Het Engelsche verkeersvliegtuig
,De Flamingo
Waar komt het vandaan?
Kruissnelheid van 350 K.M.
Een excursie naar het Albert-kanaal.
ZEER CEWENSCHTE UITBREIDING VAN
DE VLOOT VAN „IMPERIAL AIRWAYS"
krijgen. Imperial Airways heeft ook voor haar
luchtlijnen in Euroua een meer uitgebreid-
zomerprogramma opgesteld en het ligt overi
gens voor de hand dat ook de K1.M. wel eens
van de vliegkwaliteiten van deze machine zal
willen kennis nemen
DOMYN KELLER.
Tsjang Kai Sjek richt zich tot de
volken der wereld.
rIE zélf voel per vliegtuig reist
of bij het aankomen en ver
trekken van vliegtuigen dikwijls
heeft toegekeken, zal ongetwijfeld be
merkt hebben, dat men lang niet
altijd van een behoorlijke bezetting
der beschikbare plaatsen spreken kan.
Nu is het waar, dat het voor een
luchtvaartmaatschappij, zooals voor
iedere commercieele onderneming
uiterst onaangenaam is wanneer zij
klanten teleur moet stellen. Daar
tegenover staat echter de dwingende
noodzaak van economisch rendement,
dat wel niet uitsluitend maar toch
zeker in aanzienlijke mate afhankelijk
is van het benutten der vervoers
capaciteit.
De practijk heeft uitgewezen, dat verschil
lende continentale luchtlijnen met kleinere,
handige en snelle vliegtuigen meer econo
misch zouden kunnen worden geëxploiteerd.
Opvallend is dat deze behoefte zoowel in de
Vereenigde Staten als hier in Europa gelijk
tijdig werd gevoeld. De Douglas-fabrieken
zetten de DC-5 op stapel en geheel onafhan
kelijk daarvan werd in de De Havilland fa
brieken in Engeland de „Flamingo" ontwik
keld. Beide „vogels" kozen ongeveer tezelfder
tijd het luchtruim en zijn voor seriebouw be
stemd in verband met de goede markt, die
men voor dit kleine type verwacht.
Dat de constructeurs van de DC-5 zoowel
als van de „Flamingo" helder voor oogen moet
hebben gestaan wat voor type als bijdrage
tot het economisch rendement van het con
tinentale luchtverkeer gewenscht was, moge
blijken uit de opvallende punten van overeen
komst tusschen beide machines. Daar de DC-5
reeds eerder in dit punt behandeld werd, wil
len we ons thans tot het Engelsche product
bepalen, dat eenigen tijd geleden zijn eerste
geslaagde proefvluchten maakte.
Onmiddellijk valt op, dat men ook dit
nieuwe Engelsch product weer als hoogdekker
heeft uitgevoerd. Oogenschijnlijk moge dit
een stap terug lijken in de ontwikkeling, waar
in de laagdekker de laatste jaren overheer-
schend op den voorgrond is getreden. Het zijn
echter zéér logische redenen, die evenals bij
de DC-5 weer tot de ouderen constructie-
vorm leidden.
Hooge kruissnelheid.
Daar het vliegtuig voor een snelle bediening
van de binnenlandsche en continentale lucht
lijnen is bedoeld, moet het een hooge kruis
snelheid aan simpele bediening paren. Immers
ook door den tijd, benoodigd voor tusschen-
landingen zooveel mogelijk te beperken, kan
men het reistempo opvoeren.
De „Flamingo" nu is zóódanig gebouwd, dat
hij zéér laag op den grond staat, terwijl de
romp door de neuswielconstructie zich in
nagenoeg horizontale stand bevindt. Alle
laadruimten, zoowel als de motoren zijn nu
direct van den grond af te bereiken. Bij tus-
schenlandingen is het dus overbodig gewor
den statietrap, montagetrapjes, etc. aan te
rollen. Tanken, motorinspectie, inladen van
vracht en het instappen van passagiers gaat
even simpel en snel als bij een autobus.
Door den lagen stand van de „Flamingo"
op den grond was de hooggeplaatste vleugel
noodzakelijk. De vleugelbovenzijde vormt
thans een nagenoeg ongestoord oppervlak
waardoor het liftvermogen gunstig wordt be
ïnvloed hetgeen vooral voor een klein twee-
motorig vliegtuig van veel belang is. Boven
dien komt de hooge vleugel aan de mogelijk
heid van een gunstiger aërodynamische vorm
geving van den romp tegemoet, waarbij noch-
thans een breede cabine kon worden ver
wezenlijkt. Het passagiersverblijf is slechts
twee maal zoo lang als een breedte van 2.13
meter. Dit neemt eenigszins het idee van een
cabine weg zoodat men meer den indruk van
een kamer krijgt. Rechts van den doorgang
bevinden zich vier rijen van twee fauteuils en
aan de linkerzijde vier enkele zitplaatsen
achter elkaar.
Twee deuren achteraan in de cabine geven
resp. toegang tot een ruime toiletgelegenheid
en tot het groote vrachtruim, zoodat een rei
ziger indien gewenscht onderweg over zijn
bagage kan beschikken.
De „Flamingo" is ongeveer de helft van de
grootte van de bekende „Albatross" die de
De Havilland fabrieken in het vorige jaar uit
bracht en welk 13-tons vliegtuig speciaal voor
de intercontinentale luchtlijnen was bedoeld.
Moeilijkheden.
Deze naam „Albatross" wekt herinneringen
op aan weinig fortuinlijke gebeurtenissen voor
de Engelsche handelsluchtvaart in het. vorige
jaar. Nadat men aanvankelijk zijn hoop ge
vestigd had op de groote Ensign landvlieg-
tuigen, die de voorwereldlijke „Hannibals"
op de lijn LondenParijs moest vervangen,
bleek het noodzakelijk deze opvallend lang-
•rompige creatie van de Armstrong Whitworth
fabrieken uit de „vaart" te nemen, daar hun
stabiliteit veel te wenschen overliet. Daarna
kwam het landingsongeval met de Albatross
het postvliegtuig, dat door het Engelsche
luchtvaartministerie was besteld voor den
dienst op Amerika. Deze machine brak bij de
landing in tweeën, hetgeen overigens aan een
kleine constructie-fout moet hebben gelegen.
Ditzelfde type in de uitvoering als passagiers
vliegtuig, „de Frobisher" werd in den herfst
van het vorige jaar op de lijn LondenParijs
ingezet, hetgeen een enorme versnelling van
dezen dienst beteekende. Er deden zich echter
moeilijkheden met het intrekbare landings-
gesteld van „de Frobisher" voor en daarna
werd ook dit vliegtuig uit den dienst genomen.
Het spreekt vanzelf dat Imperial Airways
door deze incidenten voortvloeiend uit de
kinderziekten van nieuw materiaal ernstig in
haar programma werd gehandicapt. Met ver
langen keek deze maatschappij dan ook naar
het verschijnen van de „Flamingo" uit en de
goede, bij de proefvluchten gebleken, eigen
schappen in aanmerking nemend, mag men
veronderstellen dat I. A. het ditmaal gun
stiger heeft getroffen en allereerst maar dan
ook definitief het overblijfsel uit de oertijden
van de luchtvaart de „Hannibals" naar het
museum zal verwijzen.
Ook voor de kortere luchtlijnen van I.A. in
de overzeesche gebieden zal de Flamingo ech
ter bijzonder geschikt blijken te zijn. Het is
een geheel metalen vliegtuig, dat in alle kli
matologische zones kan worden gebruikt.
Bovendien fungeert de hooge vleugel als na
tuurlijk zonnescherm hetgeen vooral in tro
pische gebieden een groot voordeel is.
Naar wensch kan de Flamingo voor twaalf
of twintig passagiers worden ingericht. Na
tuurlijk verandert daarmede echter het vlieg -
bereik. Met twaalf passagiers, een driekoppige
bemanning, bagage, vracht en post bedraagt
het maximum vliegbereik ruim 2000 K.M.
terwijl dit bij vervoer van twintig passagiers,
een tweekoppige bemanning en bagage (9
K.G./passagier) tot 965 K.M. wordt terugge
bracht.
Uitgerust met Bristol Perseus XIIc 9-cylin-
der luchtgekoelde motoren bedraagt de kruis
snelheid op 3050 meter hoogte 328 km/u. en
op 1525 m. hoogte 365 km/u. Waar dit vlieg
tuig hoofdzakelijk voor kortere trajecten zal
worden gebruikt zal uiteraard laatstgenoem
de vlieghoogte en nog lager het meeste voor
komen. De startaanloop van de Flamingo be
draagt 228.5 m. en de landingsuitloop 251.5 m.
Ongetwijfeld zullen we de Flamingo binnen
kort wel op één van onze vliegvelden te zien
Japan schond drie verdragen.
TSJOENGKING, 7 Juli (Reuter-
A.N.P.) Ter gelegenheid van den
tweeden verjaardag van die Ohineesch-
Japansche vijandelijkheden heeft
Tsjang Kai Sjek een boodschap ge
richt tot de vólken der wereld, waar
in hij Japan aanklaagt wegens schen
ding van het Volkenbondspact, het ver
drag van Washington en 't Kellogg-
pact. China, zoo verklaarde de maar
schalk, vecht om de principes van
deze overeenkomsten te doen hand
haven en doet een beroep op de
onderteekenaars, om het te helpen.
Generaal Tsjen Tsjeng, een van
China's bekwaamste generaals, heeft
de voorspelling gedaan, dat China
in 1941 de overwinning zal behalen.
Luik als zeehaven.
Russische vrouw vestigt
zweefrecord.
Ruim 700 K.M. afgelegd.
MOSKOU, 7 Juli (Tass). De Russin Klepi-
kova heeft met een zweefvliegtuig een af
stand van bijna 730 k.m. afgelegd en daar
mede het in 1937 door den Rus Rastorgoejev
gevestigde internationale record aanzienlijk
overschreden. De door haar afgelegde afstand
is meer dan twee maal zoo groot als die welke
in 1937 is afgelegd door de tegenwoordige
houdster van het record voor vrouwen, de
Duitsche zweefvliegster Hanna Reitsch.
UITSLAG VEILING.
HAARLEM, Vrijdag.
Uitslag van de verkooping in het Verkoop
lokaal „Notarishuis" gehouden op Donder
dagavond.
Een huis te Haarlem aan de Bloemveld
laan No. 8, groot 1 are 25 centiaren, f 2900
J. J. Beekelaar.
Een huis met afzonderlijke opgang heb
bende bovenwoning en erf te Haarlem aan
de Ruijchaverstraat Nos. 30 zwart en rood,
groot 1 are, 8 centiaren, f 3525, A. A. Schip
per.
Een winkel- en woonhuis te Haarlem aan
de Gierstraat No. 26, groot 33 centiaren,
f 5010. D. Goemaii5 q.q.
Een winkel- en woonhuis te Haarlem aan
de Ged. Oude Gracht No. 45 A, groot 70 cen
tiaren. f 4850 J. W. G. Auschütz, (kantoor J.
W. G. Droste).
Een winkel- en woonhuis met erf benevens
Vx aandeel in een poort te Haarlem aan de
President Steijnstraat No. 20, huis en erf
groot 1 are 22 centiaren f 4500 S. de Jong q.q.
Een woonhuis ingericht tot winkel-woon
huis met tuin en poort te Haarlem aan den
Rijksstraatweg No. 276, groot 1 are 55 centi
aren. f 5225 F. A. Groen q.q.
Een huis en erf te Haarlem aan de
Maerten van Heemskerkstraat No. 73, groot
91 centiaren f 2950 F. J. Hagen.
Een huis en erf te Haarlem aan de
Voortingstraat No. 38, groot 50 centiaren,
f 1175. N.N.
Een huis met afzonderlijk opgaande boven
woning en erf te Haarlem aan de Van Marum
straat Nos. 44 zwart en rood, groot 95 centi
aren en een winkel-woonhuis met afzonder
lijk opgaande bovenwoning te Haarlem aan
de Van Marumstraat No. 46 zwart en rood,
hoek Rozenprieelstraat 365 groot 1 are, 8
centiaren. Gecombineerd f 9170, W. Hoek
q.q.
Een woonhuis met tuin en afzonderlijk op
gaande bovenwoning te Haarlem aan de
Palmstraat 19 zwart en rood, groot 81 centi
aren f 2555. R. Burger q.q.
Een woonhuis met tuin en afzonderlijk op
gaande bovenwoning te Haarlem aan de
Palmstraat Nos. 21 zwart en rood, groot 66
centiaren, f 2500 J. Witkamp.
Een woonhuis met tuin en afzonderlijk op
gaande bovenwoning te Haarlem aan de
Palmstraat No. 23 zwart en rood, groot 66
centiaren, f 2350 A. van Meel.
Een woonhuis met tuin en afzonderlijk op
gaande bovenwoning te Haarlem aan de
Palmstraat No. 25 zwart en rood groot 67
centiaren f 2400. J. W. Waalewijn q.q.
Het Albertkanaal.
Bunting. Vroeger beteekende „to bunt" in Engeland: het zeven
van meel. Dit gebeurde door middel van een wollen weefsel,
dat „bunting" werd genoemd. Dit weefsel was zoo solide, dat
het ook als vlaggedoek werd gebezigd. Als materiaal voor zeven
heeft het afgedaan, doch als vlaggedoek en bunting nog steeds
in gebruik.
Tophet. In den ouden tijd
werd een put in de nabij
heid van Jeruzalem ge
bruikt als vuilnisbelt, waar
in het vuil van tijd tot tijd
werd verbrand. De zeer
onaangename reuk, dien
de put verspreidde, en het
verband, dat men er in zag
door het vuur en den rook,
varen oorzaak, dat
.Tophet" in overdrachte
lijken zin werd gebezigd
voor „hel"
Onze Brusselsche correspondent schrijft
ons:
INWIJDING van het Albert-Ka-
naal, onthulling van het groote
monument ter eere van Koning
Albert, groote feesten op de wa
tertentoonstelling te Luik op 30 Juli:
een voorbezoek aan het kanaal van
parlementsleden en pers onder lei
ding van den minister van openbare
werken aan het begin van deze feest
maand! Zoo luidde het programma.,
totdat de dijkdoorbraak bij Hasselt de
vreugde kwam verstoren Het zal nu
nog wel een half jaartje duren, voor
dat het kanaal gereed zal zijn.
Maar de Belgen zitten niet bij de pakken
neer. Op 30 Juli zal nu toch waarschijnlijk
het standbeeld van den Koning worden ont
huld. En om ons te laten zien dat men een
reusachtig werk, waaraan men negen jaren
bezig is, niet moet meten aan den tegenslag,
is het voorbezoek voor pers en parlement toch
doorgegaan.
Natuurlijk gingen onze gedachten uit naai
de ramp, die het kanaal getroffen heeft.
Staande voor de diorama's en maquettes van
het kanaal,'die in het Paleis van de burger
lijke genie op de watertentoonstelling te Luik
zijn opgesteld, werden den „vader van het ka
naal", den heer Delmer en de hoofdinge
nieurs van „Weg en Werken", die deze ex
cursie leidden, heel wat vragen gesteld. Men
vertelde ons dat de gronden van het dal tus
schen Gent en Hasselt, waar de doorbraak
plaats vond, uit zeer fijne zandsoorten be
staan, die zeer weinig geschikt zijn voor den
aanleg van het kanaal. Gelijk ik later hoorde
gaat in de streek van Gent zelfs het verhaal
dat hier eens een vrachtrijder met paard en
wagen door het zand verzwolgen werd. Een
schrikbeeld ook voor de ingenieurs, dat
„sable mouvant", bewegend zand.
Langzaam nadert onze boot de machtige
stuw van het Maaseiland Monsin, de sleutel
tot het Albert-Kanaal. Men wijst ons de twee
nieuwe dokken die men in het eiland heeft
gegraven er ia nog plaats voor een derde
ten behoeve van het verwachte nieuwe ver
keer, dat de industrieele streek van Luik red'
den moet. Ook al is het Albert-kanaal geen
zeekanaal (Luik ligt te ver in het binnenland
om een zeehaven te worden) toch bouwen de
vermaarde „Usines Cockerill" die eens in het
Luiksche met behulp van Koning Willem I
werden opgericht, een type schepen' die zij
„Liège-Port-de-Mer" noemen. De naam ver
raadt het reeks: Luik-zeehaven. Deze schepen
van 1700 ton moeten ook voor de zeevaart
geschikt zijn en bijv. de ertsen uit Zweden
kunnen halen. Reeds komen de Antwerpsche
reeders, getrouw aan hun commercieele tradi
ties, in het meer industrieel georiënteerde
Luik, om er hun maritieme installaties op te
richten. Men had immers gehoopt deze maand
het kanaal voltooid te zien.
Wij varen links van de Maas door de sluis,
waarvan de deuren alleen bij hoog water ge
sloten worden, het Albert-Kanaal binnen. Van
hier tot in de Kempen en Genk het doel
van onzen tocht van vandaag zal geen
sluis of beweegbare brug de schepen in hun
vaart remmen. Links van ons strekt zich de
industrieele voorstad van Luik, Hersthal, uit,
met haar hooge „terrils", de bergen van
steenkoolafval, zoo karakteristiek voor het
Luiksche landschap. Hier ligt het kanaal be
kneld tusschen de Maas en de industriestad
en is het opgesloten tusschen rechte muren,
De breedte bedraagt er slechts 35 Meter. De
eerste van de talrijke bruggen, die het ka
naal telt, komt in het zicht. Dan wordt het
kanaal steeds breeder en breeder tot het op
sommige plaatsen zelfs de honderd meter
haalt. Het is een heerlijke zonnige dag en dat
maakt het ons mogelijk niet alleen van den
tocht op het water te genieten, maar ook van
het mooie landschap tusschen Luik en Visé
aan onze rechterzijde, waar tusschen de dicht
begroeide heuvels van de Maasvallei hier en
daar een oud kasteel oprijst. Bij Haccourt zien
we weer een glimp van de Maas. Men heeft
daar een verbinding tot stand gebracht door
een sluis die het hoogteverschil van 7 meter
tusschen den waterstand in het Albert-Ka
naal en het gewone Maaspeil te Visé onder
vangt. De bruggen in de zon lijken van ele
gant vlechtwerk. Voor die te Haccourt heeft
men 850.000 kilo gesoldeerd staal moeten ge
bruiken. En heeft men niet toch nog het vorig
jaar een bruginstorting te Hasselt moeten be
treuren?
IJ Lixhe varen wij tusschen hooge dijk-
muren door. In dit nijvere industriege
bied stuitte men op drie zeer belangrijke ce
mentfabrieken, die men onmogelijk afbreken
kon, zoodat men het kanaal, waarvan het
waterpeil hier 8 meter boven het maaiveld
ligt, niet tusschen aarden dijken kon inslui
ten. Over een lengte van 1700 meter aan den
linker- en van 600 aan den rechteroever wer
den toen deze reusachtige muren opgericht,
die een waterdruk van 8 meter moeten kun
nen weerstaan Eén van de grootste kunstwer
ken van dezen kanaal-aanleg, die België op
een paar milliard franc komt te staan.
Tusschen dijken van 10 tot 12 meter nade
ren wij geleidelijk de Nederlandsche grens. In
dit gedeelte voelen wij dat dit kanaal ook voor
militaire doeleinden is gebouwd. Wij zien ge
heimzinnige constructies, waarover men ons
niet inlichten kan. Fototoestellen zijn hier
taboe. In de verte ontwaren wij de sluis van
Klein-Ternaaien, want het laatste vak van het
oude kanaal dat Luik met Maastricht verbond,
werd behouden om de verbindingen tusschen
beide steden te handhaven. Die sluis is ge
bouwd om een hoogteverschil van ca. 11 meter
te overwinnen en is toegankelijk voor schepen
van 600 ton. Ik herinner dat daarachter de
beruchte „stop" van Ternaaien ligt, die feite
lijk een nauwe verbindingsvaart is, deels op
Nederlandsch, deels op Belgisch gebied met
ons Julianakanaal, en waardoor slechts sche
pen van 450 ton kunnen varen. Die z.g. stop
belet dus de verbinding van Luik met het
Nederlandsche achterland voor de groote sche
pen die over het Albert-Kanaal varen. Nu de
verhouding tusschen Nederland en België
steeds beter wordt, zal men ook voor deze
kwestie op den duur wel een oplossing vinden.
Ik lees althans in het Belgische document dat
mij ter hand is gesteld, de volgende zinsnede:
„Tusschen de sluizen van Klein-Ternaaien en
de grens werd het kanaal verbreed en het zou,
wat het Belgische gedeelte betreft, gemakkelijk
tot een kanaal met groot profiel kunnen ver
bouwd worden."
Maar vandaag gaan wij dus niet rechtuit,
maar zwenken we met het Albert-Kanaal naar
links. Om de enclave van Maastricht te ver
mijden en van het Maasdal in het Jekerdal
te komen, heeft men echter een 65 meter
diepe doorvaart moeten graven en het hooge
krijtmassief, van waaruit men eertijds tot ver
in het Nederlandsche land kon kijken en de
klokken van Maastricht kon ontwaren, als een
koek moeten splijten. Voor onze leeken-oogen
de meest merkwaardige aanblik van het
kanaal! Wij varen tusschen hooge, bijna lood
rechte krijtwanden door. Van den top tot op
den bodem van het kanaal is de afstand 304
meter, gelijk ik op de boot hoor vertellen. Ach
ter die krijtwanden verheft zich het fort van
Emaal. Het eens zoo liefelijke landschap is in
een militair, voor onbevoegden ontoegankelijk
oord herschapen.
yy IJ volgen nu op een tiental meters af-
stand de Nederlandsche grens. Bij Brieg-
den is een verbinding met de Zuid-Willems
vaart tot stand gebracht. Sinds 1934 zijn dui
zenden schepen via deze verbinding naar Ant
werpen gevaren, in afwachting van de vol
tooiing van het Albert-kanaal in het vak
Briegden—Genk—Hasselt, die nu door. de dijk
doorbraak bij Hasselt weer vertraagd is. De
groote opbloei van deze streek staat en valt
met het Albert-kanaal. Zij zal de vette Lim-
burgsche steenkool dezelfde die in ons Lim
burg met succes geëxploiteerd wordt naar
de groote steden van het land en de havens
brengen, naar Vlaanderen en het oude kolen
bekken van Haine-Samber en Maas, dat geen
voldoende steenkool voortbrengt. Genk ge
lijkt een feestzaal, waar alles reeds voor de
talrijke gasten, die men verwacht, is klaarge
zet. De kolenmijnen van Genk hebben een
groot zijdok van 950 meter lang en 81 meter
breed aangelegd voor het laden van hun
kolen. De nieuwe kolenwagentjes, die in het
midden open kunnen en tegelijkertijd 1000
kilo kunnen neerstorten, glanzen ons vriende
lijk tegemoet. De over het land verstrooide
huisjes staan nog in een frisch zindelijk rood,
dat hun kort bestaan verraadt. Het Kempen-
sche bekken gaat een goede toekomst tege
moet. Allicht zal ook ons land van een
bloeiend industrieel centrum zoo dicht bij de
Nederlandsche grens op den duur profiteeren.
In Genk staat onze trein naar Brussel klaar.
Ginds bij Hasselt ploetert men om de geleden
schade te herstellen. Vandaag heeft meti ons
slechts den kleurigen kant willen laten zijn.
Aftredende Haarlemsche
raadsleden.
Afscheid op 30 Augustus.
De burgemeester heeft aan de leden van
den Raad bericht, dat het in zijn voornemen
ligt, na de raadsvergadering van 26 Juli a.s.
de eerstvolgende vergadering uit te schrijven
tegen 30 Augustus, vervolgens 5 September en
daarna weder om de 3 weken.
In de vergadering van 30 Augustus zal af
scheid genomen worden van de raadsleden
die met September niet in den nieuwen raad
terugkeeren.
Fransch-Japansch incident te
Hankau.
SJANGHAI, 7 Juli (Domei). Op de grens
van de Fransche concessie te Hankau hebben
de Fransche autoriteiten geweigerd, doortocht
te verleenen aan een optocht op de rivier ter
gelegenheid van den tweeden verjaardag van
den oorlog. Een honderdtal Fransche matrozen
jing aan land en stelde machinegeweren op.
Iet incident werd na onderhandelen tusschen
de Fransche en Japansche militaire autoritei
ten geregeld, doch niettemin zijn Japansche
soldaten tegenover de Fransche concessie in
stelling gegaan.
Eeremedailles voor Italiaansche
moeders.
ROME, 7 Juli (Stefani). Krachtens een
zoo juist afgekondigde wet wordt een eere
medaille beschikbaar gesteld voor moeders met
minstens zeven nog in leven zijnde kinderen.