondigen, dat hij een groot huis
.in Londen gekocht had en de behangers en
schilders al druk aan 't werk waren. En Moze-
ley werd vriendelijk verzocht na te zien of de
rekeningen in orde waren, voor „His Lordship"
de chèques uitschreef! Het was onmogelijk, be
lachelijk, en toch was er iets héél tragisch in de
situatie, want Lord Paignton had weliswaar een
geweldig-onverantwoordelijke, vlinderachtige
natuur, maar was toch de man, wiens hart bre
ken zou als hem of de zijnen iets kwaads over
komen zou.
Maar er mocht nu niet meer omheen gepraat
worden, dat was zeker. Als deze nieuwe en dolle
buitensporigheid nu maar verhinderd kon wor
den, dan was het misschien nog mogelijk door
zeer zorgvuldig en zuinig beheer dat de toe
stand nog te redden was. Maar dit zou zoo'n
grondige verandering in Lord Paignton's levens
wijze eischen, dat het een vrijwel verloren hoop
was.
Maar, Mozeley waagde de poging. Hij schraap
te z'n keel, ging rechtop in zijn stoel zitten,
bracht de toppen van zijn lange vingers bij
elkaar en stak van wal
Mijn waarde Lord Paignton, u moet toe
geven dat ik het een en ander van uw zaken
weet. Mijn kantoor heeft voor uw vader en uw
grootvader de zaken behartigd. U moet ernstig
naar mij luisteren.
Lord Paignton draaide op zijn stoel heen en
weer en keek op zijn horloge.
Natuurlijk natuurlijk, zei hij, maar
kan dat een anderen keer niet? Ik moet met
een vriend gaan lunchen. En heusch, mr. Moze
ley, wat moet er verder nog over gepraat wor
den? Ik heb order gegeven dat de rekeningen
naar u gezonden moeten worden. Alles wat ik
wensch is, dat u ze naziet die menschen zijn
nog al eens geneigd zoo'n rekening op te schroe
ven, wat? Het is zoo eenvoudig als wat!
Hij maakte een luchtige beweging met zijn
hand.
Het is niet zoo eenvoudig als wat, meende
de advocaat. Het is integendeel heel ernstig. De
zaak is, dat u iets op u genomen hebt, dat boven
uw krachten gaat. Laat ik duidelijk zijn. (Hij
probeerde te spreken alosf hij een kind voor zich
had). U kunt dit huis in Londen niet bekosti
gen. U hebt geen middelen om het te betalen.
U kunt er niet wonen, zelfs al kon u de koopsom
en de inrichting betalen en er Charlton Park bij
houden. U
Lord Paignton zwaaide zijn lorgnet aan het
dunne, gouden kettinkje heen en weer. Ik
heb nog nooit zoo'n onzin gehoord. Ik heb heel
eenvoudig een huis in Londen noodig en een
huis, overeenkomstig mijn stand. Ik moet aan
mijn dochters denken, Mr. Mozeley; ze zijn pas
thuisgekomen en moeten de season meemaken.
En dan mijn zoon en aanstaande schoondoch
ter ik kan nu heusch niet aan bezuinigen
denken.
Toch zult u dat dienen te doen, protesteer
de de ander. Het is geen kwestie van willen,
maar van moeten dat dient u goed te begrij
pen. Terwille van uw zoon en dochters moet u
zich terugtreken voor het te laat is. Waarom ter
wereld hebt u mij niet geraadpleegd, vóór die
koop tot stand kwam?
Ik zal dadelijk naar de bank gaan en de
zaak uitleggen, zei Lord Paignton; zij geven vol
doende crediet als dat noodig mocht blijken. U
behoeft zich niet ongerust te maken, mr. Moze
ley. Ik.weet dat u het goed meent, maar, waar
de heer, u bent een zwartkijker, dat is nu een
maal zoo.
Het is mogelijk dat de bank u helpen wil,
zei de advocaat wanhopig, maar wat daarna?
Laat ik u in vredesnaam de cijfers eens laten
zien
Neen, dank u, zei Lord Paignton opgewekt.
Ik ben in rekenen nooit sterk geweest; kon op
school al geen eenvoudig sommetje optellen. En
dan die groote bedragen! Ze maken mij bang.
Neemt u die papieren maar weg!
De advocaat wist niet wat hij met zoo'n man
moest beginnen. Het leek wel een groote school
jongen; het was gewoonweg onmogelijk hem
naar rede te doen luisteren. Hij zou op den
rand van den afgrond blijven dansen tot het
onvermijdelijke kwam. En toch was er geen
goedhartiger en vriendelijker ziel in heel En
geland te vinden. Het was treurig, onuitspreke
lijk treurig.
Mr. Mozeley deed een laatste poging.
U ruïneert u zelf, Lord Paignton, zei hij
botweg.
„His Lordship'' stond van zijn stoel op en
richtte zich hoog op. Nooit in zijn leven had hij
zoo iets belachelijks gehoord en hij voelde dat
hij het aan zijn waardigheid verplicht was den
man op zijn nummer te zetten. Tenslotte was de
advocaat niet anders dan een betaalde onderge
schikte!
Werkelijk, Mr. Mozeley, zei hij met een
niet zeer geslaagde poging om uit de hoogte te
doen. Ik moet u verzoeken dit aan mij over te
laten. Het zou mij erg heel erg spijten als
ik na al deze jaren u.
Hij was niet in staat om zijn zin te voltooien.
Hij glimlachte. Per slot van rekening, wat be-
teekende het? Mozeley's geroep van „De wolf,
de wolf!" was niets nieuws voor hem.
Het komt wel in orde, ging hij haastig
voort. Ik ga naar de bank. U zult zien dat
het in orde komt. En wat verwacht u van de
rozen dit jaar?
Het was een handige zet van Lord Paignton.
Rozenkweeken was Mr. Mozeley's liefste bezig
heid. Hij zond zijn exemplaren vaak naar ten
toonstellingen en kreeg een onnoemelijk aantal
prijzen. Maar hij had altijd een mededinger, dien
hij nooit kon overtreffen en dat was de knappe
tuinman van Charlton Park, die ook rozen
kweekte en wiens exemplaren altijd die van den
advocaat overtroffen tenminste wanneer hij
ze mocht inzenden, wat maar zelden gebeurde,
want Lord Paignton voelde er niets voor om zijn
vriend den loef af te steken.
En de rozen moesten nu dienen om uit dit
onplezierige nauwe kanaal van onaangename
gedachten te komen. David Mozeley zuchtte en
gaf zich gewonnen. Per slot van rekening, wat
kon hij verder doen? Hij had gesproken zooals
de plicht hem geboden had; méér kon hij niet.
Zaken en gevoelens moesten gescheiden blijven
en waarom moest hij het risico loopen een cliënt
te verliezen?
Dus er werd niet meer over financieele
moeilijkheden gepraat en Lord Paignton nam na
eenige oogeblikken, zeer tevreden met zichzelf
en de wereld, afscheid.
Toch kwam het onderwerp weer ter sprake,
want mr. Mount, Mozeley's medewerker en zoon
van het overleden hoofd van de firma, kwam
binnen om te hooren hoe Mr. Mozeley zijn moei
lijke taak volbracht had. Mr. Mount was een
jonge man, wiens eeuwige glimlach ingestu
deerd was als tegenhanger voor het ernstige ge
zicht van zijn compagnon.
Het ziet er beroerd uit, George, zei Mr.
Mozeley, terwijl hij onheilspellend het hoofd
schudde. Hij wilde geen waarschuwend woord
hooren gee nwoord! Zou je het voor moge
lijk houden dat hij, terwijl zijn zaken heelemaal
in de war zijn, een groot huis in Knightsbridge
gekocht heeft? En peperduur! Hij is van plan
het tot in de puntjes te laten inrichten. Dat kan
natuurlijk niet; maar hij wil het niet inzien.
Nou, nou, daar zal binnenkort een bom barsten
en het spijt me want goedhartiger kerel loopt 1
er niet rond op de wereld.
George Mount haalde de schouders op. Hij
bezat nog niet een kwart van het gevoel van
den somberen Mozeley. De beroemde Paignton
Eer, zei hij, zal niet veel meer waard zijn als
de vlek van een faillissement er op valt, wat?
Het zal het einde van een mooie familietraditie
zijn. Het spijt mij voor de eer van de Paingtons.
HOOFDSTUK IV.
Lord Paignton is van streek.
Lord Paignton stapte welgemoed naar zijn
club; er was geen spoor van onrust in zijn geest
ten gevolge van de waarschuwing van zijn ad
vocaat. Hij hechtte er niet de minste waarde aan.
Dwaas idee, dat een Paignton geldgebrek zou
hebben of zich het hoofd zou moeten breken met
de noodzakelijkheid van bezuiniging!
Zooiets is alleen maar van een advocaat te
verwachten, zei hij in zichzelf, mopperen hoort
bij hun vak en Mozeley kijkt altijd als een
aanspreker, zelfs als hij over rozen praat! Ik
wil niet van kantoor veranderen, alhoewel ik
hem er bijna mee gedreigd heb, maar werkelijk
Mozeley is een somber man, een vreeselijk som
ber man.
Na een uitnemende lunch nam hij een taxi en
reed naar zijn bankiers. Hij was niet gewoon
zich veel te bekommeren over den stand van
zijn rekening. Hij had niet het besef dat hij
meer uitgaf dan zijn inkomen; dus het sprak
vanzelf dat er voldoende geld was,meer dan
genoeg om den koop en de inrichting van net
Londensche huis te financieren. En mocht dit
onverhoopt niet het geval zijn, dan moesten er
maar wat effecten verzilverd worden. En in ne
uiterste geval kon de bank altijd wel wat voor
schieten. Lord Paignton had een vage hennn
ring, dat bij vroegere gelegenheden iets derge
lijks gebeurd was. Dus waarom zou dit dan n
niet gaan?
(Wordt vervolgd)»
De vierde „Ronde van Purmerend", georganiseerd door de Amster-
damsche wielervereeniging „Le Champion", is Donderdag verreden.
De amateurs onderweg
Na een verloren strijd. - Een triest beeld van de door brand verwoestt
Fransche paketboot „Paris", in de haven van Le Havre
Modesnufjes ter traditioneele om
lijsting van de jaarlijksche races te
Epsom in Engeland
In parade-pas. Vanaf het platform brengt Adolf Hitler den Duitschen
groet aan één der legerafdeelingen, welke aan de groote troepen
parade bij den vijftigsten verjaardag van den Führer deelnamen