BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES Aan allen! Wanneer het a.s. Dinsdag weer is om buiten te zitten, dan mogen tien meisjes op visite ko men. Deze meisjes werken dan allen voor de bazar ten bate van de T.B.C.-bestrijding. On der het hoofdstuk visite staan hun namen ver meld. Is het weer koud of regenachtig dan stel ik de ontvangst een week uit. Best KRULLEKOPJE. Prettig dat het kleedje ai zo flink vordert. A.s. Dinsdag mag je weer komen, ten minste als het tuinweer is. 'k Ben het met je moeder eens. Als Bep met school is uitgeweest en bovendien nog bij een tante gaat logeren, is het voldoende en be hoeft ze nog eens niet extra uit. „Overdaad schaadt". Dag Krullekopje. Lief TEKENAARSTERTJE. Wel meisje wat is dat 1.1. Maandag een fijne dag geweest. Je zult 's avonds wel spoedig ingeslapen zijn, na de genoten beweging in de open lucht en het happen van frisse zeelucht. Toch was je zeker wel erg blij toen je de bus mocht instap pen en de wandeling niet terug behoefde te maken. Dag Tekenaarstertje. Best BOODSCHAPSTERTJE. 'k Dank je voor de titel van het. boekje. Ik ken het niet. Je moeder is dus fijn een dagje uit geweest. Ze trof vrij goed weer. Hoe staat het met je zwem diploma? A.s. Dinsdag mag je op visite komen. Lees m'n briefje vooraf en de namen onder het opschrift visite maar even. Tot ziens dus. Dag Boodschapstertje. Lief BIJ-DE-HANDJE. Heb je 1.1. Woens dag een prettig dagje gehad? 'k Denk van wel. Zo samen met je moeder uit, is maar wat fijn. Je hebt ook heel goed weer getroffen, niet te warm en niet te koud. Is je tante uit Den Hel der nog steeds te IJmuiden? Doe haar dan m'n groeten. Dag Bij-de-handje. Best BRUINOOGJE. Je zus heeft de .be schikking over een hele garderobe, zeg. Ze kan 17 dagen achter elkander een andere jurk aan en kan dan weer aan jurk 1 beginnen. Ook heeft ze reeds een aardige collectie speelgoed. Het plaatje op je briefje vond ik schattig. Dag Bruinoogje. Best BERGKONINGINNETJE. Verleden week kon ik je briefje niet beantwoorden. Je was te laat. Toen de briefjes weg waren ge bracht, vond ik jouw briefje in de vestibule. Je spaargeld heb ik op de lijst aangetekend. Jul lie krijgt 14 dagen schrijfvacantie. Wanneer de vaeantie ingaat weet ik nog niet. In ieder geval laat ik intijds weten, wanneer de vaeantie in gaat. Dag Bergkoninginnetje. Beste ANEMOON. Prettig dat je zo fijn uit geweest bent en veel pleizier hebt gehad. Je hebt nu ook een zwemleskaart,? Dan maar flink oefenen en zorgen dat je deze zomer je zwem diploma nog haalt, Was je moeder blij met het door je zelf gemaakte verjaarscadeau? Het komt natuurlijk goed van pas en wordt zeker reeds gebruikt. Dag Anemoon. Lief GOUDMUILTJE. Je nachtjaponnetje is dus ongeveer gereed. Voor je van school gaat, komt het dus nog klaar. Je bent een flinke gymnaste. Waaruit bestond de behaalde 2e prijs? A.s. Dinsdag mag je weer op visite ko men om aan je werk voor de bazar verder te gaan. Tot ziens dus. Dag Goudmuiltje. Best BLONDJE. Waar we met het a.s. reisje naar toe gaan? Dat blijft nog een verrassing. Ieder kind, dat mede gaat moet 80 cent betalen. Daarvoor maken we een reisje met trein en A.TO.-bus en krijgt ieder kind drie consump ties. We gaan 's morgens intijds weg en komen 's avonds om ongeveer 7 uur weer thuis. Nu maar flink sparen, zodat je ook mede kunt. Dag Blondje. Best ZANGERESJE. Ja, waar gaan we naar toe als we uitgaan? Dat moet een verras sing blijven. Je hebt reeds 40 cent gespaard en bent dus op de helft. A.s. Dinsdag mag je, mits het tuinweer is weer op visite komen. Vergeet TWEE VLECHTJES door W. B.-Z. Moeke maakt twee vlechtjes Van Miekes lange haar. Want als 't heel erg warm is, Vindt Mieke 't zo naar. Kleine, kleine Miekelijn, 't Worden heus twee, vlechtjes fijn. Moeke doet twee strikjes In ieder vlechtje een. En als 't kapsel klaar is Loopt ons Mieke heen. Kleine, kleine Miekelijn, 't Worden heus twee strikjes fijn. Moeke zet een hoedje Op Miekes blonde haar En nu is.ons Mieke Keurig, kant en klaar. Kleine, kleine Miekelijn, Wat zal jij nu netjes zijn. je kleedje voor de bazar niet, zodat ik je ver der kan helpen. Dag Zangeresje. Lief REPELSTEELTJE. Je kunt nu de dagen dat je nog op school gaat tellen. Prettig dat je voorlopig thuis blijft om je moeder te helpen. Je moeder zal dan heel wat vroeger met haar werk klaar zijn, tenminste wanneer je haar flink helpt. Kan je 's middags niet naar naaien gaan? Later kan het je te pas komen wanneer je goed met de naald kunt omgaan, 'k Wensch je veel pleizier tijdens je twee daag se schoolreis. Dag Repelsteeltje. Lief GOUDHAARTJE. Dat is ook even een bof zeg. Als het a.s. Dinsdag weer is om buiten te zitten, dan mag je weer op visite komen. Lees m'n briefje vooraf maar eens goed na. Hoe is de schoolreis verlopen? Heb je je in Ouwe- hand's dierenpark goed geamuseerd? Natuurlijk ga je op school over, dat laat geen twijfel. Tot Dinsdag dus. Bestel maar mooi weer. Dag Goud haartje. Best ZONNESTRAALTJE. 1.1. Zaterdag is dus een prettige dag geworden. Fijn hoor. Hoe gaat het met je zus? Je speelt natuurlijk veel met haar buiten, 'k Hoop haar 20 Juli een kaart te sturen. Dag Zonnestraaltje. Lief ZONDAGSKIND. Je moeder was blij verrast met de handwerkjes. Dat dacht ik wel. Ze komen goed van pas. Je oom vindt het zon de om over de lat van het theedoekenhangertje een theedoek te hangen. Maar dat is een ver keerd begrip. Het hangertje is er voor bestemd en moet aan de bestemming beantwoorden. Het werk wordt er bovendien niet door geschaad, integendeel. Aan 20 Juli hoop ik te denken, 'k Wens je een prettig schoolreisje toe. Dag Zondagskind. Beste POLLY. Berendman, je ouders en jij van harte gefeliciteerd met B.'s succes. Hij gaat dus September a.s. naar de H.B.S. Je op stel heb ik gezien en het doen plaatsen. Tijd voor correctie had ik niet, ja zelfs niet om het even na te lezen. Misschien corrigeert de zetter je stukje maar dat is niet zeker. Het beste met je en m'n groeten aan allen thuis. Dag Polly. VISITE. Alleen wanneer het a.s. Dinsdag weer is om buiten te zitten handwerken dan mogen ZAN GERESJE, HANDWERKSTERTJE. KRULLE KOPJE. ANEMOON, REPELSTEELTJE, GOUD MUILTJE. GOUDHAARTJE. BRUINOOGJE, ZONDAGSKIND en BERGKONINGINNETJE op visite komen. Ik verwacht ze om 4.30. Om 5.30 gaan ze weer naar huis. Met veel groeten van: Mej. E. VIJLBRIEF. Onderstaand opstelletje is geschreven door Polly Voet, Leeuweriklaan 23, IJmuiden-Oost. MET POLLY DE „ORANJE" OP! Toen Polly Zaterdagmorgen thuis, kwam, wachtte hem een reuze verrassing. „Poll", zei z'n moeder lachend. „Ik zal je eens wat zeggen! Maar je moet me beloven om niet van vreugde te dansen, want dan stoot je alles stuk. De moeder vn Hector is geweest en die heeft ge vraagd of je vanmiddag mee gaat naar Am sterdam. Ze gaan met een hele groep. Hector gaat zelf ook mee. Jullie gaan„de Oranje" bezichtigen". Jullie weet natuurlijk allemaal dat de „Oranje'' een groot, nieuw schip van de Mij. „Nederland" is. Ik wou gaan dansen, maaroh, ja, dat mocht ik niet. „Verboden te dansen: strafwet, pak op je broek". Eten: kon ik haast niet door m'n keel krijgen. Eindelijk dan ging ik naar de trein, kocht een kaartje. Toen liep ik het perron op en zag al gauw Hector met zijn moeder staan. Tegen dien tijd kwam de trein en wij stapten in. De trein was stampvol. Wat duurde het lang in die trein! Eindelijk dan waren we in Amsterdam. We gingen over het IJ met de IJ-pont. Toen nog een eindje gebust en.... we waren er. We zagen de „Oranje" al liggen. We stapten de loopplank op en kwamen in een lange gang terecht. Onze geleider opende een deur die toe gang gaf tot een lange, ijzeren trap. „Mensen", zei de geleider, „u wordt verzocht om achteruit de trap af te lopen". En ja, toen we de trap waren afgeklommen, kwamen we in de machinekamer. Wat een ruimte! En vol met machines. De machinekamer is pl.m. 3 verdiepingen hoog. De motoren voor de schroe ven waren héél groot. Eik der motoren heeft een lengte van 20.28,5 M. een hoogte van 8.14 M. en een breedte van 3.89 M. Iedere mo tor ontwikkelt een kracht van 12.500 P.K. en maakt 145 omwentelingen per minuut. We za gen met grote, koperen letters staan: „Sulzer", want je moet weten, dat de motoren gebouwd zijn in de fabrieken van de Gebr. Sulzer te Winterhur in Zwitserland. Daarna zagen we de drie reusachtige schroef assen. Toen kwamen we in de electrische cen trale van het schip. Ook weer grote Diesel motoren, die met daverend geraas rond draai den. Hier wordt de electrise stroom voor het gehele schip vervaardigd. Toen gingen we naar de „ijsfabriek" van het schip, waar men het ijs voor de passagiers vervaardigt. Daarna gingen we weer een trapje op en kwamen we in de. keuken, of liever gezegd: kombuis. De kombuis stond vol met potten en pannen en borden. Alles was electris ingericht. Daarna zagen we de hut van deKoningin. Schit terend, om het in één woord te zeggen. De „Cabin de Luxe" (luxe hut) was prachtig. Fijne bedden, fonteintjes met stroomend koud en heet water. De „bar" (café) was ook fijn. Er was in de muur een houtsnede van oud-Batavia, en op de muur was de hele reis, die de route van het schip was, afgebeeld, van Amsterdam naar Batavia. De openlucht-gymnastiekzaal was fijn. Er was o.a. en electris hobbeljaard en een roeistel- ling om te trainen in 't roeien, een rekstok en gewichten, enz. De reddingsloepen waren schitterend. De schoorsteen was reusachtig groot, 10 Meter hoog, zeg! Er was ook een leuk zwembassin, wel 6 vierkante meter groot en ongeveer 3 M. diep. Toen gingen we lekker op het promenadedek op dekstoeltjes liggen, want we gingen varen. We gingen 't hele IJ over, naar de Javakade van de rederij. Twee uur lang hebben we gevaren. Lang DOMME WIM door W. B.-Z. Nee Wim, Dat is niet slim, 't Is aan jezelf te wijten, Dat Kees je nu gaat bijten. Het zal je heus niet lukken De kersen af te plukken. Gelukkig, daar komt buurman aan. Kees zal je nu wel laten gaan. „Kom gauw maar van de ladder af. Je broek is stuk, dat is je straf." Komt Wim daarna hard huilend thuis Dan is 't daar ook lang niet pluis, Want vader zegt: ,,'k Neem voor je straf Je voor een maand je voetbal af. En uit je spaarpot wordt gehaald, Wat moeder voor je broek betaalt." Wim schaamde zich en dacht: „Nooit weer, Kom ik in buurmans boomgaard meer." hè, zo'n groot schip vaart natuurlijk niet zo erg hard! De vierde klas van het schip, leek wel 't. vooronder van de Alkmaarpacket. Op de brug van den kapitein mochten we helaas niet komen. Maar we hadden wel genoeg gezien! O jé, ja! ZIJN EERSTE SCHILDERWERK De beroemde Franse schilder Edouard Manet, was in zijn jeugd een vreselijk ondeugende jongen, die zijn ouders veel zorg veroorzaakte. Toen hij maar aldoor slechte rapporten thuis bracht en steeds zat te schilderen inplaats van zijn huiswerk te maken, verloor zijn vader ein delijk het geduld en stuurde hem naar zee. Met het koopvaardijschip „Le Havre et Guade loupe" maakte hij zijn eerste reis. De vaart ging naar de Antillen en er was ook een grote partij Edammer kaas aan boord. Deze lag in verschei dene hoge stapels op het dek. De eerste dagen zagen de kaasjes nog mooi rood, maar door de zeelucht verloren ze langzamerhand alle glans en kleur. Bezorgd overpeinsde de kapitein, dat dit een reuzenstrop was; immers wie zou zulke nare bleke kaasje willen kopen? Goede raad was duur! Maar daar bedacht hij opeens, dat de vader van zijn nieuwen scheeps jongen hem iets verteld had over diens verwoede liefde voor de schilderkunst. Hij liet Edouard roepen en zei: „Jongen, ik weet, dat je graag met penseel en verf omgaat. Hier heb je een pot rode menie en een kwast. Verf al deze kaasjes mooi rood en vergeet niet, het zwarte stempel van de waren wet over te teekenen. Als je ijverig werkt, kan je nog voor onze aankomst in de haven klaar zijn." Manet begon vol moed te schilderen. Hij maak te de kaasjes mooi rood, tekende het warenwet- merk erop en bovendien op iedere kaas nog een grappig poppetje. Toen het schip in de haven van Havanna het anker uitwierp, glansden de kaasjes als verse tomaten in de zon. De kapitein glom van vreug de en de inboorlingen kochten de kaasjes gre tig, vooral omdat ze vast geloofden, dat die pop petjes geluk zouden brengen. De kapitein maaitte! goede zaken. Hij klopte later zijn scheepsjongen vertrouwelijk op de schouder en zei: „Edouard, blijf jij maar in de kaashandel. Je bent er ge woonweg voor in de wieg gelegd!" Met deze woorden stopte hij hem een geldstuk in de hand en dat was het eerste verdiende geld van Manet, den beroemden schilder! RIET EN FIET Ik ben Riet en zus heet Fiet. Je ziet ons naast elkander staan We hebben dezelfde jurkjes aan. We hebben dezelfde strik in 't haar. Niemand kent ons uit elkaar. Want tegen Fiet zeggen ze Riet En zien ze Riet, dan zeggen ze Fiet. Als Fiet je lacht, dan lacht ook Riet, Verdriet dat kennen we nog niet. En iedereen, die ons zo ziet Vraagt: „Wie is Riet en wie is Fiet?" Ons moedertje vergist zich niet, Ze kent haar Fiet. ze kent haar Riet, Maar dit is zeker en gewis. Dat komt omdat het moeder is. HET LEVEN VAN EDISON. Hoe een knappe en flinke jongen zijn weg baande. Het leven van den beroemden Amerikaansen uitvinder Thomas Alva Edison lijkt wel wat op een sprookje. Luister, dan ga ik je daar 't een en ander van vertellen. Moeilijke jeugd. Hij werd op 11 Februari 1847 te Milan in de staat Ohio geboren. Toen de jongen zeven jaren oud was, vestigde zijn vader zich in Port Huron, waar hij dacht beter aan de kost te kunnen ko men dan in Milan. Maar zijn verwachtingen wer den niet vervuld. Hij verdiende zelfs niet vol doende om voor zijn zoon het schoolgeld te be talen. Zijn moeder gaf hem wel enig onderwijs in het noodzakelijkste: een beetje lezen, schrij ven en rekenen, maar overigens moest hij reeds heel jong, ergens werk zoeken, om iets te ver dienen. Toen hij twaalf jaren oud was, verkocht hij gebak en fruit op het station aan de reizigers. Maar de ondernemende, scherpzinnige jongen heeft spoedig in de gaten, dat hij meer verdienen kan, als hij aan de mensen, die zich op reis ver velen, lectuur vexkoopt, vooral kranten en nieuwsberichten, want de burgerooi-log tussen de Zuid- en Noord-Staten is aan de gang.Met deze handel verdient hij ook werkelijk goed geld. Dan komt hij op het denkbeeld, zelf een krant te druk ken en uit te geven. Hij koopt een oude zetters- kast en een eenvoudige drukpers en huurt een bagagewagen waarin hij zijn drukkerij, redactie en expeditiekantoor installeert, want de nauwe lijks 16-jarige knaap verenigt in zijn persoon alle functies: zetter, redacteur, expediteur. De spoortelegrafisten hebben er schik in en helpen hem aan sensationeel nieuws. Zijn courant, de „Grand Trunk Herald" verschijnt in 300 exem plaren, die grif verkocht worden. Maar dan gebeurt er een ongeluk. Tussen zijn redactionele bezigheden in neemt hij proe ven met alle mogelijke dingen en.op een kwade dag vliegt daarbij de bagagewagen in brand, en de jongen wordt door de kwade be ambten met zijn hebben en houden hardhandig uit de trein verwijderd. Van de slagen, die hij toen kreeg, moet de doofheid afkomstig zijn, waaraan Edison zijn gehele leven is blijven lijden. Veel uitvindingen maar geen geld! Intussen heeft'hij ingezien dat de telegrafie een grote rol in de maatschappij speelt en verder dat zijn kennis al te gebrekkig is om het in het leven tot iets te brengen. Het gevolg van dit in zicht is, dat hij de krantenverkoop er aan geeft en solliciteert naar een betrekking als hulptele grafist. Achtereenvolgens weikt hij als zoodanig bij de Great Westei-n Union Telegraph Cy te Hu ron en te Stratfort in Canada. In zijn vrije uren leest hij technische boeken en knutselt hij ijverig en vergeet daarbij wel eens het telegraaftoestel te bedienen, hetgeen bijna een treinbotsing ten gevolge heeft. Natuurlijk wordt de geniale, maar nonchalante employé op staande voet ontslagen. Door bemiddeling van een vriend krijgt hij een betrekking op het telegraafkantoor te Boston, en in dit tijdpeik vallen zijn eerste practisehe uitvindingen. Hij is thans 23 jaar, knutselt dag en nacht met electrische draden en schrikt voor geen werk terug om er iets bij te verdienen ten einde de voor zijn proeven noodzakelijke toe stellen te kunnen kopen. En hij maakt een goede kans: hij heeft n.l. ontdekt, hoe men, door ge bruik te maken van electrische stromen van ver schillende steikte, lang dezelfde draad tegelijker tijd in tegengestelde richtingen kan telegrafe ren. De Pacific Telegraph Cy te New York past zijn uitvinding op haar lijnen toe en verdient er duizenden dollars aan maar de uitvinder krijgt geen cent van de winst! De kans keert! Dan keert eindelijk de kans. Op de beurs te New York is een paniek ontstaan, dooi-dat het zendtoestel, waarmee de koersen verspreid wor den, defect wordt. De abonnés worden ongedul dig, dreigen het kantoor der telegraaf-maatschap- pij te bestormen en de directeur is ten einde raad. Daar komt Edison en biedt aan het tele-' graaftoestel binnen het uur te repareren. En hij doet het! De directeur is opgetogen en neemt den knappen monteur in vaste dienst, met een sala ris van 300 dollar per maand. Nu vindt Edison een nieuwe electrische koersmelder uit, en de maatschappij koopt deze uitvinding voor 40.000 dollar. Dit is het eerste grote succes voor den genialen jongen man. Nu hoeft hij niet meer op een dubbeltje te kijken bij de aankoop van ma teriaal en instrumenten voor zijn experimenten, want hij heeft nog heel wat denkbeelden en plan nen in zijn hoofd. In zijn werkplaats te Newark ontstaat de automatische telegraaf, waai-mee men duizend woorden per minuut kan seinen, en de quadruplex telegraaf, waarmede men tegelijker tijd vier telegrammen kan verzenden. Hij ver dient thans ruim geld, en op 29-jarigen leeftijd heeft hij 400.000 dollar kunnen overhouden. Deze besteedt hij grotendeels om een laboratorium op grote grondslag in Menlopark, veertig kilometer van New-York, te laten bouwen en inrichten. Daar vestigt hij zich nu ook een werkt dag en nacht aan een nieuwe uitvinding: de verbete ring van de Bell-telefoon. In 1860 had Philipp Reis in Frankfort een instrument geconstrueert, waarmee de menselijke stem doormiddel van de electrische stroom op een zekere, korte af stand kon overbrengen. Prof. Bell te Boston had dit primitieve instrument verbeterd, maar ook de Bell-telefoon werkte slechts op een afstand van hoogstens 20 kilometer. Edison splitste hel toestel in twee delen n.l. een zender en een ont. vanger en vond de microfoon uit, het welbekende instrumentje, dat het zwakste geluid versterkt, Dit bouwt hij bij de ontvanger in en bereikt daardoor, dat men de menselijke stem op 100 kilometer afstand duidelijk verstaat. Deze uit. vinding is practisch en wordt spoedig populair, Zij brengt hem als eerste termijn 250.000 dollar in het laatje. Gloeilamp, gramofoon en cinema De volgende geniale uitvinding is de kool. draad-gloeilamp. Het electrische booglicht kenda men toen i-eeds, maar dit was niet geschikt voo: I de verlichting van woon- en werkkamers. Mer. wist ook, dat in een luchtledige glazen bol he- - paalde stoffen door de electrische stroom to: gloeiing kunnen worden gebracht, maar een duurzame gloeidraad had men nog niet gevon. den. Edison ontdekte dat men uit zekere bam boe vezels door verkolen een bruikbaar mate. riaal kon verkrijgen en op 21 October 1879 brandde in Menlopark de eerste gloeilamp. Ik hoef jullie niet te vertellen, dat deze uitvinding in korte tijd de hele wereld veroverde. Tenslotte wil ik alleen nog gewag maken van de uitvinding der spreekmachine, de fonograaf, Bij zijn experimenten tot verbetering van de Bell-telefoon had hij opgemerkt, dat de geluid- trillingen, wanneer zij langs een licht voorwerp gaan, onregelmatige beweging doen ontstaan, „Dat komt door het verschil in golflengte van de klanken", dacht Edison. „Zou ik die schom. melingen niet door middel van een stift, die aan een dunne plaat is bevestigd, op een strookje v/as kunnen vastleggen?" Hij probeert het en het lukt. Er ontstaan kleine inkervingen op het was, die verschillen naar de toonshoogte en de kracht der geluiden. Dat was voldoende voor hem, om een toestel te construeren: een snel ronddraaien- de langzaam vooi-tschuivende cylinder met een mantel van was, een vlies met een naald, gespan nen over de nauwe opening van een trechter en een paar kleine andere onderdeelen (spiraalveer, kastje enz.) Voor eenige vrienden en medewer kers demonstreert hij zijn uitvinding (in 1878), en allen staan verbaasd. Zij horen werkelijk hei kleine gedicht, dat Edison voor den trechter heeft opgezegd, wanneer de rol voor de tweede maal wordt afgedi-aaid. Maar dan laat hij het toestel liggen. Het raakt haast in vergetelheid, en eerst in 1888 verbetert hij het, en nu houdt de sensationele spreekmachine haar zegetocht door Europa en Amerika. Ook de cinema dankt haar ontstaan aan Edi son. Geld en eer hebben Edison zijn uitvindingen in x'uime mate opgebracht, maar het geluk vond hij voornamelijk in zijn onvermoeid werken, en in de voldoening, wanneer na lange moeizame proefnemingen zijn experimenten slaagden. HET is jullie natuurlijk gegaan, zoals 't mij tot voor korte tijd ook gegaan is en zoals het de meeste mensen, voor zover ze er over gedacht hebben, ook wel gegaan zal zijn n.l. dat we de bloemen, zoals die buiten groeien en bloeien verdelen in insec- tenbloemen en bloemen, die dat niet zijn. Met insectenbloemen bedoelen we dan die bloemen, waarbij het stuifmeel van de meeldraden door insecten, vooi-al de bijen, wordt overgebracht op de stamper. Alleen als dit gebeurd is, kan er immers van de planten zaad komen! En bij de planten waar dit niet gebeurt, komt dat bren gen van het stuifmeel op de stamper op een an dere manier tot stand. Bij sommige geschiedt het door de wind, denk maar aan onze korenakkers, waar soms een wolk van stuifmeel over heen waait. Bij andere zorgt de bloem er zelf voor. Dan praten we van zelfbestuiving. Soms gebeurt dit, doordat de meeldraden boven de stamper uit groeien en als ze straks opengebarsten zijn, de stamper gaan bepoeieren met stuifmeel. Maar dat ook vogels behulpzaam zijn bij het overbren gen van stuifmeel, wist ik tot voor korte tijd. niet. Jullie zeker ook niet? Dat vogels meehelpen aan de verspreiding der planten is geen nieuws voor ons. Tal van vogels, die zich voeden met allerlei besvruchten, laten later de onverteerbare zaden vallen en komen ze in de aarde terecht, dan zien we daar later een nieuwe plant op groeien, waarvan we ons soms met verbazing afvragen „hoe komt die daar?" Ook allerlei za den, die soms in de lucht zweven, denk maar aan 't zaad van de paai-debloem, blijven soms aan de veren van de een af andere vogel hangen en dra gen zo bij tot de v ex-spreiding van allerlei plan ten. Maar bloemenbestuivende vogels! Dat lijkt toch wel iets onbestaanbaars. En toch is het zo. 't Is alleen maar jammer, dat we dit merkwaar- dige vooi-beeld van bestuiving niet in ons eigen landje kunnen waarnemen. Om dit te kunnen doen, moeten we naar de tropen, dus naar de warmere gewesten. Wel kende men hier vogels, die men honingvogels noemde, omdat men dacht dat ze de bloemen bezochten enkel en alleen om er honing uit te zuigen. Later is gebleken, dat ze ook, net als de bijen bij ons, al honingslurpende wat stuifmeel meenemen om dat straks op de een of andere stamper achter te laten. 10 pet. van de vogelsooi'ten in de t ropen, maken zich op deze wijze verdienstelijk. De bloemen van de pisang of de banaan, sommige fuchsia- en sal- viasoorten worden met dit doel door de vogels bezocht. Het zijn enkele soorten van kolibri's, pa pegaaien, kledervogels, la-aaien en spreeuwen, die zich op deze manier verdienstelijk maken, Merkwaardig is, dat de plaatsen waarop de vo gel bij zijn bezigheid moet zitten, steviger zijn gebouwd dan de overige delen en dat ook de meeldraden en stampers bij deze planten stevi ger zijn dan gewoonlijk. Het zijn in de tro pen echter niet alleen sommige vogels, die deel nemen aan deze bloemenbestuiving, ook enkele zoogdieren nemen aan dit werk deel. In Austra lië zijn het de buidelratten, op Java een aan tal vleermuissoorten, evenals op de Sandwich eilanden. Als ik het goed heb, heeft men in de Amsterdamse Hortus, dat is de tuin, die by de Universiteit behoort, enkele van die tropische vo- gelplanten. LW. B.—Z.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 8