POOLSCHE LEGER-MANOEUVRES.
De gebroken Bokaal
De parade van de tinnen soldaatjes te
Dover bij de repetities, welke voor het
militair feest van Olympia Hall te Lon
den dagelijks gehouden worden
Poolsche cavalerie in actie in de om
geving van Konski nabij den „Corridor*
tijdens de groote manoeuvres, welke
op het oogenblik gehouden worden in
deze landstreek
Een tweetal wisenten uit de Amsterdamsche dier.
gaarde is Dinsdag per trein naar Zweden verzonden.
In kisten „verpakt werden de dieren in een speciaal
daartoe overdekten goederenwagon geladen. - Het
transport
Een klein model tank in Waterloo station te Londen als
stille propaganda voor de werving van recruten in het Engel-
sche leger
De Hertog van Kent woonde als gouverneur van Australië in
Grosvenor House te Londen het diner der „Diggers Abroad
Association" bij. De hooge bezoeker in gesprek met een der
gasten
Nettenboetsters aan den arbeid in de Scheveningsche duinen. Het staat intusschen met het oog op den
internationalen toestand nog niet vast, wanneer de haringvloot zal uitvaren
De recruteerings-bureaux voor de
civiele hulpdiensten hebben in Engeland
druk werk. Lieftallige candidaten
komen zich melden
De Betuwe komt in bloei. Bloesempracht in een der boom
gaarden in de omgeving van Eist, een der centra van de fruitteelt
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
EDNA MURRAY.
7)
Als Lord Paignton dit alles wist maar hoe
kon hij het weten, hij, die een gemakkelijke
prooi was van iederen haai, die rondzwom? Toch
was deze oude man er op een eigenaardige ma
nier in geslaagd misschien door zijn verbijste
rend gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel,
zijn kinderlijke onschuld en luchthartigheid
om in de ziel van Owen Mortimer een snaar
aan het trillen te brengen, die lange jaren on
geroerd was gebleven. Na die dagen, toen de
liefde in zijn leven gekomen was, een liefde die
hem tot een beter mensch had kunnen maken,
had Mortimer ternauwernood meer gevoeld dat
ergens diep binnen in hem waar zou hij niet
kunnen zeggen zoo iets als een geweten
huisde. En nu plotseling, schoot als een bliksem
schicht wroeging door hem heen over wat hij
gedaan had en nog doen zou.
Kon het mogelijk zijn dat Marian's gezicht dat
hij vandaag voor 't eerst had gezien sluimeren
de gevoelens had wakker gemaakt? Hij beet
zich op de lip en ergerde zich over zijn senti
mentaliteit. Wat hij ook voelde, het was nu te
laat om terug te gaan. Hij had zijn val gezet en
zijn prooi gevangen: hij had den zondebok ge
vonden, die te zijner tijd zou moeten boeten.
Hij had immers maanden vergeefs gezocht! Hij
was altijd prat gegaan op zijn hardheid, zijn on
gevoeligheid. Absolute zelfzucht was zijn beste
wapen. Dat was niet altijd zoo geweest maar er
gaapte een kloof tusschen den Owen Mortimer
van nu en dien van twintig jaar geleden, toen
hij na een hevigen twist met zijn vader uit huis
\vas gegaan, de zorgv uldige opvoeding, die hij
had gekregen, vergeten had en een nieuw leven
had gekozen dat langs hobbelige, kronkelige we
gen voerde.
Ja, die kloof kon hooit meer overbrugd wor
den. Teruggaan was niet meer mogelijk.
Lord Paignton vroeg zich af waarom zijn
vriend zoo stil en verstrooid was, want in den
regel hield Mortimer er van zijn eigen stemge
luid te hooren. „His Lordship" was erg aan zijn
nieuwen vriend gehecht en vertrouwde hem on
voorwaardelijk. Mortimer's gladde tong had haar
plicht goed gedaan.
Die morgen, vóór de lunch, hadden ze samen
in de groote bibliotheek gezeten, waar de por
tretten van de Paigntons van vroegere gene
ratics. op hem hadden neergezien.
Ik geef toe dat ik geen zakenman ben, had
Lord Paignton gezegd, er is inderdaad niets
op de wereld dat ik zoo haat als zaken. Ik vind
het heerlijk als alles van een leien dakje gaat
en ik er mijn hoofd niet mee hoef te pijnigen.
Jij bent bereid om verder voor mijn zaken te
zorgen. Mortimer, en ik kan je niet zeggen hoe
dankbaar ik je ben. Maar kom me niet aan met
beleggingen hierin of daarin; ik zou het niet be
grijpen en het zou me vervelen. Ik vertrouw je
volkomen en als jij het noodig vindt, zal ik tee
kenen voor elk bedrag. Ik laat alles aan Mr.
Musgrave en jou over.
Mr. Musgrave was de advocaat, die Mortimer
hem gerecommandeerd had inplaats van den in
ongenade gevallen Mr. David Mozeley.
Ik mag Mr. Musgrave, had Lord Paignton
gezegd, nadat hij kennis met hem had gemaakt.
Hij ziet er uit alsof hij van het leven genoten
heeft en anderen ook wil laten genieten. Wat
een contrast met Mozeley met zijn mager kake
ment en zijn ongeluksprofetieën! Ik ben over
tuigd dat jij en Musgrave uitstekend voor mijn
zaken zullen zorgen. Heb je dat al niet bewe
zen? Die kerels wilden notabene. dat ik Wands-
borough House zou opgeven en Charlton ver
huren, terwijl jij duidelijk genoeg bewezen hebt
dat het niet noodig was. Je hebt direct gezorgd
dat het geld er was!
Het was waar dat Mortimer dit alles gedaan
had als onderdeel van een wei-overdacht plan.
Lord Paignton had zichzelf er toe geleend, on
bewust, als een onschuldig werktuig. Hij was
zoo'n gemakkelijk slachtoffer, dat zelfs Morti
mer, die gewend was met domme menschen om
te gaan, verbaasd was over den kinderlijken
eenvoud van Lord Paignton. Het leek haast on
mogelijk dat er zoo'n goedgeloovige ziel op aarde
bestond en toch, wel, hij was het nu eenmaal
en per slot van rekening bestonden de dwazen
toch alleen om door handigen geplunderd te
worden!
Mortimer's oogen waren nog steeds op de ten
nisspelers gericht.
Wat een knap meisje is je aanstaande
schoondochter, zei hij. Ik had een flauwe hoop
dat ik het genoegen zou hebben om Sir Mark
Thorndale hier te ontmoeten. Invloedrijk man,
Sir Mark zijn naam zou goed staan op een pros
pectus. Bijvooi-beeld voor de Deep Hanger Gold
Mine, waar we nu mee bezig zijn een schit
terende onderneming die ik zelf in elkaar gezet
heb. Als Sir Mark er voor voelen zou in het
Bestuur te komen, denk ik wel, dat ik dat zou
kunnen klaarspelen en hij zou er geen spijt van
hebben.
Daar heb je hèm weer, riep Paignton, ter
wijl hij zijn handen voor zijn ooren hield, dat
praat over zaken, als ik alleen maar van den
zonneschijn wil genieten. Maar je zult Sir Mark
ontmoeten, dan kun je alles zelf met hem be
spreken; tenminste als ie blijft dineeren. Sir
Mark en Lady Thorndale maken op het oogen
blik een visite, maar ze zullen wel spoedig ver
schijnen. Dus, als je blijven kunt
Mortimer keek op zijn horloge. Wel, ik weet
niet; ik ben vanmorgen met Musgrave en zijn
dochter uit de stad gekomen. Zij zouden mij
tegen vijven komen halen.
O, maar dan moeten zij óók blijven, riep
„His Lordship" en dan kunnen jullie na het eten
met elkaar terug gaan. Dat zal gezellig zijn. Ik
zal het Marian zeggen. Zij zijn net met het set
klaar.
Hij haastte zich om weg te komen, zonder
eenig protest van Mortimer af te wachten, als
dat tenminste gekomen zou zijn!
Maar- deze glimlachte. Hij verwonderde zich
misschien over Lord Paignton's gastvrijheid en
vroeg zich af hoe de rest van de familie Nevil
Musgrave en Nevil Musgrave's dochter ontvan
gen zouden.
HOOFDSTUK VII.
Oude liefde.
Bruce en Doreen waren samen aan het wan
delen. Zij liepen langzaam de grintpaden af naar
een plekje, dat zij zich hadden uitgekozen en
dat Marian daarom schertsend „Lover's-Corner"
had genoemd.
Het was heelemaal aan het eind van een
mooien rotstuin, waar allerlei soorten vreemde
planten en struiken, die zelden in Engelsche tui
nen aangetroffen werden, groeiden. Een beekje
met kleine watervalletjes liep tusschen de rot
sen door en geen moeite én kosten waren ge
spaard om het geheel op een kleine bergpas te
doen lijken. Het pad was kronkelig en er wa
ren verrukkelijke verborgen hoekjes en onver
wachte krommingen met prieeltjes en banken op
de meest onverwachte plekjes een schitterend
voorbeeld van tuinaanleg. De rotstuin eindigde
in een kreupelbosch en een klein overgroeid
prieël aan den zoom er van hadden de twee ge
liefden uitgekozen als toevluchtsoord.
Hier kwamen zij ook op dien lentemiddag en
oen poosje hield Doreen zich bezig met het pluk
ken van sleutelbloemen, blauwe klokjes en hya
cinten. Zij was dol op bloemen, vooral op de
eenvoudige bloemen van bosch en veld. Bruce
lachte haar vaak uit als zij kettingen van made
liefjes vlocht of groote gele ballen van paarde
bloemen maakte.
Op aandringen van Bruce, die in het prieel
tje een sigaret zat te rooken, hield zij op met
plukken en legde haar bloemen met een geluk
kigen lach op het rustieke tafeltje neer.
Doreen ging naast Bruce zitten en hief haar
gezichtje op om het te laten kussen.
Je lijkt zelf wel een sleutelbloem, Dorrie,
zei Bruce, net zoo frisch en lieflijk en mooi.
Toen plotseling een lijster haar helder lied
begon te zingen, glimlachte hij en begon:
Wie is vrijer dan een vogel,
Wat is zoeter dan de Mei,
Wat is frisscher dan de morgen,
Wie is grooter schat dan jij?
Dat is een raadseltje, bedacht door iemand
die erg verliefd was, zei hij, en het kwam ineens
in mijn gedachten. Ik geloof toch dat ik erg ver
liefd ben, Dorrie, dat ik daar aan moest denkenj
Het feit dat je een versje opzegt, is voor mij
al bewijs genoeg, was Doreen's antwoord.
Dat is niets voor jou, Bruce.
Dat is het ook niet, zei hij, maar toch ge
loof ik niet, dat het in mijn gedachten was ge
komen als het niet door een sportsman verzon
nen was.
Bruce zelf was een uitstekend sportsman, nlj
was een goed schutter en had zich in Eton en
Oxford met roeien onderscheiden. Men behoei-
de ook alleen maar naar zijn flinke, athletiscn
figuur te kijken. Hij zou het verschrikkelijk vin
den bezigheid te hebben die hem aan de schrij -
tafel bond; daarom was hij ook niet bepaald en
thousiast als hij er aan dacht dat hij dien win
ter secretaris zou worden. Het beheeren van
groot landgoed, zoo een als mettertijd zijn eïgea-
dom zou worden en een zetel in het Partem
dat was wat Bruce het meest begeerde.
Bruce zou overgelukkig zijn geweest ais
nog een poosje hadden kunnen doorgaan
hun verliefdenpi-aat, maar Doreen wilde
Zij had hem iets te vragen, iets heel ernstigs,
wat haar de laatste dagen steeds had bezig g
houden en zij vond dit een mooie gelegenneio-
Zij was er zeker van, dat alle verloofde meisje
die vraag aan hun verloofde stelden.
Ik zou graag willen weten, Bruce, 1luis
zij, terwijl zij zich tegen hem aan vlijde,
ik werkelijk het eenige meisje ben, dat je
hebt lief gehad. ,_„j
Wat een dwaze vraag!, was zijn antw
natuurlijk, jy bent de eerste en je zuil
laatste zijn.
(Wordt vervolgd).