Vijf en twintig jaar
geleden
De oude kerk te Amsterdam in verval.
Nieuw
China
ontstaat
'ïledeciond Ut 1914
CLEMATIS.
Een onregelmatig gebouw,
dat vriendelijk aandoet.
KAMPEERDERS
AL was de politieke horizon in
Juli 1914 verre van onbe
wolkt, niemand kon vermoe
den, dat de moord in Sera-
je wo, kort tevoren op den Oostenrijk-
schen aartshertog Franz Ferdinand en
zijn gemalin gepleegd, de aanleiding
zou worden van een gruwelijken oor
log, waarin alle groote mogendheden
van Europa zouden worden meege
sleurd.
Zeker, de een zag de toekomst somberder
in dan de ander, maar algemeen hoopte en
verwachtte men toch dat het ook thans weer,
gelijk reeds zoo dikwijls het geval was ge
weest, bij een dreiging zou blijven. In het
ergste geval zouden de betrekkingen tusschen
Oostenrijk en Servië worden verbroken en het
conflict zou gelocaliseerd blijven.
Bovendien, wanneer er slechts één oogenblik
gevaar voor den Europeeschen vrede zou be
staan, dan zou keizer Wilhelm niet met zijn
jacht naar de Noorsche wateren zijn vertrok
ken om daar zijn vacantie door te brengen en
dan zou president Poincaré, vergezeld van
Viviani, niet naar Rusland zijn gegaan om
Tsaar Nicolaas te bezoeken!
Welk een verschil van opvatting met thans,
nu „men" met een bijna fatalistische zekerheid
binnen afzienbaren tijd een nieuwen wereld
oorlog weet te voorspellen
Het onweer barst los.
Intusschen had men te Weenen, na bespre
king met den Duitschen bondgenoot, een ul
timatum opgesteld dat den 23sten Juli aan de
Servische regeering werd overhandigd. Dit was
een buitengewoon krasse nota.
De eerste eisch was dat in het Staatsblad
van den 26sten Juli de regeering haar afkeu
ring over de groot-Servische beweging zou
publiceeren. (De tekst hiervan was in Weenen
gereed gemaakt!)
Daarna volgden nog een tiental eischen,
waarvan de voornaamste waren: onderdruk
king van de tegen Oostenrijk-Hongarije ge
richte propaganda, de ontbinding van de na
tionalistische vereeniging Narodan Odbrana,
BOSCHRANK
CLEMATIS.
Clematis is een prachtige klimplant, die we
gelukkig meer en meer zien in onze tuinen.
De plant hecht zich vast met de bladstelen
en heeft daarvoor een grof vlechtwerk van
ijzerdraad of latjes noodig, waaromheen de
bladstelen ziöh kunnen winden.
Wanneer we de clëmatis langs een klimroos
laten groeien, zal ze aan de takken van de roos
al veel steun hebben. En het effect van deze
combinatie, roos en clematis, kan buitengewoon
mooi zijn. Zoo hier en daar een sierlijke don
kerblauwe clematisbloem tusschen een volop
bloeiende rose klimroos kan een heel mooi ge
heel vormen.
Er zijn ook nog anders gekleurde variëteiten.
Het zijn steeds de kelkbladen, die de kleur aan
geven, daar een eigenlijke bloemkroon ont
breekt.
Bij de wilde clematis of boschrank, Clematis
vitalba, die erg zeldzaam is, zijn de kelkbladen
van buiten groen, van binnen wit.
Onder de gekweekte soorten zijn er behalve
de meest bekende donkerblauwe en helderblauwe
variëteiten, ook met witte, lila, donkerroode en
purpere bloemen.
We moeten er wel steeds aan denken, dat de
clematis van oorsprong een boschplant is, zoo
als de naam „boschrank" van de wilde clema
tis al aanduidt. In verband daarmee is het ge-
wenscht, dat vooral de voet van de plant be
schaduwd is. Mocht de plant dus een zeer warm
plaatsje hebben, dan zetten we wat andere plan
ten er voor, die schaduw op den voet werpen.
Ook de wortels hebben behoefte aan de voch
tige koelte van een boschomgeving. We doen
daarom goed de clematis minstens een kwart
meter diep te planten. De grond kan het beste
humusrijk en kleiachtig zijn en moet vooral
goed worden losgemaakt.
Een vijand van de clematis is dc vorst. We
kunnen haar daartegen het beste met sparre-
takken beschermen. Ook strooit men in het na
jaar wel een laag turfstrooisel over den voet, die
in het voorjaar weer wordt verwijderd. Tevens
geeft men de planten in het voorjaar een goede
dosis vloeimest.
Wat het snoeien betreft: De clematis-varietei-
ten, die vroeg bloeien, dus nog op het oude hout,
snoeien we direct na den bloei. De zomerbloeien
de variëteiten snoeien we vroeg in het voorjaar
of in den winter.
Een klein beetje een zorgenkind is de clematis
dus wel. Maar die zorgen zijn de prachtige bloe
men met hun sprekende kleuren zeker waard.
A. J. D.
1 die bij den aanslag ten nauwste betrokken
zou zijn geweest, ontslag van alle officieren
en ambtenaren, die zich aan een anti-Oosten-
rijksche propaganda hadden schuldig
maakt en tenslotte het aanvaarden van de
medewerking van Oostenrijksche ambtenaren
om deze propaganda te beteugelen. Het ant
woord hierop werd binnen acht en veertig
uur verwacht.
De Servische regeering willigde alle eischen
in; alleen de laatste, het aanvaarden van de
hulp van Oostenrijksche ambtenaren bij haar
onderzoek, wees zij met beslistheid van de
hand.
Beide landen mobiliseerden. Europa's nood
lot was voltrokken. Den 27sten begonnen de
vijandelijkheden en den 28sten verklaarde
Oostenrijk aan Servië den oorlog. De eerste
bliksemschicht, die onmiddellijk door andere
en fellere zou worden gevolgd!
Het ligt niet in de bedoeling stil te staan bij
de ontwikkeling van den wereldoorlog in 1914.
Het lijkt ons interessanter nog eens na te gaan
hoe men in ons land reageerde op de gebeurte
nissen uit die spannende dagen.
De mobilisatie ip Nederland.
Toen in de laatste dagen van Juli de politie
ke toestand steeds dreigender werd, kwam de
ministerraad dagelijks bijeen. Maandag 27
Juli had H.M. de Koningin haar verblijf op het
Loo onderbroken en was naar Den Haag ge
komen.
Donderdag 30 Juli werden de berichten uit
het buitenland zóó ernstig, dat door den
ministerraad aan de Koningin werd voorge
steld, op grond van artikel 186 der Grondwet
te verklaren: dat oorlogsgevaar, in den zin
waarin het woord in de Wet voorkomt, aan
wezig was en dat krachtens de bevoegdheid
bij de landweerwet aan de Kroon gegeven,
bij Koninklijk besluit van dien dag de land
weer-grenswacht, de landweer-kustwacht en
de landweer-bewakingsdetachementen onder
de wapenen werden geroepen.
Dit was dus nog niet de mobilisatie van het
geheele leger. Hiermede wilde men nog één
dag wachten, omdat hoe ernstig de toestand
ook was, toch nog altijd de mogelijkheid van
een vredelievende oplossing bestond. Daarom
achtte de regeering zich niet verantwoord
reeds thans de schatkist te belasten met een
uitgave van circa 12 miilioen gulden, die zelfs
een kortstondige algemeene mobilisatie zou
kosten.
Vrijdagochtend 31 Juli waren de berichten
over den gespannen toestand tusschen
Duitschland en Rusland van dien aard, dat
alle niet in werkelijken dienst zijnde dienst
plichtigen van het leger, de landweer en de
zeemacht van alle lichtingen onverwijld
onder de wapenen werden geroepen en als
datum van opkomst werd de volgende dag,
1 Augustus, bepaald.
Dat de Nederlandsche regeering de ernst
van den toestand duidelijk inzag, hebben de
gebeurtenissen der volgende dagen voldoende
bewezen. Maar op dien datum was ons land
Oostenrijk en Servië buiten beschouwing ge
laten het eenige dat officieel de mobilisatie
afkondigde, ook al was het bekend, dat in
Duitschland en Rusland groote troepenver
plaatsingen gaande waren.
Met die spoedige mobilisatie heeft onze re
geering zoowel naar binnen als naar buiten
willen getuigen, dat het haar ernst was om
onze strikte neutraliteit desnoods met- geweld
te verdedigen.
Tot Opperbevelhebber van Land- en Zee
macht was dien dag tevens benoemd de on
langs overleden luitenant-generaal C. J.
Snijders.
Verwarring onder het volk.
Geheel in tegenstelling met de rust en de
zekerheid van de regeering, was de houding
van het publiek in het algemeen. Er ontstond
een kleine paniek, die zich op verschillende
manieren uitte.
Land- en tuinbouwers bijv. wisten opeens
niet meer, wat er van hun producten en van
den afzet worden zou. Angst is een slechte
raadgeefster en daarom rukten ze de tomaten-
struiken uit en wierpen ze op de mesthoop.
Kleine boertjes verkochten hun kippen en
varkens tot eiken prijs. Handelaars vreesden
hun wissel ver bintenissen niet te kunnen na
komen en riepen evenals een aantal nering
doenden om een moratorium als redmiddel
uit den nood. Huismoeders en ook huis
vaders) belegerden de kruidenierswinkels ten
einde zooveel mogelijk dagelijksche levensbe
hoeften te kunnen inslaan. Het saldo bij
bankiers en spaarbanken werd opgevraagd en
men zocht zijn heil in het vasthouden en op
bergen van zooveel mogelijk zilvergeld.
Zoo zag het er in grove trekken in de laat
ste dagen van Juli en in de eerste weken van
Augustus uit. Ieder trachtte te redden, wat
nog te redden viel en velen raakten daarbij
het hoofd kwijt.
Er onstonden toestanden, die gestuit
worden, onverschillig of dit met de staatkun
dige dankbeelden van de regeeringspersonen
strookte of niet. Om rust en orde te herstellen
moest er worden ingegrepen.
Het oppotten van gemunt geld.
Het op zilver beluste publiek trachtte zoo
veel machtig te worden als het kon, dioor
niet met gepast geld te betalen, maar bank
bij letten aan te bieden, zoodat wisselgeld
moest worden teruggegeven. Dit kunstmiddel
tje leidde weer tot tegenmaatregelen aan sta
tions. postkantoren enz. om niet andiers dan
gepast geld aan te nemen.
Zooals altijd, probeerden ook ne geweten-
looze individuen van de paniekstemming te
profiteeren o.a. door die nerveuze- en goedge-
loovige menigte wijs te maken, dat de bank
biljetten niet meer hun volle waarden hadden,
maar dat zij nog bereid waren ze tegen een
lager bedrag in zilver om te wisselen. Ter
stond werd door de politie tegen deze mis
dadige handelwijze opgetreden.
Reeds aanstonds toe cïe wegvloeüng van
zilver zich openbaarde, werd tusschen de
directie van de Nederlandsche Bank en het
ministerie van Financiën van gedachten ge
wisseld, over hetgeen gedaan zou kunnen
worden om in de behoeften aan kleiner ruil
middel tegemoet te komen. Na een korte be
raadslaging kwam men overeen, dat er cou
pures gemaakt zouden worden van 1. 2.50
en 5, die den naam „zilverbon" zouden dra
gen en het mocht gelukken reeds op Vrijdag
7 Augustus voor bedrag van ruim 1.700.000
aan bons in omloop te brengenn, nadat het
publiek een heele week gezucht had onder
het gemis aan klein geld.
Dat de regeering aan haar maatregelen
kracht wist bij te zetten en niet met zich
liet spelen, bewijst het geval van een Haag-
schen winkelier, die op zijn winkelraam had
aangekondigd, dat 2ilverbons niet in be
taling werden aangenomen. Oogenblikkelijk
verzocht de minister den burgemeester de
heele winkelvoorraad êrachtens de levensmid
delenwet in beslag te nemen en dezen vijand
van de zilverbons uitsluitend in dit gold uit
te betalen! Voor het zoover kwam, was de
man zoo verstandig zijn verzet op te geven.
Lichtzijden.
Maar laat ons ook de lichtzijden van die
donkere dagen niet vergeten. Onder den
drang der omstandigheden heeft zich in de
eerste weken van den wereldoorlog ook de
hoogere eenheid van het volk geopenbaard.
De Tweede Kamer kwam op 3 Augustus in
spoedvergadering bijeen. Er heerschte een
plechtige ernst, welke door een ieder werd
;evoeld. Partijschap was vergeten.
Namens de rechterzijde voerde de heer De
Savornin Lohman het woord: „Laat ons be
denken, dat alles, wat naar partijdigheid
zweemt, thans ter zijde moet worden gesteld.
In ons leger dienen niet partijen, maar Neder
landers. Laat ons ons scharen om den troon
indachtig dat H.M. de Koningin persoonlijk
gezworen heeft de onafhankelijkheid van het
grondgebied des Rijks met al haar vermogen
te zullen verdedigen en bewaren en dat in
Haar mond deze eed geen ijdele klank is
geweest".
De heer Troelstra, aan het woord komende,
zei o.a.: „Indien er eenige regeering in Europa
is, die onschuldig is aan de verschrikkelijke
misdaad, die thans over Europa is losgelaten,
dan is het wij mogen het met trots zeggen
wel de regeering van ons land. Om deze
reden mogen mijn geestverwanten, die met
mij het militairisme afkeuren dit bedenken;
zij hebben hun afkeuring te richten tegen
het stelsel, dat wij bestrijden; zij hebben hun
afkeuring niet te richten tegen deze regee-
ï'ing. Zij hebben hun plicht te doen als Ne
derlanders voor het groote doel, waarvoor
zij zijn geroepen".
Namens de geheele vrijzinnige linkerzijde
sprak de heer Bos die zijn rede besloot: „Wij
vertrouwen, dat met een koel hoofd, rustig
te midden van den storm der tijden, regeering
en volk zich zullen handhaven: door een
dracht stei-k".
De meeste indruk maakte op dat historische
oogenblik de korte toespraak van den heer
Cort van der Linden, den minister van bin-
nenlandsche zaken: „Wij zijn gereed en be
sloten onze onzijdigheid en, moet het, ons
volksbestaan te handhaven met al onze
krachten. Ons voegend naar Gods wil wachten
wij vastberaden en koelbloedig af, wat de
toekomst brengt. De regeering rekent op de
trouwe medewerking der Sta ten-Generaal. Zij
heeft het vaste vertrouwen, dat deze, zich
verheffend boven alles wat in gewone omstan
digheden verdeelt, bezielt is met de gedachte
aan de eenheid en het behoud van ons dier
baar vaderland".
Bladerend in het boek „Oorlogstijd", dat
wijlen M. W. F. Treub drie en twintig jaar
geleden heeft geschreven, wordt men onwille
keurig getroffen door de haast profetische
woorden, op de laatste bladzijde, waarmede
de schrijver zijn werk beëindigt en waarvan
wij het slot letterlijk overnemen:
„Het tijdperk van zeer verhoogde overheids
inmenging in het economische leven als ge
volg van den oorlogstoestand zal, als het
zwaard eindelijk in de scheede zal zijn gesto
ken, niet aanstonds voorbij zijn. Hoe lang die
inmenging zal moeten duren en hoe zij gelei
delijk binnen de perken der normale regee-
ringsbemoeiing zal worden teruggeleid, zal
moeten worden afgewacht. Dat terugleiden zal
even noodig zijn als het tijdelijk nog blijven
optreden van de overheid op het terrein der
economische defensiepolitiek, ook wanneer de
krijg zal zijn uitgestreden. Daartoe zal niet
minder kracht en niet minder inzicht in de
economische verhoudingen vereischt worden
dan gedurende den oorlog het geval was".
Dit overwegende, wordt men onwillekeurig
herinnerd aan de strekking van het gebed,
waarmede gedurende vele jaren de vergaderin
gen van Amsterdam's Gemeenteraad werden
geopend, en waarin den Hemel werd afge
smeekt, dat Hij der Overheid zou schenken:
wijsheid, kracht en voorzichtigheid!
W. S.
beetje
Gelden worden ingezameld.
E Oude Kerk in Amsterdam,
die tegelijkertijd de oudste
kerk van Amsterdam is, is in
verval, en niet zoo'n klein
ook. Hulp blijkt dringend
noodzakelijk te zijn, er heeft zich een
comité gevormd, dat gelden verzamelt
en hoopt het benoodigde geld bijeen
te zullen krijgen, maar het bedrag
dat men zich ten doel heeft gesteld
is tamelijk hoog, want er zijn in de
Oude Kerk gedeelten, die er. heel
slecht a£n toe zijn.
De Oude Kerk is geen kerk in „grooten
stijl", zij houdt er, om de waarheid te zeggen,
eigenlijk heelemaal geen stijl op na, en vol
gens historieschrijvers is zij bij geen enkele
officieele kerksoort in te lijven. Men heeft
haar wel eens gerangschikt bij de driebeukige
basilieken, maar eigenlijk scliijnt zij daartoe
ook al niet te hooren. Aan de Noord- en aan
de Zuidzijde ervan bevinden zich telkens drie
kapellen, waarvan er twee aan de Noordzijde
dateeren uit 1535 en 1538, en Renaissance de
tails vertoonen bij een Gothische construc
tie. Aan de ééne zijde bevinden zich drie ge
brandschilderde ramen uit 1555, ontworpen
door Pieter Aerts, bijgenaamd Lange Pier, en
gebrandschilderd door Dïgman, met taferee-
len uit het Oude Testament. Dan zijn er twee
ramen met alle wapens van de burgemeesters
van Amsterdam, en één dat de onafhankelijk
heidsverklaring van de zeven vereenigde Ne
derlandsche Provinciën door Philips V voor
stelt. De Oude Kerk, dateerend uit 1370, is
slechts wat zij is, een kerk als geen andere,
niet onder te brengen bij een bepaald soort
kerken, die beantwoorden aan zekere archi
tectonische eischen, desnoods een stijllooze
kerk, maar in geen geval een karakterlooze
kerk. Wie het karakter van de Oude Kerk wil
ontdekken of leeren kennen moet haar bezoe
ken.
Ze is van een bijzonder lichte structuur, ze
is namelijk met het oog op den niet al te
stevigen bodem van Amsterdam toen de
De kleine tegen de kerk opgebouwde
huisjes.
jQjpQejpait.
vaker brandalarm...
te minder bosch
meer rommel
te meer prikkeldraad
WEEST ZUINIG OP ONS BOSCHBEZIT
Oude Kerk gebouwd werd is er niet eerst ge
heid niet op palen gebouwd, en bij haar
bouw werd zooveel mogelijk hout gebruikt,
opdat de kans van verzakken zoo gering mo
gelijk zou zijn. Zoo zijn de tongewelven van
hout, en ook de trekbalken, waarop de gewel
ven rusten, en die eigenlijk de kerk schrome
lijk ontsieren, want ze breken de lijn van de
spitsbogige gewelven ten éénenmale en wer
ken dus bijzonder storend op de omhoog stre
vende lijn, die een kerkgewelf nu eenmaal
hoort te hebben. Ze zijn trouwens vermoede
lijk niet meteen bij den bouw van de kerk
aangebracht, want op oude gravures komen
ze niet voor.
De torenspits van de oude kerk boven
de boomen.
Maar aan den anderen kant bevestigen ook
die trekbalken weer den intiemen, bijna ge-
zelligen indruk, dien de kerk maakt, een in
druk, dien men trouwens buiten ook al krijgt,
of men nu aan komt van de zijde van den
Oude Zijds Voorburgwal, of via het Beurs
plein en de paar kleine, smalle straatjes, die
dat plein verbinden met het Oude Kerksplein,
want rondom de kerk en er tegen aan is een
heele serie kleine huisjes gebouwd, precies
zooals dat bij de meeste oude kerken het ge
val is. Ze lijken wel heel nietig onder de ge
weldige Gothische boogramen en de inge
wikkelde daken- en koepelconstructie, waar
boven weer heel sierlijk en bijna ragfijn het.
torentje steekt. Ze ontnemen de kerk het
statige een beetje, maar ze geven haar dat
opvallend vriendelijke en bijna huiselijke, dat
het heele onregelmatige gebouw met zijn
slanke en bijna luchtige pilaren en zijn sier
lijk uit de hoogte neerdalende gaskronen
het zullen vroeger wel kaarsenkronen zijn ge
weest kenmerkt.
Trouwens ook in een ander opzicht is de kerk
licht, want zij is geheel in een lichte tint ge
houden. De gewelven zijn licht groengrijs
van kleur, de trekbalken ook, de pilaren, mu
ren en de smalle omloop zijn wit gepleisterd,
en zelfs het groote orgel, met zijn zilveren
orgelpijpen, brengt geen stoornis teweeg in
al dat witte, lichte, luchtige. Heel diep onder
de hooge gewelven is het gewone gewemel van
koor, preekstoel, kerkbanken en stoelen, maar
het lijkt heel klein en nietig zoo in de diepte
onder den overvloed van slank omhoogrijzen-
de lijnen. Slechts de gekleurde ramen geven
wat kleur, ze werpen zachtgekleurde licht
vlekken op de grijze grafsteenen, waarop na
men van groote gestorvenen staan. Zoo ligt
onder anderen Jacob van Heemskerck hier
begraven, ook Sweelinck, en verder zijn er
tal van graven van leden van Amsterdamsche
families. Zacht en ijl komt wat zonlicht door
de overige, niet gekleurde ramen van de kerk
binnen, en zet het heele gebouw in dat won
derlijke gedempte en toch heel heldere licht,
waarvan sommige kerken 't monopolie schij
nen te hebben het is, alsof de lichtbundels
die naar binnen vallen, zelf weer lichtgevend
zijn en alsof er een doorzichtige straling van
uit gaat. die het heele gebouw verlicht.
De Oude Kerk heeft dat wel heel sterk, ver
moedelijk ook wel omdat ze zelf zoo licht is.
Maar de toestand, waarin ze verkeert, is
nu zoo deplorabel geworden, dat er noodig
iets aan gedaan moet worden. De toren is al
omgeven door steigers en aan haar herstel
wordt reeds gewerkt. Het overige deel, waar
onder het Noorderportaal, dat aan de buiten
zijde door een schutting is omgeven om de
ruïne, die er zich achter bevindt, aan het oog
te onttrekken, wacht tot het eerste geld is
binnen gekomen en aan de restauratie kan
worden begonnen.
W. v. d. T.
Tsjang Kai Sjeks adviseur
mr. Donald op Java
Geheel onverwacht heeft de bekende ad
viseur der Cliineesche regeering, mr. W. H.
Donald, waarschijnlijk de meest idealistische
avonturier van het Verre Oosten, een kort
bezoek aan Java gebracht.
De heer Donald is eerst te Soerabaja ge
weest, vanwaar hij naar Batavia ging. Zijn
oponthoud in de hoofdstad was van korten
duur. Met de „Ruys" van de K. P. M. is hij
naar Madagascar vertrokken. De heer Donald
hoopt op deze trip herstel van zijn geschokte
gezondheid te vinden.
Tijdens zijn verblijf in de krokodillenstad
had een vertegenwoordiger van het Soeraba-
jasch Handelsblad een onderhoud met hem,
waaraan het volgende ïs ontleend:
„Japan heeft een nieuw China doen ont
staan, een China, dat meer en meer zich één
gaat voelen. Als Japan het verzet thans niet
kan neerslaan, zal het te laat zijn. Toen de
Japanners China binnendrongen, realiseer
den zij zich niet de kracht van den geest,
welke in China is ontwaakt. Zij dachten de
bevolking schrik in te boezemen, haar met
hun gruwelijke luchtbombardementen te de-
moraliseeren, doch zij zagen hierbij over het
hoofd, dat de millioenenmassa van China ge
traind is de dood in het aangezicht te zien.
Millioenen zijn uit de vlakten van het Oos
ten gevlucht en trokken Westwaarts, waar
geforceerd door Japan, een nieuw China wordt
opengelegd en een nieuwe natie in wording
is".
De ontwikkeling
van West-China.
Een van de belangrijkste gevolgen van de
Japansche invasie is de openlegging en ont
wikkeling van West-China. Met inspanning
van alle krachten wordt een groot wegen
net aangelegd. De bevolking, bezield door de
nationale gedachte, heeft bij den wegenaan*
leg geweldige prestaties geleverd, waarbij
weinig meer vergoeding kon worden gegeven
dan voeding en enderdak. Waar vroeger on
bewoonde vlakten waren en woestijnen ver
rijzen thans de nederzettingen en boerderijen
van de Chineesche vluchtelingen uit Oost-
China. Waar vroeger zelfs geen ossenwagen
kon rijden, snellen thans de vrachtauto's en
autobussen voorbij.
China is onoverwinnelijk.
Op de vraag hoe hij zich den afloop van
den oorlog dacht, antwoordde mr. Donald
niet rechtstreeks.
China heeft 470 miilioen inwoners en zelfs
al zouden de Japanners er in slagen om 70
miilioen menschen te dooden met hun bom
bardementen, dan nog blijft een massa van
400 miilioen over. Die is onoverwinnelijk. Het
Chineesche leger telt thans ongeveer 180
divisies; het moreel en de vechtcapaciteit is
beter dan het ooit is geweest, terwijl die der
Japanners, die gedacht hadden China in 2
maanden te onderwerpen, minder wordt. Het
militair nuttelooze bombardement van Chung
king was een uiting van machteloosheid. De
guerilla-krijg is meesterlijk georganiseerd.
Elke luchtaanval wordt met twee guerilla-
aanvallen beantwoord. De oorlogsberichtge
ving der Japanners is geheel op de voorlich
ting van het eigen volk ingesteld, dat niets
mag weten van de waren stand van zaken.
Kortgeleden verscheen een bericht, dat een
geheel Chineesch legercorps was omsingeld,
terwijl zij in feite door de Chineesche troepen
waren teruggedreven. Een bericht van eenige
dagen later van dezelfde plaats vermeldt
eenvoudig: „dat de aanvallen op den vijand
werden voortgezet".
Financiën en vrede.
Toen de vraag werd gesteld, hoe dit alles
wordt gefinancierd, lachte de heer Donald
en zeide, dat hij het ook niet wist en eigenlijk
reeds een paar jaar op een krach wachtte.
Zijn respect voor den minister van financiën
groeit daarom steeds en in den latasten tijd
gelooft hij ook niet meer aan een debacle.
Ten aanzien van de diverse vredespogin
gen zeide Donald, dat elke Chineesche re
geering, die vrede zou willen sluiten terwijl
de Japanners nog in China zijn, weggevaagd
zou worden.
Verschillende vredespogingen zijn reeds van
Japansche zijde ondernomen, ondanks het
bericht, dat zij niet met Chiang Kai Shek
willen onderhandelen. Italië, Duitschland,
zelfs de marionettenregeering te Nanking en
ais hekkensluiters de Engelschen waren ver
zocht om als bemiddelaar op te treden, zon
der succes.
Prauw omgeslagen.
Vijf vermisten.
DJOKJAKARTA. 5 Juli (Aneta-A.N.P.)
Twee soldaten en drie koelies wilden in een
prauw de Kali Progo oversteken. Tengevolge
van den snellen stroom sloeg het vaartuigje om
De slachtoffers zijn tot nu toe niet gevon
den.
De landaard der militairen is nog niet be
kend
Churchill's kansen voor het
ministerschap.
LONDEN, 5 Juli (Reuter) de benoeming van
Churchill tot minister van marine is zeker,
althans volgens de „Daily Mail", welk blad
verklaart, dat van buiten het parlement als
ook door de directe aanhangers van den pre
mier druk op Chamberlain wordt uitgeoefend
om zoo weinig mogelijk tijd verloren te laten
gaan bij het wijzigen van het kabinet. De
wijzigingen kunnen volgens het blad tot stand
gebracht worden op elk oogenblik vóór het
parlement eind Juli met vacantie gaat, doch
enkele adviseurs van den premier verzetten
zich nog steeds tegen een ingrijpende poli
tieke wijziging en onder zekere omstandig
heden zou de opneming van Churchil in het
kabinet dan ook tot September vertraagd
kunnen worden.