Tücuvtmee
IÊM
VELSEN
IJ M UID E N
<EN ۩10
Jmümci
MÉTS JE M
DE ZWAVELSTOKKEN
WATERPOLO
Intrede Ds. L. Lagerweij.
Nieuw beroepen predikant der
Nederl. Hervormden.
Na gistermorgen in het dienstwerk te zijn
bevestigd en ingeleid door Ds. L. de Boer,
Hervormd predikant te Scheveningen, heeft
Ds. L. Lagerweij in den middag dienst zijn
intree-predicatie gehouden. Het kerkgebouw
was bij deze gelegenheid tot in alle hoeken
bezet. Behalve predikanten en kerkeraadsle-
den uit de omliggende gemeenten waren ook
aanwezig' Ds. Swiep van de Chr. Gereformeer
de gemeente, bestuursleden der Ned. Herv.
Evangelisatie Santpoort en burgemeester Mr.
M. M. Kwint.
Nadat Ds. Lagerweij door den Consulent
der gemeente, Ds. Callenbach en zijn bevesti-'
ger Ds. de Boer, naar den kansel was geleid
werd de dienst aangevangen met het zingen
van Ps. 69 16 en 17.
Na gebed en voorlezing van de geloofsbelij
denis werd voorgelezen Rom. 10. Hierop werd
nogmaals gezongen Ps. 27 3-5, waarna Ds.
Lagerweij zijn predicatie begon naar aanlei
ding van Rom. 10 17. Met beschroomdheid
des harten is het, zeide Ds. Lagerweij, dat ik
in het midden der gemeente mijn predicatie
begin. Dit, omdat er zooveel van een prediker
verwacht wordt en de verwachtingen van zoo
uiteenloopenden aard zijn. Hij voor zich heeft
geen vast program. Hij hoopt dat men niet
veel van hem zal verwachten. Wat gepredikt
moet worden is de waarheid van Gods woord.
Het kómt niet aan op een mooie rede of
schoone woorden. De prediker, geroepen om
de gemeente te leiden, kan dit alleen doen
door Gods woord. Dit woord veroordeelt het
werk T,an menschen. Het is echter het eenige,
dat de vastgeloopen wereld noodig heeft. Dit
woord spreekt van God tot een wereld die in
het booze ligt. Dit woord spreekt ons van de
liefde van God die den goddelooze wil recht
vaardigen. Daarom komt in de prediking van
het woord altijd weer naar voren: het op
recht geloof in Jezus Christus. Het geloof in
Christus is een levensvraag. Dit geloof moet
worden gepredikt. Dit geloof komt tot ons
door het woord, dat al het werk van menschen
veroordeelt. Het spreekt ook van genade. Het
geloof dat zich stelt boven alle beginselen
en leuzen der menschen, is wat den mensch
rechtvaardigt voor God.
Nadat Ds. Lagerweij zijn predikatie had ge
houden sprak hij eenige woorden van ge
dachtenis over wijlen Ds. Swaan wiens plaats
vervanger hij thans is. Zijn werk, zegt Ds. La
gerweij, zal in deze plaats niet vergeten wor
den. Een dankbare herinnering aan hem leeft
nog voort in veler harten. Toen de predikant
den wensch uitsprak dat God Zijn weduwe en
kinderen nabij mag blijven stonden de aan
wezigen op om in een kort ©ogenblik wijlen
Ds. Swaan te herdenken.
Vervolgens herdacht Ds. Lagerweij Ds. Erd-
man, die wegens ongesteldheid verhinderd
was deze dienst bij te wonen. Spreker wensch-
te dat Ds. Erdman weer spoedig hersteld mag
zijn en hij zijn dienstwerk, dat hem lief is,
mag aanvaarden.
Tot Ds. de Boer werden dankwoorden ge
sproken, dat deze als bevestiger Ds. Lagerweij
tot zijn werk heeft willen inleiden. Dit is
reeds de tweede maal dat Ds. de Boer aan Ds.
Lagerweij dezen dienst heeft willen bewijzen.
Vervolgens richtte Ds. Lagerweij woorden van
dank tot Ds. Callenbac-h voor den arbeid, ver
richt !als consulent der. gemeente en dat hij
aan Ds. de Boer de gelegenheid heeft willen
afstaan als bevestiger te kunnen optreden.
Hierna bracht de nieuwe voorganger dank
aan den Ring Haarlem voor de goede hulp,
verleend tijdens de vacature. Als jongste col
lega in den Ring riep Ds. Lagerweij tevens de
hulp in van zijn collega's. Ook mede namens
zijn vrouw, zeide Ds. Lagermeij, dank aan de
kerkelijke gemeente voor de vriendelijkheid
waarmee deze hun tegemoet is gekomen en
de ontvangst hun bereid. Ds. Lagerweij hoop
te, dat de band van eenheid des Geestes
steeds tusschen hem en de gemeente gevon
den mag worden.
Zich richtende tot den burgemeester dankte
Ds. Lagerweij dezen voor zijn tegenwoordig
heid. Hierin zag hij tot zijn blijdschap dat er
een band is tusschen de kerk en de gemeente
lijke overheid.
Zich tot de gemeente wendende, zeide hij,
dat men het niet van elkander moet verwach
ten. Gaarne wil spreker bijstand verleenen
waar zich moeilijkheden of vragen voordoen.
Hij hoopte dat men zal leeren elkander te
dragen en verdragen. Het is voor hem een
blijdschap om in dit schoone kerkgebouw het
Evangelie te mogen prediken. Wederzijds
hoopte Ds. Lagerweij, dat het de gemeente
eveneens een blijdschap mag wezen den
dienst in het mooie kerkgebouw bij te wonen.
Aan het einde richtte Ds. Lagerweij zich tot
eenige vrienden uit zijn vorige gemeente te
Tuil en 't Waal die zich de moeite hadden ge
troost, dezen dienst bij te wonen.
Hierna richtte de heer L. P. Tismeer zich
namens den kerkeraad met een woord van
welkom tot den nieuwen leeraar. Hij sprak
zijn blijdschap uit over het feit. dat er weer
een nieuwe leeraar in de gemeente is. Een
vacature van een paar jaar is geen voordeel
voor een gemeente. Vervolgens bracht de heer
Tismeer onder de aandacht, dat de gemeente
betrekkelijk jong is. Deze is nog maar 30 jaar.
Hierbij memoreerde hij het werk van de eer
ste predikanten, dat hij een zwaar werk
noemde, een ploegen op rotsen. God heeft
wasdom gegeven. Er is nog veel te doen, maar
steeds zal men in dat werk weer de sporen
van den arbeid der eerste predikanten vinden.
Het werk der voorgaanden is niet tevergeefsch
geweest. De heer Tismeer zeide, hiervan de
bewijzen te kunnen aantoonen. Vervolgens
wees spreker op de verscheidenheid der be
volking. Ofschoon een moeilijke, 't is in IJmui
den toch een eerlijke bevolking. De heer Tis
meer eindigde met den wensch, dat Ds. Lager
weij zijn nieuwe gemeente tot een zegen mag
zyn.
Ds. Hovy uit Wijk aan Zee sprak Ds. Lager
weij toe namens het classicaal bestuur en zei
de dat het bestuur altijd met belangstelling
den arbeid in IJmuiden heeft gade geslagen.
Hij hoopte dat God Ds. Lagerweij mdg ge
bruiken tot bloei en zegen der gemeente. Met
het voorlezen van een gedeelte uit Efeze I
besloot ds. Hovy zijn toespraak.
Ds. Callenbach, de consulent der gemeente,
die hierop het woord woerde, stelde de vraag,
of het een blijdschap voor de gemeente is,
nu de nieuwe leeraar is gekomen. Veeleer
vreesde hij dat velen, na de prediking te heb
ben gehoord, over den prediker de vraag zul
len stellen hoe men degen vindt. Zoo te spre
ken is geen uiting van blijdschap Een feest
dag is het dan, als men zich verblijdt dat het
woord Gods weer door een eigen prediker ge
bracht wordt.
Vervolgens sprak hij over de moeillijkheden
die zich in de gemeente kunnen voordoen,
maar ook over de vele vrienden die er zijn.
Verder wees Ds. Callenbach er op, dat toch
uiteindelijk voor alles kracht bij God is te
vinden. Aan het slot van zijn toespraak ver
zocht hij den nieuwen leeraar staande Ps.
J15 6 toe te zingen.
fis. Lagerweij dankte hierop de sprekers,
waarna hij nog het college van collectanten
en den organist toesprak.
Hierop werd de dienst geëindigd met het
zingen van Ps. 123 1.
Crematie H. H. Fenenga.
Onder veel belangstelling heeft Zaterdag
middag in het crematorium op Westerveld de
crematie plaats gehad van het stoffelijk
overschot van den heer H. H. Fenenga, hoofd-
machinist van het stoomschip Salland, die op
de thuisreis van Zuid-Amerika op 55-jarigen
leeftijd was overleden. Aanwezig waren vele
gezagvoerders en machinisten en vele oud
gezagvoerders en machinisten van de Kon.
Holl. Lloyd en andere reederijen, o.a. de heer
A. Vreugdenhil te Driehuis, G. Doeksen, oud-
technisch inspecteur van den Kon. Holl.
Lloyd, W. J. Fournier, expert bij het stoom
wezen alhier, W. J. Mets, directeur der
Scheepsagentuur van Vliet en Co. alhier enz.
De heer Vermeer, directeur van den Kon.
Holl. Lloyd, wees op de tragiek van dit over
lijden. omdat de overledene zijn laatste reis
maakte en het vooruitzicht had van te gaan
rusten. Lange jaren had hij de reeder ij ge
diend en hij was een voorbeeld voor allen. Na
mens de vroegere cn tegenwoordige directie
bracht spr. hem hulde en dank.
De kapitein van de Salland, de heer Ter
Kley, dankte den overledene geroerd voor de
lange jaren van samenwerking en zeide dat hij
hem niet zou vergeten.
De heer J. F. van Muylwijk sprak namens
de Vereeniging van Scheepswerktuigkundigen,
waarna tenslotte Ds. D. G. Hoevens, Evang.
Luth. predikant te Amsterdam heeft gespro
ken. Bij het dalen van de kist speelde de orga
nist Wilt heden nu treden, uit de Valerius
Gedcnckklank. De heer B. Fenenga, direc
teur der Amst. Droogdok Mij. en broeder van
den overledene, dankte voor de belangstelling.
HAARLEMSCHE ORKEST VEREENIGING
De Haarlemsche Orkestvereeniging geeft
hedenavond een concert in de Gemeentelijke
Concertzaal te Haarlem. De dirigent is Nico
Verhoeff: de soliste is Hëlène Ludolph (so
praan).
Het programma bevat: Marche Ecossaise
van Claude Debussy, 2 liederen van Nico Ver-
hoeff, Pastorale van Dina Appeldoorn, Rhap-
soldie Flamande van Albert Roussel en César
Franck's eerste symphonie.
Onbevredigende resultaten
der haringvisscherij.
In alle landen rondom de
Noordzee is de aanvoer of
de productie van pekel
haring veel minder dan
verleden jaar.
Er kan natuurlijk eiken dag een verandering
in den toestand der haringvisscherij ter zoute
komen, maar wanneer deze verandering lang
op zich laat wachten kan als vaststaand wor
den aangenomen, dat zoowel in ons land als
in Engeland en Duitschland de pekelharing
productie aanzienlijk bij die van de laatste
jaren ten achter zal blijven. Wat ons land
betreft typeeren zich de tot nu toe bereikte
resultatep het best daardoor, dat alle aan
gevoerde haring door jagers is aangebracht.
Dit is dan ook de reden, dat er veel licht ge
zouten (groene) haring aan de markt komt,
waardoor het prijsverschil tusschen deze ha
ring en die welke zwaarder gezouten is, een
prijsverschil dat aan het begon van de teelt
zeer aanzienlijk was, thans zeer gering is.
Uit de ons ten dienste staande gegevens om
trent den aanvoer in de drie genoemde lan
den blijkt, dat de aanvoer in ons land tot 21
Juli j.l. 31.000 kantjes bedroeg, tegen 23.000
kantjes in 1938 (het stakingsjaar) en c.a.
105.000 kantjes in 1937.
In de Duitsche haringhavens bedroeg de
aanvoer tot 14 Juli j.l. 30059 kantjes tegen
63,717 kantjes in 1938 en 162,650 kantjes in 1937
Er visschen thans 156 Duitsche loggers op «e
haring, terwijl reeds bijna 100 trawlers op de
versche haringvisscherij uit zijn in de Noor
delijke vischgronden van de Fladen. Van deze
.visscherij worden spoedig gunstige resultaten
verwacht.
Wat deSchotsche zomerharingvisscherij betreft
ook de opbrengst daarvan staat aanzienlijk bij
die van verleden jaar ten achter. In de Schot-
sehe havens Aberdeen, Peterhead, Fraser
burgh enz. en op de Shetlands bedroeg de
aanvoer van 1 April tot 8 Juli 186.000 crans
tegen 300.915 in 1938. De productie van pe
kelharing blijkt ongeveer de helft te bedra
gen van 1938 ui. 102.000 vaten in 1939 tegen
204.000 in 1938. De uitvoer bedroeg ruim
60.000 vaten tegen 99.000 vaten in 1938.
Tegenover dezen veel geringeren aanvoer
staat dat de prijzen beter zijn dan verleden
jaar. Zoo bedroeg de aanvoer in Fraserburgh
37.000 crans met een opbrengst van 67.000
tegen 54.000 crans met een opbrengst van
74.000 in 1938. Voor Peterhead waren de
cijfers: in 1939: 24.750 crans en 39.000, in
1938 40.000 crans en 49.000.
Als de kinderen van scliool gaan..
Een hartelijk afscheid op School 3.
Na sluiting van het leerjaar werden de
leerlingen van de 7e en 6e klasse van school
J, die de school gingen verlaten in het gym
nastieklokaal vereenigd, teneinde aan hun af
scheid van deze onderwijsinrichting een
eenigszins plechtig karakter te geven. Voor
deze bijeenkomst waren de ouders der leer
lingen als mede de oudercommissie uitge-
noodigd. waarvan zeer velen blijken van be
langstelling hadden gegeven.
Nadat het hoofd der school, de heer K.
Faber, oudersc en kinderen welkom had ge-
heeten. sprak de heer F. de Vries, onderwijzer
in de 6e klasse, zijn leerlingen toe. Spreker
wees er op, dat velen naar dezen dag mis
schien verlangd hadden, maar die later nog
dikwijls in hun herinnering zal komen, als
het tijdstip waarop zij een prettigen tijd af
sloten. Er zijn te samen wel eens minder aan
gename oogenblikken doorgebracht, doch
daarnaast vele mooie en schc-one momenten.
De heer de Vries sprak den wensch uit, dat
zij deze laatste niet zouden vergeten; dat
allen in hun verder leven steeds het goede
zouden betrachten en dat allen nuttige en
waardige menschen in de samenleving zouden
worden.
Nadat de leerlingen Mina v. d. Starre een
aardig gedicht had voorgedragen, Johanna
Hilver een mooi nummertje op de piano ten
beste had gegeven en de leerlingen der 6e
klasse een zangnummer hadden doen hooren,
nam de heer K. Faber het woord om zich tot
zijn leerlingen te wenden.
Ook deze spreker drukte zijn leerlingen
op het hart, op het ingeslagen voetspoor voort
te gaan. Hij herinnerde er aan, dat er hard
gewerkt was geworden Dat er nu velen naar
de H.B.S. en andere scholen gingen en dat er
nu nog meer aangepakt moest worden; daar
bij wees spreker op een onderschrift van een
prentbriefkaart die de school van iemand had
ontvangen, welk onderschrift luidde: „Werken
kan men nooit te vroeg". Maar bovendien
wekte hij hen op, daarnaast eerlijkheid, waar
heidsliefde en trouw tot richtsnoer in het
leven te nemen.
Een lid der oudercommissie richtte ook
nog even het woord tot de leerlingen om
hen er op te wijzen, wat de onderwijzeressen
en onderwijzers voor hen gedurende deze 6
of 7 jaren geweest waren en deed op hen
een ernstig beroep, hun leermeesters niet te
zoudt U Mijnheer een groter pleizier doen?
is als CADEAU niet te versmaden. Door onze
ruimte zijn wij in staat een zeer grote
collectie te exposeren.
Haarlem's speciaalzaak in LAMPEN en KRONEN
Kruisstr 42-Tel. <0311
Copyright P. I. B. Box, 6 Copenhagen.
Weer stak zij een zwavelstok aan. O, nu zat zij onder den mooisten
Kerstboom, welke zij ooit gezien had. Hij was nog grooter en
mooier dan de boom, die zij een jaar geleden had zien staan bij
een rijken koopman, toen zij door de ramen van diens huis had
gekeken. Duizenden lichtjes brandden tusschen de groene takken
en mooie, gekleurde prentjes, zooals zij ze wel eens in boekwinkels
had gezien, keken op haar neer.
vergeten. Op ouderen leeftijd gekomen zou
den zij beseffen wat zij aan hen te danken
hadden.
Namens de ouders bedankte hij hoofd en
personeel der school voor alles wat zij in al
die jaren voor de kinderen hadden gedaan. Hij
bracht in herinnering, hoe moeilijk vaak de
taak der onderwijzers is en hoe weinig waar
deering zij dikwijls mochten ontvangen, zoo
wel van ouders als anderen. Dat deze bij
eenkomst gehouden werd en door zooveel
ouders bijgewoond, was een teeken dat op de
school een goede geest heerscht.
Hierna werden de kinderen onthaald op
gebak en limonade, waarna de heer Faber zich
tot de ouders richtte. Hij herinnerde er aan,
dat nu nog een tijdstip volgt, dat dikwijls
zoowel voor kinderen als ouders zeer moei
lijk is. Dat is n.l. de puberteïts leeftijd der
kinderen, 'n leeftijd waarin de jongens oogen-
schijnlijk ruw en onverschillig, de meisjes
afgetrokken en nukkig worden. Hij wekte de
ouders op dan veel geduld met de kinderen
te hebben, opdat deze tijd, die voor den een
vroeg, den ander wat later aanbreekt, zonder
te groote schokken voorbij mag gaan. Hij
Sprak den wensch uit, dat de ouders nog veel
genoegen van hun kinderen mogen beleven.
En hiermede sloot spreker deze bijeenkomst
waarop de leerlingen van het geheele perso
neel hartelijk afscheid namen.
Het lijdt geen twijfel of door dit alles is de
band tusschen ouders en school weer ver
sterkt, terwijl tevens weer bewaarheid werd,
dat de openbare school, naast het aanleeren
van de noodige kundigheden, ook opleidt tot
christelijke en maatschappelijke deugden.
V.Z.V. n KAMPIOEN.
V.Z.V. I VERLIEST VAN NEREUS I.
Zondag middag speelden het eerste en twee
de zevental van V.Z.V,, onder groote belang
stelling een wedstrijd respectievelijk tegen
Nereus I en II. V.Z.V. II had in dezen wedstrijd
reeds aan een gelijk spel genoeg om zich kam
pioen te kunnen noemen, hetgeen zeer zeker
een keurige prestatie is van dit jeugdige
zevental, waarin slechts twee ouderen spelen.
Het bleek al dadelijk dat vooral J. Wevers
niet van plan was zijn doel te laten doorboren.
Handig wist hij menigen bal, die nagenoeg
zeker een doelpunt veroorzaakt zou hebben,
te stoppen en weg te werken. Toen later C.
Wijker het water uit moest had Nereus II de
kans van den dag. Door vlot overspelen van
rechts naar binnen maakte de midden-voor
zich vrij. hij kreeg den bal en maakte onhoud
baar 1—0 voor Nereus
Na de rust gelukte het J. de Mayer vrij te
zwemmen voor het vijandelijke doel en den
gelijkmaker te scoren. De strijd leverde verder
geen doelpunten op, maar desondanks kan
V.Z.V. II zich kampioen noemen, al is het dan
met dezen wedstrijd niet glorieus bereikt.
Het eerste zevental moest winnen om zich
definitief eerste klasser te kunnen noemen.
Dit zou de eerste keer zijn. dat V.Z.V. I in de
eerste klasse kwam te spelen. Won echter
Nereus I dan ging dit zevental naar de eerste
klas. Het was dus een wedstrijd waarbij zeer
veel op het spel stond. In den uitwedstrijd
wisten onze plaatsgenooten een 42 overwin
ning te behalen. En het is in deze competitie
een traditie om eenmaal van elkaar te win
nen en te verliezen, met welke traditie ook
thans niet gebroken is.
Aanvankelijk blies de wind ten /gunste van
V.Z.V. I. Paul Gottmer, die reeds- vele malen
in het eerste gespeeld heeft, slaagde er in met
een schitterenden worp 1—0 voor V.Z.V. te
maken. Een hard schot, geplaatst in den rech
terbovenhoek van het V.Z.V.-doel maakte
echter een eind aan de illusie van de over
winning. Niettemin werd de strijd onvermoeid
voortgezet. Maar waar V.Z.V. I zeer snel was,
daar was Nereus I technisch sterker. Cor Vis-
man plaatste geregeld op Stam (Nereuskeeper)
inplaats van op J. Swier. Timmer kreeg ein
delijk de kans om vrij te zwemmen en plaatste
hard in. V.Z.V. I stond nu met 2—1 achter.
Totdat J. Swier met een doorslagbal den stand
op 22 bracht.
Hoopvol ging men de tweede helft in. Eex
doorstoot van C. Visman gaf V.Z.V. I een 32
voorsprong. G. Janus gaf herhaaldelijk blijk
van zijn misnoegen over de besluiten van den
scheidsrechter. Dat dit V.Z.V. niet ten goede
kwam, spreekt vanzelf, De stand werd 33,
3—4 en tenslotte kwam uit een corner het
vijfde en laatste doelpunt. De eindstand werd
3—5, zoodat Nereus zich thans eerste-klasser
kan noemen.
Verkoop van eigendomsrechten.
Naar aanleiding van een plaats gehad heb
bende grondoverdracht aan de gemeente, ten
behoeve van verbreeding van den Midden-
duinerweg te Santpoort, is in Augustus 1936
het aan D. J. Smit aldaar toebehoorend per
ceel, kadastraal bekend gemeente Velsen,
sectie F, no. 4000, door den Landmeter van het
kadaster opnieuw gemeten. Volgens die meting
zouden binnen de nieuw geplaatste afschei
dingen gedeelten gemeentegrond zijn komen
te liggen en wel 3 c.A. van oud no. 4001 en 25
c.A. van ongenummerd. Dientengevolge werd
het perceel bij het kadaster, als sectie F, no.
4569, ten name gesteld van D. J. Smit voor
noemd, als eigenaar, met als mede-eigenares
de gemeente voor de bovenbedoelde gedeelten.
Of deze tenaamstelling juist is geweest kan
dezerzijds niet worden beoordeeld. Echter is
het bezit van* de bedoelde grondstrooken voor
de gemeente van geen belang. B. en W. stellen
derhalve voor, aan den tegenwoordigen eige
naar, Mr. A. van der Hoeven te Rotterdam,
tegen den prijs van f 1 te verkoopen alle rech
ten van eigendom als anderszins, welke de
gemeente eventueel kan doen gelden op het
perceel, kadastraal bekend gemeente Velsen.
sectie F, no. 4569, zoodat dit geheel te zijnen
name komt.
Saneering van de Kalverstraat.
F. J. Koks te Beverwijk heeft zich bereid
verklaard, de woning Kalverstraat no. 23 te
IJmuiden te sloopen en den daardoor vrij
komenden grond alsmede dien, waarop het
door brand vernielde perceel Kalverstraat no.
25 heeft gestaan, voor zoover deze grond tus
schen de rooilijn en de straat ligt en bij het
uitbreidingsplan is aangewezen voor wegver-
breeding, voor dit doèl aan de gemeente af te
staan tegen betaling door de gemeente van
een vergoeding van f 1000.
De bedoelde grond heeft een oppervlakte
van ongeveer 81 M2.
Met het oog op de belangen, welke bij een
verbreeding van de Kalverstraat zijn betrok
ken, achten B. en W. het gewenscht, dit aan
bod te aanvaarden, waarom B. en W. den Raad
voorstellen, daartoe te besluiten.
Ze strekte de beide handjes omhoog daar ging het zwavelstokje II
uit. Hooger, steeds hooger gingen de lichtjes uit den Kerstboom,
totdat zij zag dat het de heldere sterren aan den hemel waren.
altijd: „Als er een ster valt,
Eén der sterren viel en trok een lichtende streep in de lucht
„Nu gaat er iemand dood", zei het meisje. Dat wist zij van haa»
grootmoeder, de eenige, die van haar gehouden had, want die zei
gaat een ziel omhoog".
Opnieuw streek ze een zwavelstok af. Weer brandde deze, ver- herkenbaar in 't schijnsel? „Grootmoeder", riep het meisje uit en
lichtte de heele omgeving. Wat was dat? Wie stond daar duidelijk nog eens en nog eens: „Grootmoeder, grootmoeder."
(Wordt vervolgd).