Parana-delta een uitkomst voor
onze boeren en tuinders?
Waar komt het vandaan
Prachtige grond en gematigd klimaat.
H.C.ANQER/EN
HET
LEELIJKE JONGE EENDJE
UIT DE PERS.
En aan goede producten
bestaat in Argentinië
behoefte.
Ir. van Kretschmar van
Veen vertelt van zijn
onderzoekingsreis.
Dezer dagen had een vertegenwoordiger van
het A. N. P. een onderhoud met Jhr. ir. H. J. van
Kretschmar van Veen, inspecteur bij den cul-
tuur-technischen dienst van den Wieringermeer
polder, die eenigen tijd geleden in ons land is
teruggekeerd van een studiereis naar Argen
tinië, welke hij tezamen met ir. B. D. H. Teilegen
in opdracht van een groep Nederlandsche finan
ciers heeft gemaakt, om een onderzoek in te
stellen naar de inpolderings- en kolonisatiemo
gelijkheden van het Deltagebied van de Rio Pa
rana, ten noorden van Buenos Aires.
Ir. Tellegen keert in den loop van Juli naar
Nederland terug, waarna beide deskundigen
spoedig hun zeer uitvoerig rapport gereed hopen
te hebben.
Zeer gunstige indrukken
Behoudens een verblijf van enkele weken te
Tres Aroyos en verschillende besprekingen te
Buenos Aires heeft ir. Kretschmar ongeveer vier
en een halve maand in de Parana-delta vertoeta.
De totale oppervlakte van deze delta bedraagt
600.000 h.a., waarvan 100.000 h.a. eigendom zijn
van de provincie Buenos Aires, Dit gebied wordt
doorsneden door de vele zijarmen en takken
zoowel van de Parana-rivier als van de Uru-
guay-rivier, die het verdeelen zoowel in eiland
jes met een oppervlakte van slechts enkele
hectaren als in eilanden van 20.000 h.a., dus on
geveer ter grootte van de Wieringermeer. Op en
kele randgebieden zijn hier en daar boerenbe
drijven gevestigd, die op primitieve wijze tuin
bouw en fruitteelt beoefenen. Primitief moet
deze bebouwing reeds daarom zijn, omdat tel
kenmale bij hoog water de deltagronden on-
derloopen, zoodat de huizen en schuren op palen
zijn gebouwd. Van beteekenis zijn deze bedrijf
jes dan ook niet, al kunnen de hier gevestigde
boeren ook redelijk rondkomen, doch practisch
kan men zeggen, dat het geheele gebied nog vrij
is en op ontginning voor intensieve bebouwing
ligt te wachten.
Daartoe is slechts noodig bedijking en inpolde
ring van de laaggelegen gedeelten, bemaling
van de ingepolderde gebieden, op de wijze als
ook in de Biesbosch gebeurt, een werk dus, dat
onzen Nederlandschen ingenieurs al bijzonder
vertrouwd is en waaromtrent ir. Tellegen aan
stonds na zijn terugkeer waarschijnlijk interes
sante bijzonderheden zal kunnen mededeelen.
Ir. van Kretschmar van Veen heeft in het bij
zonder de landbouwmogelijkheden, bodemge
steldheid en marktsituatie bestudeerd.
Voor het kolonisatieprobleem is van het groot
ste belang, dat het deltagebied gelegen is, in een
gematigde luchtstreek, met een gunstiger klimaat
dan het Nederlandsche, maar overigens zelfs nog
niet subtropisch. Er groeien dan ook, evenals in
het Nederlandsche polderland, wilgen en popu
lieren en als het land eenmaal ingedijkt is en
het Friesche of roodbonte vee er graast, zal het
in vele opzichten aan het Hollandsche polder
landschap herinneren.
Ir. van Kretschmar heeft verscheidene
grondmonsters meegebracht die zijn
onderzocht en geanaliseerd door prof. dr.
J. Hudig, hoogleeraar in de landbouw-
scheikunde aan de landbouwhoogeschool
te Wageningen. Deze heeft reeds gerap
porteerd, dat de samenstelling van den
grond van een zeldzaam ideale struc
tuur Is, die bij groote bevochtiging voor
100 procent aan de productie kan deel
nemen. De bodem is bedekt met een
laag humeuze veenachtige zwarte aarde,
met veel minerale bestanddeelen, daar
onder een laag humushoudende klei, ver
volgens een tweede kleilaag en tenslotte
zand. Volgens prof. Hudig vindt men een
dergelijke bodemstructuur slechts in
eenige zeer vruchtbare gedeelten van Ca-
lifornië en van de Po-vlakte in Italië.
Deze grond leent zich bij uitstek voor veeteelt
en vooral voor tuinbouw en fruitteelt. Het
spreekt vanzelf, dat men er in het groot vee zou
kunnen fokken of er graan zou kunnen verbou
wen, doch dat zou nooit op zoo gunstige voor
waarden kunnen geschieden als verderop in de
Pampus, waar zooveel slachtvee en graan van
daan komt, dat ook uit economische overwegin
gen deze takken van Landbouw voor het Para-
nagebied niet in aanmerking komen.
Goede afzetmogelijkheden
Daarentegen kwam ir. van Kretschmar bij
zijn onderzoek van de markttoestanden en af
zetmogelijkheden te Buenos Aires tot de con
clusie, dat deze bloeiende reuzenstad met bijna
3.000.000 inwoners ongeveer een kwart van de
geheele bevolking van Argentinië leeft daar bij
een dringende behoefte heeft aan grooteren
toevoer van versch fruit, versche groenten en zui
velproducten van goede kwaliteit, alsmede van
pluimvee en eieren. De meeste tuinbouwproduc
ten worden thans aangevoerd uit het 1800 K.M.
verwijderde Rio Negro-gebied, terwijl boter en
kaas, waar Argentinië nog van uitvoert, in kwa
liteit verre ten achter staan bij de Nederland
sche producten.
Ir. van Kretschmar is dan ook van meening,
dat Nederlandsche tuinders, die in het Parana-
gebied, dat voorzoover het voor inpoldering in
aanmerking komt in zijn verste uithoeken slechts
100 K.M. van Buenos Aires verwijderd is, de hun
vertrouwde producten van gelijke kwaliteit als
in Nederland kunnen verbouwen, daarvoor op de
markt van Buenos Aires goede prijzen zullen
kunnen maken, los van de fluctuatie van de
wereldmarkt en mits de afzet georganiseerd
wordt, wat men bij de vestiging van een Neder
landsche nederzetting gemakkelijk in de hand
heeft.
Het staat nog niet vast op welke wijze de plan
nen verder zullen worden uitgewerkt. Verwacht
wordt, dat er in Nederland voldoende belang
stelling zal bestaan om, met steun van Argen-
tijnsche zijde, het inpolderings werk ter hand te
nemen. De grondprijs behoeft per hectare niet
grooter te zijn dan elders en zij, die er zich ves
tigen zullen groote hypotheken ter beschikking
kunnen krijgen, die op langen termijn kunnen
worden afgelost, zoodat zij uiteindelijk op eigen
grond zitten.
Noodig, is, naast een klein bedrijfskapitaal
voor den overtocht en de vestiging, in de aller
eerste plaats grondige vakkennis, want het is
juist daarom en om de goede reputatie van den
Nederlandschen land- en tuinbouw, dat men in
Argentinië gaarne zou zien, dat de Nederlanders
de inpoldering van de Parana-delta krachtig
aanpakken en er een bloeiende Nederlandsche
kolonie op stichten.
Fabrieksarbeider doodde de
pleegmoeder van zijn vrouw.
Vier jaar gevangenisstraf geëischt.
Het O.M. bij de arrondissementsrechtbank
te Almelo, vorderde Dinsdag vier jaren
vangenisstraf tegen een fabrieksarbeider ~W.
uit Losser, die in Januari van dit jaar een
moordaanslag pleegde op een bejaard echt
paar, de pleegouders van zijn vrouw, die on
derdak hadden verleend aan W's dochter.
Deze dochter voelde zich verongelijkt door
de behandeling thuis en was weggetrokken
naar de pleegouders van haar moeder, het
echtpaar de Boer. Daar was W. op zekeren
dag gekomen en hij had zich zoo driftig ge
maakt, dat hij de oude lieden met een mes
had toegetakeld. De oude vrouw was dienten
gevolge overleden, de man werd ernstig ge
kwetst, doch herstelde.
Het O.M. elschte tegen W. vier jaren ge
vangenisstraf en ter beschikkingstelling van
de regeering.
ORGELBESPELING
HAARLEM Woensdag.
in de Groote- of St. Bavo-kerk te Haarlem, op
Donderdag 29 Juni 1939, des namiddags van 34
uur, door den heer George Robert.
Programma.
1 Psalm XVIII B. Marcello
(I cieli immensi)
2 Sonata I (Es dur) J. S. Bach
Allegro moderato
Adagio
Allegro
3 Choralvorspiele J. S. Bach
a. Nun komm' der Heiden Heiland
b. Nun freut euch, lieben Christen g'mein
4 a. Pièce caractéristique dans le mode phrygien
A. Guilmant
b. Scherzo
5 a. Fugue A. Honegger
b. Choral
Toccata H. Andriessen.
Ossekikker. De
buitengewone afmetin
gen van een zekeren
kikvorsch deze kan
een lengte van 20 centi
meter bereiken en het
zware geluid, dat hij voort
brengt, maakten een zoodani-
gen indruk op de eerste kolo
nisten, die Amerika bevolk
ten, dat zij het dier vergeleken
bij een os en het den naam
gaven van „bull-frog" (osse
kikker)»
High-Ball. Zooals men in
Indië spreekt van een „splitje"
was men vroeger in Amerika
gewoon een glas whisky een
„ball' te noemen. Toen de
Engelsche gewoonte er werd
ingevoerd, den drank met
sodawater te drinken, noemde
men een whisky-soda, in ver
band met den hoogen tumbler,
een „high-ball".
WEEK-ABONNEMENTEN
dienen uiterlijk Woensdags avonds
betaald te zijn, daar de bezorgers op
Donderdag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE.
Duitsch vliegtuig neergeschoten.
WARSCHAU, De Poolsche kustdefensie
heeft een Duitsch militair vliegtuig neerge
schoten op het Hela schiereiland 48 K.M. van
Danzig verwijderd, nadat het over de ver
sterkingen gevlogen was en zich daarvan niet
verwijderd had na de salvo's, die ter waar
schuwing waren gelost.
De kustautoriteiten melden dat het vlieg
tuig buiten de Poolsche territoriale wateren
in zee gestort ls en een S.O.S.-bericht heeft
uitgezonden dat door een Duitsch vrachtschip
is opgevangen. Men is van meening dat de be
manning gered is.
Het ministerie van luchtvaart te Berlijn
weigert om details omtrent het incident te
geven. (United Press).
Amnestie in Hongarije.
BOEDAPEST, 28 Juni. (D.N.B.) Ter ge
legenheid van de goedkeuring der wet over
de vereeniging van Suibkarpathisch Rusland
met Hongarije heeft de rijksbestuurder Horthy,
een amnestie afgekondigd voor alle delicten,
die begaan zijn tijdens en in de sfeer van de
politieke spanning.
AANBESTEDING.
HAARLEM Woensdag.
De Eerstaanwezend-ingenieur te Haarlem
heeft hedenmorgen in de voormalige Infan-
terie-Kazerne aan den Koudenhorn in het
openbaar aanbesteed:
Bestek No. 200. Het verwijderen van riet
kragen en het verrichten van baggerwerk in
het Vóórkanaal van de linie door den Haar-
lemmerme erpol der.
Bestek no. 230. Het doen van voorzieningen
aan militaire gebouwen en werken van Uit
geest tot Velsen en bij IJmuiden.
Bestek No. 231. Het doen voor voorzieningen
aan militaire gebouwen en Werken te Haar
lem.
Bestek no. 233. Het doen van voorzieningen
aan militaire gebouwen en werken ten oosten
van Haarlem en in den Haarlemmermeerpol
der.
Bestek no. 238. Het doen van voorzieningen
aan militaire gebouwen en werken te Den
Helder.
Laagste inschrijvers waren voor:
No. 230. G. W. Polderman, Spaarndam voor
2649.
No. 200. J. A. Pothuizen te Maarssen. Tien
ten honderd boven den tariefsprijs.
No. 231 Barreveld te Alphen a. d. Rijn voor
16318.
No. 233. G. W. Polderman, Spaarndam voor
2787.
No. 238. P. Vermeulen en W. A. Ram, Den
Helder, voor 18697.
Copyright P. I. B. Boi 6 Copenhagen
De herfst brak aan, de bladeren aan de boomen werden geel en
bruin. De wind blies ze van de takken, zoodat zij een dwazen dans
l vÈt te moeren. Het werd al koud buiten. Ja, het
sneeuwde zelfs ai eenige malen.
hage&te of
Op een heg zat een raat en die schreeuwde: „Ach, ach!" Dat
kwam omdat zij het ook zoo koud had. Neen, het leelijke, jonge
eendje had het niet zoo heel erg naar zijn zin. Eens op een avond,
toen de zon onderging, kwam een groote schaar prachtige, groote
vogels uit het bosch. Het eendje had zulke mooie nog nooit gezien.
Ze waren sneeuwwit, met lange, slanke halzen: zwanen waren het.
Ze stootten een wonderlik geluid uit, sloegen hun prachtige, lange
vleugels uit en vlogen weg uit de koude, naar warmer streken en
open wateren. Hoog in de lucht stegen ztf op, en het leelijke eendje
voelde zich wonderlijk te moede. Het draaide als een tol in het
water rond en stootte toen ook een kreet uit, zoodat het er zelf
bang van werd.
(Wordt vervolgd).
Jaarvergadering van de
Koninklijke.
AMSTERDAM, 28 Juni. In het gebouw van
de Industrieele Club is vanochtend de jaar
lij ksche algemeene vergadering van aandeel
houders gehouden van de N.V. Koninklijke
Nederlandsche Maatschappij tot exploitatie
van petroleumbronnen in Nederlandsch-Indië.
Vertegenwoordigd waren 460 preferente- en
55.853 gewone aandeelen, recht gevende op het
uitbrengen van 149 stemmen. De voorzitter,
jhr. ir. H. Loudon, opende de vergadering met
een woord van hulde aan de nagedachtenis
van den overleden oud-directeur-generaal Dr.
H. W. A. Deterding, aan wiens geniale leiding
gedurende bijna 40 jaar de huidige positie
van de maatschappij is te danken.
Deze woorden werden door de aanwezigen
staande aangehoord.
Vervolgens werden zonder discussie het jaar
verslag en de balans en verlies- en winstreke
ning goedgekeurd.
De voorzitter deelde mede, dat het slot-
dividend van 4 procent op de preferente- en
3 pet. op de gewone aandeelen betaalbaar
wordt gesteld van Maandag 3 Juli a.s. af.
De aan de beurt van aftreden zijnde com
missaris mr. Aug. Philips werd met groote
meerderheid van stemmen herkozen.
PE PERS OVER MINISTER GOSELING'S
REDE INZAKE OSS.
Hieronder citeeren wij eenige gedeelten rit
de in verschillende bladen gepubliceerde com
mentaren op de rede van minister Goseling,
waarin de bewindsman zijn beleid inzake Oss
verdedigde.
De Maasbode schrijft:
Hier stond een minister, die, tot in den derden
graad ondervraagd, rekening aflegde van zijn
bejeid over een aangelegenheid, die hem en
de zijnen ook persoonlijk leed heeft berok
kend, al zijn daarnaast ook betuigingen van
trouw en sympathie gekomen, niet slechts van
katholieke zijde. Het was een parlementaire
rede van werkelijk grootschen stijl: helder, za
kelijk, waardig en eerlijk.
De fouten van de marechaussees in korten
tijd gepleegd, staan muurvast: ambtenarenge
recht en Kamercommissie hebben die erkend.
Bij elkaar en in verband met elkaar ook met
het oog op de verhouding tusschen gemeentelijke
overheid en marechaussees, vormden zij een
complex en schiepen zij een sfeer, waar de mi
nister een eind aan moest maken. Hem stond
geen ander middel ten dienste dan schorsing in
de uitoefening van de opsporingsbevoegdheid,
middel dat nog nooit is gebezigd, maar waar
van nu in tweeërlei rechterlijke uitspraak de
bevoegdheid is erkend.
Waar het op aankomt, is, dat de rechtszeker
heid en rechtsgelijkheid onomsfcootbaar vast
staan. Dat dit zoo is, heeft de minister zoo dui
delijk aangetoond, dat daaraan alleen kan twij
felen de heer Rost, die aangiften in ontvangst
neemt als ware hij het openbaar ministerie; die
stukken bezit, welke hij niet mag bezitten, en
wiens heele optreden in deze aangelegenheid
de minister eerst, maar daarna de heer Schou
ten, in vastberaden bewoordingen heeft ge
brandmerkt als „ontstellend ongewoon".
De Nieuwe Rotterdamsche Courant
stelt de vraag:
Wil dit nu zeggen, dat de minister ons over
tuigd heeft? Neen, niet althans ten opzichte
van verschillende kernvragen, waaromtrent de
argumentatie zeer gebrekkig was. Met de grootst
mogelijke meerderheid der commissie blijven
wij van meening, „dat de feiten en omstandig
heden, welke den Minister van Justitie hebben
geleid tot het nemen van den maatregel van
1 April 1938 ten aanzien van de brigade Oss
der Koninklijke Marechaussee, dien maatregel
niet rechtvaardigen, terwijl aan hetgeen nadien
is gebleken in elk geval geen motiveering voor
den maatregel kan worden ontleend".
Deze conclusie is, in samenhang met het ge
heele rapport, door bevoegde beoordeelaars in
en buiten de Kamer als „vernietigend" geken
schetst. Deze qualificatie wijst de minister voet
stoots af; hij verklaart zich zelfs in meer dan
één opzicht voldaan over het rapport en laat in
het bijzonder het volle licht vallen op het feit,
dat de commissie zijn goede trouw niet in twij
fel trekt, wat menigeen in zijn positie en situa
tie beneden zich zou hebben geacht.
Van de zeer scherpe critiek, op baron Speyart
van Woerden geoefend, neemt de minister nau
welijks notitie; een enkele maal tracht hij ze te
weerleggen, een paar keer niet geheel onge
grond. Als hij het „requisitoir" van
Mr. Van der Goes van Naters tegen
den procureur-generaal van Bosch kortelijk
behandelt, stelt hij daartegenover bijkans een
lofzang, al prevelt hij dan ook wel zoo iets van
les défauts de ses qualités.
De Telegraaf is van meening:
Het was een in vele opzichten knap pleidooi,
vlot van opzet en handig van argumenteering,
maar kwam op meer dan één belangrijk punt
niet toe aan wat men mocht verwachten van een
bewindsman, die zijn beleid heeft te verdedigen,
de rechtvaardigheid van zijn optreden moet
aannemelijk maken.
Men wist, dat mr. Goseling een slagvaardig
pleiter is en als een pleidooi in een zaak met
sterkere en zwakke kanten had zijn betoog ver
diensten. De advocaat Goseling heeft wel zoo
wat aan de verwachtingen voldaan, de staats
man Goseling is ook in deze, waarschijnlijk
laatste faze van de zaak-Oss, er nog niet in ge
slaagd van zijn bijzondere kwaliteiten als lands
bestuurder, als raadsman van de kroon, te over
tuigen.
Minister Goseling is ten aanzien van een be
langrijke beleidskwestie te kort geschoten, deze
indruk is na dit pleidooi ovei'heerschend ge
bleven, gelijk reeds van den aanvang van het
overijld ministerieel ingrijpen af het geval is
geweest.
Het Volk schrijft:
Onze algemeene indruk van 's ministers ver
dediging is zeer onbevredigend.
Hier en daar ontwikkelde hij een zekere
kracht, maar talrijker waren de passages, die
hij op matten toon uitsprak. Ontroering klonk
aan het slot van zijn speech, toen hij verklaarde,
de rust van zijn geweten behouden te hebben.
Het applaus, nadat hij uitgesproken was, kwam
slechts van de banken der katholieken. De mi
nister heeft de Kamer niet overtuigd. Meer dan
eens bleek dit uit een deining.
Het overgroote deel van ons volk acht zich
gekrenkt in zijn rechtsgevoel. Jhr. De Geer
heeft de vorige week den minister de gelegen
heid geboden om te blijven en niets te doen.
Met beide handen grijpt de bewindsman deze
gelegenheid aan. Dit vervult ons met zorg. Als
het rechtsgevoel gekrenkt blijft, werkt dit in
ons volk als een kanker. De minister heeft te
kennen gegeven, dat, als men hem weg wil heb
ben, men een motie van afkeuring moet voor
stellen.
Wij moeten afwachten, wat er ten aanzien
hiervan in de Kamer verder gebeurt. Ook is nog
onbekend, of jhr. De Geer het gevoelen van de
beide protestantsche fracties heeft vertolkt.
Maar wij zijn overtuigd, dat ons volk zich in
breede lagen diep teleurgesteld zou voelen, wan
neer de Kamer na dit debat, dat voor het over
groote deel zuiver zakelijk gevoerd is en op
een hoog peil staat, geen rechtsherstel zou we
ten te bewerkstelligen.