Eerste Nederlandsche
Kunstweek
geopend
Ons Vcedes Jbrinsesje.
Kunst in Haarlem en
daarbuiten
WOENSDAG 9 AUGUSTUS 1939
Deelnemers uit 16 landen
n" dagmiddag js ten stadhuize te Maastricht
perSte Nederlandsche kunstweek geopend,
!r door het Departement van Onderwijs, Kuns-
en Wetenschappen is georganiseerd, in
rnleing van de Belgische kunstweken, die in
Spleië reeds gedurende vier jaren met groot
«frees worden gehouden.
Een groot aantal buitenlanders, voor een groot
p, kunsthistorici, leeraressen en leeraren, stu-
a nten meseumbeheerders, artisten, maar ook
hflangrijke leeken bleken in België aan deze
tnst weken deel te nemen en ook de deelnemers
deze eerste Nederlandsche kunstweek zijn
dezelfde groepen samengesteld. Deze kunst
week sluit bovendien aan op de Belgische, die
Treisteren geëindigd is en dank zij de goede
«menwerking tusschen de Nederlandsche en
Rpleische organisatoren zijn de laatsten er in
tfpshagd vele tientallen deelnemers aan de Bel
gische kunstweek te doen deelnemen aan de
Lste Nederlandsche, die, wat betreft de be
langstelling, reeds voor den aanvang een
succes mag heeten. 130 deelnemers uit zestien
verschillende landen hebben zich te Maastricht
Vrzameld en eenige tientallen meer hadden zich
Ingegeven doch werden afgewezen, omdat de
leider van de Nederlandsche kunstweek, dr. J. K.
van der Haagen van het Departement van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen voor de
eerste maal de deelneming niet te groot wilde
maken, gezien de ervaring, welke men in ons
land nog moet opdoen.
In de raadszaal van het fraaie Maastrichtsche
stadhuis is de kunstweek geopend door prof. dr.
G A. van Poelje, secretaris-generaal van het
département van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, die zijn groote vreugde uitsprak over
de belangstelling, waarin de Nederlandsche
kunstweek zich mag verheugen.
De buitenlandsche gasten zijn op een zeer
gelukkig oogenblik in Nederland gekomen nu
het geheele Nederlandsche rijk de geboorte
viert van een nieuw prinsesje van het oude
Oranjehuis.
Zij zullen ons volle leeren kennen als een
groote familie, een hechte eenheid, ondanks alle
verschillen in geloof, afkomst en politieke over
tuiging-
Spr. brengt bijzonderen dank aan den direc
teur van de Belgische kunstweek, den heer Paul
Montfort, die in zoo belangrijke mate heeft bij
gedragen met de door hem opgedane ervaring
tot het organiseeren van deze Nederlandsche
kunstweek.
Met vreugde kon spr. dan ook mededeelen,
dat het H. M. de Koningin heeft behaagd den
heer Montfort te benoemen tot ridder in de orde
van Oranje Nassau.
Deze mededeeling werd met luid applaus be
groet.
De heer Montfort dankte ontroerd voor deze
onderscheiding en sprak tevens woorden van
dank, namens alle Fransch sprekende deel
nemers, voor de hartelijke ontvangst te Maas
tricht.
Namens alle deelnemers, die zich van de Duit-
sche taal bedienden, dankte prof. dr. ing. R.
Stumpf van de Technische Hochschule te Aken.
In de vestibule van het raadhuis werden de
deelnemers ontvangen door het gemeentebestuur
van Maastricht.
Op voorstel van den heer Montfort werd een
dronk ingesteld op Prinses Irene en de overige
leden van het Koninklijk Huis, terwijl aan het
Prinselijk Paar te Soestdijk het volgende tele
gram werd verzonden:
„De deelnemers aan de eerste Nederlandsche
kunstweek uit zestien landen zoojuist door prof.
Van Poelje geopend, bieden oprechte geluk-
wenschen aan met geboorte Prinses nomen sit
omen w.g. algemeene leider, Van der Haagen.
Acht maanden geëiseht wegens
kindermishandeling.
Een tragische geschiedenis werd Dinsdag be
handeld voor de strafkamer der Amsterdam-
sche rechtbank, gepresideerd door mr. A. J. van
Royen.
Een 25-jarige werklooze arbeider stond te
recht wegens het opzettelijk zwaar lichamelijk
letsel toebrengen aan zijn dochtertje, een baby
van acht maanden. Hij zou volgens de tenlaste
legging het kind een vuistslag tegen het lin
kerdijbeen hebben gegeven, waardoor het been
tje brak.
De politie stelde een onderzoek in, de man
beweerde, dat hij toen hij het kind droeg, ge
vallen was tegen een oude en harde divan,
waardoor het beentje brak. Later weer zeide
hij, dat het niet onmogelijk was, dat hij na het
vallen het kind, dat huilde, in zijn verbouwe
reerdheid had geslagen.
Huilend zat thans de man in de verdachten-
Pjk: „ik heb zeker niet opzettelijk geslagen,
ik ben dol op mijn kinderen".
De psychiater, dr. S. P. Bakker schetste ver
dachte als een licht debiel man met weinig rem-
mjnSen: die lichamelijk zeer sterk is en waar
schijnlijk zijn eigen kracht niet kent.
De Officier van Justitie mr. J. W. Bosch
achtte de daad van dezen verdachte bijna onbe
grijpelijk. Wel is de man licht debiel, doch hij
is zeer zeker aansprakelijk voor het gebeurde,
opr. vorderde een gevangenisstraf van tien
maanden.
De verdediger mr. Keune schetste de moei
lijke omstandigheden waarin verd. en zijn ge
zin leven. Hij is zeer arm en heeft zelfs geen
gald om licht te betalen. In het donker is hij
met het kind gestruikeld en tegen den divan
gevallen. Zelfs als hij de baby daarna een klap
neen gegeven staat nog niet vast, dat het been
tje door den klap is gebroken.
De piloten van de K. L. M.
Vragen van den heer Rost van Tonningen.
J"-heer Rost van Tonningen (N.S.B.) heeft
en den minister van Koloniën de volgende vra
gen gesteld:
ru\}s waar, dat door eenige K.L.M.-auto-
eiten ten aanzien van Indische Nederlanders,
iJL v°* wens°hen te worden, een onwelwil
lende houding wordt aangenomen?
Zoo ja, wordt die houding dan aangeno-
u n' °midat de Engelsche passagiers nu eenmaal
w °Pvattingen huldigen met betrekking
wt niet zuiver blanken?
I>J de minister het juist, dat een door de
ak d v rSche re2eering gesubsidieerd lichaam
tuwoK ^'M. eeri duidelijk onderscheid maakt
Nederlandsche piloten uitsluitend op
overwegingen van ras?
Drukker moest rijbewijzen
namaken.
Zonderlinge gedragingen van een
ex-opzichter op een plantage.
Een nog jonge man had zich Dinsdag voor
de vacantiekamer der Amsterdamsche recht
bank te verantwoorden. Hij is reeds herhaal
delijk veroordeeld na zijn terugkeer uit West-
Indië, waar hij opzichter op een plantage was.
Hij had dank zij den invloed van zijn familie
weer naar de West terug kunnen gaan, maar
hij weigerde. Oost-Indië trok hem gezien
het gezondere klimaat meer, zooals hij
vandaag ter zitting verklaarde.
In April jj. had hij in een der hoofdstede
lijke dagbladen een advertentie geplaatst
waarin hij liefhebbers voor een baantje op
riep. Gegadigden moesten in het bezit van
een rijbewijs zijn. In een keurig ingerichte
kamer in een der groote huizen van de Con-
certgebouwbuurt wachtte meneer de sollici
tanten op. Vanachter zijn bureau maakte hij
een hoogst betrouwbaren indruk. Na een kort
„examen" vroeg hij zijn bezoekers of zij mis
schien een portret bij zich hadden, of anders
het rijbewijs, want hij moest zijn opdracht
gevers in Den Haag toch laten zien, wien hij
aanstelde.
Om dit rijbewijs was het hem blijkbaar te
doen. De sollicitant, die een baantje in het
vooruitzicht zag, gaf het grif af. De explan-
tage-opzichter haalder er handig het portret
af, wantte zijn eigen portret er op en stapte
met dit rijbewijs naar een drukker te Amster
dam, wien hij vroeg of deze dertig exempla
ren op hetzelfde soort papier na wilde druk
ken. ,,'t Mocht van de politie, als er op de
achterzijde maar een kleine advertentie werd
gedrukt".
De drukker vond het nogal vreemd en waar
schuwde de recherche, die in de zaak aan
wezig was, toen verd. weer kwam vragen, hoe
het met de rijbewijzen stond. Door een
samenloop van omstandigheden kwam de man
vroeger opdagen dan men hem verwachtte, hij
rook lont, rende den winkel uit en sprong op
een fiets. Na een wilde achtervolging door de
stad kon hij worden gegrepen.
Thans stond hij terecht wegens oplichting
van een van de sollicitanten die hem zijn rij
bewijs had toevertrouwd. Rechter mr. Lamers
merkte tegen verd. op, dat hij heelemaal geen
baantjes te vergeven had.
Verd.: ja zeker wel, ik moest menschen heb
ben, die auto's konden besturen.
Dr. S. P. Bakker heeft een onderzoek in
gesteld naar verd. geestesvermogens. Verd. is
niet volkomen normaal te noemen, maar
zeker is hij niet iemand om in een krankzin-
niggesticht op te sluiten. Dat bewijzen ook zijn
misdrijven, die op zichzelf geen ziekelijke
elementen bevatten.
De Officier van Justitie, mr. J. W. Bosch
noemde verd. een maatschappelijk gevaar. Hij
vorderde wegens oplichting een gevangenis
straf van een jaar en ter beschikkingstelling
van verd. van de regeering.
De verdediger mr. R. C. Goudsmit. achtte
de oplichting niet bewezen.
JONGETJE IN KOKEND WATER
GEVALLEN.
In een woning aan de Kromme Mijdrecht
straat is gisteravond een 6-jarig jongetje bij
het spelen gestruikeld en daartüj in een koon
kokend water gevallen. Met ernstige brand
wonden is het knaapje in het O. L. Vrouwe
Gasthuis opgenomen.
De versterking van de weermacht.
DOOR MELIS STOKE
Haar naam is haar boodschap. Haar komst heeft de ban
Van de tweespalt een wijle gebroken.
Wij stroomen tezamen, bereid tot het feest,
Spontaan in de blijdschap die harten geneest.
Het Koninklijk kind had gesprokenl
De zomersche hemel, geladen en zwaar
Van wolken die rommelen en schichten,
Verscheurde op 't teeken des vredes.... Ik zag
In de ruimten van blauw straalde 'n hemelsche lach,
Die een uur op de wereld bleef lichten.
De wolken hervatten hun eeuwige reis
En drijven langs volken en landen.
Een onweer zet vredige huizen in vuur,
Maar wij kennen dat andere licht, uit het uur
Toen het vreugdvuur des Vredes ontbrandde!
Zij kwam uit den schemer van 's levens geheim,
Van de oorsprong van èllen-tezamen,
En ze bracht ons de dingen die elk van ons wist
Vóór het leed en de strijd en de nijd en de twist
In het land van de levenden kwamen.
Zij ging op den weg, die wij ééns zijn gegaan:
Met moeder en vader in 't leven.
En zij kreeg in haar naam, op dat moeilijke pad
Het beste - dat dikwijls de menschheid vergat -
De boodschap des vredes, gegeven.
Het vredes-licht heeft op ons juichende hart
En het land van Oranje geschenen.
We kennen dien oproep, gehoord van den troon,
En die stem in ons hart. la, het leven is schoon
In den naam van Uw boodschapIrenel
Uitvoer van bloembollen naar
Amerika toegenomen.
Uit New York wordt gemeld:
De HollandAmerika- en de Black Dia
mond-Lijn, die ieder jaar het grootste deel
van den Nederlandschen bloembollenexport
naar de Vereenigde Staten verschepen, hebben
medegedeeld, dat hun bloembollenladingen in
1939 waarschijnlijk 15 procent meer zullen be
dragen dan die in 1938. Het betreft ongeveer
115.000.000 bollen ter waarde van 5.750.000
dollar. Vooral de narcissenbollen zullen
door gemakkelijker invoerbepalingen in be
langrijker mate worden geïmporteerd. De
schepen hebben een speciaal ventilatiesysteem
voor het vervoeren van bollen. De Vereenigde
Staten zijn (na Engeland) de tweede afnemer
van Nederlandsche bloembollen. Men ziet in
dezen sterk verhoogden invoer voor een groot
deel het gevolg van het millioen Nederland
sche bollen, die door de bollen kweekers aan
de wereldtentoonstelling zijn geschonken en
die, toen zij in bloei stonden, de algemeene
aandacht en bewondering hebben getrok
ken.
Begrafenis Will Tuschinski.
Gelden voor leger en vloot dienen-in ons
land te worden besteed.
Aan het eindverslag van de commissie van
rapporteurs over het ontwerp van wet tot
wijziging en verhooging van de defensiebe
groting voor 1939 ontleenen wij het volgende:
Bij de overweging van dit wetsontwerp in de
afdeelingen verklaarden vele leden zich te
kunnen vereenigen met de opvatting, dat de
huidige internationale toestand er toe noopt,
thans reeds over te gaan tot den aankoop van
geschut, van voorraden voor de intendance,
e.d., hoewel volgens de aanvankelijke plannen
zoodanige maatregelen pas in de volgende
jaren zouden worden genomen,
Deze leden waren den minister voorts er
kentelijk voor diens meermalen gegeven ver
zekering, dat wordt gestreefd naar een zoo
zuinig mogelijk beheer van de aanzienlijke be
dragen, welke ons volk ten bate der defensie
beschikbaar moet stellen.
Deze leden waren verder van oordeel, dat
van de gelden, door ons volk opgebracht of
op te brengen, bij de onderscheidene aanschaf
fingen voor leger en vloot een zoo groot moge
lijk deel in ons land dient te worden besteed,
vooral met het oog op de bestrijding van de
werkloosheid. Hetgeen de minister te dier
zake in de Tweede Kamer heeft betoogd, had
hen niet geheel bevredigd. Gaarne stelden zij
daarbij voorop, dat zij met voldoening kennis
hadden genomen van de mededeeling, dat
binnenkort een belangrijke opdracht, en wel
voor den aanmaak van vliegtuigen binnens
lands zou worden geplaatst.
Voorts bepleitten deze leden dat de rege
ling voor de kostwinnersvergoedingen zou wor
den verbeterd, zeker ten aanzien dergenen, die,
gelijk bij voorbeeld thans bij de Muitenge-
wone) o(proeping) voor u(itwendige) v(eilig-
heid) het geval is, zijn opgeroepen onder zoo
geheel andere omstandigheden dan die, waar
voor deze regeling aanvankelijk was bestemd.
Huns inziens behooren de normen beter te
worden gevoegd naar de maatschappelijke
positie en de vaste verplichtingen van de
oudere personen, die thans onder de wapenen
zijn geroepen. In de laatste maanden hebben
deze opgeroepenen namelijk in het belang van
het geheele volk zware offers gebracht, wes
halve zij, naar de meening van de hier aan
het woord zijnde leden, reeds hierom aan
spraak kunnen maken op extra-vergoeding.
Eenige leden bepleitten andermaal de invoe
ring van den algemeenen dienstplicht, huns
inziens de eenig juiste oplossing van het de-
fensievraagstuk, wat betreft het ter beschik
king hebben van de noodige manschappen.
Dinsdagmiddag is op de Israëlietïsche be
graafplaats aan het Toepad te Rotterdam ter
aarde besteld het stoffelijk overschot van den
op 33-jarigen leeftijd te Amsterdam overleden
Will Tuschinski, zoon van den eigenaar van het
Tuschinski-theater. Er was voor deze plechtig
heid op verschillende plaatsen zeer veel belang
stelling.
In het reinigingshuis werd allereerst het woord
gevoerd door den leeraar van de Israelietische
gemeente, den heer A. Keizer. Hierna sprak de
heer A. de Hoop, directeur van den Nederland
schen Bioscoopbond, die den overledene een
pionier noemde op het terrein der Nederland
sche filmindustrie.
Vervolgens sprak de heer Max Tak namens het
personeel van Tuschinski; tenslotte sprak de heer
Alex de Haas, waarbij hij de prettige samenwer
king met zijn vriend Will herdacht.
De heer De Hoop dankte aan de groeve de
aanwezigen voor de betoonde belangstelling.
Een ets van Bresdin
Het schrijven van dat stukje over Monti-
celli, de vorige week, bracht mij een tijdgenoot
van hem voor den geest, die, weliswaar niet als
schilder, doch als etser en teekenaar, een even
onbeheerschte hartstocht voor de romantiek
aan den dag legde. Ik bedoel Rodolphe Bres
din, den zonderlingen ouden kunstenaar wiens
prenten zelfs voor den technicus vaak on
ontwarbare producten zijn, daardoor bijna
even boeiend als door hun schoonheidswaarde.
Bresdin is vele jaren lang een vergeten
figuur geweest totdat hij in het begin dezer
eeuw weer in de belangstelling der kenners
en liefhebbers betrokken werd. Hij was toen
echter zelf al een goede vijftien jaar van het
tooneel verdwenen: gestorven in zeer kommer
volle omstandigheden in Saint Cloud, bij
Parijs, waar hij in een paar vertrekken van
een bijgebouwtje van een klein, voor Lodewijk
XV gebouwd kasteel, leefde, in gezelschap
slechts van een paar konijnenwaaraan
hij den bijnaam „maitre au lapin" te danken
had.
Ondanks de opgekomen belangstelling der
laatste jaren is onze kennis van Bresdin's
leven even fragmentarisch gebleven, als ze
vroeger was. Wij weten dat hij Bretagner was
en omstreeks 1822 geboren moet zijn. Hoe hij
tot de kunst is gekomen, hij die aanvankelijk
handwerksman was, weten wij niet. Als kind
woonde hij in Parijs; tusschen zijn dertigste
en veertigste jaar werkte hij in Toulouse en
daarna heeft hij in Bordeaux in de Rue Fosse
au Lions (het Leeuwenkuilstraatjemet
een opzettelijke zelfironie geeft hij daar soms
zijn adres op een werkplaatsje. Eerst dan
krijgen onze gegevens een minder vagen vorm,
want daar in Bordeaux komt de bijna twintig
jaar jongere Odilon Redon op zijn atelier en
wordt door Bresdien in de geheimen der gra
fische technieken ingewijd. Redon (dit in 't
voorbijgaan) heeft voor Bresdin een groote
waardeering getoond en hem in zijn moeilijke
leven vaak ter zijde gestaan. Maar Bresdin
was een zoekende, onrustige geest, met een
onbevredigd verlangen naar een puur leven
buiten de beschaving, een leven in het oer
woud.
Van Parijs uit trekt hij zelfs met zijn geheele
gezin naar Canada, een romantisch onderne
men door een spoedigen terugkeer beëindigd.
Een verloren illusie voegt zich dan bij het ge
mis aan materieelen welstand. Het is dan, dat
Baudelaire een briefje schrijft aan Theophile
Gautier om diens belangstelling voor Bres
din's werk te vragen. Bresdin is dus niet zoo
gansch onbekend meer en heeft relaties.
Vanwaar dan toch die voortdurende igno
rantie van zijn bestaan, de voortdurende ellen
de, waarin dat bestaan verloopt? Zal men de
oorzaak niet moeten zoeken in Bresdin's ka
rakter, dat hem eenzelvig en eigenaardig deed
zijn, eigenschappen die door den middel-
matigen mensch met exploitatie-handigheid
van eigen kleine capaciteiten nimmer geduld
worden? Van die gematigd-belangrijke, met
tijdelijken roem omhangen medeburgers heeft
Bresdin al heel weinig plezier beleefd:
Champfleury, de veelgelezen novellist en
kunsthistoricus, klopte uit Bresdin's bizar be
staan de novelle: „Chien caillou, le maitre
au lapin" niet onaardig op zichzelf, doch
pijnlijk voor Bresdin, en alleen maar van nut
tig effect voor Champfleury zelf. En Henri
Béraldi, die nog altijd als inventarisator der
negentiende-eeuwsche prentkunst waarde
heeft, kan in zijn t\yintigdeeligen Catalogue
raisonné voor Bresdin slechts een vijftal re
geltjes reserveeren, waarin de „Bon Samari-
tain" dat wonderlijke prachtblad, genoemd,
doch van -de rest als bizarre griffonnage ge
sproken wordt. Voor die „bizarre griffonnage"
is echter nadien, vooral buiten Frankrijk,
waar men zich de weelde kan veroorloven
groote artisten onopgemerkt te laten, een po
ging tot eerherstel zichtbaar geworden, die
tot resultaat heeft gehad dat musea en par
ticuliere verzamelaars thans die curieuse bla
den zoeken, en ze niet vaak vinden, om de
eenvoudige reden dat ze (op enkele prenten
na) nooit in grooten getale zijn afgedrukt.
In het Maandblad voor Beeldende Kunsten
heeft reeds in 1924 schijver dezes al wat er
toen aan en over Bresdin bekend was, in een
artikel geresumeerd en kort daarna 'heeft
de Berlijnsch-New Yorksche prentenkenner I.
B. Neumann, door de uitgaaf van een cata
logus met reproducties de aandacht der
Amerikaansche prentenvrienden op hem ge
vestigd. Het werk behoort tegenwoordig tot
het meest gewaardeerde van de Fransche gra
fiek der vorige eeuw.
De ets, die bij dit artikeltje gereproduceerd
wordt, is „Le Chateau-fort" (het versterkt
kasteel) Neumann 38. Ze is niet zoo be
langrijk als bijvoorbeeld de Bon Samaritain
of de Rust in Egypte, doch ik koos deze om
dat ze zich het best laat reproduceeren en
er het minst bij verliest door het onzichtbaar
worden van interessante détails. Bij Le
Chateau-fort hebben wij waarschijnlijk te
doen met den inhoud van een of ander ro
mantisch verhaal, waarvoor Bresdin aange
zocht was illustraties te maken (die bij mijn
weten nooit gebruikt zijn). Groot gehouden
is het landschap op deze prent, ondanks de
uitbundige detailleering. Het versterkt kasteel
boven op de puntige rotsen, de thuiskeerende
ridder die door een skelet boven op een
sarcophaag wordt tegengehouden, een
straal-omkranste maagd ziet van uit den
achtergrond angstig toe, twee uilen staren uit
de boomen en rechts zit een ventje te visschen
alsof er niets aan 't handje iswelk fraai
litterair gewrocht zal aan deze prent ten
grondslag gelegen hebben, dochwelk een
prachtige prent is het, wat bouw en lichtver-
deeling betreft.
Dat Bresdin in het Cabinet d' Estampes te
Parijs, de vroege Duitschers als Altorffer en
Hirschvogel bestudeerd heeft en ook de 17e
eeuwsche Hollanders hem niet onbekend wa
ren, is vrij zeker. Een kunsthistorische studie
waarin dat verband nader zou worden aan
getoond ls echter nog niet ondernomen. De
legende wil dat er ontelbare kleine teeke-
ningen en prenten waarmee Bresdin 's avonds
op de Boulevards liep te venten en die hij
op die manier voor luttele franken te gelde
maakte, door bedriegers als echte oude teeke-
ningen etc. in het buitenland zijn in omloop
gebracht. Wat daarvan waar is, zal men ook
nog niet zoo gemakkelijk kunnen vaststellen.
Tot nu toe werd er nog geen Rembrandt of
Hirschvogel als Bresdin gesignaleerd. Maar
dat zegt natuurlijk niets.
Dat een Bresdin op die manier zijn magere
belooning moest zien op te scharrelen, ls
echter uit betrouwbare bronnen gebleken.
Over 's mans zielig bestaan en eenzaam ster
ven heb ik al eens het een en ander ver
teld in Haarlem's Dagblad van het jaar 1914,
toen odilon Reden mij juist het een en ander
over hem verteld had. Maar ik zou het den
lezer niet kwalijk nemen zoo hij die krant niet
onmiddellijk bij de hand had.
J. H. DE BOIS.
Autobestuurder zag fietser te laat.
Dinsdagavond is op den hoek van den Haag-
scheweg en den Sloterweg een ernstig ver
keersongeluk gebeurd, waarvan een 45-jarige
inwoner van Amsterdam het slachtoffer is
geworden. De man bevond zich per rijwiel
op genoemd kruispunt, toen uit de richting
Ringvaart een auto naderde, die den wielrijder
eerst op het laatste oogenblik opmerkte en
geen kans meer zag om 'n aanrijding te voor
komen. De wielrijder kwam te vallen en werd
met zeer ernstige verwondingen opgenomen,
waaraan hij korten tijd later is overleden.
Hetf stoffelijk overschot is naar het Wlhel-
mina-Gasthuis overgebracht.
Geen belasting voor huurauto's
van Nederlandsche touristen in
België.
De A.N.W.B. meldt ons, dat voortaan de be
stuurders van Nederlandsche auto's, door hen
gehuurd zonder chauffeur, evenals degenen die
met eigen auto de grens passeeren, in België
vrijdom van belasting genieten, geheel onaf
hankelijk van den tijdsduur, gedurende welken
zij de beschikking over de auto hebben, dus ook,
als het slechts om een yerblijf van enkele da
gen gaat.
Naar men weet, gold deze vrijstelling van be
lasting ten aanzien van huurauto's vroeger uit
sluitend als de huurder kon aantoonen (door
middel van een huurcontract), dat hij tenmin
ste een maand de beschikking over den wagen
had.
Dit besluit van de Belgische regeering zullen
de Nederlandsche toeristen met groote voldoe
ning vernemen, omdat deze maatregel het mo
gelijk maakt voor allen, die niet met een eigen
auto naar België gaan, toch de grens te passee
ren, zonder belasting verschuldigd te zijn, een
verbetering, waarvoor de A.N.W.B. steeds heeft
geijverd.
Ernstig auto-ongeluk bij
Semarang.
Twee inzittenden gedood.
Tijdens den regenval van gisteren te Sema
rang is een auto, bestuurd door den ambachts
onderwijzer H. Velleman, geslipt en tegen een
boom gebotst. De heer Velleman en zijn echt-
genoote werden op slag gedood, terwijl zijn
dochter zwaar werd gewond.
De heer Velleman was juist twee dagen ge
leden van Solo naar Semarang overgeplaatst.
Het ongeluk geschiedde bij Barangbalong,
waar reeds eerder een ernstig ongeluk is ge
beurd.
Vluchtelingen uit Duitschland.
R. Bresdin Le Chateau fort
Komen dagelijks over de Nederlandsche
grens.
Behalve de contingenten Joodsche kinderen
uit Duitschland en Tsjecho Slowakije, die op
geregelde tijden de grens passeeren, verlaten
ook tientallen oudere vluchtelingen het rijk.
Met den d-trein passeeren dagelijks tusschen de
veertig en vijftig, doch ook wel eens meer dan
tachtig emigranten, zoowel Joden als anderen,
de Nederlandsche grens. De meesten van hen
schepen zich te Hoek van Holland in om over te
steken naar Engeland, doch er zijn ook vluchte
lingen voor Noord- en Zuid-Amerika bij.
Van vier meter hooge stelling
gevallen.
Arbeider ernstig gewond.
Dinsdagmiddag omstreeks half twee is de 19-
iarige constructiewerkman T. van der Schee uit
Vlaardingen tijdens werkzaamheden aan een
schuur in de Keilestraat te Rotterdam, misgestapt
en van de stelling gestort. De man kwam van een
hoogte van ruim vier meter op straat terecht en
kreeg een schedelbasisfractuur, alsmede ern
stige verwondingen aan den linkerslaap. Per auto
van den G. G. D. is hij naar het ziekenhuis aan
den Coolsingel gebracht, waar hij is opgenomen.
Zijn toestand is zorgelijk.