Raad heeft bezwaren tegen
voorstel van B. en W.
Weer nieuwe verlangens
naar voren gekomen.
NAr. P. J. Oud:
Last van Uw zenuwen?
PQNDERD'AG 8 JUNI 1939
Amsterdam's raadhuis.
Nog een derde ronde met
meer architecten?
Verschenen is het algemeen verslag van het
afdeelingsonderzoek in den Amsterdamschen
raad van de voordracht van B. en W. inzake den
bouw van een raadhuis. Hieraan is het volgende
ontleend:
Al was door een groot aantal leden met in
stemming kennis genomen van hetgeen door B.
en W. inzake de regeling van de prijsvraag, zoo
als die door den raad was gewenscht, is ge
daan, toch werd van verschillende zijden de op
merking gemaakt, dat zij den raad niet voldoen
de gekend hebben ten aanzien van verschillende
punten, die na de beantwoording van de prijs
vraag van overwegenden invloed bleken te zijn
geweest.
Opmerkingen over de voor
dracht, de invloed van Publieke
Werken.
Uitvoerig en door vele leden is gesproken over
over de eventueel te verstrekken opdracht aan
de architectencombinaties M. Duintjer A.
Komter en J. F. Berghoef ir. J. J. M. Vegter,
welk voorstel ernstige bestrijding vond, in hoofd
zaak omdat men meende, dat bij de uitvoering
van deze opdracht van de zijde van den dienst
der Publieke Werken te groote invloed zou wor
den geoefend. Door het geven van deze opdracht
zou men in de hand werken, wat de raad vroe
ger niet heeft gewild, nl. dat het nieuwe raad
huis eigenlijk wordt gebouwd door Publieke
Werken.. Deze leden achtten daarom deze voor
dracht in lijnrechten strijd met het vroeger dooi
den raad ingenomen standpunt.
Men achtte het gevaar niet denkbeeldig, dat de
uitgenoodigde architecten te veel den dienst dei-
publieke werken naar de oogen zouden moeten
zien en dat hun ontwerpen daardoor aan origi
naliteit zouden inboeten. In verband hiermede
werd er op gewezen, dat over het algemeen de
plannen van de tweede ronde minder oorspron
kelijk moesten worden geacht dan die van de
eerste inzending.
Andere leden daarentegen meenden, dat voor
te grooten invloed van den dienst der publieke
werken niet gevreesd behoefde te worden, even
min zal de dienst trachten, tenslotte gebouwd te
krijgen, wat hij in het beginstadium zelf heeft
ontworpen.
Deze leden meenden, dat samenwerking tus
schen de toekomstige bouwmeesters en pu
blieke weiken niet ontgaan kan worden, omdat
die dienst nu eenmaal de nauwkeurige gegevens
bezit, welke men moet kennen om het raadhuis
aan de gestelde technische en administratieve
eischen te doen beantwoorden.
Hoe staat de raad tegenover
de voordracht?
Naar het oordeel van sommige leden staat 'de
raad, nu de prijsvraag niet het gewenschte reij
sultaat heeft opgeleverd, door enkelen werd zelfs
gesproken van een mislukking, weer geheel vrij.
Andere leden daarentegen meenden, dat, hoezeer
het te betreuren was, dat bij de ingezonden ont
werpen zich er geen bevond, dat ver boven de
andere uitstak, de prijsvraag niet als mislukt
kan worden beschouwd. Verder is er het onge
vraagde advies van de jury, dat door B. en W.
is overgenomen, zoodat naar de meening van
deze leden de raad toch niet geheel vrij staat.
Door verschillende leden werd een opinie
gegeven over de ingezonden ontwerpen voor
de laatste ronde, waaruit bleek, dat zij over
deze ontwerpen in het algemeen weinig en-
thousiast waren.
Uit hoofde van de hierboven ge
noemde bezwaren inzake den invloed
van publieke werken, alsmede uit
hoofde van het ontbreken van een
behoorlijke argumentatie van de zijde
van B. en W. verklaarden vele leden
zich tegen de voordracht. Enkelen
daarentegen meendendat het beter
zou zijn, met de voordracht van B.
en W. mee te gaan. Zij het ook, dat
ten aanzien van de derde ronde eenige
wenschen door den raad moeten wor
den geformuleerd.
Door vrijwel alle leden werd betreurd, dat
de gehouden prijsvraag, ondanks de goede or
ganisatie, geen resultaat heeft opgeleverd en
verschillende leden vroegen, wat daarvan de
oorzaken kunnen zijn.
De ingezonden ontwerpen.
Sommige leden meenden uit het resultaat
van de prijsvraag te moeten opmaken, dat de
Nederlandsche bouwmeesters niet in staat
zijn gebleken, een ontwerp te leveren voor
een Amsterdam waardig stadhuis. Zij noem
den de prijsvraag een lijdensgeschiedenis en
betreurden, dat men haar tot de Nederland
sche architecten heeft beperkt. Volgens hen
zou het een internationale prijsvraag hebben
moeten zijn. Een zeer groot aantal leden kwam
togen deze opvatting op.
Naar de opvatting van vele leden is het een
fout geweest, dat het programma van eischen
voor de prijsvraag te gedetailleerd was. Dit
uitvoerige programma is zeker een handicap
geweest voor vele architecten, omdat zij ge
meend hebben, daaraan gehouden te zijn.
Daardoor kreeg de prijsvraag het karakter van
een vrij uitvoerig ontwerp in plaats van een
weeenprijsvraag.
De grootte van het terrein en
de rooilijn.
Door een groot aantal leden werd betoogd,
oat het ontbreken van een voldoend resultaat
van de prijsvraag verband houdt met de
Ju6 van de oppervlakte van het voor het
raadhuis te bestemmen terrein. Dit is volgens
flcn in de eerste plaats het gevolg van het
terugdringen van de rooilijn van het oude
v°or Volksvlijt-terrein, door het door
wekken van de rooilijn van Weteringschans
"aar Sarphatistraat. Hierdoor wordt ongeveer
een vierde a een derde gedeelte van het oor
spronkelijke terrein afgesneden en het terrein
ondieper gemaakt
0r moesten ook het Oost- en het West-
w v W01!den verbreed, waardoor weder van
et beschikbare terrein een gedeelte werd af
genomen, zoodat er van de oorspronkelijke
25.000 M2. slechts 15.000 M2. of drie vijfde ge
deelte als oppervlakte overbleef.
De situatie van het terrein.
Door verschillende leden werd opgemerkt,
dat het terrein niet .gunstig gesitueerd is, om
dat men van het Frederiksplein slechts één
gevel van het gebouw zal kunnen zien en het
aan weerszijden wordt opgesloten door de
bebouwingen van het Oost- en Westeinde.
Verder ligt de hoofdgevel op het Noorden,
zoodat deze gevel bij een vlakke behandeling
geen zonlicht ontvangt, wat voor de architec
tonische werking van de details geen prettige
omstandigheid is.
Ook de omstandigheid, dat de drukke ver
keersweg als onderdeel van de verbinding
LeidschepleinWeesperplein vlak langs het
gebouw loopt, is niet gunstig.
Door enkele leden werd gesproken over de
tegenwoordige omgeving van het Frederiks
plein, welke men weinig waardig achtte voor
het nieuw te bouwen raadhuis. Men betreurde
dat aan de omgrenzing van dit plein in het
prijsvraagprogramana zoo weinig aandacht
was geschonken.
De bouwkosten.
Sommige leden achtten het beschikbaar
gestelde bedrag van 10.000.000 te klein om
hiervoor een behoorlijk raadhuis te bouwen,
zelfs indien men door het doortrekken van
de rooilijn Weteringschans—Sarphatistraat
den omvang van den bouw beperkt. Zij mieen
den, dat het voor een stad als Amsterdam te
verantwoorden zou zijn, indien boven dit be
drag nog enkele millioenen beschikbaar wer
den gesteld. Een groot aantal der ingezonden
plannen zou voor het beschikbaar gestelde
bedrag niet te bouwen zijn geweest. Ook on
der de vier ontwerpen van de tweede ronde
waren er verschillende, welke om hun grooten
inhoud niet voor dit bedrag' gebouwd konden
worden.Verzocht werd om opgave van de werke
lijke bouwkosten der laatste vier ontwerpen
Uitgesproken verlangens.
Bij het, door een aantal leden van den
Raad ingediende voorstel, om de voordracht
inzaJke den bouw van een raadhuis, in de af-
deelingen te behandelen, is tevens bepleit, ook
andere oplossingen in het onderzoek te be
trekken. Naar aanleiding daarvan werden
verschillende opmerkingen gemaakt omtrent
hetgeen in het nieuwe raadhuis zou dienen te
worden ondergebracht.
Vele leden waren van oordeel, dat ten min'
ste de dienst der publieke werken en misschien
ook het bouw- en woningtoezicht en de wo-
ningdienst in het nieuwe raadhuis moesten
komen.
Door andere leden werd gewSarschuwd
tegen overdreven verlangens ten aanzien van
de grootte van het gebouw, aangezien hierdoor
de geheele zaak weef op losse schroeven zou
worden gezet
Het bouwen in gedeelten, de
toekomstige uitbreiding.
Hoewel sommige leden gekant waren tegen
het onderbrengen in het nieuwe gebouw van
diensten, welike daarin bij het prijsvraagpro-
gramma niet waren voorzien, meenden zij
toch, dat met een behoorlijke reserve moest
worden rekening gehouden, doch ook, dat uit
breiding, indien die noodig mocht zijn, zou
kunnen geschieden door middel van het bij
bouwen van afzonderlijke gebouwen langs
oost- en west-einde of rondom het Frederiks
plein.
Op die wijze zou ook van dit plan een ar
chitectonisch geheel zijn te maken.
Een raadhuis aan den Amstel?
In verband met de mogelijke vergrooting
van het gebouw en een vrije situatie werden
ook het plan van ir. Lugt en een vroeger plan
van architect Van der Mey ter sprake ge
bracht.
Het plan van ir. De Lugt beoogt ook het
terrein tusschen het oosteinde en den Amstel
aan te koopen en te bestemmen voor den
bouw van het raadhuis, terwijl architect Van
der Mey bovendien het terrein naar de zijde
van de Pieter Pauwstraat wilde verbreeden.
Het denkbeeld, aan den Amstel een raadhuis
tbouwen, is niet nieuw, deze gedachte leefde
al bij vele belangstellenden, nog eer de prijs
vraag werd uitgeschreven.
CHEM. WASSCHERD EN VERVERID
S. KROM N.V. - ALKMAAR.
KENNEMERLAAN 115 - TELEF. 5454
Stuurt ons Uw goederen ter behan
deling, want dan kunt U verzekerd
zijn van een zorgvuldige en vlugge
aflevering.
(Adv. ingez. Med.)
Door verschillende leden werden de voor
deden van het plan-Lugt breedvoerig be
sproken.
Andere leden echter hadden ernstige be
denking tegen het plan van ir. Lugt.
Enkele leden vroegen, of B. en W. een
raming van kosten zouden kunnen geven
van uitbreiding van terrein en gebouw volgens
het plan van ir. Lugt en volgens dat van
architect Van der Mey.
De uit te noodigen architecten.
Ook afgezien van een eventueele vergroo
ting van het terrein meenden verschillende
leden, dat een grooter aantal architecten dan
door B. en W. voorgesteld, moet worden aan
gezocht voor het indienen van een ontwerp
voor de derde ronde. Dit zou b.v. kunnen ge
sohieden door in plaats van tot twee tot vier
groepen van architecten (n.l. de inzenders in
de tweede ronde) een uitnoodiging voor het
inzenden van een nieuw ontwep te richten,
waarbij vrijheid zou worden gelaten aan
andere architecten, om ook een ontwerp in te
dienen, b.v. binnen den tijd van een jaar. Dit
zou ook, naar het 'oordeel van deze leden, ten
gevolge hebben, dat de bouwmeesters vrijer
komen te staan tegenover publieke werken.
Door vele leden toch werd uitdrukkelijk naar
voren gebracht, dat aan publieke werken
geen overwegende invloed bij het hojuden van
de laatste ronde mag worden toegekend.
De kosten, enz.
Sommige leden waren van meening, dat aan
de toegestane lü.000.000 niet te streng moet
worden vastgehouden. Zij voerden als voor
beeld aan, dat Rotterdam en Den Haag hun
stadhuis uit eigen middelen hébben gebouwd
of zullen bouwen en Amsterdam, wil het een
waardig raadhuis krijgen, niet te karig zal
moeten zijn.
Verschillende leden drongen er op aan, dat
B. en W. alles zullen doen, om nu op zoo
kort mogelijken termijn tot uitvoering te ge
raken. Gewezen werd daarbij op de groote
werkloosheid, welke nog altijd in Amsterdam
heerscht.
Een aantal leden gaf in overweging, om
aangezien de gang van zaken tot nu toe het
gevolg is geweest van regelmatig genomen
raadsbesluiten, op dien weg voort te gaan,
waarbij zij wenschen aan te bevelen, het
bouwterrein met zijn mogelijke gebreken te
blijven accepteeren en de voordracht van B,
en W. aan te nemen.
Gemeenten en rijk
moeten samenwerken.
Rede op de
Jaarvergadering der
fer. van Ned. Gemeenten.
In de Woensdagmiddag te Amsterdam be
gonnen algemeene jaarlijksche vergadering
van de vereeniging van Nederlandsche ge
meenten, welk congres twee dagen duurt,
heeft de burgemeester van Rotterdam, mr.
J. Oud, een inleiding gehouden over het
onderwerp: „de gemeentefinanciën als onder
deel van de overheidsfinanciën".
Spr. begon zijn rede met de opmerking, dat,
wanneer men het heeft over de moeilijkheden
van de gemeentefinanciën, men niet de oogen
mag sluiten voor de moeilijkheden, waarvoor
de overheid staat ten opzichte van haar fi
nanciën.
Een enquête onder de gemeenten, die bij
zonderen regeeringssteun ontvangen, heeft
uitgewezen, dat in de begrooting van 301
van deze gemeenten een bedrag van circa 35
millioen gulden is verdisconteerd. De geza
menlijke begrootingstekorten van alle nood
lijdende gemeenten is echter veel grooter en
benadert de 50 millioen gulden. Rijk en ge
meenten staan dus beide voor groote moeilijk
heden. Hoe is dat gekomen? Voor rijk zoo
wel als voor de gemeenten zijn de oorzaken
dezelfde.. Men zou ze kunnen samenvatten in
het woord „Crisistoestanden". De inkomsten
zijn gedaald en de uitgaven gestegen. Voor
rijk en gemeenten beide maar voor het rijk
komen de defensie-uitgaven daarnog extra
boven op. Hoe moeten we er uit komen? Door
belastin-gverhooging en bezuiniging. Doch nu
manifesteert zich het verschil tusschen rijk
en gemeenten, want het rijk heeft theore
tisch een onbeperkt belastinggebied, terwijl
de gemeenten zijn gebonden. Gebonden aan
bepaalde belasting-capaciteiten. Dat heeft de
gemeenten wel eens gegriefd, doch die grief is
niet gerechtvaardigd
In tusschen betwijfelt spr. of een uitbreiding
van het belastinggebied de gemeenten ge
lukkig zal maken.
De oplossing van het vraagstuk der finan-
cieele verhouding tusschen rijk en gemeen
ten is hetzelfde als het antwoord op de vraag
op welke wijze kan de belasting-druk billijk
worden verdeeld.
In het vervolg van zijn rede zeide mr. Oud,
dat de regeering, waarin hij destijds een werk
zaam aandeel had, een grens heeft getrokken
tusschen loonarbeiders en kleine zelfstandi
gen.
De eersten werden zoo noodig gerangschikt
onder het begrip werkloosheidszorg, de twee
den onder armenzorg. Het onbevredigende van
den tegen-woordigen toestand aldus spr.
De in beslag genomen
Mexicaansche benzine.
Op 27 Mei j.l. werd op de Waal voor Nijme
gen door de politie beslag gelegd op de lading
van het Duitsche -tankschip „K-oenigsberg",
dat pl.m. 1600 ton benzine van Antwerpen naar
Straatsburg vervoerde, welke benzine oor
spronkelijk uit Mexico afkomstig was.
Deze beslaglegging -geschiedde op verzoek
van de Mexicaansche Vennootschap Cam
pania Mexicana de Petrolea „El Aguila", be
ter bekend als Mexican Eagle, welke ven
nootschap eigendomsrechten op de lading van
het schip doet gelden. Aangezien de „Koenigs-
berg" nog steèds te Nijmegen onder beslag
ligt, heeft de Fransehe Petroleum Mij., de N.V.
Petro Service, voor wier rekening de benzine
naar Straatsburg werd vervoerd en die de la
ding te Antwerpen had gekocht, in kort ge
ding den president van de Arnhemsche recht
bank verzocht dit beslag op te heffen.
Uit de gevoerde, pleidooien bleek, dat de in
beslag genomen Mexicaansche benzine een
gedeelte vormt van de 10.000 ton benzine, wel
ke- in Juli 1938 met het s.s. „Lundgren" uit
Mexico naar Europa vervoerd en in de haven
van Vlissingen in beslag was genomen op ver
zoek van de Bataafsche Petroleum Mij, welke
een vordering heeft op de Mexican Eagle, uit
welker inmiddels door den Mexicaanschen
staat onteigende brongebied de benzine
afkomstig is.
Na een ingesteld kort geding wees de presi
dent van de Middelburgsche rechtbank een
eisch, namens de Ver. Staten van Mexico in
gesteld tot opheffing van het beslag toe.
De benzine werd hierop naar Antwerpen
verscheept, doc-h daar liet op haar beurt de
Mexican Eagle beslag op de lading leggen,
met het motief, dat de benzine haar eigendom
was. Ook daar gaf de president der Antwerp-
sche rechtbank de lading evenwel vrij
waarna een gedeelte van de lading 1600 ton
per „Koenigsberg" naar Staatsburg ver
voerd werd. Onder Nijmegen volgde een
nieuw beslag.
De president der Arnhemsche rechtbank
zal over eenige weken uitspraak doen.
Mej. E. van Broekhuizen, dochter van den Zuid-Afrikaanschen gezant, trad Dinsdag
te Den Haag in het huwelijk met den heer H. van Huyssteen. - Het bruidspaar
verlaat het kerkgebouw. Rechts dr. H. D. van Broekhuizen
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1889.
Spoedig weer opgewekt en gekalmeerd met
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
(Adv. Ingez. Med.)
is, dat het niet meer houdbaar is een grens
tusschen beide groepen te trekken. Spr. er
kent dit gaarne en meent, dat een herziening
van dezen regel dringend gewenscht is.
Spr. is het eens met hen, die zeggen, dat de
kosten voor werkloosheidszorg over de ge
heele gemeenschap moeten worden verdeeld.
Uitvoering door het rijk alleen acht hij ech
ter niet doelmatig en uitvoering door de ge
meenten bij financiering door het rijk, even
min. Spr. ontwikkelt vervolgens een denk
beeld, waarbij de gemeenten een bepaald per
centage, een bepaald gedeelte van haar belas
ting-capaciteit aan werkloosheidszorg be
schikbaar stellen en het rijk het overige bij
past. Echter ook deze gedachte aldus Mr,
Oud heeft bezwaren, want reeds aanstonds
zullen er gemeenten zijn, die wel en andere
die geen bepaald percentage kunnen afstaan.
Het beginsel van de regeering om het werk-
loosheidssubsiediefonds te laten werken naar
uitsluitend objectieve normen is goed, maar
het is alleen dan uitvoerbaar, wanneer de
noodlijdende gemeente weer uitzondering
wordt. Met de subjectieve bijdragen over te
hevelen naar Bimienlandsche Zaken, komt
men geen stap verder.
Aan het slot van zijn inleiding stond spr
nog in het kort stil bij de jongste belasting
wetsontwerpen der regeering, nl. die tot hef
fing van een nationale inkomsten- en winst
belasting, enz.
Hij constateerde dat deze van een geheel
ander beginsel uitgaan en betoogde voorts,
dat de nieuw voorgestelde maatregelen ook
varf invloed zullen zijn op de gemeente
financiën. Ei- zijn diverse onbillijkheden,
waardoor het zeer gewenscht is, dat een
ander nog wel nauwkeurig onderzocht en na
der overwogen dient te worden, in het bij
zonder ten aanzien van de gevolgen voor
gemeenten individueel. Spr. drong er op a-air
dat rijk en gemeenten oog hebben voor eikaars
moeilijkheden en dat zij eendrachtig zullen
samenwerken een -bevredigende oplossing
vinden.
Huishoudelijke vergadering.
De openbare vergadering, waarin Mr. Oud
sprak werd voorafgegaan door een huishou
delijke bijeenkomst, die werd geopend met
een rede van den heer A. Verdijk, den waar
nemend voorzitter.
Als bestuursleden werden herkozen de hee-
ren M. Vrijenhoek, wethouder van 's-Graven-
hage en H. Haitsma, secretaris van Bolsward,
terwijl de heeren Mr. P. J. Oud, burgemeester
van Rotterdam; H. Botterweg,. wethouder van
Utrecht en mr. R. M. van Dusseldorp, burge
meester van Goes, werden benoemd in de
vacatures, ontstaan door het overlijden i
mr. P. Drooglever Fortuyn, het bedanken
van den heer M. Fernhout en het aftreden
van den heer mr. J. J. P. C. van Kuy-k, die
niet herkiesbaar was.
Bij de behandeling van het jaarverslag
over 1938 werd de vraag gesteld of de ver
eeniging van Nederlandsche Gemeenten wel
licht een taak heeft in het streven naar gees
telijke en moreele herbewapening welke vraag
door het bestuur nader in beschouwing zal
worden genomen.
Uit het huishoudelijk verslag blijkt, dat de
vereeniging op 1 Januari j.l. 1019 leden tel
de. In totaal waren er op dien datum in Ne
derland 1054 gemeenten, zoodat slechts 35
gemeenten geen lid der vereeniging zijn.
AANBESTEDINGEN.
Haarlem, 6 Juni. Door het provin
ciaal bestuur van Noord-Holland is he
den bij enkele inschrijving aanbesteed:
le. De uitvoering van baggerwerk in het
Noordzeekanaal, tusschen de invaart
naar de nieuw te bouwen schutsluis te
[Jmuiden en Zijkanaal A. (Raming
ƒ30.650.). Minste inschrijvers A, Vol-
ker Lz. en P. A. Bos, te Sliedrecht en
Dordrecht, voor ƒ30.650. 2e. Het ver
beteren van twee gedeelten der kade op
het eiland Urk, behoorende tot de zee-
werken in Noord-Holland. (Raming
2400.Minste inschrijver H. J. Buis,
te Urk, voor ƒ2439.
Oproep tot steun aan gemobili
seerde werknemers.
Werkgeverscentrales richten zich tot hun
leden.
Men schrijft ons:
Het Verbond van Nederlandsche Werkgevers,
de Algemeene Katholieke Werkgeversvereeni-
ging en het Christelijk Werkgeversverbond
hebben zich reeds bij herhaling op oogenblik-
ken van internationale spanning gewend tot
hun leden en een beroep gedaan op den na-
tionalen zin van de werkgevers, om voor zoover
in hun vermogen ligt in hun bedrijf de maat
regelen te treffen, ten einde het onder de
wapenen geroepen personeel zoo weinig mo
gelijk persoonlijk nadeel te doen ondervinden
van de verplichtingen, welke zij in het belang
van de landsverdediging hebben te verrichten.
Het stemt tot voldoening van vele kanten te
mogen vernemen, dat aan een zoodanig be
roep in ruime mate gehoor is gegeven. Tal
rijk zijn de gevallen, waarin werkgevers voor
zieningen hebben getroffen ten doel hebbende
de gemobiliseerde arbeidskrachten wederom
te werk te stellen, wanneer de regéering den
tijd gekomen acht, de opgeroepenen naar hun
haardsteden te doen terugkeeren, hetzij door
dat anderen de taak van de opgeroepenen zou
den overnemen. Ook werden maatregelen ge
nomen, waardoor de werknemers toeslagen
ontvangen op de van rijkswege uitgekeerde
kostwinnersvergoeding, voor zoover de betrok
kenen in verband met gezinsbehoeften in een
financieel aanmerkelijk ongunstiger positie
zouden komen te verkeeren.
De reden, dat hoogergenoemde werkgevers-
centralen voor deze aangelegenheid nogmaals
de aandacht vragen is gelegen in het feit, dat
de vraag van werkgeverszijde meermalen wordt
gesteld, hoever men zijn medewerking zal
moeten uitstrekken. Hoewel een algemeen
antwoord op deze vraag moeilijk kan worden
gegeven, omdat de omstandigheden, waaronder
de werknemers waren tewerkgesteld, vóór hun
buitengewone opkomst onder de wapenen,
onderling zeer verschillen en dus aan een in-
dividueele beoordeeling soms de voorkeur moet
worden gegeven, meenen de werkgeverscen-
tralen, dat de hierboven geschetste voorzie
ningen hierbij richtsnoer kunnen geven.
Indien toch voor den betrokkene de zeker
heid aanwezig is, dat hij zijn plaats in de on
derneming bij terugkeer uit militairen dienst
weer zal kunnen innemen en hem 'bovendien
de financieels schade op zijn opkomst verbon
den zooveel mogelijk wordt vergoed, zullen de
verdere bezwaren, als b.v. het gescheiden zijn
van gezin of familie hem lichter vallen, dan
wanneer in het geheel geen voorzieningen zijn
getroffen.
Indien op deze wijze werkgever en werk
nemer hun offer gezamenlijk zouden brengen
voor het gemeenebest, houden de centralen
zich er van overtuigd, dat hierdoor naast de
behartiging van het algemeen belang de goede
verhoudingen in het bedrijfsleven in niet ge
ringe mate zullen zijn gebaat.
Bosch- en heidebrand.
Woensdagmiddag omstreeks half vijf heeft
een boschbrand gewoed op het landgoed Wallen
burg te Zeist, waarbij een H.A. dennebosch,
eigendom van de Nederlandsche Heide Maat
schappij, in vlammen is opgegaan.
Het blusschingswerk werd verricht door de
brandweer van Soest, geassisteerd door de Zeis
ter politie, militairen van Soesterberg en genie
troepen, 'die in de buurt gelegerd zijn.
Woensdagavond om negen uur is de Nijmeeg-
sche brandweer gealarmeerd voor een bosch- en
heidebrand langs de spoorlijn Nijmegen-Groes-
beek, tusschen het sanatorium Dekkerswald te
Groesbeek en de buurtschap De Muchter.
Doordat onmiddellijk werd ingegrepen kon de
brand tot één H.A. bosch en heide beperkt wor
den. Een oogenblik liepen de terreinen van Dek
kerswald gevaar, doch gelukkig kon erger wor
den voorkomen.
Tot half elf -was men bezig met de nablus-
sching.
De brand is vermoedelijk ontstaan door von
ken uit een locomotief.
Moedige redding.
Motorrijder sprong gekleed te water.
Woensdagmiddag waren nabij de uitspanning
,.De Vink" te Voorschoten eenige jongens in het
Galgen water aan het baden. Bij de Waddinger
brug wordt zand gelost, waardoor de oeveraf
scheiding op een strand is gaan gelijken met dit
verschil, dat het water ter plaatse niet geleide
lijk, maar op sommige plaatsen plotseling veel
dieper wordt, Dit werd een van de jongens, de
5-jarige J. van der H. uit Leiden, noodlottig,
want onverwacht verdween hij in de diepte.
Toevallige passeerde een motorrijder, de heer B.
uit Den Haag. Deze, het gevaar ziende, stopte en
zonder zich te bedenken sprong hij gekleed in
motorpak te water. Het gelukte hem, met be
hulp van den kanovaarder v. d. L. uit Leiden
het knaapje uit zijn benarde positie te verlos
sen en op het droge te brengen. Met een voor
bijkomende auto is de drenkeling toen naar het
ouderlijk huis overgebracht. De motorrijder deed
alsof er niets bijzonders was gebeurd stapte met
zijn nat pak weer op den motor en vervolgde
zijn weg.
WIELRIJDER DOOR AUTO AANGEREDEN
EN GEDOOD.
Woensdagmiddag omstreeks half vijf is de
41-jarige wielrijder M. Cohen, wonende te Ter
Apel, door een auto, welke uit de tegenover
gestelde richting kwam, aangereden en op
slag gedood.
Tijdens de aanrijding werd de voorruit van
de auto vernield. Twee militairen, die zich
in dezen wagen bevonden, liepen snijwon-
den aan hoofd en handen op. Zij werden
door een geneesheer uit ter Apel ter plaatse
verbonden. Het stoffelijk overschot is naai
de woning van het slachtoffer overgebracht.