QazekexPieid de „Ijsvogel" over de besturing van Het onderzoek door den Raad voor de Luchtvaart WOLTERING UIT DE PERS. Kopenhagen en de internationale Kamer van Koophandel. De grootste stad van Noord-Europa. H b BB DINSDAG 11 JU EI 1939 Mysterie van een vliegramp zal wel een mysterie blijven De Raad voor de Luchtvaart heeft Maandag middag in het departement van Waterstaat een openbaar onderzoek ingesteld naar het ongeval, hetwelk op 14 November 1938 des avonds on geveer half acht in den Riekerpolder nabij het luchtvaartterrein Schiphol is overkomen aan het K.L.M.-vliegtuig van het type DC-3,. ge merkt PH-ARY (Ijsvogel), komende van het vliegveld Tempelhof. Bij deze ramp vonden vier leden van de be manning, onder wie de commandant Duime- laar, den dood, evenals twee Duitsche dames passagiers Van de overige passagiers werden drie zwaar gewond en 9 middelmatig. Voor de behandeling van deze zaak bestond vrij veel belangstelling. De voorzitter, mr. dr. D. A. P. N. Kooien, deelde bij de opening mede, dat het vooronderzoek met de meeste zorg is geschied en dat het daarom nogal tijd heeft gekost. De conclusie van het vooronderzoek is: le. dat de oorzaak van de ramp niet met zekerheid kan worden vastgesteld; 2e. dat een aanwij zing voor een technische storing of een abnormalen vliegstand niet aanwezig is; 3e. dat de weersomstandigheden niet zoodanig waren, dat zonder bij komstige andere omstandigheden de oorzaak daaraan kan worden geweten; 4e. dat niet met zekerheid is vast te stellen, welke die andere omstandig heden zijn geweest. De voorzitter zeide verder, dat het noodig is geacht, alsnog bij dit openbaar onderzoek en kele punten aan de orde te stellen, waartoe eenige getuigen en deskundigen zijn opgeroepen. Eén dezer getuigen, de heer B. Eijs, die den bewusten dag dienst deed als steward op de Ijsvogel, was verhinderd Maandag aanwezig te zijn en de Raad zal nog overwegen, of er aan leiding bestaat voor het hooren van dezen ge tuige een nadere zitting te houden. Daarna werd aangevangen met het onderzoek, waarbij allereerst als deskundige werd gehoord de K.L.M.-vliegtuigbestuurder K. D. Parmentier De voorzitter: blijkens het barogram is het vliegtuig tweemaal steil naar beneden gevallen hoewel het rustig weer was. De heer Parmentier: Ik zie in het barogram niets bijzonders. De daarop voorkomende lijn is volkomen normaal en de schommelingen zijn een gevolg van remousstooten. De voorzitter: Gebleken is, dat Duimelaar vastgebonden zat op den linkerstuurstoel. Heeft u een meening over de vraag, of uit de helling en het draaien van het vliegtuig naar rechts een conclusie kan worden getrokken, met name wie het vliegtuig bestuurde? De heer Parmentier: Neen, want naar mijn meening kunnen- dergelijke afwijkingen (helling en draaien naar rechts ook voorkomen, indien de links zittende het vliegtuig-bestuurt. De voorzitter: Vindt u het overigens juist, dat iemand, die les krijgt, een vliegtuig met zoo veel passagiers bestuurt? (De tweede bestuur der was de kapitein-vlieger van Gemeren die meevloog om ervaring op te doen op groote vluchten met moderne vliegtuigen). De heer Parlementier: Volgens mij is dat on toelaatbaar, en bij de K.L.M. bestaat de in structie dat tweede bestuurders, die nog niet de bevoegdheid hebben voor het vliegen met een DC-3, slechts mogen sturen beneden 100 meter en niet mogen landen bij slecht zicht, zooals het dien dag was. Ik acht dat dan ook bijna onaan nemelijk van Duimelaar. Vervolgens werd als deskundige gehoord de K.L.M.-vliegtuigbestuurder A. Viruly. De voorzitter: Is uit het barogram de con clusie te trekken, wie gevlogen heeft? De lieer Viruly: Naar mijn meening wijst alles op de waarschijnlijkheid, dat de reehts- zittende gestuurd heeft. De voorzitter: wordt tijdens de vluchten ook les gegeven, hetzij aan de hand van een schema, hetzij volgens voorschriften? De heer Viruly: Ja; de opvatting der piloten is, dat de vluchten, waarop militaire vliegers als tweede bestuurder meegaan, zijn te be schouwen als instructievluchten De voorzitter: Acht u het verantwoord te genover de lijnpassagiers, dat een leerling het stuur overneemt? De heer Viruly: Een punt van belang is naar mijn meening hierbij het inzicht over de weersomstandigheden Indien juist is dat het laatst ontvangen weerbericht een wolken hoogte van 140 meter meldde, was het m.i. wel verantwoord. De heer Van Ede van der Pais: mogen tweede bestuurders van een DC-3-machine besturen, zonder dat zij de bevoegdheid voor het besturen van een dergelijke machine hebben? De heer Viruly: Er bestaat thans een be paling, doch ik weet niet van wanneer deze dateert, dat tweede bestuurders niet mogen sturen op passagiersvluchten, indien zij de bevoegdheid nog niet hebben Baken in orde. Als laatste deskundige werd gehoord dr. ir. H. J. van der Maas, lid van de commissie van onderzoek naar de oorzaken van het on geval mee de IJsvogei. De voorzitter: uit uw verslag blijkt, dat ge tracht is met het vliegtuig op de bakenlijn te komen, maar dat met vrij groote zekerheid moet worden aangenomen, dat storing van het baken zulks niet mogelijk maakte, en verder dat de storing een gevolg moet zijn geweest van den invloed van andere zenders Was het baken als zoodanig in perfeoten toe stand? De heer Van der Maas: Naar mijn meening wel. Het kwam wel eens voor, dat een zekering uitviel, doch bij het onderzoek is gebleken d~ *- zulks op den bewusten avond niet het geval is geweest. Het zicht was nog vrij behoorlijk, vooral voor een piloot als Duimelaar met zooveel er varing. zoodat aangenomen mag worden, dat het weer niet als de primaire oorzaak van het ongeval -mag worden aang-emerkt. De voorzitter: in uw rapport zegt u voorts, ut het niet ter zake doet, wie het vlieg tuig bestuurde, maar moeten de weersomstan digheden daarbij dan buiten beschouwing wor den gelaten? De heer Van der Maas: U moet deze op merking beschouwen in het verband, dat naar mijn meening de eerste bestuurder altijd ver antwoordelijk blijft De vraag komt dus naar voren, hoe het komt, dat de eerste bestuur der blijkbaar niet voldoende controle heeft gehouden op den hoogtemeter, terwijl toch vaststaat, dat hoogte werd verloren. De voorzitter: Verder blijkt uit uw rapport, dat de plaats van den hoogtemeter het af lezen daarvan door den tweede bestuurder -ten zeerste belemmert. Is dat wel verant woord? De heer Van der Maas: De eerste bestuurder, die verantwoordelijk blijft, heeft de controle van den hoogtemeter en zoo noodig kan en moet hij aanwijzingen geven aan den tweeden bestuurder, als deze het vliegtuig bestuurt. De voorzitter: Heeft u een meening over de vraag, wie gevlogen heeft? De heer Van der Maas: Neen, zekerheid daaromtrent is er niet, naar mijn meening geven de helling en het draaien naar rechts geen zekerheid, dat Van Gemeren gevlogen heeft, maar verschillende bijzonderheden en daarbij gevoegd de ervaring van Duimelaar geven een kleine indicatie voor de ver onderstelling, dat Van Gemeren heeft ge stuurd. Wanneer Duimelaar voldoende aandacht aan de navigatie heeft gewijd, dan lijkt het mij uitgesloten, dat het ongeval heeft plaats gehad tengevolge van het vliegen van Van Gemeren. Ik blijf dus bij mijn opvatting, dat het niet ter zake doet, wie gevlogen heeft. De voorzitter: Alleen Van Gemeren had lan- dingszicht, doch geen voldoende controle op den hoogtemeter; Duimelaar kon den hoogte meter controleeren maar had geen landings- zicht. Kon onder deze omstandigheden de leiding door Duimelaar bij het landen vol doende worden uitgeoefend? De heer Van der Maas: Indien Van Geme- 1939 Eehte Leidsche Wollen JUBILEUM DEKENS 100°/o wol Eenpersoons, 160x21012.50 Groote tweepersoons, 1 80 x 220 ...1 6.50 Lits-jumeaux, 200x24019.50 zalm - reseda blauw - rood - goud - mimosa. Ter gelegenheid van ons 50-jarlg Jubileum geven wij bij aankoop van een Deken: EENZELFDE DEKEN CADEAU in speciale Jubileum verpakking. Postorders worden spoedig verzonden. Lilt naar alle étages. - Nieuwendijlc - SSS AMSTERDAM E ren heeft gevlogen, moet naar mijn meening •worden aangenomen, dat hij naar de beoor deeling van Duimelaar daartoe voldoende vliegervaring had en dat Duimelaar hem be kwaam genoeg heeft geacht om te vliegen met eigen landingsgezicht en met aanwijzing van Duimelaar ten aanzien van den hoogtemeter. Een reprimande. Ten slotte werd als getuige gehoord de K.L.M.-bestuurder H. C. A. van Montfoort, be stuurder van het vliegtuig PH-AKO op den avond van het ongeval met de IJsvogei. De voorzitter: U kwam met uw vliegtuig uit Groningen en vloog om 18.28 boven Schip hol. Toen wist u, dat Schiphol het mistweer- bericht Q.B.I. had doorgegeven en daarop kreeg u van de K.L.M. order om naar Rotter dam te gaan. U heeft deze opdracht echter niet beschouwd als een order, maar als een aanwijzing. Waarom? De heer Van Montfoort: Ik zag daarin slechts de aanwijzing, dat goedgevonden werd, dat ik eventueel naar Rotterdam zou gaan. De voorzitter: U heeft voorts de meaedee- ling ontvangen, dat u als landingsnummer 2 had. Blijkt daaruit niet, dat toen een andere machine bezig was te landen? De heer Van Montfoort: Dat behoeft daar uit niet te blijken. De voorzitter; U heeft daarna gevraagd naar Groningen te mogen terugkeeren, welk verzoek om 18.30 is goedgevonden. Daarop heeft u om 18.34 uur gevraagd alsnog te mogen landen, waarop om 18.35 de order kwam, dat u zich uit het naderingsgebied moest verwijderen. Deze order is door u opgevolgd, doch daarbij is u van 200 op 500 meter gaan vliegen, ter wijl ook de IJsvogei op 500 meter vloog. U hebt daarmede zeer onverantwoordelijk ge handeld. In den aanvang van het onderzoek was er een aanwijzing, dat door uw optreden mede schuld zoudt kunnen hebben aan het ongeval van de Ijsvogel, maar gelukkig voor u is nader gebleken, dat de ramp niet mede een gevolg is geweest van uw afwijking van de orders. Ik raad u echter aan in de toekomst meer rekening te houden met de door u ontvangen orders. De zitting werd hierna gesloten. DE IMMANUëLKERK IN HAARLEM-NOORD. Een luidklok. Er worden pogingen aangewend tot het ver krijgen van een luidklok in den toren van de Immanuëlkerk in Haarlem-Noord. Van verschil lende zijden werden voor dit doel reeds bijdra gen ontvangen en toegezegd, zoodat het wel te verwachten is, dat deze actie slagen zal. (Adv. Ingezs Med.) Krokodillen maken slachtoffers. Zij vallen zelfs visschers in hun Sampans aan. Naar wij vernemen wordt te Kwala Lepan (in het Pangkalan Brandasche, op Sumatra) -den laatsten tijd zeer veel last ondervonden van een groot aantal krokodillen die de Soen- gei Lepan bevolken. Er zijn reeds vijf men- schen als slachtoffer gevallen en in verband hiermede is de hulp der veldpolitie ingeroepen om de ondieren te verdrijven. Kwala Lepan ligt twee dagen varen met een sampan stroomopwaarts de rivier op en uit deze plaats dringen vrijwel geen berichten tot de meer bewoonde wereld door. Krokodil len zijn er de eenige regelmatige bezoekers en de bevolking is aan hun bezoek zoo gewend geraakt dat men er nauwelijks acht op slaat. Volgens thans ontvangen mededeelïngen is hun aantal in den laatsten tijd echter enorm uitgebreid. De bevolking vertelt dat de „boea- jas" zoo brutaal zijn geworden, dat zij de vis- scbers, die er 's nachts met hun sampan op uit trekken, aanvallen, de bootjes om-slaan en -de inzittenden verorberen. Meerdere visschers vielen zoodoende reeds als slachtoffers. Aangezien de bevolking met de haar ten dienste staande middelen geen kans zag de dieren te verjagen is nu een gewapende pa trouille veldpolitie verzocht hulp te komen bieden. Mr. Koolen's kans. .De Maasbode" (kath.) meent, dat de pogingen van dr. Kooien om een kabinet te vormen in de eerste plaats wel gericht zullen zijn op de vorming van een rechts kabinet. Dat mr. Kooien in een goede verhouding staat tot dr. Colijn, maakt hem volgens het blad volstrekt niet méér acceptabel. Met betrek king tot het meeningsverschil ten aanzien van de uitgaven voor de werkloosheidsbestrij ding schrijft het .bladj ,Wij achten eenige practische toena dering van de beide "standpunten op werk- loosheidsgebied ook geleidelijk makkelijker door de immer voortschrijdende verminde ring der jeugdwerkloosheid. Deze factor is bij de tegemoetkomende houding van minis ter Romme reeds ten deele verdisconteerd: maar houdt de vermindering aan, dan zal hij ook van zelf geregeld verder verdisconteerd worden, niet alleen door een ook op dit punt zeer reëel man als minister Romme, maar door iedereen, wien ook, die rationeel wil handelen. Met name wat geschoolde werkkrachten betreft schijnt ïn vele bedrij ven van jeugdwerkloosheid geen sprake meer te zijn; eerder van een tekort aan ge schoolde krachten. Daarbij komt nog, dat, na jaren werkloosheid, eenige zorgzame schifting onder de „werkloozen" stellig jewenscht is, en de gedachten van mr. Rom me gingen dan ook in die richting. Als dit zoo is, dan mag juist het werkloo- zenvraagstuk toch niet worden tot hèt groote, niet te overbruggen punt van verschil. Maar dan zal en dan kan ook moeten worden aan vaard het standpunt in dezen van de over- groote meerderheid van volk en volksvertegen woordiging, dat ook het standpunt der katho lieken is. Van dit standpunt kunnen of zullen zij niet afwijken". De verkeerde kant op? „Het Volk" (soc. dem.) besluit een be schouwing over de kabinetscrisis en de op dracht aan mr. Kooien als volgt: „Mr. Kooien was het is goed zich dit te herinneren de eerste katholiek, waarmede dr Colijn aanraking zocht, nadat hem de for matie was opgedragen. Dit leverde toen blijk baar geen resultaat op. Maar wat te zeggen van het feit, dat mr. Kooien nu tenslotte toch eensklaps als een duveltje uit een doosje op duikt? Zijn plotselinge verschijning is blijk baar voor de katholieken zelf een niet min der groote verrassing dan voor de buitenwacht. Wij gelooven niet mis te tasten, wanneer wij zeggen, dat rond de kabinetsformatie een in gewikkeld spel wordt gevoerd, waaruit men winst hoopt te slaan voor de reactionnaire machten, die, hoewel een parlementaire min derheid vormend, toch alles er op zetten om hun haan koning te doen kraaien. Wat hierbij de rol is van dr. Colijn, kunnen wij slechts gissen. Ook is het nog niet duide lijk of de oerconservatieve heer Kooien al: strooman optreedt dan wel. dat hem een wer kelijke rol in het spel is toebedeeld. Maar heel zeker is het, dat het alle schijn heeft, dat het bij deze kabinetsformatie hard den verkeer den kant opgaat." In een artikel in hetzelfde blad stelt ir. - Wi Al b ar d a de vraag of nu in het verder, verloop van de kabinetscrisis de slagschepen een voorname rol zullen gaan spelen. Ir. Al- ba'rda schrijft hieromtrent: „Het zou wel een zeer zonderlinge gang van zaken zijn, als een crisis, uitgebroken wegens de moeilijkheid om de staatsfinanciën in orde ,tejhouden, uitliep op de aanvaarding van een ivlootplan; dat in de toekomst de staatsfinan ciën in Nederland en in Ned.-Indië hopeloos zal ontredderen." De heer Aibarda besluit zijn artikel aldus. „Men zou zich nog kunnen voorstellen, dat over die zeer groote bezwaren werd heenge stapt, indien schépen en bemanning in een korten tijd kant en klaar waren te verkrijgen Er zal echter al zeer snel moeten worden ge werkt, als de schepen in 1944 of 1945 in de vaart kunnen komen. Wat baat het Nederland 'in de gevaarlijke omstandigheden van heden ET congres der Internationale Kamer van Koophandel te Kopenhagen, het welk door niet mnider dan een zestig tal Nederlanders werd bijgewoond, heeft ons gedurende een week bezig gehouden met vraagstukken van -den meest uiteenloopen den aard Deze bijeenkomst stond in het teeken van den druk der huidige economische omstandigheden. De Belgische oud-Minister van Zeeland heeft ter gelegenheid van het gala-diner met grooten hartstocht een beroep gedaan op het behoud van den vrede en het applaus, hetwelk daarop volg de, toonde overduidelijk aan, dat men daar mede voor de volle honderd procent instemde. Of deze roepstem voldoende zal doordringen tot die plaatsen, waar zij in de eerste plaats ge hoord moet worden? Niemand kan het met ze kerheid zeggen. Wij hebben af te wachten. Maar het feit, dat zoovele bekende leiders van het handelsleven, uit even zoovele landen welker onderlinge verhoudingen dikwijls zoo sterk uit- eenloopen, zich in dezen zin hebben geuit, is op zichzelf een verblijdend teeken. Maar ook buiten de congreszalen is er alle gelegenheid geweest met elkander in kleiner verband kennis te maken. Kopenhagen biedt daarvoor de volle gelegenheid. Daar toch zijn wij in een centrum met meer dan 1 millioen inwoners, de grootste stad van Noord-Europa. Vooral voor Nederlanders heeft deze stad en het land een bijzondere bekoring, omdat veel ons doet terugdenken aan ons eigen land. Een belangrijk centrum. De Deensche bevolking is levendig van na tuur, kenmerkt zich door voorkomendheid en gastvrijheid. De hoofdstad van hét Deensche koninkrijk is daarbij een modern, internatio naal centrum, hetwelk door zijn fraaie pleinen, oude gebouwen en lieflijke boulevards vooral den vreemdeling trekt. Het zou te ver voeren een overzicht te geven van al het bezienswaar dige. Maar de belangrijkste monumenten mo gen niet ontbreken. De Langelinie is de lieve- lmgs-promenade der Kopenhaagsche bevolking. Het beroemde paviljoen is er o.m. de zetel van de Koninklijke Deensche Jachtclub, het fraaie beeld van de Kleine Zeemeermin en het stand beeld, ter nagedachtenis van de in den wereld oorlog om het leven gekomen Deensche zeelie den, vormen met de havencomplexen, waar de toeristenschepen een veilige ligplaats kunnen vinden, een zeerafwisselend geheel. Het congres der-Internationale Kamer van Koophandel werd gehouden in het slot Chris- tiansborg. In een der schrijf-kamers zit ik deze pennevrucht samen te stellen. Het gebouw is de zetel van den Deenschen rijksdag en het Deensche hooggerechtshof, terwijl in de bene denverdieping de Deensche Koning zijn ont vangstzalen heeft. Onder de fundamenten van het slot zijn nog de oude ruïnen te vinden uit een periode van meer dan 800 jaar geleden, welke in vroeger eeuwen een 'beschutting voor de stad vormden. Niettegenstaande belangrijke gedeelten van de oude stad door groote branden verwoest wer den, bezit Kopenhagen nog een reeks gebouwen, welke uit de 17de eeuw dateeren en te danken zijn aan Koning Christiaan IV. Tot de meest be zienswaardige behoort ongetwijfeld het slot Ro senborg. Het koninklijk slot Amaliënborg, het Thoribaldsenmuseum en de Dom mogen in dit verband zeker niet vergeten worden. Van jon geren datum zijn het Raadhuis (1902), het slot Christiansborg (1920) en het Hoofdcommisso- riaat van politie (1924). Over eten en drinken. Voor den stadsinwoner, maar in de eerste plaats voor den toerist, is het nu eenmaal van het grootste belang bij voorbaat te weten, dat men buiten het huiselijk milieu gezellig kan eten en drinken. Daaraan ontbreekt het in Kopenhagen in geen enkel opzicht Restaurants als Nimb, Wivex. Daviüsen, Krogs; hotels als Angleterre, Savoy, Terminus, Palace en de ver schillende eetgelegenheden in het wereldbeken de volkspark Tivoli zorgen op de meest voor treffelijke wijze voor den inwendigen mensch. Inderdaad, Tivoli, in het stadscentrum gelegen, is in den zomer een der meest bekende centra van vermaak in Kopenhagen. Tusschen Mei en half September wordt het door niet minder dan 2 millioen personen bezocht. Daar geniet men van de lichtschakeêringen in den avond, van de openlucht-concerten, van de pantomines, van de jongens-lijfgarde in historische uniformen, waarvan een gedeelte behulpzaam is bij het vuurwerk, dat op Zondagavond wordt afgesto ken. De Deensche keuken ligt ons over het alge meen wel. Er bestaat in Denemarken geen on aangenaam aandoende drang tot consumeeren. Men wordt op straat, of langs de cafés niet lastig gevallen door bedelaars; men went aan het rook en van een sigaar door een gedeelte der Deensche dames. De lunch wordt gewoonlijk tusschen 12 en 2 uur, het avondeten tusscher half 7 en half 9 gebruikt. Vooral bij de lunch neemt het z.g. Smorrebrod een belangrijke plaats in. Het wordt, gevormd- door plakjes rog gebrood (een Deensche specialiteit), dan wel witte- of zuurachtig brood met veel boter be streken en belegd met allerhande soort lekker nijen, Maar Denemarken heeft zooals bijna ieder land ook nog andere „bijzondere schotels". Daarbij worde in de allereerste plaats gedacht aan velerlei vischsoorten: kreeft, krabben, die vooral in de zomermaanden een bijzondere dé licatesse vormen, voorts zalm en tal van ver- sche vischsoorten. Onder de dranken nemen het Deensche bier en de aquavit, zoomede de Deen sche likeuren, een eerste plaats in. De waarde van het congres. Om de twee jaren komt het congres der In ternationale Kamer van Koophandel bijeen, Het biedt een ongezochte gelegenheid voor ver tegenwoordigers uit het internationale zaken leven met elkander van gedachten te wisselen. Niet ten onrechte beweert men, dat in vele ge vallen beslissingen van ingrijpenden aard niet worden genomen in de conferentiezalen, maar aan de dinertafel, of in vóór-besprekingen waar men zich vrijer kan uiten. Zoo is het menig opzicht ook bij de congressen der Inter nationale Kamer van Koophandel. Ook daar volgt men deze internationale pro cedure: ook daar blijkt, dat het van groote be- teekenis is tegenovergestelde meeningen eerst met elkander onder vier oogen te behandelen, dan misschien de situatie te verscherpen door het houden van ontijdige redevoeringen in het openbaar. Dat daarbij het ontvangende land een zekere rol speelt is duidelijk. In dat verband was het zeker een* gelukkige omstandigheid, dat Denemarken recipieerde. Zoo adviseerde de Kamer ter gelegenheid van dit congres tot maatregelen en een politiek, die het oprukken van legers over grenzen onnoodig maken en in plaats daarvan in toenemende mate het oprukken van goederen, diensten en kapitaal bewerkstelligen. Geheel in overeen stemming daarmede werd dan ook de groote wenschelijkheid uitgesproken, dat de regeerin gen van Engeland, Frankrijk, Italië, Japan en de Vereenigde Staten van Amerika, voor zoover dat niet reeds het geval is, zullen samenwerken, teneinde een studie te maken van den economi- schen en fiscalen toestand hunner landen met betrekicing tot hun nationale behoeften en hun mogelijke bijdrage tot de ontwikkeling van den wereldhandel. Na voltooiing dezer studie dienen de econo mische deskundigen met elkander contact te zoeken met het doel een plan op te stellen, dat aan alle landen gelegenheid biedt hun rechtma tig aandeel in de hulpbronnen der wereld te verkrijgen. Wel zeer kernachtig werd door den bekenden Amerikaanschen afgevaardigde Elliot Wads worth opgemerkt, dat er een weg gevon den moet worden naar vreedzame onderhande lingen ter vervanging van machtsmisbruik. De afgevaardigden van de veertig aanwezige lan den leveren geen veldslagen, velen hunner zijn oude vrienden. Zij worden alle gedreven naar hetzelfde punt: het vermijden van den oorloi* en behulpzaam te zijn bij den wederopbouw van den wereldhandel. Maar welvaart en vrede zijn onbestaanbaar, tenzij dè voorraden voedsel en grondstoffen in 'de wereld de menschen kunnen bereiken, die ze noodig hebben. I MOLLERUS. VERKWIKT Dc;c met zorg simenge siclde American Cigatette heeft dc (•jzmdert eigmebap iedere keclprikke- ling tc vermijden, nj verkwikt doot haar nachten aangenamen iir.uk. OóRDEEi. mr! (Adv. Ingez. Med.) en eerstvolgende jaren, als het nu drie of vier groote schepen op stapel heeft staan? Daarom zal een versterking van Indië's defensie de noodzakelijke oplossing moeten worden gezocht in een uitbreiding van de luchtmacht, die veel sneller en voor belang rijk kleinere uitgaven is te bereiken. Dit zal reeds moeilijk genoeg zijn, want Indië kreunt onder den last der defensie-uitgaven en Ne derland is weinig mild met zijn financieele hulp aan het overzeesche gewest. Het is te wenschen, dat de nieuwe kabinets formateur, die vroeger financieele speciali teit van de katholieke Kamerfractie is geweest, weerstand zal weten te bieden aan den drang van groepen, die, met den bouw van slag schepen, de staatsfinanciën willen wagen aan een proef, die zij niet zullen kunnen door staan. Geeft hij aan dien drang toe, dan zal zijn kabinet op zijn weg groote hindernissen ont moeten." „De Standaard" (a.r.) had de misluk king van de poging van dr. Colijn verwacht, omdat men niet mocht aannemen, dat hij zijn overtuiging met betrekking tot het financieele beleid zou prijsgeven. Over de opdracht aan mr. Kooien schrijft het blad: „Zal deze opdracht kunnen worden vervuld? Wij vermeten ons niet deze vraag te gaan beantwoorden. De verhoudingen zijn zoo moeilijk, en de vraagstukken, waaraan de nieuwe formateur niet uit den weg kan gaan, zijn dermate be langrijk en samengesteld, dat elke profetie omtrent het resultaat van den door hem on dernomen arbeid waardeloos is. In fantasieën en speculaties wenschen wij ons niet te begeven, Indien dit ooit nuttig is, dan toch zeker thans niet. Daarvoor is de toestand te ernstig, en de oplossing van de crisis een te beteekenisvolle arbeid. De heer Kooien staat voor een uiterst zware en verantwoordelijke taak. Daarbijgaat het om de richting van ons staatsbestuur, en om de oplossing van tal van ingewikkelde en voor de levensbelangen van ons volk gewichtige vraagstukken. Moge zijn arbeid bijdragen tot een ontwikke ling van onze staatkunde, waarover ook wij ons kunnen verheugen". „De Nederlander" (chr. hist.) acht het niet gemakkelijk omtrent de kans van slagen van mr. Kooien een voorspelling toe doen. „Het hangt er heelemaal van af, in welke richting hij een oplossing zal zoeken en daar van is op het moment dat wij dit schrijven nog niets bekend. Wij veronderstellen niet, dat mr. dr. Kooien het ook nog eens met een Kabinet zal probeeren, waarin- alle groote partijen zijn vertegenwoordigd. Vermoedelijk heeft de poging van dr. Colijn in die richting de onmogelijkheid daarvan reeds voldoende in het licht gesteld. Het is niet aanstonds duide lijk welke richting mr. dr. Kooien dan moet inslaan. Herstel van de samenwerking op de huidige basis zal niet eenvoudig zijn. Zal hij dan een minderheidskabinet of een zaken kabinet probeeren te vormen? Wij weten het niet, maar wel hopen wij, dat het hernieuwde onderzoek naar de vraag of de vorming van een nieuw kabinet mogelijk is, niet al te veel tijd zal vorderen. En bovenal hopen wij, dat, zoo mr. dr. Koo ien zal- slagen, het is op den grondslag van versterking der defensie en een krachtige werkloosheidsbestrijding. Voor ons hangt daar van af de waardeering van het resultaat van de pogingen van den nieuwen formateur". Het A1 g. Handelsblad vreest voor de mogelijkheid, dat van r.k. zijde de bestrijding van de werkloosheid eèn prestige-kwestie- kwestie wordt gemaakt. Het blad schrijft in dit verband: „Het schema van werkloosheidsbestrijding van minister Romme moet blijkbaar als een „minimum-programma" worden beschouwd. Men is „sociaal-reactionnair", wanneer men ook maar iets van de werkloosheidsuitgaven durft afnemen ondanks dalende werkloos heid en de kans op verdere daling door een. betere prikkeling van den arbeiclslust en ar beidsplicht in den zin van eigen bestaansver- antwoordelijkheid, en door vakscholing en herscholing voor velen die thans niet zonder werk zouden behoeven te zijn wanneer zij vakbekwaam waren. Ziehier een bloem lezing van r.k. uitspraken, om er een ruiker uit samen te stellen, waarmede mr. Kooien door zijn eigen vrienden als welkomstgroet wordt bedacht. Star en koppig vasthouden aan eischen, welke in de werkelijkheid afhankelijk zijn van wisselende omstandigheden, kan dikwijls een bewijs zijn van weinig doorzicht en be leid;, het is dat zeker bij het vraagstuk der bestrijding van de werkloosheid. Defensie-uit gaven en de partieele mobilisatie oefenen thans een secundairen, gunstigen invloed op de arbeidsmarkt. Ook in het algemeen toonen de statistieken der werkloosheidscijfers een duidelijk merkbare verbetering. Reeds daarom zou het taak zijn voor iedere regeering, en dus ook iedere nieuwe regeering, om het pro bleem der werkloosheidsbestrijding opnieuw onder het oog te zien. Wanneer men zich ech ter a priori vastklampt aan een onverander lijk en onwrikbaar peil, getuigt dit waarlijk niet van vindingrijkheid en van den zin om nieuwe oplossingen te zoeken.''

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 3