De Schat in de Woestijn
DE BLOKKADE IN TIENTSIN.
Minister-president dr. H. Colijn en minister Slotemaker de Bruïne
tijdens de bezichtiging der Willibrordtentoonstelling, welke Donderdag
te Utrecht officieel door dr. Colijn is geopend
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
HECTOR JENNINGS
Nadruk Verboden.
19)'
De oude man wist niet, hoe deze uitbarsting
Royson trof. De toespeling op Alfieri was ver
bluffend. Geen modern oorlogsschip zou het
fort van Massoea zoo grondig hebben kun
nen verwoesten, als mr. Fenshawe's toorn het
gebouw van twijfel, dat de omstandigheden
te Royson's geest hadden opgebouwd, deed in
storten.
De zaken hebben een buitengewonen
toop genomen, mijnheer, zei hij, voelend, dat
bfj iets moest zeggen.
Er zal een Italiaansche gouverneur van
syn ambt ontheven worden, voor ik met ze
öaar ben, was het vastbesloten antwoord.
Royson had eenige moeite om zijn vertoorn
den chef te overreden in het rijtuig van den
gouverneur te stappen, wat hem pas gelukte
door de verzekering, dat het een heele wande
ling was naar het hotel en dat zijn klein
dochter doodelijk ongerust zou zijn, als die
onaertusschen van het voorgevallene hoorde.
De koetsier reed hen langs de haven. Het
gezicht van de „Aphrodite", die voor anker lag
,fant ,met haar witte verf en keurig opge
rolde zeilen en den wimpel van een bekende
jaclitclub in top, deed Dick aan zijn metgezel
•tegen, of hij wist, dat een Italiaansche ka
nonneerboot het jacht in de gaten hield.
0 ia, Zijn Excellentie heeft me geen bl-
«mderheden gespaard, zei mr. Fenshawe met
jen sarcastischen glimlach. Als ik een paar
jonger was en we geen vrouwen aan
boord hadden, zou ik me door geen dreigement
van dien aard laten tegenhouden. Maar zoo
als de zaken nu staan, kunnen we niets deen.
Dat is het, wat me ergert; mijn volkomen
hulpeloosheid!
Ik geef toe, dat we geen zwaar geschut
hebben! zei Dick, mar we hebben wapens en
ammunitie genoeg om het tegen iedereen op
te nemen, die ons zou willen tegenhouden, als
we eenmaal aan land zijn.
De ander zuchtte.
Onze wapens zijn alleen als verdediging
bedoeld. Von Kerber wenschte zich tegen vij
andelijkheden der Arabieren te wapenen
en niet om van Rome genoegdoening te krij
gen! Het kan daar overigens stellig niet on
bekend zijn, dat ik de leider van deze expe
ditie ben. Het is krankzinnig, mij als een zee-
roover te behandelen! Het Italiaansch Oud
heidkundig Genootschap benoemde me tien
jaar geleden tot eere-vicevoorzitter.
Dick had zijn eigen meening aangaande de
bewapening der Aphrodite, maar het was nu
de tijd niet om die ten beste te geven. Bo
vendien zag hij dingen, die moeilijk in over
eenstemming waren te brengen met mijnheer
Fenshawe's beweringen. Om te beginnen had
de gouverneur gehandeld op uitdrukkelijke
instructies en de autoriteiten te Rome moes
ten heel goed op de hoogte zijn van de iden
titeit van den eigenaar van het schip. Voorts
was de persoon, tegen wien deze maatregelen
eigenlijk gericht waren, von Kerber. De
gouverneur had er geen geheim van gemaakt,
dat de millionnair enkel was vastgehouden,
omdat hij verklaarde deelgenoot te zijn in de
onderneming van den Oostenrijker en het
was voldoende betuiging van officieelen spijt
over een onaangenaam incident, dat ze nu
naar het hotel reden in het rijtuig van Zijn
Excellentie. Tenslotte zou niemand dan een
boos en beleedigd man, Italië het recht be
twisten om den doorgang over het grondge
bied van haar kolonie te verbieden aan een
buitenlandsche expeditie, uitgerust op een
manier, waarvan Mr. Fenshawe naar alle
waarschijnlijkheid, slechts zeer ten deele op
de hoogte was.
Dick luisterde zwijgend naar zijn metgezel.
Hij had besloten de zaak eerst met miss
Fenshawe te bespreken, voor hij een woord
over Alfieri of het nieuws, dat hij uit Londen
had ontvangen, zei. Indien de beschuldigin
gen tegen von Kerber waarheid bevatten, was
het optreden van het Italiaansche Ministerie
van Buitenlandsche Zaken gerechtvaardigd
en dan was het 't best dat die waarheid aan
het licht kwam; waren ze valsch, dan zouden
de verontschuldigingen, die aangeboden wer
den, zeker vergezeld gaan van het aanbod
van alle mogelijke hulp.
Toen ze het hotel naderden, zag Royson
Irene van het balcon naar de straat kijken.
Toen het rijtuig bij den ingang stilstond,
snelde zij haar grootvader tegemoet.
Goede genade, grootpapa, zei ze, waar
bent u toch zoo lang geweest?
De gouverneur was zóó hartelijk, dat hij
me niet wilde laten gaan, zei mijnheer
Fenshawe grimmig. Den baron heeft hij heele-
maal bij zich gehouden. Maar laten we naar
boven gaan. Ik smacht naar een kop thee.
Waar is Mrs. Haxton?
Ik ben bang dat ze ziek is. De hitte en
de drukte schijnen teveel voor haar te zijn
geweest. Een half uur geleden vroeg zij kapi
tein Stump om haar naar het jacht te bren
gen. Natuurlijk zei ik, dat ik het niet erg
vond om alleen te blijven tot er iemand
kwam. Maar het gekke van het geval is, dat,
ofschoon ik over het balkon keek, ik noch
haar, noch den kapitein het hotel heb zien
verlaten.
Onderwijl waren ze vrij van nieuwsgierige
oogen en ooren en mr. Fenshawe bracht het
meisje in verbazing met het volledige relaas
van zijn onaangenaam avontuur.
Ik moet naar mijn kantoor in Londen
telegrafeeren. dat al mijn correspondentie in
het vervolg naar Aden moet worden gestuurd,
eindigde de oude heer. Je wilt het zeker wel
voor mij weg brengen, Royson.
Dick vertrok
Irene's schrandere geest veronderstelde, dat
von Kerber's inhechtenisneming haar groot
vaders sympathie voor hem slechts zou ver
sterken. Ze begreep dat het nu hopeloos was
te trachten zijn vertrouwen te schokken in
iemand, dien hij als een slachtoffer beschouw
de.
Zou kapitein Stump terugkomen voor
het diner?, vroeg mijnheer Fenshawe. nadat
hij de brieven, die Irene hem gaf, had door
gezien.
Ik hoop het Mrs. Haxton had zoo'n haast
dat ik vergat het te vragen
Was het ziekte of angst, waarvoor ze
naar het jacht ging?
Allebei, geloof ik. Maar waarom zou ze
angstig zijn? Ze wist immers niet, dat de
zaken op het fort verkeerd waren gegaan?
Ik denk dat ze het vermoedde, maar je
niet ongerust wilde maken. Daarom stuurde
ze ons mr. Royson achterna. Tusschen twee
haakjes, wat heeft ze hem opgedragen?
Ik heb er geen idee van.
Het is vreemd. Ik was van plan het hem
te vragen, maar heb het in mijn opwinding
vergeten.
Hij komt over een paar minuten terug.
Er werd op de deur geklopt. Een neger-
kellner had iets te vertellen en uit zijn meng
elmoes van Italiaansch en Arabisch maakten
ze op, dat een inlander Signora Haxton
wenschte te spreken. De man sprak den naam
duidelijk uit, zoodat vergissing buitengeslo
ten was.
Ireneantwoordde:
De signora is niet hier.
De heer Fenshawe was weer in zijn brieven
verdiept, maar hij keek op.
Wat is er?, vroeg hij.
Iemand vraagt naar mevrouw Haxton.
antwoordde zij.
Het is beter, dat je met hem spreekt.
Als hij ons iets vertellen kan, breng hem
dan hier.
Ze ging tfiet den bediende naar beneden.
Hij wees op een omhulden Arabier, bij de
deur, die diep boeg, zoodra ze verscheen.
Wat wenscht ge?, vroeg ze in het Ita
liaansch, en de Arabier wees zwijgend op een
gesloten rijtuig, dat vlak naast het trottoir
voor het hotel stond. In de meening, dat er
een bezoeker in zat, die niet wilde uitstappen,
ging ze er zonder eenige aarzelen naar toe.
Ze vond, dat de schemerige straat ongewoon
vol was. maar ze schonk geen aandacht aan
;de voorbijgangers omdat de Arabier het por
fier had geopend en ze verwachtte, dat een
inzittende naar haar zou uitzien. Maar het
voertuig was ledig!
Er moet een misverstand zijn, zei zij, van
het donkere voertuig naar den Somali-koet-
sier en van hem weer naar den zwijgenden
boodschapper kijkend. Plotseling werd ze zich
vol angst bewust, dat verschillende gedaanten
heimelijk tusschen haar en de deur van het
hotel waren geslopen.
Met een lichten kreet wendde ze zich om
en poogde het hotel weer binnen te gaan. Maar
onmiddellijk werd ze opgetild een ruwe hand
bedekte haar mond en ze werd met geweld in
het rijtuig geduwd.
Ze zag opeens een wringende menschen-
kluwen er scheen een gevecht te ontstaan
tusschen een dozijn mannen. De straat was
vol rumoer en het trottoir gevuld met wor
stelende gedaanten. Messen flikkerden, Ara
bieren met gespierde armen omsloten elkaar
en vervloekten elkaar met hun rijke vocabu
laire op dit gebied. Natuurlijk kwamen er
menschen uft de hall van het hotel naar buiten
om te zien, wat er aan de hand was. Maar
de strijdenden versperden de deur, zoodaUer
niemand uit of in kon en te midden van het
lawaai en de verwarring werden de twee So-
maliponies voor het wankele voertuig tot een
snellen galop aangezweept. Toen bedaarde de
strijd even snel als hij ontstaan was en be
halve dat Irene was verdwenen, scheen nie
mand er eenig nadeel van onderwonden te
hebben.
(Word' rivolgdy.
70 personen onder wie vele vrouwen en kinderen kwamen
om het leven tijdens de ernstige brandcatastrophe in een
bioscooptheater in de Mexicaansche stad Zacatepec. De
ruïne van het gebouw na de ramp
De Engelsche modehuizen toonen de grootste be
langstelling bij de races van Ascot. Een tweetal
fraaie toiletten, zooals er ook den tweeden dag
van de rennen veel te bewonderen waren
Het passagiersschip „Baudouin-
ville", bestemd voorden dienst
op den Congo, is door Prins
Boudewijn van België te Ant
werpen gedoopt
De directeur der Hoogere Marine
Krijgsschool te Den Haag, de heer C.
E. L. Helfrich, zal den heer Ferwerda
opvolgenalscommandantder Zeemacht,
Hoofd van het Departement der Marine
in Ned. Indië
Een overzicht van het défilé voor de autoriteiten te Rome tijdens den Dag
der Italiaansche Marine
De blokkade van de Engelsche concessie te Tientsin is van kracht geworden
en op het verkeer wordt een scherpe controle uitgeoefend. Een foto bij
den ingang der internationale nederzetting
De heer P. Kikkert, burgemeester der
gemeente Beemster, is met ingang van
1 Juli a.s. benoemd tot burgemeester
van Purmerend