Vijf en twintig jaar geleden De oude kerk te Amsterdam in verval. Nieuw China ontstaat 'ïledeciond Ut 1914 CLEMATIS. Een onregelmatig gebouw, dat vriendelijk aandoet. KAMPEERDERS AL was de politieke horizon in Juli 1914 verre van onbe wolkt, niemand kon vermoe den, dat de moord in Sera- je wo, kort tevoren op den Oostenrijk- schen aartshertog Franz Ferdinand en zijn gemalin gepleegd, de aanleiding zou worden van een gruwelijken oor log, waarin alle groote mogendheden van Europa zouden worden meege sleurd. Zeker, de een zag de toekomst somberder in dan de ander, maar algemeen hoopte en verwachtte men toch dat het ook thans weer, gelijk reeds zoo dikwijls het geval was ge weest, bij een dreiging zou blijven. In het ergste geval zouden de betrekkingen tusschen Oostenrijk en Servië worden verbroken en het conflict zou gelocaliseerd blijven. Bovendien, wanneer er slechts één oogenblik gevaar voor den Europeeschen vrede zou be staan, dan zou keizer Wilhelm niet met zijn jacht naar de Noorsche wateren zijn vertrok ken om daar zijn vacantie door te brengen en dan zou president Poincaré, vergezeld van Viviani, niet naar Rusland zijn gegaan om Tsaar Nicolaas te bezoeken! Welk een verschil van opvatting met thans, nu „men" met een bijna fatalistische zekerheid binnen afzienbaren tijd een nieuwen wereld oorlog weet te voorspellen Het onweer barst los. Intusschen had men te Weenen, na bespre king met den Duitschen bondgenoot, een ul timatum opgesteld dat den 23sten Juli aan de Servische regeering werd overhandigd. Dit was een buitengewoon krasse nota. De eerste eisch was dat in het Staatsblad van den 26sten Juli de regeering haar afkeu ring over de groot-Servische beweging zou publiceeren. (De tekst hiervan was in Weenen gereed gemaakt!) Daarna volgden nog een tiental eischen, waarvan de voornaamste waren: onderdruk king van de tegen Oostenrijk-Hongarije ge richte propaganda, de ontbinding van de na tionalistische vereeniging Narodan Odbrana, BOSCHRANK CLEMATIS. Clematis is een prachtige klimplant, die we gelukkig meer en meer zien in onze tuinen. De plant hecht zich vast met de bladstelen en heeft daarvoor een grof vlechtwerk van ijzerdraad of latjes noodig, waaromheen de bladstelen ziöh kunnen winden. Wanneer we de clëmatis langs een klimroos laten groeien, zal ze aan de takken van de roos al veel steun hebben. En het effect van deze combinatie, roos en clematis, kan buitengewoon mooi zijn. Zoo hier en daar een sierlijke don kerblauwe clematisbloem tusschen een volop bloeiende rose klimroos kan een heel mooi ge heel vormen. Er zijn ook nog anders gekleurde variëteiten. Het zijn steeds de kelkbladen, die de kleur aan geven, daar een eigenlijke bloemkroon ont breekt. Bij de wilde clematis of boschrank, Clematis vitalba, die erg zeldzaam is, zijn de kelkbladen van buiten groen, van binnen wit. Onder de gekweekte soorten zijn er behalve de meest bekende donkerblauwe en helderblauwe variëteiten, ook met witte, lila, donkerroode en purpere bloemen. We moeten er wel steeds aan denken, dat de clematis van oorsprong een boschplant is, zoo als de naam „boschrank" van de wilde clema tis al aanduidt. In verband daarmee is het ge- wenscht, dat vooral de voet van de plant be schaduwd is. Mocht de plant dus een zeer warm plaatsje hebben, dan zetten we wat andere plan ten er voor, die schaduw op den voet werpen. Ook de wortels hebben behoefte aan de voch tige koelte van een boschomgeving. We doen daarom goed de clematis minstens een kwart meter diep te planten. De grond kan het beste humusrijk en kleiachtig zijn en moet vooral goed worden losgemaakt. Een vijand van de clematis is dc vorst. We kunnen haar daartegen het beste met sparre- takken beschermen. Ook strooit men in het na jaar wel een laag turfstrooisel over den voet, die in het voorjaar weer wordt verwijderd. Tevens geeft men de planten in het voorjaar een goede dosis vloeimest. Wat het snoeien betreft: De clematis-varietei- ten, die vroeg bloeien, dus nog op het oude hout, snoeien we direct na den bloei. De zomerbloeien de variëteiten snoeien we vroeg in het voorjaar of in den winter. Een klein beetje een zorgenkind is de clematis dus wel. Maar die zorgen zijn de prachtige bloe men met hun sprekende kleuren zeker waard. A. J. D. 1 die bij den aanslag ten nauwste betrokken zou zijn geweest, ontslag van alle officieren en ambtenaren, die zich aan een anti-Oosten- rijksche propaganda hadden schuldig maakt en tenslotte het aanvaarden van de medewerking van Oostenrijksche ambtenaren om deze propaganda te beteugelen. Het ant woord hierop werd binnen acht en veertig uur verwacht. De Servische regeering willigde alle eischen in; alleen de laatste, het aanvaarden van de hulp van Oostenrijksche ambtenaren bij haar onderzoek, wees zij met beslistheid van de hand. Beide landen mobiliseerden. Europa's nood lot was voltrokken. Den 27sten begonnen de vijandelijkheden en den 28sten verklaarde Oostenrijk aan Servië den oorlog. De eerste bliksemschicht, die onmiddellijk door andere en fellere zou worden gevolgd! Het ligt niet in de bedoeling stil te staan bij de ontwikkeling van den wereldoorlog in 1914. Het lijkt ons interessanter nog eens na te gaan hoe men in ons land reageerde op de gebeurte nissen uit die spannende dagen. De mobilisatie ip Nederland. Toen in de laatste dagen van Juli de politie ke toestand steeds dreigender werd, kwam de ministerraad dagelijks bijeen. Maandag 27 Juli had H.M. de Koningin haar verblijf op het Loo onderbroken en was naar Den Haag ge komen. Donderdag 30 Juli werden de berichten uit het buitenland zóó ernstig, dat door den ministerraad aan de Koningin werd voorge steld, op grond van artikel 186 der Grondwet te verklaren: dat oorlogsgevaar, in den zin waarin het woord in de Wet voorkomt, aan wezig was en dat krachtens de bevoegdheid bij de landweerwet aan de Kroon gegeven, bij Koninklijk besluit van dien dag de land weer-grenswacht, de landweer-kustwacht en de landweer-bewakingsdetachementen onder de wapenen werden geroepen. Dit was dus nog niet de mobilisatie van het geheele leger. Hiermede wilde men nog één dag wachten, omdat hoe ernstig de toestand ook was, toch nog altijd de mogelijkheid van een vredelievende oplossing bestond. Daarom achtte de regeering zich niet verantwoord reeds thans de schatkist te belasten met een uitgave van circa 12 miilioen gulden, die zelfs een kortstondige algemeene mobilisatie zou kosten. Vrijdagochtend 31 Juli waren de berichten over den gespannen toestand tusschen Duitschland en Rusland van dien aard, dat alle niet in werkelijken dienst zijnde dienst plichtigen van het leger, de landweer en de zeemacht van alle lichtingen onverwijld onder de wapenen werden geroepen en als datum van opkomst werd de volgende dag, 1 Augustus, bepaald. Dat de Nederlandsche regeering de ernst van den toestand duidelijk inzag, hebben de gebeurtenissen der volgende dagen voldoende bewezen. Maar op dien datum was ons land Oostenrijk en Servië buiten beschouwing ge laten het eenige dat officieel de mobilisatie afkondigde, ook al was het bekend, dat in Duitschland en Rusland groote troepenver plaatsingen gaande waren. Met die spoedige mobilisatie heeft onze re geering zoowel naar binnen als naar buiten willen getuigen, dat het haar ernst was om onze strikte neutraliteit desnoods met- geweld te verdedigen. Tot Opperbevelhebber van Land- en Zee macht was dien dag tevens benoemd de on langs overleden luitenant-generaal C. J. Snijders. Verwarring onder het volk. Geheel in tegenstelling met de rust en de zekerheid van de regeering, was de houding van het publiek in het algemeen. Er ontstond een kleine paniek, die zich op verschillende manieren uitte. Land- en tuinbouwers bijv. wisten opeens niet meer, wat er van hun producten en van den afzet worden zou. Angst is een slechte raadgeefster en daarom rukten ze de tomaten- struiken uit en wierpen ze op de mesthoop. Kleine boertjes verkochten hun kippen en varkens tot eiken prijs. Handelaars vreesden hun wissel ver bintenissen niet te kunnen na komen en riepen evenals een aantal nering doenden om een moratorium als redmiddel uit den nood. Huismoeders en ook huis vaders) belegerden de kruidenierswinkels ten einde zooveel mogelijk dagelijksche levensbe hoeften te kunnen inslaan. Het saldo bij bankiers en spaarbanken werd opgevraagd en men zocht zijn heil in het vasthouden en op bergen van zooveel mogelijk zilvergeld. Zoo zag het er in grove trekken in de laat ste dagen van Juli en in de eerste weken van Augustus uit. Ieder trachtte te redden, wat nog te redden viel en velen raakten daarbij het hoofd kwijt. Er onstonden toestanden, die gestuit worden, onverschillig of dit met de staatkun dige dankbeelden van de regeeringspersonen strookte of niet. Om rust en orde te herstellen moest er worden ingegrepen. Het oppotten van gemunt geld. Het op zilver beluste publiek trachtte zoo veel machtig te worden als het kon, dioor niet met gepast geld te betalen, maar bank bij letten aan te bieden, zoodat wisselgeld moest worden teruggegeven. Dit kunstmiddel tje leidde weer tot tegenmaatregelen aan sta tions. postkantoren enz. om niet andiers dan gepast geld aan te nemen. Zooals altijd, probeerden ook ne geweten- looze individuen van de paniekstemming te profiteeren o.a. door die nerveuze- en goedge- loovige menigte wijs te maken, dat de bank biljetten niet meer hun volle waarden hadden, maar dat zij nog bereid waren ze tegen een lager bedrag in zilver om te wisselen. Ter stond werd door de politie tegen deze mis dadige handelwijze opgetreden. Reeds aanstonds toe cïe wegvloeüng van zilver zich openbaarde, werd tusschen de directie van de Nederlandsche Bank en het ministerie van Financiën van gedachten ge wisseld, over hetgeen gedaan zou kunnen worden om in de behoeften aan kleiner ruil middel tegemoet te komen. Na een korte be raadslaging kwam men overeen, dat er cou pures gemaakt zouden worden van 1. 2.50 en 5, die den naam „zilverbon" zouden dra gen en het mocht gelukken reeds op Vrijdag 7 Augustus voor bedrag van ruim 1.700.000 aan bons in omloop te brengenn, nadat het publiek een heele week gezucht had onder het gemis aan klein geld. Dat de regeering aan haar maatregelen kracht wist bij te zetten en niet met zich liet spelen, bewijst het geval van een Haag- schen winkelier, die op zijn winkelraam had aangekondigd, dat 2ilverbons niet in be taling werden aangenomen. Oogenblikkelijk verzocht de minister den burgemeester de heele winkelvoorraad êrachtens de levensmid delenwet in beslag te nemen en dezen vijand van de zilverbons uitsluitend in dit gold uit te betalen! Voor het zoover kwam, was de man zoo verstandig zijn verzet op te geven. Lichtzijden. Maar laat ons ook de lichtzijden van die donkere dagen niet vergeten. Onder den drang der omstandigheden heeft zich in de eerste weken van den wereldoorlog ook de hoogere eenheid van het volk geopenbaard. De Tweede Kamer kwam op 3 Augustus in spoedvergadering bijeen. Er heerschte een plechtige ernst, welke door een ieder werd ;evoeld. Partijschap was vergeten. Namens de rechterzijde voerde de heer De Savornin Lohman het woord: „Laat ons be denken, dat alles, wat naar partijdigheid zweemt, thans ter zijde moet worden gesteld. In ons leger dienen niet partijen, maar Neder landers. Laat ons ons scharen om den troon indachtig dat H.M. de Koningin persoonlijk gezworen heeft de onafhankelijkheid van het grondgebied des Rijks met al haar vermogen te zullen verdedigen en bewaren en dat in Haar mond deze eed geen ijdele klank is geweest". De heer Troelstra, aan het woord komende, zei o.a.: „Indien er eenige regeering in Europa is, die onschuldig is aan de verschrikkelijke misdaad, die thans over Europa is losgelaten, dan is het wij mogen het met trots zeggen wel de regeering van ons land. Om deze reden mogen mijn geestverwanten, die met mij het militairisme afkeuren dit bedenken; zij hebben hun afkeuring te richten tegen het stelsel, dat wij bestrijden; zij hebben hun afkeuring niet te richten tegen deze regee- ï'ing. Zij hebben hun plicht te doen als Ne derlanders voor het groote doel, waarvoor zij zijn geroepen". Namens de geheele vrijzinnige linkerzijde sprak de heer Bos die zijn rede besloot: „Wij vertrouwen, dat met een koel hoofd, rustig te midden van den storm der tijden, regeering en volk zich zullen handhaven: door een dracht stei-k". De meeste indruk maakte op dat historische oogenblik de korte toespraak van den heer Cort van der Linden, den minister van bin- nenlandsche zaken: „Wij zijn gereed en be sloten onze onzijdigheid en, moet het, ons volksbestaan te handhaven met al onze krachten. Ons voegend naar Gods wil wachten wij vastberaden en koelbloedig af, wat de toekomst brengt. De regeering rekent op de trouwe medewerking der Sta ten-Generaal. Zij heeft het vaste vertrouwen, dat deze, zich verheffend boven alles wat in gewone omstan digheden verdeelt, bezielt is met de gedachte aan de eenheid en het behoud van ons dier baar vaderland". Bladerend in het boek „Oorlogstijd", dat wijlen M. W. F. Treub drie en twintig jaar geleden heeft geschreven, wordt men onwille keurig getroffen door de haast profetische woorden, op de laatste bladzijde, waarmede de schrijver zijn werk beëindigt en waarvan wij het slot letterlijk overnemen: „Het tijdperk van zeer verhoogde overheids inmenging in het economische leven als ge volg van den oorlogstoestand zal, als het zwaard eindelijk in de scheede zal zijn gesto ken, niet aanstonds voorbij zijn. Hoe lang die inmenging zal moeten duren en hoe zij gelei delijk binnen de perken der normale regee- ringsbemoeiing zal worden teruggeleid, zal moeten worden afgewacht. Dat terugleiden zal even noodig zijn als het tijdelijk nog blijven optreden van de overheid op het terrein der economische defensiepolitiek, ook wanneer de krijg zal zijn uitgestreden. Daartoe zal niet minder kracht en niet minder inzicht in de economische verhoudingen vereischt worden dan gedurende den oorlog het geval was". Dit overwegende, wordt men onwillekeurig herinnerd aan de strekking van het gebed, waarmede gedurende vele jaren de vergaderin gen van Amsterdam's Gemeenteraad werden geopend, en waarin den Hemel werd afge smeekt, dat Hij der Overheid zou schenken: wijsheid, kracht en voorzichtigheid! W. S. beetje Gelden worden ingezameld. E Oude Kerk in Amsterdam, die tegelijkertijd de oudste kerk van Amsterdam is, is in verval, en niet zoo'n klein ook. Hulp blijkt dringend noodzakelijk te zijn, er heeft zich een comité gevormd, dat gelden verzamelt en hoopt het benoodigde geld bijeen te zullen krijgen, maar het bedrag dat men zich ten doel heeft gesteld is tamelijk hoog, want er zijn in de Oude Kerk gedeelten, die er. heel slecht a£n toe zijn. De Oude Kerk is geen kerk in „grooten stijl", zij houdt er, om de waarheid te zeggen, eigenlijk heelemaal geen stijl op na, en vol gens historieschrijvers is zij bij geen enkele officieele kerksoort in te lijven. Men heeft haar wel eens gerangschikt bij de driebeukige basilieken, maar eigenlijk scliijnt zij daartoe ook al niet te hooren. Aan de Noord- en aan de Zuidzijde ervan bevinden zich telkens drie kapellen, waarvan er twee aan de Noordzijde dateeren uit 1535 en 1538, en Renaissance de tails vertoonen bij een Gothische construc tie. Aan de ééne zijde bevinden zich drie ge brandschilderde ramen uit 1555, ontworpen door Pieter Aerts, bijgenaamd Lange Pier, en gebrandschilderd door Dïgman, met taferee- len uit het Oude Testament. Dan zijn er twee ramen met alle wapens van de burgemeesters van Amsterdam, en één dat de onafhankelijk heidsverklaring van de zeven vereenigde Ne derlandsche Provinciën door Philips V voor stelt. De Oude Kerk, dateerend uit 1370, is slechts wat zij is, een kerk als geen andere, niet onder te brengen bij een bepaald soort kerken, die beantwoorden aan zekere archi tectonische eischen, desnoods een stijllooze kerk, maar in geen geval een karakterlooze kerk. Wie het karakter van de Oude Kerk wil ontdekken of leeren kennen moet haar bezoe ken. Ze is van een bijzonder lichte structuur, ze is namelijk met het oog op den niet al te stevigen bodem van Amsterdam toen de De kleine tegen de kerk opgebouwde huisjes. jQjpQejpait. vaker brandalarm... te minder bosch meer rommel te meer prikkeldraad WEEST ZUINIG OP ONS BOSCHBEZIT Oude Kerk gebouwd werd is er niet eerst ge heid niet op palen gebouwd, en bij haar bouw werd zooveel mogelijk hout gebruikt, opdat de kans van verzakken zoo gering mo gelijk zou zijn. Zoo zijn de tongewelven van hout, en ook de trekbalken, waarop de gewel ven rusten, en die eigenlijk de kerk schrome lijk ontsieren, want ze breken de lijn van de spitsbogige gewelven ten éénenmale en wer ken dus bijzonder storend op de omhoog stre vende lijn, die een kerkgewelf nu eenmaal hoort te hebben. Ze zijn trouwens vermoede lijk niet meteen bij den bouw van de kerk aangebracht, want op oude gravures komen ze niet voor. De torenspits van de oude kerk boven de boomen. Maar aan den anderen kant bevestigen ook die trekbalken weer den intiemen, bijna ge- zelligen indruk, dien de kerk maakt, een in druk, dien men trouwens buiten ook al krijgt, of men nu aan komt van de zijde van den Oude Zijds Voorburgwal, of via het Beurs plein en de paar kleine, smalle straatjes, die dat plein verbinden met het Oude Kerksplein, want rondom de kerk en er tegen aan is een heele serie kleine huisjes gebouwd, precies zooals dat bij de meeste oude kerken het ge val is. Ze lijken wel heel nietig onder de ge weldige Gothische boogramen en de inge wikkelde daken- en koepelconstructie, waar boven weer heel sierlijk en bijna ragfijn het. torentje steekt. Ze ontnemen de kerk het statige een beetje, maar ze geven haar dat opvallend vriendelijke en bijna huiselijke, dat het heele onregelmatige gebouw met zijn slanke en bijna luchtige pilaren en zijn sier lijk uit de hoogte neerdalende gaskronen het zullen vroeger wel kaarsenkronen zijn ge weest kenmerkt. Trouwens ook in een ander opzicht is de kerk licht, want zij is geheel in een lichte tint ge houden. De gewelven zijn licht groengrijs van kleur, de trekbalken ook, de pilaren, mu ren en de smalle omloop zijn wit gepleisterd, en zelfs het groote orgel, met zijn zilveren orgelpijpen, brengt geen stoornis teweeg in al dat witte, lichte, luchtige. Heel diep onder de hooge gewelven is het gewone gewemel van koor, preekstoel, kerkbanken en stoelen, maar het lijkt heel klein en nietig zoo in de diepte onder den overvloed van slank omhoogrijzen- de lijnen. Slechts de gekleurde ramen geven wat kleur, ze werpen zachtgekleurde licht vlekken op de grijze grafsteenen, waarop na men van groote gestorvenen staan. Zoo ligt onder anderen Jacob van Heemskerck hier begraven, ook Sweelinck, en verder zijn er tal van graven van leden van Amsterdamsche families. Zacht en ijl komt wat zonlicht door de overige, niet gekleurde ramen van de kerk binnen, en zet het heele gebouw in dat won derlijke gedempte en toch heel heldere licht, waarvan sommige kerken 't monopolie schij nen te hebben het is, alsof de lichtbundels die naar binnen vallen, zelf weer lichtgevend zijn en alsof er een doorzichtige straling van uit gaat. die het heele gebouw verlicht. De Oude Kerk heeft dat wel heel sterk, ver moedelijk ook wel omdat ze zelf zoo licht is. Maar de toestand, waarin ze verkeert, is nu zoo deplorabel geworden, dat er noodig iets aan gedaan moet worden. De toren is al omgeven door steigers en aan haar herstel wordt reeds gewerkt. Het overige deel, waar onder het Noorderportaal, dat aan de buiten zijde door een schutting is omgeven om de ruïne, die er zich achter bevindt, aan het oog te onttrekken, wacht tot het eerste geld is binnen gekomen en aan de restauratie kan worden begonnen. W. v. d. T. Tsjang Kai Sjeks adviseur mr. Donald op Java Geheel onverwacht heeft de bekende ad viseur der Cliineesche regeering, mr. W. H. Donald, waarschijnlijk de meest idealistische avonturier van het Verre Oosten, een kort bezoek aan Java gebracht. De heer Donald is eerst te Soerabaja ge weest, vanwaar hij naar Batavia ging. Zijn oponthoud in de hoofdstad was van korten duur. Met de „Ruys" van de K. P. M. is hij naar Madagascar vertrokken. De heer Donald hoopt op deze trip herstel van zijn geschokte gezondheid te vinden. Tijdens zijn verblijf in de krokodillenstad had een vertegenwoordiger van het Soeraba- jasch Handelsblad een onderhoud met hem, waaraan het volgende ïs ontleend: „Japan heeft een nieuw China doen ont staan, een China, dat meer en meer zich één gaat voelen. Als Japan het verzet thans niet kan neerslaan, zal het te laat zijn. Toen de Japanners China binnendrongen, realiseer den zij zich niet de kracht van den geest, welke in China is ontwaakt. Zij dachten de bevolking schrik in te boezemen, haar met hun gruwelijke luchtbombardementen te de- moraliseeren, doch zij zagen hierbij over het hoofd, dat de millioenenmassa van China ge traind is de dood in het aangezicht te zien. Millioenen zijn uit de vlakten van het Oos ten gevlucht en trokken Westwaarts, waar geforceerd door Japan, een nieuw China wordt opengelegd en een nieuwe natie in wording is". De ontwikkeling van West-China. Een van de belangrijkste gevolgen van de Japansche invasie is de openlegging en ont wikkeling van West-China. Met inspanning van alle krachten wordt een groot wegen net aangelegd. De bevolking, bezield door de nationale gedachte, heeft bij den wegenaan* leg geweldige prestaties geleverd, waarbij weinig meer vergoeding kon worden gegeven dan voeding en enderdak. Waar vroeger on bewoonde vlakten waren en woestijnen ver rijzen thans de nederzettingen en boerderijen van de Chineesche vluchtelingen uit Oost- China. Waar vroeger zelfs geen ossenwagen kon rijden, snellen thans de vrachtauto's en autobussen voorbij. China is onoverwinnelijk. Op de vraag hoe hij zich den afloop van den oorlog dacht, antwoordde mr. Donald niet rechtstreeks. China heeft 470 miilioen inwoners en zelfs al zouden de Japanners er in slagen om 70 miilioen menschen te dooden met hun bom bardementen, dan nog blijft een massa van 400 miilioen over. Die is onoverwinnelijk. Het Chineesche leger telt thans ongeveer 180 divisies; het moreel en de vechtcapaciteit is beter dan het ooit is geweest, terwijl die der Japanners, die gedacht hadden China in 2 maanden te onderwerpen, minder wordt. Het militair nuttelooze bombardement van Chung king was een uiting van machteloosheid. De guerilla-krijg is meesterlijk georganiseerd. Elke luchtaanval wordt met twee guerilla- aanvallen beantwoord. De oorlogsberichtge ving der Japanners is geheel op de voorlich ting van het eigen volk ingesteld, dat niets mag weten van de waren stand van zaken. Kortgeleden verscheen een bericht, dat een geheel Chineesch legercorps was omsingeld, terwijl zij in feite door de Chineesche troepen waren teruggedreven. Een bericht van eenige dagen later van dezelfde plaats vermeldt eenvoudig: „dat de aanvallen op den vijand werden voortgezet". Financiën en vrede. Toen de vraag werd gesteld, hoe dit alles wordt gefinancierd, lachte de heer Donald en zeide, dat hij het ook niet wist en eigenlijk reeds een paar jaar op een krach wachtte. Zijn respect voor den minister van financiën groeit daarom steeds en in den latasten tijd gelooft hij ook niet meer aan een debacle. Ten aanzien van de diverse vredespogin gen zeide Donald, dat elke Chineesche re geering, die vrede zou willen sluiten terwijl de Japanners nog in China zijn, weggevaagd zou worden. Verschillende vredespogingen zijn reeds van Japansche zijde ondernomen, ondanks het bericht, dat zij niet met Chiang Kai Shek willen onderhandelen. Italië, Duitschland, zelfs de marionettenregeering te Nanking en ais hekkensluiters de Engelschen waren ver zocht om als bemiddelaar op te treden, zon der succes. Prauw omgeslagen. Vijf vermisten. DJOKJAKARTA. 5 Juli (Aneta-A.N.P.) Twee soldaten en drie koelies wilden in een prauw de Kali Progo oversteken. Tengevolge van den snellen stroom sloeg het vaartuigje om De slachtoffers zijn tot nu toe niet gevon den. De landaard der militairen is nog niet be kend Churchill's kansen voor het ministerschap. LONDEN, 5 Juli (Reuter) de benoeming van Churchill tot minister van marine is zeker, althans volgens de „Daily Mail", welk blad verklaart, dat van buiten het parlement als ook door de directe aanhangers van den pre mier druk op Chamberlain wordt uitgeoefend om zoo weinig mogelijk tijd verloren te laten gaan bij het wijzigen van het kabinet. De wijzigingen kunnen volgens het blad tot stand gebracht worden op elk oogenblik vóór het parlement eind Juli met vacantie gaat, doch enkele adviseurs van den premier verzetten zich nog steeds tegen een ingrijpende poli tieke wijziging en onder zekere omstandig heden zou de opneming van Churchil in het kabinet dan ook tot September vertraagd kunnen worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 8