BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES
Aan allen!
Wanneer het a.s. Dinsdag weer is om buiten
te zitten, dan mogen tien meisjes op visite ko
men. Deze meisjes werken dan allen voor de
bazar ten bate van de T.B.C.-bestrijding. On
der het hoofdstuk visite staan hun namen ver
meld. Is het weer koud of regenachtig dan stel
ik de ontvangst een week uit.
Best KRULLEKOPJE. Prettig dat het
kleedje ai zo flink vordert. A.s. Dinsdag mag je
weer komen, ten minste als het tuinweer is.
'k Ben het met je moeder eens. Als Bep met
school is uitgeweest en bovendien nog bij een
tante gaat logeren, is het voldoende en be
hoeft ze nog eens niet extra uit. „Overdaad
schaadt". Dag Krullekopje.
Lief TEKENAARSTERTJE. Wel meisje
wat is dat 1.1. Maandag een fijne dag geweest.
Je zult 's avonds wel spoedig ingeslapen zijn,
na de genoten beweging in de open lucht en
het happen van frisse zeelucht. Toch was je
zeker wel erg blij toen je de bus mocht instap
pen en de wandeling niet terug behoefde te
maken. Dag Tekenaarstertje.
Best BOODSCHAPSTERTJE. 'k Dank je
voor de titel van het. boekje. Ik ken het niet.
Je moeder is dus fijn een dagje uit geweest. Ze
trof vrij goed weer. Hoe staat het met je zwem
diploma? A.s. Dinsdag mag je op visite komen.
Lees m'n briefje vooraf en de namen onder het
opschrift visite maar even. Tot ziens dus. Dag
Boodschapstertje.
Lief BIJ-DE-HANDJE. Heb je 1.1. Woens
dag een prettig dagje gehad? 'k Denk van wel.
Zo samen met je moeder uit, is maar wat fijn.
Je hebt ook heel goed weer getroffen, niet te
warm en niet te koud. Is je tante uit Den Hel
der nog steeds te IJmuiden? Doe haar dan m'n
groeten. Dag Bij-de-handje.
Best BRUINOOGJE. Je zus heeft de .be
schikking over een hele garderobe, zeg. Ze kan
17 dagen achter elkander een andere jurk aan
en kan dan weer aan jurk 1 beginnen. Ook
heeft ze reeds een aardige collectie speelgoed.
Het plaatje op je briefje vond ik schattig. Dag
Bruinoogje.
Best BERGKONINGINNETJE. Verleden
week kon ik je briefje niet beantwoorden. Je
was te laat. Toen de briefjes weg waren ge
bracht, vond ik jouw briefje in de vestibule. Je
spaargeld heb ik op de lijst aangetekend. Jul
lie krijgt 14 dagen schrijfvacantie. Wanneer de
vaeantie ingaat weet ik nog niet. In ieder geval
laat ik intijds weten, wanneer de vaeantie in
gaat. Dag Bergkoninginnetje.
Beste ANEMOON. Prettig dat je zo fijn uit
geweest bent en veel pleizier hebt gehad. Je
hebt nu ook een zwemleskaart,? Dan maar flink
oefenen en zorgen dat je deze zomer je zwem
diploma nog haalt, Was je moeder blij met het
door je zelf gemaakte verjaarscadeau? Het
komt natuurlijk goed van pas en wordt zeker
reeds gebruikt. Dag Anemoon.
Lief GOUDMUILTJE. Je nachtjaponnetje
is dus ongeveer gereed. Voor je van school gaat,
komt het dus nog klaar. Je bent een flinke
gymnaste. Waaruit bestond de behaalde 2e
prijs? A.s. Dinsdag mag je weer op visite ko
men om aan je werk voor de bazar verder te
gaan. Tot ziens dus. Dag Goudmuiltje.
Best BLONDJE. Waar we met het a.s. reisje
naar toe gaan? Dat blijft nog een verrassing.
Ieder kind, dat mede gaat moet 80 cent betalen.
Daarvoor maken we een reisje met trein en
A.TO.-bus en krijgt ieder kind drie consump
ties. We gaan 's morgens intijds weg en komen
's avonds om ongeveer 7 uur weer thuis. Nu
maar flink sparen, zodat je ook mede kunt. Dag
Blondje.
Best ZANGERESJE. Ja, waar gaan we
naar toe als we uitgaan? Dat moet een verras
sing blijven. Je hebt reeds 40 cent gespaard en
bent dus op de helft. A.s. Dinsdag mag je, mits
het tuinweer is weer op visite komen. Vergeet
TWEE VLECHTJES
door W. B.-Z.
Moeke maakt twee vlechtjes
Van Miekes lange haar.
Want als 't heel erg warm is,
Vindt Mieke 't zo naar.
Kleine, kleine Miekelijn,
't Worden heus twee, vlechtjes fijn.
Moeke doet twee strikjes
In ieder vlechtje een.
En als 't kapsel klaar is
Loopt ons Mieke heen.
Kleine, kleine Miekelijn,
't Worden heus twee strikjes fijn.
Moeke zet een hoedje
Op Miekes blonde haar
En nu is.ons Mieke
Keurig, kant en klaar.
Kleine, kleine Miekelijn,
Wat zal jij nu netjes zijn.
je kleedje voor de bazar niet, zodat ik je ver
der kan helpen.
Dag Zangeresje.
Lief REPELSTEELTJE. Je kunt nu de
dagen dat je nog op school gaat tellen. Prettig
dat je voorlopig thuis blijft om je moeder te
helpen. Je moeder zal dan heel wat vroeger
met haar werk klaar zijn, tenminste wanneer
je haar flink helpt. Kan je 's middags niet naar
naaien gaan? Later kan het je te pas komen
wanneer je goed met de naald kunt omgaan,
'k Wensch je veel pleizier tijdens je twee daag
se schoolreis. Dag Repelsteeltje.
Lief GOUDHAARTJE. Dat is ook even een
bof zeg. Als het a.s. Dinsdag weer is om buiten
te zitten, dan mag je weer op visite komen. Lees
m'n briefje vooraf maar eens goed na. Hoe is
de schoolreis verlopen? Heb je je in Ouwe-
hand's dierenpark goed geamuseerd? Natuurlijk
ga je op school over, dat laat geen twijfel. Tot
Dinsdag dus. Bestel maar mooi weer. Dag Goud
haartje.
Best ZONNESTRAALTJE. 1.1. Zaterdag is
dus een prettige dag geworden. Fijn hoor. Hoe
gaat het met je zus? Je speelt natuurlijk veel
met haar buiten, 'k Hoop haar 20 Juli een kaart
te sturen. Dag Zonnestraaltje.
Lief ZONDAGSKIND. Je moeder was blij
verrast met de handwerkjes. Dat dacht ik wel.
Ze komen goed van pas. Je oom vindt het zon
de om over de lat van het theedoekenhangertje
een theedoek te hangen. Maar dat is een ver
keerd begrip. Het hangertje is er voor bestemd
en moet aan de bestemming beantwoorden. Het
werk wordt er bovendien niet door geschaad,
integendeel. Aan 20 Juli hoop ik te denken,
'k Wens je een prettig schoolreisje toe. Dag
Zondagskind.
Beste POLLY. Berendman, je ouders en
jij van harte gefeliciteerd met B.'s succes. Hij
gaat dus September a.s. naar de H.B.S. Je op
stel heb ik gezien en het doen plaatsen. Tijd
voor correctie had ik niet, ja zelfs niet om het
even na te lezen. Misschien corrigeert de zetter
je stukje maar dat is niet zeker. Het beste met
je en m'n groeten aan allen thuis. Dag Polly.
VISITE.
Alleen wanneer het a.s. Dinsdag weer is om
buiten te zitten handwerken dan mogen ZAN
GERESJE, HANDWERKSTERTJE. KRULLE
KOPJE. ANEMOON, REPELSTEELTJE, GOUD
MUILTJE. GOUDHAARTJE. BRUINOOGJE,
ZONDAGSKIND en BERGKONINGINNETJE
op visite komen. Ik verwacht ze om 4.30. Om
5.30 gaan ze weer naar huis.
Met veel groeten van:
Mej. E. VIJLBRIEF.
Onderstaand opstelletje is geschreven door
Polly Voet, Leeuweriklaan 23, IJmuiden-Oost.
MET POLLY DE „ORANJE" OP!
Toen Polly Zaterdagmorgen thuis, kwam,
wachtte hem een reuze verrassing. „Poll", zei
z'n moeder lachend. „Ik zal je eens wat zeggen!
Maar je moet me beloven om niet van vreugde
te dansen, want dan stoot je alles stuk. De
moeder vn Hector is geweest en die heeft ge
vraagd of je vanmiddag mee gaat naar Am
sterdam. Ze gaan met een hele groep. Hector
gaat zelf ook mee. Jullie gaan„de Oranje"
bezichtigen". Jullie weet natuurlijk allemaal dat
de „Oranje'' een groot, nieuw schip van de
Mij. „Nederland" is. Ik wou gaan dansen,
maaroh, ja, dat mocht ik niet. „Verboden
te dansen: strafwet, pak op je broek".
Eten: kon ik haast niet door m'n keel krijgen.
Eindelijk dan ging ik naar de trein, kocht een
kaartje. Toen liep ik het perron op en zag al
gauw Hector met zijn moeder staan. Tegen
dien tijd kwam de trein en wij stapten in. De
trein was stampvol. Wat duurde het lang in die
trein!
Eindelijk dan waren we in Amsterdam. We
gingen over het IJ met de IJ-pont. Toen nog
een eindje gebust en.... we waren er. We
zagen de „Oranje" al liggen. We stapten de
loopplank op en kwamen in een lange gang
terecht. Onze geleider opende een deur die toe
gang gaf tot een lange, ijzeren trap.
„Mensen", zei de geleider, „u wordt verzocht
om achteruit de trap af te lopen". En ja, toen
we de trap waren afgeklommen, kwamen we
in de machinekamer. Wat een ruimte! En vol
met machines. De machinekamer is pl.m. 3
verdiepingen hoog. De motoren voor de schroe
ven waren héél groot. Eik der motoren heeft
een lengte van 20.28,5 M. een hoogte van
8.14 M. en een breedte van 3.89 M. Iedere mo
tor ontwikkelt een kracht van 12.500 P.K. en
maakt 145 omwentelingen per minuut. We za
gen met grote, koperen letters staan: „Sulzer",
want je moet weten, dat de motoren gebouwd
zijn in de fabrieken van de Gebr. Sulzer te
Winterhur in Zwitserland.
Daarna zagen we de drie reusachtige schroef
assen. Toen kwamen we in de electrische cen
trale van het schip. Ook weer grote Diesel
motoren, die met daverend geraas rond draai
den. Hier wordt de electrise stroom voor het
gehele schip vervaardigd. Toen gingen we naar
de „ijsfabriek" van het schip, waar men het ijs
voor de passagiers vervaardigt. Daarna gingen
we weer een trapje op en kwamen we in de.
keuken, of liever gezegd: kombuis.
De kombuis stond vol met potten en pannen
en borden. Alles was electris ingericht. Daarna
zagen we de hut van deKoningin. Schit
terend, om het in één woord te zeggen. De
„Cabin de Luxe" (luxe hut) was prachtig. Fijne
bedden, fonteintjes met stroomend koud en
heet water.
De „bar" (café) was ook fijn. Er was in de
muur een houtsnede van oud-Batavia, en op
de muur was de hele reis, die de route van het
schip was, afgebeeld, van Amsterdam naar
Batavia.
De openlucht-gymnastiekzaal was fijn. Er
was o.a. en electris hobbeljaard en een roeistel-
ling om te trainen in 't roeien, een rekstok en
gewichten, enz.
De reddingsloepen waren schitterend. De
schoorsteen was reusachtig groot, 10 Meter
hoog, zeg! Er was ook een leuk zwembassin,
wel 6 vierkante meter groot en ongeveer 3 M.
diep.
Toen gingen we lekker op het promenadedek
op dekstoeltjes liggen, want we gingen varen.
We gingen 't hele IJ over, naar de Javakade
van de rederij.
Twee uur lang hebben we gevaren. Lang
DOMME WIM
door W. B.-Z.
Nee Wim,
Dat is niet slim,
't Is aan jezelf te wijten,
Dat Kees je nu gaat bijten.
Het zal je heus niet lukken
De kersen af te plukken.
Gelukkig, daar komt buurman aan.
Kees zal je nu wel laten gaan.
„Kom gauw maar van de ladder af.
Je broek is stuk, dat is je straf."
Komt Wim daarna hard huilend thuis
Dan is 't daar ook lang niet pluis,
Want vader zegt: ,,'k Neem voor je straf
Je voor een maand je voetbal af.
En uit je spaarpot wordt gehaald,
Wat moeder voor je broek betaalt."
Wim schaamde zich en dacht: „Nooit weer,
Kom ik in buurmans boomgaard meer."
hè, zo'n groot schip vaart natuurlijk niet zo
erg hard! De vierde klas van het schip, leek
wel 't. vooronder van de Alkmaarpacket. Op de
brug van den kapitein mochten we helaas niet
komen. Maar we hadden wel genoeg gezien!
O jé, ja!
ZIJN EERSTE SCHILDERWERK
De beroemde Franse schilder Edouard Manet,
was in zijn jeugd een vreselijk ondeugende
jongen, die zijn ouders veel zorg veroorzaakte.
Toen hij maar aldoor slechte rapporten thuis
bracht en steeds zat te schilderen inplaats van
zijn huiswerk te maken, verloor zijn vader ein
delijk het geduld en stuurde hem naar zee.
Met het koopvaardijschip „Le Havre et Guade
loupe" maakte hij zijn eerste reis. De vaart ging
naar de Antillen en er was ook een grote partij
Edammer kaas aan boord. Deze lag in verschei
dene hoge stapels op het dek. De eerste dagen
zagen de kaasjes nog mooi rood, maar door de
zeelucht verloren ze langzamerhand alle glans
en kleur.
Bezorgd overpeinsde de kapitein, dat dit een
reuzenstrop was; immers wie zou zulke nare
bleke kaasje willen kopen?
Goede raad was duur! Maar daar bedacht hij
opeens, dat de vader van zijn nieuwen scheeps
jongen hem iets verteld had over diens verwoede
liefde voor de schilderkunst. Hij liet Edouard
roepen en zei:
„Jongen, ik weet, dat je graag met penseel en
verf omgaat. Hier heb je een pot rode menie en
een kwast. Verf al deze kaasjes mooi rood en
vergeet niet, het zwarte stempel van de waren
wet over te teekenen. Als je ijverig werkt, kan
je nog voor onze aankomst in de haven klaar
zijn."
Manet begon vol moed te schilderen. Hij maak
te de kaasjes mooi rood, tekende het warenwet-
merk erop en bovendien op iedere kaas nog een
grappig poppetje.
Toen het schip in de haven van Havanna het
anker uitwierp, glansden de kaasjes als verse
tomaten in de zon. De kapitein glom van vreug
de en de inboorlingen kochten de kaasjes gre
tig, vooral omdat ze vast geloofden, dat die pop
petjes geluk zouden brengen. De kapitein maaitte!
goede zaken. Hij klopte later zijn scheepsjongen
vertrouwelijk op de schouder en zei: „Edouard,
blijf jij maar in de kaashandel. Je bent er ge
woonweg voor in de wieg gelegd!"
Met deze woorden stopte hij hem een geldstuk
in de hand en dat was het eerste verdiende geld
van Manet, den beroemden schilder!
RIET EN FIET
Ik ben Riet en zus heet Fiet.
Je ziet ons naast elkander staan
We hebben dezelfde jurkjes aan.
We hebben dezelfde strik in 't haar.
Niemand kent ons uit elkaar.
Want tegen Fiet zeggen ze Riet
En zien ze Riet, dan zeggen ze Fiet.
Als Fiet je lacht, dan lacht ook Riet,
Verdriet dat kennen we nog niet.
En iedereen, die ons zo ziet
Vraagt: „Wie is Riet en wie is Fiet?"
Ons moedertje vergist zich niet,
Ze kent haar Fiet. ze kent haar Riet,
Maar dit is zeker en gewis.
Dat komt omdat het moeder is.
HET LEVEN VAN EDISON.
Hoe een knappe en flinke
jongen zijn weg baande.
Het leven van den beroemden Amerikaansen
uitvinder Thomas Alva Edison lijkt wel wat op
een sprookje. Luister, dan ga ik je daar 't een
en ander van vertellen.
Moeilijke jeugd.
Hij werd op 11 Februari 1847 te Milan in de
staat Ohio geboren. Toen de jongen zeven jaren
oud was, vestigde zijn vader zich in Port Huron,
waar hij dacht beter aan de kost te kunnen ko
men dan in Milan. Maar zijn verwachtingen wer
den niet vervuld. Hij verdiende zelfs niet vol
doende om voor zijn zoon het schoolgeld te be
talen. Zijn moeder gaf hem wel enig onderwijs
in het noodzakelijkste: een beetje lezen, schrij
ven en rekenen, maar overigens moest hij reeds
heel jong, ergens werk zoeken, om iets te ver
dienen. Toen hij twaalf jaren oud was, verkocht
hij gebak en fruit op het station aan de reizigers.
Maar de ondernemende, scherpzinnige jongen
heeft spoedig in de gaten, dat hij meer verdienen
kan, als hij aan de mensen, die zich op reis ver
velen, lectuur vexkoopt, vooral kranten en
nieuwsberichten, want de burgerooi-log tussen
de Zuid- en Noord-Staten is aan de gang.Met deze
handel verdient hij ook werkelijk goed geld. Dan
komt hij op het denkbeeld, zelf een krant te druk
ken en uit te geven. Hij koopt een oude zetters-
kast en een eenvoudige drukpers en huurt een
bagagewagen waarin hij zijn drukkerij, redactie
en expeditiekantoor installeert, want de nauwe
lijks 16-jarige knaap verenigt in zijn persoon
alle functies: zetter, redacteur, expediteur. De
spoortelegrafisten hebben er schik in en helpen
hem aan sensationeel nieuws. Zijn courant, de
„Grand Trunk Herald" verschijnt in 300 exem
plaren, die grif verkocht worden.
Maar dan gebeurt er een ongeluk. Tussen
zijn redactionele bezigheden in neemt hij proe
ven met alle mogelijke dingen en.op een
kwade dag vliegt daarbij de bagagewagen in
brand, en de jongen wordt door de kwade be
ambten met zijn hebben en houden hardhandig
uit de trein verwijderd. Van de slagen, die hij
toen kreeg, moet de doofheid afkomstig zijn,
waaraan Edison zijn gehele leven is blijven
lijden.
Veel uitvindingen maar geen geld!
Intussen heeft'hij ingezien dat de telegrafie
een grote rol in de maatschappij speelt en verder
dat zijn kennis al te gebrekkig is om het in het
leven tot iets te brengen. Het gevolg van dit in
zicht is, dat hij de krantenverkoop er aan geeft
en solliciteert naar een betrekking als hulptele
grafist. Achtereenvolgens weikt hij als zoodanig
bij de Great Westei-n Union Telegraph Cy te Hu
ron en te Stratfort in Canada. In zijn vrije uren
leest hij technische boeken en knutselt hij ijverig
en vergeet daarbij wel eens het telegraaftoestel
te bedienen, hetgeen bijna een treinbotsing ten
gevolge heeft. Natuurlijk wordt de geniale, maar
nonchalante employé op staande voet ontslagen.
Door bemiddeling van een vriend krijgt hij een
betrekking op het telegraafkantoor te Boston,
en in dit tijdpeik vallen zijn eerste practisehe
uitvindingen. Hij is thans 23 jaar, knutselt dag
en nacht met electrische draden en schrikt voor
geen werk terug om er iets bij te verdienen ten
einde de voor zijn proeven noodzakelijke toe
stellen te kunnen kopen. En hij maakt een goede
kans: hij heeft n.l. ontdekt, hoe men, door ge
bruik te maken van electrische stromen van ver
schillende steikte, lang dezelfde draad tegelijker
tijd in tegengestelde richtingen kan telegrafe
ren. De Pacific Telegraph Cy te New York past
zijn uitvinding op haar lijnen toe en verdient er
duizenden dollars aan maar de uitvinder
krijgt geen cent van de winst!
De kans keert!
Dan keert eindelijk de kans. Op de beurs te
New York is een paniek ontstaan, dooi-dat het
zendtoestel, waarmee de koersen verspreid wor
den, defect wordt. De abonnés worden ongedul
dig, dreigen het kantoor der telegraaf-maatschap-
pij te bestormen en de directeur is ten einde
raad. Daar komt Edison en biedt aan het tele-'
graaftoestel binnen het uur te repareren. En hij
doet het! De directeur is opgetogen en neemt den
knappen monteur in vaste dienst, met een sala
ris van 300 dollar per maand. Nu vindt Edison
een nieuwe electrische koersmelder uit, en de
maatschappij koopt deze uitvinding voor 40.000
dollar. Dit is het eerste grote succes voor den
genialen jongen man. Nu hoeft hij niet meer op
een dubbeltje te kijken bij de aankoop van ma
teriaal en instrumenten voor zijn experimenten,
want hij heeft nog heel wat denkbeelden en plan
nen in zijn hoofd. In zijn werkplaats te Newark
ontstaat de automatische telegraaf, waai-mee men
duizend woorden per minuut kan seinen, en de
quadruplex telegraaf, waarmede men tegelijker
tijd vier telegrammen kan verzenden. Hij ver
dient thans ruim geld, en op 29-jarigen leeftijd
heeft hij 400.000 dollar kunnen overhouden. Deze
besteedt hij grotendeels om een laboratorium op
grote grondslag in Menlopark, veertig kilometer
van New-York, te laten bouwen en inrichten.
Daar vestigt hij zich nu ook een werkt dag en
nacht aan een nieuwe uitvinding: de verbete
ring van de Bell-telefoon. In 1860 had Philipp
Reis in Frankfort een instrument geconstrueert,
waarmee de menselijke stem doormiddel van
de electrische stroom op een zekere, korte af
stand kon overbrengen. Prof. Bell te Boston had
dit primitieve instrument verbeterd, maar ook
de Bell-telefoon werkte slechts op een afstand
van hoogstens 20 kilometer. Edison splitste hel
toestel in twee delen n.l. een zender en een ont.
vanger en vond de microfoon uit, het welbekende
instrumentje, dat het zwakste geluid versterkt,
Dit bouwt hij bij de ontvanger in en bereikt
daardoor, dat men de menselijke stem op 100
kilometer afstand duidelijk verstaat. Deze uit.
vinding is practisch en wordt spoedig populair,
Zij brengt hem als eerste termijn 250.000 dollar
in het laatje.
Gloeilamp, gramofoon en cinema
De volgende geniale uitvinding is de kool.
draad-gloeilamp. Het electrische booglicht kenda
men toen i-eeds, maar dit was niet geschikt voo: I
de verlichting van woon- en werkkamers. Mer.
wist ook, dat in een luchtledige glazen bol he- -
paalde stoffen door de electrische stroom to:
gloeiing kunnen worden gebracht, maar een
duurzame gloeidraad had men nog niet gevon.
den. Edison ontdekte dat men uit zekere bam
boe vezels door verkolen een bruikbaar mate.
riaal kon verkrijgen en op 21 October 1879
brandde in Menlopark de eerste gloeilamp. Ik
hoef jullie niet te vertellen, dat deze uitvinding
in korte tijd de hele wereld veroverde.
Tenslotte wil ik alleen nog gewag maken van
de uitvinding der spreekmachine, de fonograaf,
Bij zijn experimenten tot verbetering van de
Bell-telefoon had hij opgemerkt, dat de geluid-
trillingen, wanneer zij langs een licht voorwerp
gaan, onregelmatige beweging doen ontstaan,
„Dat komt door het verschil in golflengte van
de klanken", dacht Edison. „Zou ik die schom.
melingen niet door middel van een stift, die aan
een dunne plaat is bevestigd, op een strookje v/as
kunnen vastleggen?" Hij probeert het en het
lukt. Er ontstaan kleine inkervingen op het was,
die verschillen naar de toonshoogte en de kracht
der geluiden. Dat was voldoende voor hem, om
een toestel te construeren: een snel ronddraaien-
de langzaam vooi-tschuivende cylinder met een
mantel van was, een vlies met een naald, gespan
nen over de nauwe opening van een trechter en
een paar kleine andere onderdeelen (spiraalveer,
kastje enz.) Voor eenige vrienden en medewer
kers demonstreert hij zijn uitvinding (in 1878),
en allen staan verbaasd. Zij horen werkelijk hei
kleine gedicht, dat Edison voor den trechter
heeft opgezegd, wanneer de rol voor de tweede
maal wordt afgedi-aaid. Maar dan laat hij het
toestel liggen. Het raakt haast in vergetelheid,
en eerst in 1888 verbetert hij het, en nu houdt
de sensationele spreekmachine haar zegetocht
door Europa en Amerika.
Ook de cinema dankt haar ontstaan aan Edi
son. Geld en eer hebben Edison zijn uitvindingen
in x'uime mate opgebracht, maar het geluk vond
hij voornamelijk in zijn onvermoeid werken, en
in de voldoening, wanneer na lange moeizame
proefnemingen zijn experimenten slaagden.
HET is jullie natuurlijk gegaan, zoals 't
mij tot voor korte tijd ook gegaan is
en zoals het de meeste mensen, voor
zover ze er over gedacht hebben, ook
wel gegaan zal zijn n.l. dat we de bloemen, zoals
die buiten groeien en bloeien verdelen in insec-
tenbloemen en bloemen, die dat niet zijn. Met
insectenbloemen bedoelen we dan die bloemen,
waarbij het stuifmeel van de meeldraden door
insecten, vooi-al de bijen, wordt overgebracht
op de stamper. Alleen als dit gebeurd is, kan er
immers van de planten zaad komen! En bij de
planten waar dit niet gebeurt, komt dat bren
gen van het stuifmeel op de stamper op een an
dere manier tot stand. Bij sommige geschiedt het
door de wind, denk maar aan onze korenakkers,
waar soms een wolk van stuifmeel over heen
waait. Bij andere zorgt de bloem er zelf voor.
Dan praten we van zelfbestuiving. Soms gebeurt
dit, doordat de meeldraden boven de stamper uit
groeien en als ze straks opengebarsten zijn, de
stamper gaan bepoeieren met stuifmeel. Maar
dat ook vogels behulpzaam zijn bij het overbren
gen van stuifmeel, wist ik tot voor korte tijd.
niet. Jullie zeker ook niet? Dat vogels meehelpen
aan de verspreiding der planten is geen nieuws
voor ons. Tal van vogels, die zich voeden met
allerlei besvruchten, laten later de onverteerbare
zaden vallen en komen ze in de aarde terecht,
dan zien we daar later een nieuwe plant op
groeien, waarvan we ons soms met verbazing
afvragen „hoe komt die daar?" Ook allerlei za
den, die soms in de lucht zweven, denk maar aan
't zaad van de paai-debloem, blijven soms aan de
veren van de een af andere vogel hangen en dra
gen zo bij tot de v ex-spreiding van allerlei plan
ten. Maar bloemenbestuivende vogels! Dat lijkt
toch wel iets onbestaanbaars. En toch is het zo.
't Is alleen maar jammer, dat we dit merkwaar-
dige vooi-beeld van bestuiving niet in ons eigen
landje kunnen waarnemen. Om dit te kunnen
doen, moeten we naar de tropen, dus naar de
warmere gewesten. Wel kende men hier vogels,
die men honingvogels noemde, omdat men dacht
dat ze de bloemen bezochten enkel en alleen om
er honing uit te zuigen. Later is gebleken, dat ze
ook, net als de bijen bij ons, al honingslurpende
wat stuifmeel meenemen om dat straks op de
een of andere stamper achter te laten. 10 pet.
van de vogelsooi'ten in de t ropen, maken zich
op deze wijze verdienstelijk. De bloemen van de
pisang of de banaan, sommige fuchsia- en sal-
viasoorten worden met dit doel door de vogels
bezocht. Het zijn enkele soorten van kolibri's, pa
pegaaien, kledervogels, la-aaien en spreeuwen,
die zich op deze manier verdienstelijk maken,
Merkwaardig is, dat de plaatsen waarop de vo
gel bij zijn bezigheid moet zitten, steviger zijn
gebouwd dan de overige delen en dat ook de
meeldraden en stampers bij deze planten stevi
ger zijn dan gewoonlijk. Het zijn in de tro
pen echter niet alleen sommige vogels, die deel
nemen aan deze bloemenbestuiving, ook enkele
zoogdieren nemen aan dit werk deel. In Austra
lië zijn het de buidelratten, op Java een aan
tal vleermuissoorten, evenals op de Sandwich
eilanden. Als ik het goed heb, heeft men in de
Amsterdamse Hortus, dat is de tuin, die by de
Universiteit behoort, enkele van die tropische vo-
gelplanten.
LW. B.—Z.