Herdenking van Willibrordus
De invloed van Neerland's
geloofsapostel
IN ENGELAND.
Rubriek voor Vragen
Campanula
KLOKJESBLOEM
Indrukwekkende tentoonstelling in Utrecht
Dat Nederland dit jaar het twaalf
de eeuwfeest van den dood van Sint
Willibrordus viert, is alom bekend.
Doch van de groote beteekenis dezer
viering krijgt men eerst een volledig
beeld, wanneer men de tentoonstelling
heeft gezien, welke door de zorgen van
een uitgebreid, nationaal comité is
ingericht In de prachtige, oude
kloostergang bij de Domkerk en in de
Aula van de Rijksuniversiteit te
Utrecht.
Het zijn feitelijk twéé tentoonstellingen. De
ééne heeft direct betrekking op het leven en
de beteekenis van den Angelsaksischen mon
nik, die ons land het Christendom bracht. Zij
is ingericht in de statige aula der universiteit
en omvat een rijke schat van voorwerpen,
welke concreet met Willibrord in verband
staan. Daarnaast staat de tentoonstelling in
de kloostergang door een deur met de aula
verbonden welke een waaa-lijk zeldzaam
beeld geeft der vroeg-Middeleeuwsche kunst
in den meest uitgebreiden zin van het woord.
Sint Willibrordus, naar een gravure uit de
17de eeuw.
Dit is een zeer fraaie combinatie, want men
komt eerst de kloostergang binnen en wordt
door de aanschouwing der kunstvoorwerpen
reeds langzamerhand verplaatst in de sfeer
van Willibrord's tijd; wanneer men deze heeft
ondergaan, zal men meer kunnen genieten van
de expositie in de aula.
Waar Willibrord zetelde.
Het comité had moeilijk een betere plaats
voor deze beide tentoonstellingen kunnen be
denken. De ongemeen rijke kloostergang met
den poëtischen binnenhof, vrijwel op de plek
waar Sint Willibrord in het eind der zevende
eeuw zijn eersten bisschopszetel vestigde en
ook min of meer uit de door hem gestichte
kerk voortgekomen het is een unieke om
geving, die in alles dringt tot verdieping in
het leven en de beteekenis van den man, die
de grondlegger was van de christelijke be
schaving in onze gewesten.
Hoe prachtig deze beschaving kon uitbloeien,
leert de tentoonstelling der vroeg-Middel
eeuwsche kunst ook zelfs aan ieder, die zich
nimmer met deze dingen bezig hield. Zij om
vat een uiterst zorgvuldig gekozen verzameling
preciosa van allerlei soort, een collectie, die
men wellicht nimmer in zoo fonkelenden rijk
dom en groote verscheidenheid meer bijeen zal
zien. Musea en particulieren uit België,
Duitschland, Engeland, Frankrijk Ierland,
Zwitserland en Nederland gaven voorwerpen
in bruikleen; het beste van het beste werd hier
tezamen gebracht en op zeer smaakvolle en
overzichtelijke wijze in vitrines e.d. gerang
schikt
Oude lersche kunst.
Op deze tentoonstelling zijn allereerst vele
belangrijke voorwerpen van oude lersche kunst
tezamen gebracht. Men weet, dat Sint Willi
brordus vóór zijn vertrek naar ons land ver
toefde in het klooster Rathmelsigi in Ierland;
de lersche monniken uit dien tijd hebben een
zeer aanzienlijken invloed gehad op de
kerstening van geheel West-Europa en hun
kunst stond op buitengewoon hoog peil. In
onze gewesten, in Frankrijk, zelfs in Zwit
serland in Sankt Gallen b.v. stichtten zij
een befaamde nederzetting is de invloed
van hun prediking en van hun kunst door
gedrongen,
Van deze kunst geeft de tentoonstelling een
voortreffelijk beeld: vooral zal men geboeid
en ontroerd worden door de expositie der
lersche voorwerpen. Het is de eerste maal. dat
zij in ons land te zien zijn: handschriften,
miniaturen, kerkelijke gebruiksvoorwerpen,
weefsels beeldhouwkunst en sieraden. Er is
b.v. de Schrijn van Lough Erne, aldus ge
noemd naar het Lower Lough Erne in Ierland
waar het stuk gevonden werd: het is een
reliekschrijn uit het einde der zevende eeuw,
een rechthoekig kistje met versierde bronzen
platen. Dit kostelijke voorwerp uit den tijd
van Willibrord's leven en uit het land, waar
hij vertoefde, geeft een overtuigenden indruk
van de cultuur, waarin de heilige werd opge
voed en geschoold.
Invloeden in onze gewesten.
De invloed dezer kunst in onze gewesten
blijkt wel duidelijk uit het befaamde Evange-
larium van Egmond: dit zeldzame handschrift,1
afkomstig uit de abdij van Egmond en datee
rend van de negende eeuw, vertoont in zijn
wonderlijke versiering zeer groote verwant
schap met lersche kunst. Dezelfde figuratie,
dezelfde zachte kleuren treft men erop aan.
Ook het beroemde Utrechtsche Psalterium,
in het begin der negende eeuw door enkele
Angelsaksische monniken te Reims geteekend,
bewijst den aanzienlijken en zegenrijken invloed
der lersche kloostercultuur.
De meeste der geëxposeerde voorwerpen van
dien tijd zijn echter uit andere landen dan het
onze afkomstig: het Christendom vond in de
Frankische landen eerder weerklank dan hier,
hoewel een der meest interessante stukken in
dit verband nog van vóór-Christus herkomst
is. Hiermede bedoelen wij de z.g. schat van
Childeric, bestaande uit een zwaard en enkele
kleinere siervoorwerpen, welke alle in 1653
te Doornik werden gevonden in het graf van
den Frankenkoning Childeric, den vader van
Clovis. Hoe rijk de oud-Frankische kunst zich
onder den invloed van het Christendom ont
plooien kon, blijkt vooral uit den ivoren band
van het z.g. Dagulf-psalterium, twee prach
tige tafereelen, in ivoor gesneden en gewijde
voorstellingen uitbeeldend. De kostelijke re-
liefs zijn gesneden in de achtste eeuw: onge
meen fraai beelhouwwerk, gevat in rijk ge
ornamenteerde randen. En uit de school van
Echternach, het door Willibrord gestichte
klooster, zijn verder vele van de kostbaar
heden, welke worden bewaard in de Schat
kamer van St. Servaas te Maastricht; daarvan
ziet men hier o.a. het onvergelijkelijk schoone
borstkruis, goud met kleurig emaille en fon
kelende edelsteenen.
Op deze wijze zou nog veel meer te noemen
zijn: vooral zou nog de aandacht moeten wor
den besteed aan de vele gewaden en weef
sels, Koptische weefsels uit de eerste en de
vierde eeuw, fragmenten van het priesterge
waad van St. Lebuïnus zevende eeuw
en gedeelten van een gewaad van St. Odulphus
(achtste eeuw), terwijl nog in het bizonder
gewezen dient te worden op het wit-en-gouden
kleed van St. Bernulphus een alba uit de
elfde eeuw. Zoo is er méér, veel meer, te veel
om op te noemen.
Het handschrift van
Willibrordus.
In een stemming van bewondering en ont
roering betreedt men dan de hooge, ruime
aula, waar de St. Willibrord-tentoonstelling
is ingericht. Hiervan trekken allereerst de ver
schillende relieken de aandacht, in fraai ge
dreven houders van edelmetaal gevat, relie
ken, die bewijzen hoe diep men in onze lan
den reeds van den eersten tijd na zijn optre
den af den heiligen bisschop heeft vereerd.
Doch onmiddellijk daarna richt men zijn
schreden naar het kleine kastje links van de
relieken, waarin het uit Echternacht afkom
stige handschrift ligt van het Martyrologium
van St. Hieronymus met het Kalendarium, dat
aan Willibrord heeft toebehoord. Het zeer
merkwaardige en kostbare werk ligt open op
fol. 39 v, waarop het eenige schriftuur staat,
dat ons door den heiligen bisschop rechtstreeks
is nagelaten. Het is een eigenhandige aantee-
kening, links terzijde van de bladzijde, kleine
letters, geteekend met vaste hand; een latijn-
sche tekst, waarin de apostel der Nederlanden
van zichzelf verklaart:
,,In den naam des Heeren kwam Clemens
Willibrordus in het jaar 690 na de geboorte
van Christus over zee in Francia en in het
jaar 695 na de geboorte des Heeren werd hij
in den naam des Heeren, ofschoon hij on
waardig was, bisschop gewijd door den aposto-
lischen man en heer, Paus Sergius. Nu echter
leeft- hij in den naam des Heeren in het jaar
708 na de geboorte van onzen heer Jezus
Christus, gelukkig".
Hierbij zij aangeteekend, dat ons land in
Willibrord's tijd tot het Frankenland (Fran
cia) gerekend werd; in 60S trok Willibrord
naar Rome om aan Paus Sergius den zegen
te vragen over zijn arbeid in deze gewesten;
in Rome werd hij door den Paus tevens tot
bisschop gewijd, waarbij hij den naam Cle
mens ontving.
Wie verder uit deze tentoonstelling een
duidelijk beeld van Willibrord's leven en wer
ken wil krijgen, alsmede van den invloed
daarvan, doet goed zich eerst naar het kleine
zijvertrek rechts te begeven, waar enkele in
zendingen van hedendaagsche kunstenaars
met betrekking tot Willibrord zijn geëxposeerd
teekeningen, schilderijen en kunstig borduur
werk, alsmede de origineele ontwerpen der bi-
zondere Willibrord-zegels, geteekend door den
Maastrichtschen graveur Hub. Levigne. Doch
het meest wordt misschien de aandacht ge
trokken door twee groote, buitengewoon fraai
uitgevoerde wandkaarten, geschilderd door
Piet Worm: de eene laat alle putten en ker
ken van Sint Willibrordus in onze gewesten
zien, de andere geeft de trajecten van zijn
verschillende reizen weer, zijn tochten naar
Denemarken en Rome, zijn vele tochten door
ons land, door het tegenwoordige, Zuid-Hol
land, door Utrecht, Brabant en Limburg enz.
Oip deze kaarten ziet men in één blik het ge-
Heele leven van den heilige, zijn arbeid en
zijn invloed. M enkrijgt een concreet beeld van
de voor dien tijd enorme reizen, die de bis
schop maakte, van zijn grenzenlooze activiteit,
van zijn geestdriftigen ijver in het verkon
digen van Christus' Evangelie, van zijn bis
schoppelijk bestuur en van de vele plekken,
waar hij vertoefde en waar zijn nagedachtenis
in gebouw, beeld of schrift in diepe vereering
bleef
Vereering van den apostel.
De vele afbeeldingen van Willibrordus-
kapellen, Willibrordus-kerken en Willibror-
dus-putten spreken voor zichzelf; zeer interes
sant zijn eveneens de oude stads- en gemeente
zegels en wapens, waarop de bisschcp voor
komt. Hoezeer de vereering van dezen apostel
ook onder ons volk geleefd heeft en nog leeft,
kan het best blijken uit verschillende inzen
dingen uit Noord-Brabant. Daar vandaan
komen de rijke zilveren schilden der ver
schillende Willibrordus-schuttersgilden te
Heeswijk, Geysteren, Zundert, Waalre en
Bakel: kettingen met fraai gegraveerde schil
den van ouden en jongeren datum, typische
bewijsstukken eener levende volksdevotie, die
ook in folkloristisch opzicht een merkwaardige
bekoring hebben.
Tusschen de vele voorwerpen van kostelijke
edelsmeedkunst kerkelijke gebruiksvoor
werpen van allerlei aard en verscheidenheid
vallen deze gildeteekens op door hun on
gekunstelde stoerheid en simpelen volkszin.
Ook beeldhouwkunst treft men op deze
expositie aan: zij begint met de primitieve
vormen van een vijftiende-eeuwsch beeldje
en gaat tot de geacheveerde relieftechniek
der hedendaagsche kunstenaars. Evenzoo is
het met het kunstnaaldenwerk gesteld, dat
prachtige oude borduursels omvat en sierlijk-
verzorgd modern werk.
Verdere opsomming heeft feitelijk geen
zin en zal nauwelijks kunnen bijdragen tot
completeering van het beeld, dat de lezer
zich van de beide voortreffelijke tentoonstel
lingen in het oude Sticht kan vormen. Het
zij daarom nog eens met nadruk herhaald,
dat in de oude Kloostergang en in de aula
der universiteit te Utrecht een ongemeen be
langrijke collectie is bijeengebracht, waardoor
men een onvergelijkelijk beeld krijgt van de
vroeg-Middeleeuwsche kunst en vooral van
het grootsche leven van den heilige, die deze
Christelijke cultuur in ons land grondvestte.
GABRIëL SMIT.
Britsch-Roemeensche overeen
komst geteekend.
LONDEN, 12 Juli (Reuter-A.N.P.) Aan
het departement van handel is heden
de Britsch-Roemeensche handels- en
betalingsovereenkomst geteekend. De
overeenkomst behelst het verstrekken
van een Britsch crediet aan Roemenië
van 5V2 millioen pond sterling, en den
aankoop door Groot-Brittannië van
200.000 ton Roemeensche tarwe.
Extra crediet voor het Britsche
leger.
Londen, 12 Juli (Reuter-A.N.P.) Vandaag
is een suppletoire begrooting voor het leger in
gediend, ten bedrage van 79 millioen pd. ster
ling, waarvan het grootste gedeelte door een
leening zal worden gedekt.
Het bedrag zal o.a worden gebruikt voor de
uitbreiding van het geregelde en van het
staande leger en voor de vorming van een mi
litie.
Zangconcours te Aalsmeer.
Ook vereenïgingen uit Haarlem en Omstreken
nemen deel.
„Aalsmeer's Koorvereeniging" en „Aals-
meer's Fanfarecorps" organiseeren een zang
en muziekconcours te Aalsmeer. Aan het zang
concours op 15 en 16 Juli nemen de volgende
zangvereenigingen uit Haarlem en omstreken
deel:
Soli Deo Gloria (Hilligom)Animato (Haar
lem), Het Noorderkoor (Haarlem), Soli Deo
Gloria (Bennebroek)Zangvereeniging „J. S.
Bach" (Haarlem), De Daad (Beverwijk), Zang
en Vriendschap (Castricum) en Polyhymnia
(Haarlem)
DE WATELER VREDESPRIJS
TOEGEKEND.
's-GRAVENHAGE, 12 Juli. Het bestuur der
Carnegie-stichting in Den Haag heeft beslO'
ten den Wateler-vredesprijs voor 1939 toe te
kennen aan den Friends' Service Council te
Londen, en het American Friends' Service
Committee te Philadelphia, op grond van de
verdiensten dezer Quaker-organisaties voor de
toenadering tusschen de volken door inter
nationale organisatie van daadwerkelijke hulp
aan hen die lijden in tal van deelen der we
reld.
Het bedrag van den prijs, na aftrek van
schenkingskosten, is 18.000.
Londen's uitwegen.
LONDEN, Juli.
AUTORIJDEN in Londen mag geen
vreugde zijn, buiten Londen is het des
te plezieriger. Het wegdek is goed en
zelfs afgelegen buitenweggetjes zijn
bijna zonder uitzondering geasfalteerd en in
ieder geval verhard.
De moeilijkheid blijft echter om veilig en wel
buiten Londen te geraken. Snelle, directe we
gen, die het centrum van de stad met de buiten
wegen verbinden, ontbreken. Dus moet door het
netwerk van drukke straten de weg naar buiten
worden gevonden. Zoodat het niet vreemd is
evenveel tijd te besteden aan de eerste acht kilo
meter, als aan de daarop volgende vijf-en-twin-
tig.
De route naar het Westen, Western Avenue,
die wij wekelijks rijden is een typisch voorbeeld
van halve maatregelen op het gebied van nieuwe
wegenconstructie. Om bebouwde kommen te
vermijden Londen was naar het westen ge
heel vastgegroeid aan Uxbridge, een dertig ki
lometer buiten het centrum van Londen werd
een nieuwe snelle verkeersweg aangelegd, die
voorbij Uxbridge op den hoofdweg naar Oxford
uit zou komen. Er is geen snelle verbinding
van dezen weg met het centrum van de stad,
zoodat het spottend „de weg zonder begin" wordt
genoemd èn „de weg zonder einde". Want ter
hoogte van Uxbridge loopt hij plotseling dood
en moet men afslaan om toch weer door kleine
straatjes in Uxbridge terecht te komen. Over het
laatste deel van den weg konden de autoriteiten
het namelijk geruimen tijd niet eens worden.
Maar nu is tenslotte besloten om binnen vier
jaar ook deze laatste paar mijl te voltooien,
waarmee dan Uxbridge door het doorgaand ver
keer vermeden kan worden. Inmiddels begon
men echter uitgebreide werkzaamheden voor
het verbreeden van een smalle brug in Ux
bridge, juist op de plaats waar het verkeer van
ouden en nieuwen weg samenkomt in plaats
van eerst het nieuwe gedeelte af te maken,
waardoor het verkeer op dat punt aanmerkelijk
zou zijn verlicht.
Inmiddels is ook deze nieuwe weg op de laat
ste paar mijl na weer volgebouwd met de droef-
geestigste producten van speculatieve bouwon
dernemingen. Wel is men er nu over doende
verdere lintbebouwing te verbieden, maar het
kwaad is helaas grootendeels gedaan. Pogingen
van de bewoners van deze huizen om een maxi
mum snelheid vastgesteld te krijgen zijn tot nu
toe mislukt. Wel zijn een aantal verkeerslichten
geïnstalleerd om voetgangers gelegenheid tot
oversteken te geven en ook zijn verkeerseilan-
den aangelegd, waar deze nieuwe districten uit
wegen op den grooten weg worden gegeven. Deze
eilanden zijn te klein en komen te veelvuldig
voor. Ze zijn met gras begroeid en omgeven
door een wit geschilderd hek en er gaat geen
week-end voorbij of één van die hekken is stuk
gereden. Aan den éénen kant worden nieuwe
wegen aangelegd om de snelheid te bevorderen
en stagnatie te voorkomen en aan den anderen
kant wordt deze snelheid weer op indirecte wijze
beperkt.
Het eerste deel van dezen weg is van fietspa
den voorzien want de fietssport neemt in Enge
land zeer toe. Fietsers zijn echter niet verplicht
van deze fietspaden gebruik te maken de re
geering zegt namelijk niet tot dwang over te wil
len gaan en dientengevolge treft men het
meerendeel der fietsers nog op den grooten weg
aan, liefst bij drieën naast elkander. Er is in
Engeland namelijk een Fietsbond en die Fiets-
bond verzet zich tegen fietspaden en adviseert
haar leden er niet op te rijden, want zeggen zij,
fietsers hebben evenveel recht op den weg als
autorijders (ook al is er in Engeland geen rij-
wielbelastïng). Hun averechtsche redeneering
culmineert in de conclusie dat als fietsers ver
plicht zijn fietspaden te gebruiken, ze wel eens
verbannen zouden kunnen worden van wegen,
waar geen fietspaden zijn. Zoo ligt de kwestie al
jaren en de regeering voelt er niet voor haar
met een beslissing op te lossen. Het fietspad langs
Western Avenue is dan ook meer een probeer
sel en houdt na de eerste 10 of 15 kilometer al
weer op.
Ook verschilt de wegbreedte van dezen kaars
rechten weg na ieder verkeerseiland. Soms is
het verkeer uit beide richtingen ongescheiden,
hier met ruimte voor drie, elders met ruimte
voor vier vervoermiddelen. Dan weer is de weg
verdeeld door een smalle reep gras met nette
bloemperken, met ruimte voor twee of drie ver
voermiddelen aan beide kanten. Als je den weg
niet kent zijn er dus steeds verrassingen en het
is dan ook geen uitzondering om op een misti-
gen avond een auto aan den verkeerden kant
van de grasreep te zien ploeteren, niet begrij
pend, waarom hij zooveel auto's tegen komt, die
telkens vlak voor zijn neus staan tot hij merkt,
dat hij aan den anderen kant van den grasreep
hoort te rijden.
Een veertig kilometer buiten Londen is alles
aanmerkelijk makkelijker. Het verkeer is dan
wat uitgedund. Wel komen er dorpjes, die zich
mijlen lang uitgerekt langs den weg hebben ge
nesteld, maar van opstopping is geen sprake
meer. Het wegdek is uitstekend en in bochten
van rijen kleine reflex-lichtjes voorzien, die het
verloop van de bocht duidelijk maken.
Naar het noorden is het verkeer minder druk.
Naar het oosten en zuiden oneindig drukker. De
richting Londen-Brighton is bijvoorbeeld bijna
geheel bebouwd en vooral op week-ends be
weegt zich hier een voortdurende stroom van
verkeer, van lieden die de zee willen zien en die
met een beetje geluk op één dag net heen en
weer kunnen rijden.
Zoo deelde de B.B.C. mee dat tijdens de
Paaschdrukte het verkeer naar het zuiden zich
niet sneller dan 9 tot 15 kilometer per uur be
woog en tevens dat zelfs tot na den middag
auto's nog steeds bezig waren de stad te verla-
Zoodat u wel ziet dat het voor een Londenaar
niet zoo eenvoudig is om van z'n vrije dagen te
genieten, als hij er tenminste zijn zinnen op
heeft gezet wat groens en wat zee te zien.
Vr. S.
FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissements-rechtbank te
Haarlem zijn de volgende faillissementen uit
gesproken op Dinsdag 11 Juli 1939:
1. Mevr. F. Hemmes—'Tonkens, handelende
onder de firmabenaming „Glashandel en In
dustrie Lux" te Haarlem, Schoterweg no. 69,
particulier adres Berkenrodestraat 11.
Curator mr. C. Blankevoort te Haarlem.
2. M. J. A. Ai'tz, schrijver van kinderboe
ken, wonende te Haarlem, Merkmanstraat 13.
Curator mr. J. Deenik te Haarlem.
3. Mevr. C. van Geemen—weduwe F. J.
Hunter, zonder beroep, wonende te Haarlem,
Eikenstraat 40.
Curator mr. F. J. D. Theyse te Haarlem.
4. C. van Hooff, koopman m groenten, wo
nende te IJmuid-en, gem. Velsen, Kanaal
straat 79 zw.
Curator mr. L. Ali Cohen te Haarlem.
Reehter-Commissaris in al deze faillisse
menten mr. S. J. Pit te Haarlem.
Wegens het verbindend worden der Uitdee-
lingslijst zijn geëindigd de faillissementen
van:
1. C. Yff Czn., veehouder, wonende te As
sendelft
Curator mr. A. Bruch te Haarlem.
2. H. Visser, handelaar in bouwmaterialen,
wonende te Brussel, voorheen te Amsterdam.
Curator rnr. H. J. Pot te Haarlem.
3. Klaas Vloon, winkelier, wonende te
Zaandam.
Curator mr. J. H. van Gelderen te Haarlem.
Bij Arrest van het Gerechtshof te Amster
dam d.d. 28 Juni 1939 is vernietigd het fail
lissement van:
J. L. van Dijk, timmerman, wonende te Bad
hoevedorp, gem. Haarlemmermeer.
Curator mr. J. H. Ekering te Haarlem.
DUIDELIJK GESTELDE VRAGEN
van alle Abonnés van dit blad ivorden door
een specialen Redacteur en zijn talrijke
medewerkers zoo mogelijk en ten spoedigste
beantwoord.
De vragen moeten worden geadresseerd aan
het bureau van dit blad, met duidelijke ver
melding van naam en woonplaats. Vragen
waaraan naam en adres ontbreken, ivorden
terzijde gelegd.
De namen der vragers blijven redactie
geheim.
De antwoorden worden GEHEEL KOSTE
LOOS thuis bezorgd.
Alleen die vragen, welker beantwoording voor
vele anderen behalve den vrager, van nut
kan zijn, worden tevens in ons blad ge
plaatst.
RECHTSZAKEN.
VRAAG: Ik heb mijn dagmeisje met een week
opgezegd, maar wil dat ze dadelijk gaat. Ik geef
haar dus die week loon extra. 1. Moet zij ook nog
iets hebben voor lunch en middagmaal? 2. Zoo
ja, hoeveel?
ANTWOORD: 1. Ja. 2. 0.65 per dag.
VRAAG: Schrijft de wet voor dat iemand die
binnentijds een huui'liuis verlaat, doch de huur
doorbetaalt, dit huis gemeubeld moet laten? Is
het achterlaten van een paar gordijnen b.v. ont
duiken van die wet?
ANTWOORD: 1. Ja. 2. Ja.
VRAAG: Een meisje dat 2 jaar in betrekking
is is ziek geworden. 1. Hoe lang moet het loon
worden doorbetaald? 2. Zij heeft een keer vacan-
tie gehad: heeft ze nu ook recht op vacantie-
geld? 3. Waar moet ik mij vervoegen als het
niet uitbetaald wordt?
ANTWOORD: 1. Gedurende 14 dagen. 2. Neen,
tenzij dat afgesproken is. 3. Tot het Bureau van
Arbeidsrecht, Jansweg 39, Dinsdagavond 7.30 u.
RECEPTEN.
VRAAG: Hoe verwijder ik een watervlek uit
een eiken tafel?
ANTWOORD: Met puimsteentje afschuren en
daarna in de witte was zetten en goed uitwrij
ven.
VRAAG: Hoe maak ik een geelzijden lampe-
kap schoon?
ANTWOORD: Afsponsen met een lduw neu
traal zeepsopje, waarin een paar druppels am
monia zijn gedaan. Daarna met lauw water na-
sponsen en tenslotte nog eens met koud water
waarin wat mierenzuur.
VRAAG: Hoe kan men het best markiezendoek
reinigen
ANTWOORD: Met warm sterk zeepsop goed
afboenen. Met warm water naspoelen en nog
eens met koud water met een handvol zout (op
10 lt.) naspoelen.
VRAAG: Mijn blauwe glacé handschoenen ge
ven aan den binnenkant af. Wat is daaraan te
doen?
ANTWOORD: Wasschen en kneden in wasch-
benzine. Het is echter mogelijk dat de kleur dan
afloopt; of dat al of niet zal gebeuren kunnen
wij niet zeggen. In dat geval moeten de hand
schoenen geverfd worden.
VRAAG: Hoe moet een rood nappa taschje ge
reinigd worden?
ANTWOORD: Kan niet door een leek gedaan
worden, brengt u het taschje naar een goede
stoomerij.
VRAAG: Hoe moet ik mijn lichte zomerregenjas
schoonmaken? Ik vrees dat ze „lek" zal worden
als ik haar gewoon wasch.
ANTWOORD: Wasschen in een lauw neutraal
zeepsopje. Zonder uitwringen buiten in de
schaduw ophangen, tien minuten laten uitdrui
pen en daarna korten tijd behandelen in 12 lt.
lauw water waarin 100 gr. fijne aluin is opge
lost. Glad ophangen om te drogen, bij voorkeur
in de schaduw en In den wind of op den tocht.
PLANTEN.
VRAAG: Wanneer zijn de boschbessen rijp en
waar in Nederland treft men ze ln overvloed
aan?
ANTWOORD: 1. Ongeveer eind Juli.
2. Bij Amersfoort en in verschillende bosschen
op de Veluwe,
DIVERSEN.
VRAAG: Wat zijn ongeveer de kosten voor de
studie aan de Techn. Hoogeschool te Delft? Kan
een IJmuidenaar die daar studeert spoorstudent
worden?
ANTWOORD: Dit kunt u het best bij een in
genieur informeeren b.v. aan de Hoogovens.
VRAAG: Ik wil kampeeren op het strand te
Zandvoort bij den Zeeweg(?).
1. Zijn dag-, week- of maandkaarten te krij
gen voor een standplaats?
2. Waar zijn die te krijgen?
3. Wat zijn de kosten?
4. Welken dag van de week gaan ze in en hoe
laat?
ANTWOORD: Er worden uitgegeven: kaarten
voor een dag 0.50, kaarten voor dag en nacht
0.50, weekabonnementen voor dagvergunningen
van 's morgens tot 's avonds 9 uur 2.50 p. w.
Vaste kampeerders betalen voor de eerste twee
weken 3.50, voor de volgende twee weken 3,
voor de volgende twee weken 2.50. en daarna
2.per week. (Maar de tent moet al dien
tijd door denzelfden persoon bewoond worden).
Het nachtkamp gaat altijd Zondag in. Maar men
mag wel, b.v. als men Woensdag vergunning
heeft gekregen, de tent gaan bouwen en betaalt
dan van Donderdag af 0.60 per dag. Zondag
begint het bovengenoemde kampgeld.
Kaarten aan te vragen bij den politiepost, Ten
tenkamp. Zandvoort.
VRAAG: Heeft men provinciale wegenkaarten
noodig voor een fietstocht door Noord-Brabant?
Waar krijgt men die?
ANTWOORD: Neen, die zijn niet meer noodig.
VRAAG: Heb ik voor een fietstocht door Bel
gië en Luxemburg een bewijs van Nederlander
schap noodig? Is een militair zakboekje vol
doende? Zijn de vereischte papieren te verkrij
gen bij den Belgischen consul te IJmuiden? Wat
is de prijs?
ANTWOORD: 1. Ja. 2. Neen, 3. Neen; le afd.
ten stadhulze. 4. 2.50.
VRAAG: Zijn de kosten voor het ledigen van
een beerput voor den huurder of den verhuur
der?
ANTWOORD: Voor den verhuurder.
Campanula is een plant, die op den droog-
sten zandgrond nog uitbundig bloeit; en de
vroolijke klokjes met hun heldere kleuren en
het, ondanks een droge standplaats, sappige
groen geven zoowel aan een border als aan
een rotstuin maandenlang een welkome fleu
righeid.
Voor het goed gedijen van de plant is het
echter noodig, dat de grond niet te zeer be
mest is, en dat de standplaats vooral niet te
vochtig is. Verder houdt de Campanula veel
van zon.
Er zijn zeer veel variaties in de Campanula-
bloemen.'Er zijn blauwe, witte en violetkleu
rige, enkele en dubbele bloemen, zittende en
hangende klokjes.
Eén van de Campanula's is in den laatsten
tijd als kamerplant zeer geliefd en bekend, de
Ster van Bethlehem. En ook in de kamer blijft
ze haar reputatie getrouw en prijkt er maan
denlang met een overvloed van bloemen.
Voor den rotstuin hebben we eenige laag-
blijvende soorten, waarvan nogal bekend zijn
de Campanula Porteschlagiana, met blauw-
violette bloempjes en Campanula pusilla met
een blauwe en een witte variëteit.
Iets hooger, tot ongeveer vijfentwintig cen
timeter, wordt Campanula carpatica, die even
eens een witte en een lilablauwe variëteit
heeft.
Deze Campanula carpatica kan zoowel in
den rotstuin als in de voorste rij van een bor
der worden geplant.
Campanula persicifolia.
Van de forschere, hoogere soorten zijn het
meeste bekend Campanula glomerata en Cam
panula persicifolia. Vooral van deze laatste
komen weer vele variëteiten voor, waarvan
misschien wel de allermooiste is de Campanula
persicifolia Telham Beauty. Deze heeft zeer
groote lilablauwe bloemen, die den vorm heb
ben van wijdopenstaande, bijna schaalvormige
kelken.
De meeste Campanula's zijn vaste planten.
Enkele zijn tweejarig o.a. Campanula medium,
het tuinklokje.
Deze Campanula medium kunnen we in
April—Mei in den vollen grond zaaien. Later
moeten de plantjes een paar maal worden ver-
speend. Wanneer we ze 's winters buiten laten
staan, wat heel goed kan. zorgen we liefst
wel voor wat bedekking. In het tweede jaar
bloeien ze en sterven na den bloei,
A. J. D.