Heelde
gids
wegwijzers
Vleeschhal
£ouis de Vties
2)e wmis&wte
van den A. N. W. B.
De vierduizendste wordt heden onthuld
Waar iedereen van profiteert
kijken. Ik moet geduld hebben, zm.
dokter. Moeilijk hè? Al vijf maanden
voor mij; vijf maanden! Ik doe hier niet li
maar ik verveel me niet. En .het komt 1
allemaal terecht
Dit is een man met veel zorgen, die
zwaren tegenslag heeft gehad, maar erh
een weldadige vitaliteit en menscheni&.
van hem uit, die je verkwikt en opgewekt
zoo'n „ziekenbezoek" doen weerkeeren.
EXAMENS
DE MULO-EXAMENS.
Maandag slaagden te Haarlem voor het
diploma: A. J. Verschoor en J. Spaans, fe
den te IJmuiden; C. J. Kalis, R. C. vp
de Vries, A. Wehnes, A. Wiggers en p.\v'
lemse, allen te Haarlem.
Voor het A-diploma: H. M. Sabeiis^n
C. L. Bander, beiden te Santpoort; j. ij
te Velsen;. M. L. Michels te Driehuis; j
der Zwan, M. Vis, S. Schuller, A. van
Baan, J. Bakker, C. de Boer en W. de B%
allen te IJmuiden; A. J. Krom, H. B, f
Dorsten, Th. J. Muller Massis, C. p. Kra,'
T. Romeijn en E. C. J. C. van de Pol, allen
Haarlem; J. C. Cornelissen te Halfweg;
j. Kruijer, te Ardenhout en J. Tichelaar
Zwanenburg.
Hoofdakte.!
Haarlem, 26 Juli
Geëxamineerd 8 mnl. candidaten. Geslaa:
de hecren: P. Vrugt, te Westwoud en P. Ve'
man, te Heiloo.
wordt levend deel der
Groote Markt.
Vereenigde Staten
zeggen handelsverdrag met
Japan op.
Belangrijk besluit buiten Senaats
commissie genomen.
Gevolgen kunnen zeer verstrekkend zijn.
Een bijzonderheid uit de geschiedenis van
de wegwijzers is nog, dat bij het begin van
den wereldoorlog in 1914, toen ook hier te
lande oorlogsgevaar dreigde, op last van het
militair gezag alle bondswegwijzers in de
streken waar dat noodig werd geacht van hun
armen werden beroofd, zoodat ze hun nuttige
bestemming: het wijzen van den juisten weg
niet langer hadden.
Verschillende armen"
Het spreekt wel van zelf. dat, als gevolg
van de ontwikkeling van het snelverkeer, het
model der wegwijzers herhaalde malen ge
wijzigd is. Het eerste model van 1896
had lange, smalle armen en de eerste be
langrijke wijziging was die van 1912, toen
werd overgegaan tot het plaatsen van weg
wijzers in de steden, om de voornaamste
routes door die plaatsen aan te wijzen. De
armen werden verkort en de namen onder
elkaar geplaatst. In 1923 werden de armen
op verschillende hoogte aangebracht, hetgeen
het lezen der opschriften vergemakkelijkte,
ïn 1932 werden de wegwijzerarmen opnieuw
aanmerkelijk vergroot en werd het aantal
plaatsnamen besnoeid tot ten hoogste 4 en
daarvan werd de hoofdrichting, of hoog
stens twee hoofdrichtingen met groote
letters aangegeven en de twee andere met
veel kleinere letters. Bij afstanden boven de
10 K.M. werden de decimalen weggelaten en
het gevolg van dat alles was, dat de duide
lijkheid van de opschriften daardoor belang
rijk verbeterde, die nu ook voor het snel pas-
seerende verkeer gemakkelijk leesbaar zijn.
In 1933 werd overgegaan tot plaatsing van
oranje bordjes op de wegwijzerarmen verwij
zende naar Amsterdam, op alle wegwijzers
langs de hoofdroutes in het geheele land.
In 1934 werd een klein model wijgwijzer
ingevoerd, ter plaatsing langs de tertiaire
wegen.
Het aantal bondswegwijzers is geleidelijk
toegenomen. Op 9 Augustus 1925 kon, ter ge
legenheid van de jaarvergadering van den
bond, welke te Maastricht gehouden werd, de
3000ste wegwijzer worden onthuld te Grons-
veld in Zuid-Limburg, op den weg van
Maastricht naar de Belgische grens.
8. „Weet je wat," stelde Roetje voor, „we konden wel
eens kijken, wat hier onder den grond is. Misschien wel
goudmijnen!" En Dribbeltje, die verschrikkelijk veel van
goud hield, was er dadelijk voor te vinden om het ver
keerde gat in te kruipen. Eerst ging Roetje er in en toen
kwam Dribbeltje met zijn vlugge beentjes.
11. „Kijkt U eens, meneer, we moeten niets hebben, maar
we komen hier alles eens bezichtigen," zei Dribbeltje en
het mannetje, dat zoo kwaad niet scheen te zijn als het
er uitzag, knikte met zijn bolletje en antwoordde „Als
je heel braaf bent, mag je ons kasteel eens bezichtigen.
Toe, stap hier in dit bootje en roei naar het kasteel."
De jongens zagen, dat er zoo maar ineens een bootje
voor hen lag. Ze gingen er in zitten en toen ze door ver
schillende gangen waren geroeid, die allemaal vol water
stonden, zagen ze in de verte het kasteel, waarover het
mannetje hen gesproken had.
9. Ze kwamen in een donkere ruimte, waar allemaal
van die mooie pilaren stonden, en Roetje, die veel ver
stand van steenen had, zei direct „We zijn hier in een
druipsteengrot beland. Wat zou daar achter die deur
zijn?" Dribbeltje schudde met zijn hoofd en ze probeerden
de deur open te maken. Maar hoe ze ook rammelden, de
deur ging niet open en Dribbeltje stelde voor er eens
flink tegen te schoppen.
12. Toen ze heel dicht bij het kasteel waren, stond het
zelfde gekke mannetje, dat ze gezien hadden, weer bij hen-
„Er is niemand in het kasteel," zei het mannetje, „sinds
eeuwen wonen daar al geen menschen meer. Als je durft
klim dan maar door een gat naar binnen, want de deur"1
zijn heelemaaal verroest en veel te zwaar om open te
breken." Nadat ze het mannetje een handje hadden
gegeven, gingen Roetje en Dribbeltje naar den kasteel'
muur.
In den beginne zijn er met het
plaatsen van deze aanduidingen langs
de wegen rare ervaringen opgedaan.
De eerste wegwijzers waren, zooals
hierboven reeds werd vermeld, van
hout en toen de hoofdconsul zich eens
ging overtuigen, hoe na den langen,
strengen winter de wegwijzers zich
gehouden hadden, deed hij een even
merkwaardige als teleurstellende ont
dekking. Van de geplaatste wegwijzers
kon hij er vrijwel geen een meer
terugvinden en bij navraag bleek, dat
in den loop van den winter de om
wonende plattelandsbevolking van die
stevige houten palen en borden een
dankbaar, zij 't dan ook niet gewild
gebruik had gemaakt, door ze stuk te
hakken en in de kachel op te stoken..
Voortaan werden de wegwijzers van
ijzer gemaakt.
7. „Het is me hier een mooie zaak,' begon Dribbel.
„Daarboven is het schoorsteengat, maar wat is dat daar
beneden? Het lijkt wel of al het roet hier een gat in den
grond heeft gemaakt," en Roetje, die eerst nog niet goed
wist, wat Dribbeltje eigenlijk allemaal bedoelde, kreeg
nu ook dat gat in den grond in de gaten.
10. En nadat ze dat enkele malen gedaan hadden, braken
de planken van de deur middendoor. De schoorsteen
vegertjes staken voorzichtig hun hoofdjes door het deur
gat. ,3egrijp je nou waar we zijn gekomen?" vroeg
Roetje aan Dribbeltje. „Zie daar die groote muur
eens!" Maar hun gesprek werd afgebroken, want er stond
eensklaps een heel raar mannetje boven op een ho'op zand
en die vroeg met een gek stemmetje, wat de jongens
moesten hebben.
HAARLEM. Donderdag
-
In de Haarlemsche raadsvergadering hec'
wethouder M. A. Reinalda Woensdagmiddag'::!
vragen uit den Raad betreffende de toekomst!?!
bestemming van de Vleeschhal gezegd, dat h-
de bedoeling is de Vleeschhal te bestemmen I:
een levend deel van de Groote Markt. Met d»
kundigen zal overleg worden gepleegd om i-
mooie oude gebouw te maken tot een belangri;;
element in het cultureele leven van Haarlem,
owe al het oeckeei.
hoofdwegen neemt het aantal nog veel meer
toe.
Welke eischen zoo'n kruispunt aan de weg-
bebakening stelt, toont bijv. het kruispunt
UtrechtDen HaagBoskoop, bij de Gouwe
waar noodig zijn: 9 wegwijzers, 13 richtings
borden, 3 rijwielpad wijzers en 3 vóórrichtings-
borden.
Bij een dergelijken omvang van den weg-
wijzersdienst is het te begrijpen, dat daar
belanexijke bedragen mee gemoeid zijn. Meer
dan f 60.000 moet jaarlijks voor dezen dienst
worden uitgetrc<kken en in den loop der jarer
is voor dit werk meer dan een en een kwar'
millioen gulden in den letterlijken zin de
woords „in den grond gestoken".
Het mag wel eens worden gezegd er 1;
in dit opzicht nog veel misverstand dal
dit werk in het algemeen belang uitsluitend
en alleen door den A.N.W.B. wordt verrich'
en uit de bondskas wordt betaald, zonder bij
dragen van anderen.
Al vijf maanden is Louis de Vries nu buiten
actie. Ernstig ziek geweest. Zoo maar plotse
ling ziek geworden, heelemaal onverwachts.
Daar is hij nog welsprekend verbaasd over:
in woorden, mimiek en gebaar welsprekend
Louis de Vries.
verbaasd. Maar nu is hij herstellende. Het
gaat wel langzaam, maar het is onmisken
baar. Ik heb mij ervan overtuigd door hem
op te zoeken in hótel-pension Iepenhove te
Bloemendaal, waar hij met zijn vrouw ver
toeft, die zoo goed voor hem zorgt en vertelt
van hun zorgen, die kenmerkend des tooneel-
spelers zijn, of moet ik zeggen: des tooneels,
want heeft het ooit weelde gekend? Maar
waar hij tegelijk vertelt van de wereld die zoo
mooi is al gebeuren er zooveel treurige dingen,
en van de zoovele lieve menschen die je har
telijkheid betoonen ook als de tegenslag komt.
„Zie je, er zijn toch altijd zulke menschen,
ook in deze tijden". Die gedachte komt telkens
weer tot uiting: de wereld en de menschen
zijn en blijven Louis de Vries dierbaar.
Hij haalt herinneringen op, zij zijn talloos
en van vele perioden in zijn loopbaan, zij spe
len in vele landen als even zoovele scènes op
een groot en wisselend levenstooneel. En zij
worden allemaal kleurig en sprankelend als
hij ze in flonkerende mengeling opdiept uit
een geheugen, dat geen détail verloren schijnt
te hebben. Zijn oog tintelt; telkens schiet hij
in den lach bij de gedachte aan een onver
wacht gebeuren, een grappig incidentje, een
plotselinge ontmoeting.
Ja, hij is wel weer geladen met vitaliteit. En
je bent blij dat te kunnen waarnemen als je
hem zoo lang gekend hebt en vooral zelf die
blijvende herinneringen hebt aan zooveel
stukken, waarin hij je niet slechts boeide
maar wist te ontroeren. Trouwens, al had ik
hem alleen maar gezien als Abraham Sender
Lehmannhoe lang is dat nu geleden?
ergens ver in mijn jeugddan zou ik daar
voor nu nog dankbaar zijn, en blij wezen dat
de kunstenaar dezen slag te boven komt en
nog steeds weet te boeien en soms te ontroe
ren zelfs in zoo'n gesprek in een hotelkamer,
ver van het voetlicht en de schmink en al de
ingewikkelde paraphernalia van het vak.
Hij houdt van Bloemendaal. Het is mooi
En de menschen zijn er vriendelijk voor hem.
.En heb je die prachtige karpers en goud-
visschen in den vijver gezien? Ga eens mee
VANDAAG, 28 Juli zal de
4000ste wegwijzer van den
Kon. Ned. Toeristenbond A.
N. W. B. door Z.K.H. Prins
Bernhard, eere-voorzitter van den
bond, worden onthuld.
Deze wegwijzer wordt geplaatst
aan den Provincialen weg betonweg
van Soestdijk naar Utrecht, waar
deze weg zich splitst in de richtingen
Maartensdijk en Bilthoven.
De plaatsing van den 4000sten weg
wijzer, wel een feit om even bij stil
te staan, om de ware beteekenis van
den „bond, die de wegwijzers plaatst"
even ten volle in zich op te nemen.
„Zijn het er maar 4000, ik dacht, dat het
er veel meer waren", werd er onlangs uitge
roepen en die dit zeide, had eigenlijk gelijk.
Het zijn er ook veel meer als men de richtings
borden, vooi-wijzers, waarschuwingsborden,
aanduidingen van tertiaire wegen en „pad
destoelen" meetelt; dan is het aantal bijna
het dubbele.
Maar morgen wordt de 4000ste „wegwijzer"
d.i. de bekende blauwwit gestreepte paal met
de twee of vier witte borden met plaatsnamen
en kilometerafstanden, geplaatst en een stukje
geschiedenis van deze wegwijzers is thans
daarom wel gerechtvaardigd.
De „bewegwijzering" dateert al van het jaar
1895, toen er practisch nog geen sprake was
van het motorverkeer en die eerste wegwij
zers waren dus uitsluitend bestemd voor het
rijwieltoerisme.In 1895 besloot het bondsbe-
stuur eenige van de voornaamste wegen van
wegwijzers te voorzien en begonnen werd met
den weg van Rotterdam naar Utrecht, die
daartoe verkend werd door wijlen den heer
G. A. Pos, oud-hoofdconsul en 2en voorzitter
van den A.N.W.B., tezamen met zijn broeder
den heer J. E. W. Pos, die ook thans, nog een
belangrijk aandeel heeft in de verzorging
van de wegbebakening.
Model gewijzigd, principe bleef
In verband met de groeiende eischen van
het verkeer is dus het model der wegwijzers
in den loop der jaren meermalen gewijzigd,
maar het is wel merkwaardig, dat het in
den aanvang vastgestelde systeem nog steeds
onveranderd is gehandhaafd.
Dit systeem van den A.N.W.B. komt hier
op neer, dat de weggebruiker, indien hij
eenmaal een bepaalden plaatsnaam op een
wegwijzer heeft aangetroffen, op alle vol
gende splitsingspunten, waar de weg zich
niet van zelf wijst, een wegwijzer zal aan
treffen en dat hij dan op een van de armen
eenzelfden naam zal terugvinden en zoo ver
volgens, tot hij die plaats bereikt heeft.
Ten einde te voorzien in de behoefte van
het snelverkeer, was in 1931 al overgegaan
tot aanvulling van de wegwijzers met z.g.n.
richtingsborden, laag geplaatste blauwe
borden, met slechts één plaatsnaam in zeer
groote letters en een witten richtingpijl, welke
des avonds door de koplampen der naderende
auto's worden beschenen en die dus dag en
nacht van grooten afstand af leesbaar zijn.
Bovendien is er nog een speciaal soort rich
tingsbord, het bord met opschrift: „door
gaand verkeer".
Op een splitsingspunt van hoofdwegen
worden sinds de laatste jaren de z.g. vóór-
richtingsborden geplaatst op 200 M. vóór het
splitsingspunt, welke het verkeer al tijdig te
voren de noodige aanduiding geven van de
te volgen hoofdrichting.
Voor een gewoon kruispunt van een
hoofdweg met een secundairen weg, waar men
vroeger met een enkelen wegwijzer kon vol
staan, zijn tegenwoordig veelal een wegwijzer
eenige richtingborden en een paar vóórrich-
tingsborden noodig enbij kruispunten van twee
WASHINGTON, 27 Juli. De
regeering der Vereenigde Staten
heeft de Japansche regeering formeel
ervan in kennis gesteld, dat zij den
wensch koestert het handels- en
vriendschapsverdrag met Japan van
1911 op te zeggen. Daarmede heeft de
regeering langs de Senaatscommissie
voor buitenlandsche aangelegenheden
heen, een beslissing getroffen, die door
genoemde commmissie nog gisteren
voor onbepaalden tijd was uitgesteld.
Staatssecretaris Huil motiveerde dezen maat
regel der regeering met te zeggen dat de Ver
eenigde Staten in de laatste jaren de Ameri-
kaansche handelsverdragen met andere mo
gendheden herzien om mogelijkerwijze veran
deringen daarin aan te brengen die tot ver
betering daarvan leiden.
De Vereenigde Staten zijn er van over-
dat het genoemde verdrag met Japan be
palingen insluit die verandering noodzakelijk
maken om aan de eischen van de Ameri-
kaansche belangen te voldoen.
Daarom heeft de Amerikaansche regeering
haar wensch om genoemd verdrag te doen ein
digen, kenbaar gemaakt. Ook het aan het
handelsverdrag toegevoegde protocol is opge
zegd. Dit beteekent dat dit laatste en het ver
drag na 6 maanden gerekend van den datum
van opzegging af niet meer van kracht zijn.
Elen van de voornaamste bepalingen van het
Japansche-Amerikaansche handelsverdrag,
die betrekking heeft op de Japansch-Chinee-
sche crisis vergt van geen der beide landen
restricties op den in- en uitvoer over en weer
van geen enkel artikel waarop ook naar andere
landen geen beperkingen bestaan.. Het in
trekken van deze bepaling zou den Vereenigde
Staten den weg openen voor een embargo op
vitale goederen voor den Chineeschen oor
log. (United Press)