Kabinet Colijn ten val
vijfde
Katholieke motie van
wantrouwen met groote
meerderheid aangenomen
Weer een Kabinetscrisis
Ondanks kiacfiüye lede
van dm 7ftimstei=president
Chineesch employé
gearresteerd.
tm euvel,
dat dringend aandacht
verdient.
VRIJDAG 28 JULI 1939
Dr. H. Colijn.
MET het slot van de belangrijke vergadering op het Binnenhof,
moge ik beginnen. Dit had tot resultaat, dat een overweldi
gende meerderheid, te weten 55 van de 82 aanwezige leden, instemde
met de motie-Deckers, die het optreden van het huidige Kabinet
betreurde, aangezien het niet voldoende waarborgen bood voor een
deugdelijke samenwerking met de Kamer. Alleen de anti-revolution-
nairen, de christelijk-historischen, de liberalen, de nationaal-socialisten
en de Staatkundig-Gereformeerden stemden tegen.
Dr. Colijn vermeldde nog in zijn knappe en over het algemeen zeer
taktvolle rede, dat het Kabinet gaarne bereid is plaats te maken voor
een hechte, positief willende werken meerderheidsgroepeering, zoo
dat men thans dus mag verwachten, dat de nieuwe Heeren hun ontslag
zullen vragen en niet op Kamerontbinding zullen aansturen.
De heer van Houten (Chr.-dem.) meende
te kunnen vaststellen dat we eigenlijk niet
voor ons zien het vijfde kabinet-Colijn,
maar.... het eerste kabinet-v. Lith de Jeude,
gezien den invloed door de liberalen thans
uitgeoefend. Ja, er zitten hier, merkwaardig
genoeg, meer liberalen achter de minister
tafel danin de Kamer zelf. Spr., die
overigens nog eenige pijnlijke opmerkingen
over de R. K. Staatspartij maakte, kan in
het algemeen geen vertrouwen in de nieu
we ploeg stellen.
Een keurcorps van deskundigen mag het
nieuwe kabinet bevatten aldus Jhr. mr.
de Geer (Chr. Hist.) dit neemt niet weg,
dat ik toch niet zeer enthousiast ben over
het feit, dat het moest optreden en het vori
ge bewind heenging. Want dat bevatte ook
zeer goede bewindslieden, zooals b.v. Mr.
Steenberghe. En voorts is het jammer dat in
dezen tijd van internationale spanning ern
stige onderlinge politieke 'strijd is ontstaan.
Noch de premier, noch degenen die we
thans niet meer achter de groene tafel
zien, hebben het conflict gewild. Maar het
is nu eenmaal zoo, dat hen een onover
brugbaar geschil bleek te scheiden, als is
nog niet heelemaal duidelijk wat er precies
aan de hand was.
En nu de door de C. H. fractie tegenover
het nieuwe kabinet aan te nemen houding.
Onze fractie is van nature gouvernementeel
en zal het kabinet beoordeelen naar zijn
daden. Dit mogen andere groepen ook doen.
Spr. betoogde voorts dat men een paskwil
van het parlementaire stelsel maakt als
men bij voorbaat eischt dat een ministerie
precies zoo is samengesteld als de of een
meerderheid in de Kamer. Dat 't kabinet
rechtens en a priori 'n afspiegeling van het
Parlement zou moeten zijn is geenszins ab
solute eisoh van het parlementaire stelsel.
Door zijn onmiddellijke verschijning voor
deze Kamer en het afleggen van een Regee-
ïingsverklaring heeft het terstond getoond
allerminst het Parlement ter zijde te willen
stellen.
Met de Regeering is jhr. Mr. de Geer het
eens dat de drie hoofdpunten, genoemd in
de Regeerings verklaring, gecoördineerd
moeten worden. Dat brengt o.m. ook met
zich mee even zeer ten aanzien van de de
fensie als van de werkloosheidsbestrijding op
een gezond financieel beleid acht te slaan.
Late men onbevangen de'daden en de wets
ontwerpen van het kabinet beoordeelen en
zich niet overgeven aan oppositie quand
même. Dit zal de houding van de C. H. frac
tie zijn en aldus bewijst men de beste dien
sten aan het parlementaire stelsel.
Nadat Ds. Kersten (H. Ger.), die het on
waarschijnlijk noemde dat de R.K. fractie
thans „de uiterste noodzaak" voor samen
werking met de S.D.A.P. reeds aangebroken
acht, verklaard had in het algemeen wel met
het nieuwe kabinette willen samenwerken,
sloot de heer Schouten (A.R.) de rij der
debatteerende afgevaardigden. Met zijn po
litieke vrienden betreurde hij zoowel het
ontslag van Mr. de Wilde als het ontstaan
van de kabinetscrisis. Doch daarvoor be
stond helaas alle aanleiding, te weten ver
schil van meening met de Katholieke minis
ters op het terrein van liet financieel beleid.
Samenwerking met de R. K. Staatspartij
lacht spr. in beginsel toe, doch dan moet er
toch voldoende eenstemmigheid voorhanden
zijn en die is den laatsten tijd meer en
meer gaan ontbreken.
Wat de Kabinetsformatie betreft, betoogde
de a.r. woordvoerder, dat een meerderheid in
het negatieve, nog een positieve meerderheid
is evenmin als een meerderheid in het vage,
of ingedacht, een meerderheid in 't concrete
of in werkelijkheid is.
Dat per sé een meerderheids-bewind moest
optreden, op grond van de eischen van het
te doen. Principieel is er tegen maatregelen
van dien aard geen bezwaar, maarfinan
cieel zouden ze bedenkelijk kunnen zijn. Hoe
kan de Regeering thans wel aan zulke uit
gaven denken.
Rede van dr. Colijn.
Dan komt het groote oogenblik. De Minister-
President verheft zich, ter beantwoording van
de gedachtenwisseling, waarbij hij allereerst
in verband met het ontstaan van de Kabinets
crisis, het evenals Mr. de Geer, volkomen mis
plaatst noemt te spreken van schuld bij deze
of gene groep der vroegere bewindslieden. Er
was nu eenmaal een onoverbrugbaar meenings-
verschil.
De Premier brengt dan in herinnering hoe
in 1937 zijn vierde kabinet onder gunstige
financieele en economische vooruitzichten was
opgetreden. De inkomsten bleken toen met
61 millioen gestegen, zoodat die gunstige toe
stand mede invloed had op de samenstelling
van 't toenmalige Regeeringsprogram al nam
de formateur daarin terstond een veiligheids-
clausule op, hierop neerkomend dat voors
hands toch zekere voorzichtigheid geboden
was t.a.v. nieuwe uitgaven, uitgezonderd de
defensie-uitgaven, welke per sé noodzakelijk
waren.
In 1938 toonde de stijging der middelen al
een geheel ander tempo, te weten „slechts"
7 milllioen. Daarom meende Minister de Wilde
toen te moeten waarschuwen tegen sommige
in het eerste levensjaar door het Kabinet be
raamde nieuwe plannen, voornamelijk t.a.v. de
f 10 milllioen kosten jeugdwerkloosheids-
bestrijding. Zoo ernstig waren Mr. de Wilde's
bezwaren zelfs, dat hij in September 1938
ernstig over aftreden dacht. Doch Dr. Colijn
wist hem toch nog over te halen (wegens de
ernstige internationale situatie) te blijven op
voorwaarde, dat er flink bezuinigd zou worden
zoowel om 't normaal accres op te vangen als
ook met 't oog op wat er nog meer noodig zou
zijn voor werkloosheidsbestrijding. Aldus wist
Mr. de Wilde in November 1938 te bedingen.
In dit voorjaar liet zich op den gewonen
dienst voor 1940 een tekort van 56 millioen
voorzien. Daarom ging Mr. de Wilde weg. De
Premier, die 't in 't algemeen wel met den
Minister van Financiën eens was, meende
echter als Premier nog te moeten probeeren
door overleg een Kabinetscrisis te voorkomen.
Als eerste resultaat leverde dit overleg ver
mindering van het eventueel tekort op den
gewonen dienst tot 44 en wat later tot onge
veer 39 milllioen op; altijd in de rekening
opnemende, dat de 50 milllioen aan nieuw
voorgestelde belastingen reeds binnen zouden
zijn. Houdt men ze buiten de rekening dan zal
het tekort 89 millioen zijn en in 1941 komen
daar nog eens nieuwe, ongedekte, verplichtin
gen van 45 milllioen bovenop, dus dan zal het
tekort in 'n rond cijfer 85 milllioen bedragen,
indien we tenminste 50 millioen uit de nieuwe
belastingen zullen halen.
Daarbij komt dan nog, dat op den kapitaal-
dienst voor 194)0 een bedrag van 209 millioen
zal komen. Terwijl de vlottende schuld aan
het eind van dit jaar ongeveer 1 milliard zou
bedragen, zouden we omstreeks 250 millioen
in 1940 moeten gaan leenen.
Intusschen, los nog van het meeningsver-
schil over niet voldoende naar beneden bren
gen der begrootingsuitgaven, bestond er nog
een ander verschil van inzicht, te weten op
het gebied van de jeugd-werkloosheidsbestrij-
dinig. Was de omvang wel zoo groot, dat er
10 millioen voor uitgegeven moest worden en
deugde de door minister Romme voorgestane
methode wel?
Tenslotte, na veel heen en weer spreken,
ontving dr. Colijn op 28 Juni van minister
Romme een nota, waarin deze betoogde dat
de besluiten betreffende werkverschaffing,
jeugdwerkloosheidsbestrijding enz. gehand
haafd moesten blijven, wilde hij, minister
Romme de Regeeringsverantwoording kunnen
blijven dragen. Met dit stuk in handen,
parlementaire stelsel, ontkende de heer Schou- jj^ef er onder de gegeven omstandigheden
ten, die trouwens niet inzag, dat zulk een be- nje^s anders meer over- dan het op 29 Juni door
^ind thans tot mogelijkheden had behoord. ------- -
Overigens was het aan den Premier om nader
licht omtrent een en ander van de formatie
te verschaffen.
Met nadruk pleitte deze afgevaardigde nog
eens voor het „ideaal" van een sluitende be
grooting, in welk verband hij al met de be
grooting voor 1941 bezig was! Vandaar, dat
hij met verwondering kennis had genomen
van hetgeen de Regeering t.a.v. verdere voor
ziening voor de ouden van dagen en eventueele
het heele kabinet gevraagde ontslag.
En nu de kabinetsformatie. Over niet-ge-
slaagde formaties te gaan spreken is vrijwel
ondoenlijk, o.m. reeds wegens vele vertrou
welijke besprekingen die daarbij gevoerd zijn.
Toch bleek dr. Colijn wel bereid iets te zeggen
over zijn pogingen na de eerste opdracht.
Niet gewenscht leek het hem toen, een kabinet
te vormen zonder Roomsch-Katholieken. Dat
was juist onder de tegenwoordige omstandig-
uui UC VJUUC.ll van U05C11 1.1W1.UW.V oo
Verlaging van den leerlingen-schaal wenscht I heden (na al 't gedoe nizake Oss) meer dan
ooit ongewensdht. Spr. heeft het uiterste
gedaan om zulk een kabinet mogelijk te
maken en was dus zeer ver gegaan in zijn
tegemoetkomendheid. Pas toen 't hem on
mogelijk bleek, vroeg hij ontheffing van de
opdracht. Na de mislukking-Kooien was de
vraag, of hij, dr. Colijn, terstond moest be
danken. Echter twijfelend, op grond zijner
indrukken, aan 't bestaan van een reëele
mogelijkheid om een parlementair kabinet
samen te stellen, meende hij mede met
het oog op de internationale situatie de
tweede opdracht in beraad te moeten nemen.
Toen voelde hij zich, ook na mr. Koolen's
mislukking, wel vrijer om geen katholieken
op te nemen, al probeerde hij het toch nog
eens. Pas toen hij weer bot ving, zette hij er
zich toe een program-kabinet te vormen. Nu
zonder katholieken, aangezien hij geen ka
tholieken had kunnen vinden die genoegzaam
bereid waren, dr. Colijn's financieele opvat
tingen te deelen en daarvan de consequen
ties te aanvaarden.
Vol verontwaardiging keerde spr. zich tegen
zinspelingen als had hij zelf het hooge ambt
weer gezocht. Niets is hem vreemder.
Als men meent dat een ander financieel
beleid mogelijk is dan het kabinet voor
staat, dan zal men dat ronduit moeten aan-
toonen en de consequentie daarvan moeten
durven aanvaarden.
De premier verklaart dit program
kabinet te beschouwen als een inter
mezzo-kabinet en niet als een normale
regeering. Dus: indien zich in de
Kamer een hechte duidelijke meerder-
heidsgroep vormt in het positieve, dan
ben ik, gelijk jhr. mr. De Geer dat
in 1926 zeide, bereid op te staan. „Ja,
dan weet ik niet hoe vlug ik opsta om
door het klapdeurtje deze zaal te ver
laten", aldus de Premier.
Het programma.
Zonder overleg met eenigen fractieleiders
heeft de formateur een program op
gesteld, dat de uitgenoodigde personen vrijwel
ongewijzigd hebben aanvaard en waaromtrent
tusschen hen homogeniteit bestaat. In 't pro
gram, dat meer omvat dan de Regeeringsver-
klaring, komt natuurlijk ook handhaving van
de zelfstandigheidspolitiek. Voorts dat t.o.v.
de algemeene vraagstukken van binnenland-
schen aard zoo min mogelijk wijziging zal
worden gebracht in de gedragslijn van de
laatste jaren.
Het wetsontwerp werkverruiming zal in al-
gemeenen zin worden gehandhaafd, echter
met vermijding van oneconomische kapitaals-
investaties. Let wel, aldus de Premier, on
economisch is niet hetzelfde als onrendabel
we eischen dus niet, dat alleen maar ren
dabele werken worden uitgevoerd.
Wat betreft partieele wijziging van de
leerlingenschaal óf deze keuze staat nog
vrij verbetering van de situatie van
kweekelingen met acte en wat aangaat
eventueele nadere voorziening voor ouden van
dagen, hoopt de Minister-President bij de om
werking van de belasting-plannen voor deze
doeleinden het noodige geld te kunnen vin
den.
En nu de Indische defensie. De financieele
kant daarvan zal ook moeten worden bekeken
Thans het slot van 's Ministers betoog. Was
er op dit oogenblik een ander kabinet prak
tisch mogelijk? Naar sprekers indrukken
neen.
„Mocht ik me daarin vergist hebben, welnu
mijnheer de Voorzitter, er is .niets eenvoudiger
dan mij in dat geval mijn vergissing bij no-
tarieele acte te beteekenen", aldus de Minister
President, welke overigens meende, dat het
voorbarig is nu al te beweren dat het kabinet
niet past bij deze Kamer. Dit zal eerst blijken
als we met onze voorstellen komen.
Trouwens, het is niets nieuws, dat er zich
aan de hand van voorstellen botsingen tus
schen Kabinet en Kamer voordoen, zelfs wan
neer een Kabinet min of meer bij de Kamer
scheen te hooren.
Het is nu eenmaal zoo, dat ons partijwezen
en de partijschakeeringen een hechte samen
werking tusschen Regeering en volksvertegen-
Mr. dr. L. N. Deckers,
woordiging niet per se waarborgen. Daaruit
moet veel van onze staatkundige misère ver
klaard.
De Kamer heeft de voorstellen van een Re
geering naar haar innerlijke waarde te be
oordeelen. De Premier besloot zijn rede met
de volgende woorden:
„Het Kabinet is zich bewust, dat het moet
streven naar samenwerking met 't Parlement.
Doch het kan zich niet losmaken van zijn
overtuiging dat we ons financieel op 'n ge
vaarlijk hellend vlak bevinden en dat het de
hoogste tijd is met ernst te streven naar ver
betering van een financieel deplorabelen toe
stand.
Dat is de inzet, warmee en waarvoor de
Regeering staat of valt, zonder allerlei nood
zakelijke (o.m. sociale) belangen te verwaar-
loozen.
In serene rust wachten we de uitkomst
van dit debat af, wetend dat alles tenslotte
gaat volgens het bestel van Hem, die ook op
aarde Koning is".
Mr. dr. D e c k e r s (RK. verklaarde in twee
de instantie o.m. nog te betreuren, dat er nu
aan de samenwerking tusschen de Christe
lijke groepen op dit moment een einde is ge
komen.
Spr. betreurt dat te vroegtijdig deze com
binatie aan het bewind is gekomen, namelijk
voordat voldoende gepoogd was een Kabinet
samen te stellen waarvan men 'n vruchtbare
samènwerking met de Kamer kon verwach
ten. Vandaar de door hem ingediende motie,
welke als volgt luidde:
„De Kamer overwegende, dat de
Kabinetsformatie niet heeft geleid
tot het optreden van een Kabinet dat
de noodige waarborgen biedt voor een
deugdelijke behartiging van het
landsbelang in gemeen overleg met de
Staten-Generaal, keurt het optreden
van dit Kabinet af en gaat over tot
de orde van den dag".
De heeren Albarda (s.d.)Van Houten (chr.-
dem.), Joekes (v.d.), en De Visser (comm.)
verklaarden vervolgens dat hun fracties voor
de motie zouden stemmen.
De motie werd daarna aangenomen met
5527 stemmen.
Vóór stemden de Katholieken, Vrijzinnig-
Democraten, Sociaal-Democraten, Communis
ten en de Chr.-Democraten; tegen de Anti-
Revolutionnairen, Chr.-Historischen, Liberalen
Nationaal-Socialisten en Staatkundig-Gere
formeerden.
E. van R.
Drinkt geregeld
bezit vele
NatuurlijkeMineralen
GEZOND
GENEESKRACHTIG
(Adv. Ingez. Med.)
Verdacht van verduistering
van ƒ10.000.
BATAVIA, 27 Juni (Aneta). De
politie te Telokbetong arresteerde gis
teren zekeren Gouw an Siem, employé
van een Chineesche firma, die ver
dacht wo.rdt van verduistering van
ruim f 10.000.
Verdachte had de wijk genomen
naar Telokbetong, waar hij zich in
een kampong verborgen hield. Hij is
thans op transport gesteld naar
Bandoeng.
Prins Bernhard bezoekt afgevaar
digden der Christen-jeugd.
Donderdagmiddag heeft Prins Bernhard een
bezoek gebracht aan het gebouw van de A.
M. V. J. aan de Stadhouderskade te Amster
dam, waar het hart klopt van de organisatie
der wereldconferentie van Christen-jeugd, die
zooals bekend op het oogenblik in Am
sterdam wordt gehouden. De Prins onderhield
zich geruimen tijd met de leden van het or
ganisatiecomité, zoo c.m. met de leiders der
conferentie, dr. W. A. Visser 't Hooft, dr.
J. Eykman en den heer Edwin Espy, terwijl
een aantal leiders van delegaties uit verschil
lende deelen der wereld aan ZK.H. werd voor
gesteld. Ook met hen heeft de Prins zich
geruimen tijd onderhouden.
Slechte toegangswegen
tot Amsterdam.
De K.N.A.C. schryft ons:
Amsterdam, de hoofdstad van het Rijk, de
trots van ieder rechtgeaard Nederlander, be
schikt over toegangswegen, waarover een
vooruitstrevend dorpsbestuur zich zou scha
men.
Zoö loc.pt de autostrada van de Residentie
naar de hoofdstad dood in een landweggetje,
waarop het verkeer in beide richtingen ge
blokkeerd wordt, indien één handkar er stil
blijft staan. Van Velsen leidt een betonweg
naar Amsterdam, doch loopt alvorens den
hoofdweg HaarlemAmsterdam te bereiken,
hopeloos vast in het oude dorpje Sloterdijk.
Via een houten bruggetje rijdt men dan de
hoofdstad binnen.
De verbindingen naar de overzijde van het
IJ dragen het kenmerk van onevenwichtigen
groei. Misschien drukt hier al bijzonder het
gebrek aan de noodige gelden, ten einde ruim
opgezette plannen, die gedeeltelijk werden
uitgevoerd, verder af te werken.
Van Zaandam en Alkmaar is de entree al
evenmin te roemen.
Deze slechte verbindingen zijn echter nog
niet te vergelijken met den onhoudbaren toe
stand van den uitvalsweg naar het Gooi, waar
het verkeer herhaaldelijk vastloopt bij den
spoorwegovergang aan de Omval, even voorbij
de Berlagebrug.
Hoewel dit obstakel uiterlijk 8 October as.
zal verdwijnen in verband met de in gebruik
neming van de verhoogde spoorbaan en tevens
van de Berlagebrug af een weg wordt aange
legd, welke langs het Amstelstation gepro
jecteerd is en voorbij den spoorwegovergang
tijdelijk op de Weesperzijde zal aansluiten,
moet het drukke verkeer naar en van Amers
foort, Bussum, Hilversum, Baarn en Utrecht,
nog drie maanden lang van dezen overweg
gebruik maken, hetgeen juist in verband met
de zomermaanden, tot ernstige verkeersop
stoppingen aanleiding kan geven.
Het ongeluk wil, dat de spitsuren voor het
automobielverkeer, vooral wat betreft de
forensen, samenvallen met die van de Spoor
wegen, zoodat de spc-orboomen juist op die
uren meer en langer gesloten worden. De file,
die daardoor op sommige uren van den dag
ontstaat, neemt ongelooflijke afmetingen aan.
Het oponthc-ud ter plaatse zou aan
merkelijk verminderd kunnen wor
den, indien van de zijde van de Ne-
derlandsche Spoorwegen wat meer
goeden wil en wat meer aan de om
standigheden aangepast overleg, ge
toond zou worden. Men krijgt n.l.
sterk den indruk dat de boomen ter
plaatse onnoodig lang dicht blijven
en te laat worden geopend. Met wat
goeden wil zouden hier ettelijke mi
nuten te winnen zijn.
Men kan echter op twee manieren deze zeer
drukke spoorlijn van het Weesperpoortstatlon
aan den omval vermijden, hetgeen nog steeds
te weinig bekend is. Zoo kan men bijv. in
Diemen de Hartsvelderbrug links laten liggen
en in plaats daarvan gebruik maken van den
Middenweg, welke in de Linnaeusstraat uit
loopt. Rechtruit rijdend komt men dan aan
het Koloniaal Museum waarna men de oude
Muiderpoort aan de linkerzijde passeert, de
Sarphatiestraat inslaat en langs het Amstel
Hotel via Hoogesluis en Weteringschans het
Leidsche Plein bereikt.
Wanneer men echter van Amersfoort en
Baarn over een beteren weg dan de verzak
kende autostrada langs Naarden en Muiden
Amsterdam wil bereiken, slaat men reeds bij
de kruising Laren den weg naar Hilversum
in. vervolgens over de viaduct in de richting
Bussum. om dan bij het rondpoint vóór Bus
sum links af te slaan en via Weesp naar Die-
men te rijden over den mooien breeden as
faltweg. Bij Diemen gekomen, kan men dan
den nieuwen weg naar Ouderkerk inslaan om
vervolgens via Amstelveen rechts af te buigen
naar het Stadion om vandaar het centrum te
bereiken, een route, welke ten sterkste is aan
te bevelen. Langs deze route kan men ook
op de gemakkelijke wijze in korten tijd
Schiphol bereiken, waar men weer aanslui
ting vindt op het wegennet, dat Amsterdam
met Den Haag, Rotterdam of Haarlem en de
Noordzeepl.iatsen verbindt.
Gevaarlijk spelletje op een bouw
terrein.
Achtjarige jongen kreeg kozijn tegen
het hoofd.
Donderdagmiddag is op een bouwterrein aan
de Orteliuskade te Amsterdam een ernstig
ongeval gebeurd. Daar speelde een aantal
jongens op een stapel raamkozijnen. Plotseling
schoot een der kozijnen uit den stapel los en
een achtjarige jongen, die daardoor zijn even
wicht verloor, viel en kreeg het houten ge
raamte tegen het hoofd. De knaap liep een
verwonding aan het oog en een hersenschud
ding op en is ter verpleging naar het Wilhel-
mina Gasthuis vervoerd.
Gezantenbenormïng te Londen
en Bern.
Bij K.B. van 17 Juli is jhr. mr. E. F. M. 3.
Michiels van Verduynen met ingang van 18
September as. benoemd tot H.Ms. gezant te
Londen en is mr. E. N. van Kleffens in gelijke
hoedanigheid benoemd te Bern met ingang
van 1 Augustus as.
Overbelaste kano sloeg om.
Donderdagmiddag omstreeks vijf uur gin
gen twee meisjes en een jongen in een twee
persoons kano op het IJselmeer nabij Lem
mer varen. Waarschijnlijk door overbelasting
sloeg de kano om. De jeugdige eigenaar van
de kano, die aan den havenkant staande,
zijn vaartuigje had nageoogd, zag het ongeval
gebeuren en waarschuwde onmiddellijk den
shipper van de reddingmaatschappij. Deze
voer onverwijld ter redding uit en kwam nog
iuist bijtijds om het drietal, dat zich aan
de kano had vastgeklampt, aan boord te
nemen en. behouden aan wal te brengen.