Eerste Nederlandsche Kunstweek geopend Ons Vcedes Jbrinsesje. Kunst in Haarlem en daarbuiten WOENSDAG 9 AUGUSTUS 1939 Deelnemers uit 16 landen n" dagmiddag js ten stadhuize te Maastricht perSte Nederlandsche kunstweek geopend, !r door het Departement van Onderwijs, Kuns- en Wetenschappen is georganiseerd, in rnleing van de Belgische kunstweken, die in Spleië reeds gedurende vier jaren met groot «frees worden gehouden. Een groot aantal buitenlanders, voor een groot p, kunsthistorici, leeraressen en leeraren, stu- a nten meseumbeheerders, artisten, maar ook hflangrijke leeken bleken in België aan deze tnst weken deel te nemen en ook de deelnemers deze eerste Nederlandsche kunstweek zijn dezelfde groepen samengesteld. Deze kunst week sluit bovendien aan op de Belgische, die Treisteren geëindigd is en dank zij de goede «menwerking tusschen de Nederlandsche en Rpleische organisatoren zijn de laatsten er in tfpshagd vele tientallen deelnemers aan de Bel gische kunstweek te doen deelnemen aan de Lste Nederlandsche, die, wat betreft de be langstelling, reeds voor den aanvang een succes mag heeten. 130 deelnemers uit zestien verschillende landen hebben zich te Maastricht Vrzameld en eenige tientallen meer hadden zich Ingegeven doch werden afgewezen, omdat de leider van de Nederlandsche kunstweek, dr. J. K. van der Haagen van het Departement van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen voor de eerste maal de deelneming niet te groot wilde maken, gezien de ervaring, welke men in ons land nog moet opdoen. In de raadszaal van het fraaie Maastrichtsche stadhuis is de kunstweek geopend door prof. dr. G A. van Poelje, secretaris-generaal van het département van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, die zijn groote vreugde uitsprak over de belangstelling, waarin de Nederlandsche kunstweek zich mag verheugen. De buitenlandsche gasten zijn op een zeer gelukkig oogenblik in Nederland gekomen nu het geheele Nederlandsche rijk de geboorte viert van een nieuw prinsesje van het oude Oranjehuis. Zij zullen ons volle leeren kennen als een groote familie, een hechte eenheid, ondanks alle verschillen in geloof, afkomst en politieke over tuiging- Spr. brengt bijzonderen dank aan den direc teur van de Belgische kunstweek, den heer Paul Montfort, die in zoo belangrijke mate heeft bij gedragen met de door hem opgedane ervaring tot het organiseeren van deze Nederlandsche kunstweek. Met vreugde kon spr. dan ook mededeelen, dat het H. M. de Koningin heeft behaagd den heer Montfort te benoemen tot ridder in de orde van Oranje Nassau. Deze mededeeling werd met luid applaus be groet. De heer Montfort dankte ontroerd voor deze onderscheiding en sprak tevens woorden van dank, namens alle Fransch sprekende deel nemers, voor de hartelijke ontvangst te Maas tricht. Namens alle deelnemers, die zich van de Duit- sche taal bedienden, dankte prof. dr. ing. R. Stumpf van de Technische Hochschule te Aken. In de vestibule van het raadhuis werden de deelnemers ontvangen door het gemeentebestuur van Maastricht. Op voorstel van den heer Montfort werd een dronk ingesteld op Prinses Irene en de overige leden van het Koninklijk Huis, terwijl aan het Prinselijk Paar te Soestdijk het volgende tele gram werd verzonden: „De deelnemers aan de eerste Nederlandsche kunstweek uit zestien landen zoojuist door prof. Van Poelje geopend, bieden oprechte geluk- wenschen aan met geboorte Prinses nomen sit omen w.g. algemeene leider, Van der Haagen. Acht maanden geëiseht wegens kindermishandeling. Een tragische geschiedenis werd Dinsdag be handeld voor de strafkamer der Amsterdam- sche rechtbank, gepresideerd door mr. A. J. van Royen. Een 25-jarige werklooze arbeider stond te recht wegens het opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toebrengen aan zijn dochtertje, een baby van acht maanden. Hij zou volgens de tenlaste legging het kind een vuistslag tegen het lin kerdijbeen hebben gegeven, waardoor het been tje brak. De politie stelde een onderzoek in, de man beweerde, dat hij toen hij het kind droeg, ge vallen was tegen een oude en harde divan, waardoor het beentje brak. Later weer zeide hij, dat het niet onmogelijk was, dat hij na het vallen het kind, dat huilde, in zijn verbouwe reerdheid had geslagen. Huilend zat thans de man in de verdachten- Pjk: „ik heb zeker niet opzettelijk geslagen, ik ben dol op mijn kinderen". De psychiater, dr. S. P. Bakker schetste ver dachte als een licht debiel man met weinig rem- mjnSen: die lichamelijk zeer sterk is en waar schijnlijk zijn eigen kracht niet kent. De Officier van Justitie mr. J. W. Bosch achtte de daad van dezen verdachte bijna onbe grijpelijk. Wel is de man licht debiel, doch hij is zeer zeker aansprakelijk voor het gebeurde, opr. vorderde een gevangenisstraf van tien maanden. De verdediger mr. Keune schetste de moei lijke omstandigheden waarin verd. en zijn ge zin leven. Hij is zeer arm en heeft zelfs geen gald om licht te betalen. In het donker is hij met het kind gestruikeld en tegen den divan gevallen. Zelfs als hij de baby daarna een klap neen gegeven staat nog niet vast, dat het been tje door den klap is gebroken. De piloten van de K. L. M. Vragen van den heer Rost van Tonningen. J"-heer Rost van Tonningen (N.S.B.) heeft en den minister van Koloniën de volgende vra gen gesteld: ru\}s waar, dat door eenige K.L.M.-auto- eiten ten aanzien van Indische Nederlanders, iJL v°* wens°hen te worden, een onwelwil lende houding wordt aangenomen? Zoo ja, wordt die houding dan aangeno- u n' °midat de Engelsche passagiers nu eenmaal w °Pvattingen huldigen met betrekking wt niet zuiver blanken? I>J de minister het juist, dat een door de ak d v rSche re2eering gesubsidieerd lichaam tuwoK ^'M. eeri duidelijk onderscheid maakt Nederlandsche piloten uitsluitend op overwegingen van ras? Drukker moest rijbewijzen namaken. Zonderlinge gedragingen van een ex-opzichter op een plantage. Een nog jonge man had zich Dinsdag voor de vacantiekamer der Amsterdamsche recht bank te verantwoorden. Hij is reeds herhaal delijk veroordeeld na zijn terugkeer uit West- Indië, waar hij opzichter op een plantage was. Hij had dank zij den invloed van zijn familie weer naar de West terug kunnen gaan, maar hij weigerde. Oost-Indië trok hem gezien het gezondere klimaat meer, zooals hij vandaag ter zitting verklaarde. In April jj. had hij in een der hoofdstede lijke dagbladen een advertentie geplaatst waarin hij liefhebbers voor een baantje op riep. Gegadigden moesten in het bezit van een rijbewijs zijn. In een keurig ingerichte kamer in een der groote huizen van de Con- certgebouwbuurt wachtte meneer de sollici tanten op. Vanachter zijn bureau maakte hij een hoogst betrouwbaren indruk. Na een kort „examen" vroeg hij zijn bezoekers of zij mis schien een portret bij zich hadden, of anders het rijbewijs, want hij moest zijn opdracht gevers in Den Haag toch laten zien, wien hij aanstelde. Om dit rijbewijs was het hem blijkbaar te doen. De sollicitant, die een baantje in het vooruitzicht zag, gaf het grif af. De explan- tage-opzichter haalder er handig het portret af, wantte zijn eigen portret er op en stapte met dit rijbewijs naar een drukker te Amster dam, wien hij vroeg of deze dertig exempla ren op hetzelfde soort papier na wilde druk ken. ,,'t Mocht van de politie, als er op de achterzijde maar een kleine advertentie werd gedrukt". De drukker vond het nogal vreemd en waar schuwde de recherche, die in de zaak aan wezig was, toen verd. weer kwam vragen, hoe het met de rijbewijzen stond. Door een samenloop van omstandigheden kwam de man vroeger opdagen dan men hem verwachtte, hij rook lont, rende den winkel uit en sprong op een fiets. Na een wilde achtervolging door de stad kon hij worden gegrepen. Thans stond hij terecht wegens oplichting van een van de sollicitanten die hem zijn rij bewijs had toevertrouwd. Rechter mr. Lamers merkte tegen verd. op, dat hij heelemaal geen baantjes te vergeven had. Verd.: ja zeker wel, ik moest menschen heb ben, die auto's konden besturen. Dr. S. P. Bakker heeft een onderzoek in gesteld naar verd. geestesvermogens. Verd. is niet volkomen normaal te noemen, maar zeker is hij niet iemand om in een krankzin- niggesticht op te sluiten. Dat bewijzen ook zijn misdrijven, die op zichzelf geen ziekelijke elementen bevatten. De Officier van Justitie, mr. J. W. Bosch noemde verd. een maatschappelijk gevaar. Hij vorderde wegens oplichting een gevangenis straf van een jaar en ter beschikkingstelling van verd. van de regeering. De verdediger mr. R. C. Goudsmit. achtte de oplichting niet bewezen. JONGETJE IN KOKEND WATER GEVALLEN. In een woning aan de Kromme Mijdrecht straat is gisteravond een 6-jarig jongetje bij het spelen gestruikeld en daartüj in een koon kokend water gevallen. Met ernstige brand wonden is het knaapje in het O. L. Vrouwe Gasthuis opgenomen. De versterking van de weermacht. DOOR MELIS STOKE Haar naam is haar boodschap. Haar komst heeft de ban Van de tweespalt een wijle gebroken. Wij stroomen tezamen, bereid tot het feest, Spontaan in de blijdschap die harten geneest. Het Koninklijk kind had gesprokenl De zomersche hemel, geladen en zwaar Van wolken die rommelen en schichten, Verscheurde op 't teeken des vredes.... Ik zag In de ruimten van blauw straalde 'n hemelsche lach, Die een uur op de wereld bleef lichten. De wolken hervatten hun eeuwige reis En drijven langs volken en landen. Een onweer zet vredige huizen in vuur, Maar wij kennen dat andere licht, uit het uur Toen het vreugdvuur des Vredes ontbrandde! Zij kwam uit den schemer van 's levens geheim, Van de oorsprong van èllen-tezamen, En ze bracht ons de dingen die elk van ons wist Vóór het leed en de strijd en de nijd en de twist In het land van de levenden kwamen. Zij ging op den weg, die wij ééns zijn gegaan: Met moeder en vader in 't leven. En zij kreeg in haar naam, op dat moeilijke pad Het beste - dat dikwijls de menschheid vergat - De boodschap des vredes, gegeven. Het vredes-licht heeft op ons juichende hart En het land van Oranje geschenen. We kennen dien oproep, gehoord van den troon, En die stem in ons hart. la, het leven is schoon In den naam van Uw boodschapIrenel Uitvoer van bloembollen naar Amerika toegenomen. Uit New York wordt gemeld: De HollandAmerika- en de Black Dia mond-Lijn, die ieder jaar het grootste deel van den Nederlandschen bloembollenexport naar de Vereenigde Staten verschepen, hebben medegedeeld, dat hun bloembollenladingen in 1939 waarschijnlijk 15 procent meer zullen be dragen dan die in 1938. Het betreft ongeveer 115.000.000 bollen ter waarde van 5.750.000 dollar. Vooral de narcissenbollen zullen door gemakkelijker invoerbepalingen in be langrijker mate worden geïmporteerd. De schepen hebben een speciaal ventilatiesysteem voor het vervoeren van bollen. De Vereenigde Staten zijn (na Engeland) de tweede afnemer van Nederlandsche bloembollen. Men ziet in dezen sterk verhoogden invoer voor een groot deel het gevolg van het millioen Nederland sche bollen, die door de bollen kweekers aan de wereldtentoonstelling zijn geschonken en die, toen zij in bloei stonden, de algemeene aandacht en bewondering hebben getrok ken. Begrafenis Will Tuschinski. Gelden voor leger en vloot dienen-in ons land te worden besteed. Aan het eindverslag van de commissie van rapporteurs over het ontwerp van wet tot wijziging en verhooging van de defensiebe groting voor 1939 ontleenen wij het volgende: Bij de overweging van dit wetsontwerp in de afdeelingen verklaarden vele leden zich te kunnen vereenigen met de opvatting, dat de huidige internationale toestand er toe noopt, thans reeds over te gaan tot den aankoop van geschut, van voorraden voor de intendance, e.d., hoewel volgens de aanvankelijke plannen zoodanige maatregelen pas in de volgende jaren zouden worden genomen, Deze leden waren den minister voorts er kentelijk voor diens meermalen gegeven ver zekering, dat wordt gestreefd naar een zoo zuinig mogelijk beheer van de aanzienlijke be dragen, welke ons volk ten bate der defensie beschikbaar moet stellen. Deze leden waren verder van oordeel, dat van de gelden, door ons volk opgebracht of op te brengen, bij de onderscheidene aanschaf fingen voor leger en vloot een zoo groot moge lijk deel in ons land dient te worden besteed, vooral met het oog op de bestrijding van de werkloosheid. Hetgeen de minister te dier zake in de Tweede Kamer heeft betoogd, had hen niet geheel bevredigd. Gaarne stelden zij daarbij voorop, dat zij met voldoening kennis hadden genomen van de mededeeling, dat binnenkort een belangrijke opdracht, en wel voor den aanmaak van vliegtuigen binnens lands zou worden geplaatst. Voorts bepleitten deze leden dat de rege ling voor de kostwinnersvergoedingen zou wor den verbeterd, zeker ten aanzien dergenen, die, gelijk bij voorbeeld thans bij de Muitenge- wone) o(proeping) voor u(itwendige) v(eilig- heid) het geval is, zijn opgeroepen onder zoo geheel andere omstandigheden dan die, waar voor deze regeling aanvankelijk was bestemd. Huns inziens behooren de normen beter te worden gevoegd naar de maatschappelijke positie en de vaste verplichtingen van de oudere personen, die thans onder de wapenen zijn geroepen. In de laatste maanden hebben deze opgeroepenen namelijk in het belang van het geheele volk zware offers gebracht, wes halve zij, naar de meening van de hier aan het woord zijnde leden, reeds hierom aan spraak kunnen maken op extra-vergoeding. Eenige leden bepleitten andermaal de invoe ring van den algemeenen dienstplicht, huns inziens de eenig juiste oplossing van het de- fensievraagstuk, wat betreft het ter beschik king hebben van de noodige manschappen. Dinsdagmiddag is op de Israëlietïsche be graafplaats aan het Toepad te Rotterdam ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den op 33-jarigen leeftijd te Amsterdam overleden Will Tuschinski, zoon van den eigenaar van het Tuschinski-theater. Er was voor deze plechtig heid op verschillende plaatsen zeer veel belang stelling. In het reinigingshuis werd allereerst het woord gevoerd door den leeraar van de Israelietische gemeente, den heer A. Keizer. Hierna sprak de heer A. de Hoop, directeur van den Nederland schen Bioscoopbond, die den overledene een pionier noemde op het terrein der Nederland sche filmindustrie. Vervolgens sprak de heer Max Tak namens het personeel van Tuschinski; tenslotte sprak de heer Alex de Haas, waarbij hij de prettige samenwer king met zijn vriend Will herdacht. De heer De Hoop dankte aan de groeve de aanwezigen voor de betoonde belangstelling. Een ets van Bresdin Het schrijven van dat stukje over Monti- celli, de vorige week, bracht mij een tijdgenoot van hem voor den geest, die, weliswaar niet als schilder, doch als etser en teekenaar, een even onbeheerschte hartstocht voor de romantiek aan den dag legde. Ik bedoel Rodolphe Bres din, den zonderlingen ouden kunstenaar wiens prenten zelfs voor den technicus vaak on ontwarbare producten zijn, daardoor bijna even boeiend als door hun schoonheidswaarde. Bresdin is vele jaren lang een vergeten figuur geweest totdat hij in het begin dezer eeuw weer in de belangstelling der kenners en liefhebbers betrokken werd. Hij was toen echter zelf al een goede vijftien jaar van het tooneel verdwenen: gestorven in zeer kommer volle omstandigheden in Saint Cloud, bij Parijs, waar hij in een paar vertrekken van een bijgebouwtje van een klein, voor Lodewijk XV gebouwd kasteel, leefde, in gezelschap slechts van een paar konijnenwaaraan hij den bijnaam „maitre au lapin" te danken had. Ondanks de opgekomen belangstelling der laatste jaren is onze kennis van Bresdin's leven even fragmentarisch gebleven, als ze vroeger was. Wij weten dat hij Bretagner was en omstreeks 1822 geboren moet zijn. Hoe hij tot de kunst is gekomen, hij die aanvankelijk handwerksman was, weten wij niet. Als kind woonde hij in Parijs; tusschen zijn dertigste en veertigste jaar werkte hij in Toulouse en daarna heeft hij in Bordeaux in de Rue Fosse au Lions (het Leeuwenkuilstraatjemet een opzettelijke zelfironie geeft hij daar soms zijn adres op een werkplaatsje. Eerst dan krijgen onze gegevens een minder vagen vorm, want daar in Bordeaux komt de bijna twintig jaar jongere Odilon Redon op zijn atelier en wordt door Bresdien in de geheimen der gra fische technieken ingewijd. Redon (dit in 't voorbijgaan) heeft voor Bresdin een groote waardeering getoond en hem in zijn moeilijke leven vaak ter zijde gestaan. Maar Bresdin was een zoekende, onrustige geest, met een onbevredigd verlangen naar een puur leven buiten de beschaving, een leven in het oer woud. Van Parijs uit trekt hij zelfs met zijn geheele gezin naar Canada, een romantisch onderne men door een spoedigen terugkeer beëindigd. Een verloren illusie voegt zich dan bij het ge mis aan materieelen welstand. Het is dan, dat Baudelaire een briefje schrijft aan Theophile Gautier om diens belangstelling voor Bres din's werk te vragen. Bresdin is dus niet zoo gansch onbekend meer en heeft relaties. Vanwaar dan toch die voortdurende igno rantie van zijn bestaan, de voortdurende ellen de, waarin dat bestaan verloopt? Zal men de oorzaak niet moeten zoeken in Bresdin's ka rakter, dat hem eenzelvig en eigenaardig deed zijn, eigenschappen die door den middel- matigen mensch met exploitatie-handigheid van eigen kleine capaciteiten nimmer geduld worden? Van die gematigd-belangrijke, met tijdelijken roem omhangen medeburgers heeft Bresdin al heel weinig plezier beleefd: Champfleury, de veelgelezen novellist en kunsthistoricus, klopte uit Bresdin's bizar be staan de novelle: „Chien caillou, le maitre au lapin" niet onaardig op zichzelf, doch pijnlijk voor Bresdin, en alleen maar van nut tig effect voor Champfleury zelf. En Henri Béraldi, die nog altijd als inventarisator der negentiende-eeuwsche prentkunst waarde heeft, kan in zijn t\yintigdeeligen Catalogue raisonné voor Bresdin slechts een vijftal re geltjes reserveeren, waarin de „Bon Samari- tain" dat wonderlijke prachtblad, genoemd, doch van -de rest als bizarre griffonnage ge sproken wordt. Voor die „bizarre griffonnage" is echter nadien, vooral buiten Frankrijk, waar men zich de weelde kan veroorloven groote artisten onopgemerkt te laten, een po ging tot eerherstel zichtbaar geworden, die tot resultaat heeft gehad dat musea en par ticuliere verzamelaars thans die curieuse bla den zoeken, en ze niet vaak vinden, om de eenvoudige reden dat ze (op enkele prenten na) nooit in grooten getale zijn afgedrukt. In het Maandblad voor Beeldende Kunsten heeft reeds in 1924 schijver dezes al wat er toen aan en over Bresdin bekend was, in een artikel geresumeerd en kort daarna 'heeft de Berlijnsch-New Yorksche prentenkenner I. B. Neumann, door de uitgaaf van een cata logus met reproducties de aandacht der Amerikaansche prentenvrienden op hem ge vestigd. Het werk behoort tegenwoordig tot het meest gewaardeerde van de Fransche gra fiek der vorige eeuw. De ets, die bij dit artikeltje gereproduceerd wordt, is „Le Chateau-fort" (het versterkt kasteel) Neumann 38. Ze is niet zoo be langrijk als bijvoorbeeld de Bon Samaritain of de Rust in Egypte, doch ik koos deze om dat ze zich het best laat reproduceeren en er het minst bij verliest door het onzichtbaar worden van interessante détails. Bij Le Chateau-fort hebben wij waarschijnlijk te doen met den inhoud van een of ander ro mantisch verhaal, waarvoor Bresdin aange zocht was illustraties te maken (die bij mijn weten nooit gebruikt zijn). Groot gehouden is het landschap op deze prent, ondanks de uitbundige detailleering. Het versterkt kasteel boven op de puntige rotsen, de thuiskeerende ridder die door een skelet boven op een sarcophaag wordt tegengehouden, een straal-omkranste maagd ziet van uit den achtergrond angstig toe, twee uilen staren uit de boomen en rechts zit een ventje te visschen alsof er niets aan 't handje iswelk fraai litterair gewrocht zal aan deze prent ten grondslag gelegen hebben, dochwelk een prachtige prent is het, wat bouw en lichtver- deeling betreft. Dat Bresdin in het Cabinet d' Estampes te Parijs, de vroege Duitschers als Altorffer en Hirschvogel bestudeerd heeft en ook de 17e eeuwsche Hollanders hem niet onbekend wa ren, is vrij zeker. Een kunsthistorische studie waarin dat verband nader zou worden aan getoond ls echter nog niet ondernomen. De legende wil dat er ontelbare kleine teeke- ningen en prenten waarmee Bresdin 's avonds op de Boulevards liep te venten en die hij op die manier voor luttele franken te gelde maakte, door bedriegers als echte oude teeke- ningen etc. in het buitenland zijn in omloop gebracht. Wat daarvan waar is, zal men ook nog niet zoo gemakkelijk kunnen vaststellen. Tot nu toe werd er nog geen Rembrandt of Hirschvogel als Bresdin gesignaleerd. Maar dat zegt natuurlijk niets. Dat een Bresdin op die manier zijn magere belooning moest zien op te scharrelen, ls echter uit betrouwbare bronnen gebleken. Over 's mans zielig bestaan en eenzaam ster ven heb ik al eens het een en ander ver teld in Haarlem's Dagblad van het jaar 1914, toen odilon Reden mij juist het een en ander over hem verteld had. Maar ik zou het den lezer niet kwalijk nemen zoo hij die krant niet onmiddellijk bij de hand had. J. H. DE BOIS. Autobestuurder zag fietser te laat. Dinsdagavond is op den hoek van den Haag- scheweg en den Sloterweg een ernstig ver keersongeluk gebeurd, waarvan een 45-jarige inwoner van Amsterdam het slachtoffer is geworden. De man bevond zich per rijwiel op genoemd kruispunt, toen uit de richting Ringvaart een auto naderde, die den wielrijder eerst op het laatste oogenblik opmerkte en geen kans meer zag om 'n aanrijding te voor komen. De wielrijder kwam te vallen en werd met zeer ernstige verwondingen opgenomen, waaraan hij korten tijd later is overleden. Hetf stoffelijk overschot is naar het Wlhel- mina-Gasthuis overgebracht. Geen belasting voor huurauto's van Nederlandsche touristen in België. De A.N.W.B. meldt ons, dat voortaan de be stuurders van Nederlandsche auto's, door hen gehuurd zonder chauffeur, evenals degenen die met eigen auto de grens passeeren, in België vrijdom van belasting genieten, geheel onaf hankelijk van den tijdsduur, gedurende welken zij de beschikking over de auto hebben, dus ook, als het slechts om een yerblijf van enkele da gen gaat. Naar men weet, gold deze vrijstelling van be lasting ten aanzien van huurauto's vroeger uit sluitend als de huurder kon aantoonen (door middel van een huurcontract), dat hij tenmin ste een maand de beschikking over den wagen had. Dit besluit van de Belgische regeering zullen de Nederlandsche toeristen met groote voldoe ning vernemen, omdat deze maatregel het mo gelijk maakt voor allen, die niet met een eigen auto naar België gaan, toch de grens te passee ren, zonder belasting verschuldigd te zijn, een verbetering, waarvoor de A.N.W.B. steeds heeft geijverd. Ernstig auto-ongeluk bij Semarang. Twee inzittenden gedood. Tijdens den regenval van gisteren te Sema rang is een auto, bestuurd door den ambachts onderwijzer H. Velleman, geslipt en tegen een boom gebotst. De heer Velleman en zijn echt- genoote werden op slag gedood, terwijl zijn dochter zwaar werd gewond. De heer Velleman was juist twee dagen ge leden van Solo naar Semarang overgeplaatst. Het ongeluk geschiedde bij Barangbalong, waar reeds eerder een ernstig ongeluk is ge beurd. Vluchtelingen uit Duitschland. R. Bresdin Le Chateau fort Komen dagelijks over de Nederlandsche grens. Behalve de contingenten Joodsche kinderen uit Duitschland en Tsjecho Slowakije, die op geregelde tijden de grens passeeren, verlaten ook tientallen oudere vluchtelingen het rijk. Met den d-trein passeeren dagelijks tusschen de veertig en vijftig, doch ook wel eens meer dan tachtig emigranten, zoowel Joden als anderen, de Nederlandsche grens. De meesten van hen schepen zich te Hoek van Holland in om over te steken naar Engeland, doch er zijn ook vluchte lingen voor Noord- en Zuid-Amerika bij. Van vier meter hooge stelling gevallen. Arbeider ernstig gewond. Dinsdagmiddag omstreeks half twee is de 19- iarige constructiewerkman T. van der Schee uit Vlaardingen tijdens werkzaamheden aan een schuur in de Keilestraat te Rotterdam, misgestapt en van de stelling gestort. De man kwam van een hoogte van ruim vier meter op straat terecht en kreeg een schedelbasisfractuur, alsmede ern stige verwondingen aan den linkerslaap. Per auto van den G. G. D. is hij naar het ziekenhuis aan den Coolsingel gebracht, waar hij is opgenomen. Zijn toestand is zorgelijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 5