Engeland's
vastberadenheid
Engeland is niet gewoon
verplichtingen te verzaken
Chamberlain bevestigt
Regeling der geschillen
nog altijd mogelijk
Britsche Premier over den ernst van den toestand
vRTTDAG 25 AUGUSTUS
1939
Kwestie van vrede
'óf oorlog berust
niet bij ons
TONDEN, 24 Aug. (Reuter/A.N.P.)
Het stampvolle en roezige Lagerhuis
ïiiclite Chamberlain luide toe, toen
hit de zittingszaal betrad. Na opening
der zitting stond Chamberlain om
14 53 uur op, teneinde ter beantwoor
ding van Attlee zijn redevoering uit
te spreken.
In den loop van zijn verklaring, zei-
de Chamberlain vervolgens, dat, toen
het Huis op reces ging, er weinigen
konden zijn, die verwachtten, dat
vele weken zouden verloopen voor
het Huis weer bijeenkwam. Helaas zijn
deze verwachtingen uitgekomen en
heeft de regeering zich verplicht ge
voeld het parlement bijeen te roepen,
teneinde de nieuwe en drastische
stappen te nemen, die vereischt wor
den door den ernst van den toestand.
Chamberlain.
Na eraan herinnerd te hebben, dat hij op
31 Juli gewezen had op de noodzakelijkheid
om een waakzaam oog te houden op den toe
stand in Dantzig en verklaard had. niet te
gelooven dat er eenige kwestie bestond, wel
ke niet door vreedzame besprekingen kon
worden opgelost, ging Chamberlain als volgt
verder:
't Spijt mij te moeten zeggen dat sindsdien er
geen teekenen zijn gekomen voor een derge
lijke wijze van optreden. Integendeel, de in
ternationale toestand is voortdurend slechter
geworden totdat wij heden staan tegenover
een onmiddellijk dreigend oorlogsgevaar.
Chamberlain wees op de besprekingen tus
schen Polen en Dantzig betreffende de Pool-
sche douane-ambtenaren. Dat was, zoo zeide
hij, geen kwestie van groot belang. Acutere
moeilijkheden zijn in het verleden geregeld
in minder spannende omstandigheden. In
feite waren de besprekingen de vorige week
begonnen, doch terwijl deze besprekingen aan
den gang waren, opende de Duitsche pers een
felle campagne tegen de Poolsche regeering,
verklarende, dat Dantzig onvoorwaardelijk en
onmiddellijk naar het rijk moest terugkeeren.
Men ging verder.
Men verbond Dantzig met de kwes
tie van den Corridor en sprak bewe
ringen uit betreffende slechte behan
deling van Duitschers die in Polen wo
nen. Wij hebben geen middelen, al
dus dc premier, om de juistheid van
die verhalen te controleeren. Wij kun
nen ons echter niet weerhouden ge
troffen te worden door het feit, dat zij
een sterke gelijkenis toonen met
soortgelijke beweringen die verleden
jaar werden uitgesproken ten aanzien
van de in Tsjecho-Slowakije wonen
de Sudeten-Duitschers (toejui
chingen).
De Poolsche leiders zijn, terwijl zij stand
vastig bleven in hun vastbeslotenheid om
weerstand te bieden aan een aanval op hun
onafhankelijkheid, niet provoceerend ge
weest. Zij zijn altijd bereid geweest en ik ben
er zeker van, dat. zij ook thans bereid zijn om
geschillen met de Duitsche regeering te be
spreken, wanneer zij de zekerheid kunnen
krijgen, dat die besprekingen gevoerd zullen
worden zonder bedreigingen met geweld er
met eenig vertrouwen dat, wanneer een over
eenkomst bereikt zou worden, de bepalingen
daarvan zouden worden geëerbiedigd naar de
letter zoowel als naar den geest.
Militaire voorbereidingen zijn getroffén
Duitschland op zoodanige schaal dat dat land
m een toestand van volledige gereedheid voor
den oorlog is. In het begin van deze week
kregen wij bericht dat Dyitsche troepen be
gonnen op te rukken naar de Poolsche grens.
Het werd toen duidelijk dat een crisis van de
eerste grootte naderde en het Britsche gou
vernement besloot dat de tijd gekomen was.
waarop zij de goedkeuring moest vragen van
het Parlement voor verdere defensiemaat-
Het Duitsch-Russische pact.
Chamberlain ging vervolgens over tot be
spreking van het Duitsch-Russische pact. Ik
doe geen poging, zoo zeide hij, om voor het
Lagerhuis te verhelen, dat de desbetreffende
aankondiging voor de regeering is gekomen
als een verrassing een verrassing van zeer
onaangenamer! aard. Ofschoon er geruchten
de ronde hadden gedaan over een op handen
vijlde verandering in de Russisch-Duitsche
betrekkingen, was toch geen enkele aanwij
zig van die wijziging ter kennis gebracht,
noch van ons, noch van de Fransche regeering
«oor de Russische regeering.
De besprekingen tusschen de missies waren
in feite loopende en waren gevoerd op den
grondslag van onderling vertrouwen, toen de
ze bom geworpen werd. Thans is het op zijn
minst hoogelijk verontrustend te vernemen,
dat deze besprekingen gevoex-d werden op die
basis van vertrouwen en dat de Sovjet in het
geheim bezig was te onderhandelen over een
pact met Duitschland voor een doel, dat op
pervlakkig gezien onvereenigbaar was met. de
doelstellingen van zijn buitenlandsche politiek
zooals wij die hadden begrepen. (Algemeene
toejuichingen).
Ik heb niet het voornemen eenigerlei defi
nitief oordeel uit te spreken over dit incident,
zoo ging Chamberlain voort, aangezien het
voorbarig zou zijn voor wij de gelegenheid
zullen hebben gehad om overleg te plegen
met de Fransche regeering ten aanzien van
de beteekenis en de consequenties der over
eenkomst. Chamberlain vroeg vervolgens zich
af wat de uitwerking ervan kon zijn op den
toestand en op de Engelsch-Fransche politiek.
In Berlijn, zoo zeide hij, is de aankondiging
met uiterst cynisme verwelkomd als een groo-
te diplomatieke overwinning, welke het ge
vaar van een oorlog uit den weg ruimde, aan
gezien wij en Frankrijk hoogst waarschijnlijk
niet langer onze verplichtingen jegens Polen
gestand zouden doen. Wij hadden de overtui
ging, dat het onze eerste plicht was om al der
gelijke gevaarlijke illusies weg te nemen
(luide toejuichingen).
Het communiqué, dat wij aan de pers heb
ben uitgegeven, na de kabinetszitting, sprak
ook over zekere verdere maatregelen voor de
defensie, welke wij hadden genomen. Men
moet in gedachten houden, dat Duitschland
een onmetelijk leger reeds onder de wapenen
heeft en dat militaire voorbereidingen van
allerlei aard in dat land met grooten spoed
zijn en worden genomen op groote schaal. De
maatregelen die wij tot dusverre genomen
hebben zijn van voorbehoedenden defensieven
ird.
Met nadruk wil ik de gedachten van
de hand wijzen, wanneer een derge
lijke gedachte mocht worden uitge
sproken, dat deze maatregelen een
daad van bedreiging in zich sluiten.
Niets wat wij gedaan hebben of ons
voorstellen te doen, bedreigt de ge
wettigde belangen van Duitschland.
Het is geen daad van bedreiging om
voorbereidingen te treffen, teneinde
hulp te verleenen aan vrienden, die
zichzelf verdedigen tegen geweld.
(Luide toejuichingen).
Er is nog een actie, die thans in financieele
sfeer ondernomen wordt. De leden van het
Lagerhuis zullen de aankondiging gezien heb
ben, dat het bankdisconto vandaag verhoogd
is tot vier procent en zij zullen erkennen, dat
dit een normale beschermende maatregel is,
welke is genomen met het doel om onze hulp
bronnen te verdedigen in een tijdperk van
onzekerheid. In dit verband kunnen de burgers
in het algemeen een bijdrage leveren.
Chamberlain's boodschap aan
Hitier.
Met het oog op de houding van Berlijn,
waarnaar ik reeds verwezen heb, zoo ging
Chamberlain voort, was de regeering ervan
overtuigd, dat het op dit oogenblik haar plicht
was geen enkelen uitweg te laten voor mis
verstanden en opdat er geen twijfel zou kun
nen bestaan in den geest van de Duitsche re
geering, werd den Britschen ambassadeur in
Berlijn instructie gegeven een onderhoud aan
te vragen met den Duitschen kanselier en hem
een boodschap van mij te overhandigen uit
naam van de Britsche regeering.
Het doel van mijn mededeeling aan den
Duitschen kanselier was opnieuw ons stand
punt uiteen te zetten en het volstrekt zeker
te maken, dat er geen misverstand bestond.
De regeering was van meening, dat dit temeer
noodzakelijk was met betrekking tot berichten
ten aanzien van de militaire bewegingen, wel
ke in Duitschland plaats vinden en in ver
band met het toen ontworpen Duitsch-Russi
sche verdrag.
Ik maakte het derhalve duidelijk,
gelijk ook gedaan was in het tevoren
uitgegeven communiqué, dat, wan
neer het geval zich zou voordoen, de
Britsche regeering vastbesloten en
bereid was om zonder verwijl ieder te
harer beschikking staand geweld te
gebruiken (toejuichingen).
Bij talrijke gelegenheden heb ik uitdruk
king gegeven aan mijn overtuiging, dat een
oorlog tusschen onze beide landen de groot
ste ramp zou zijn. Indachtig aan dit feit stel
de ik den Duitschen kanselier ervan in ken
nis, dat er naar onze opvatting niets was in
de kwesties welke zich voordoen tusschen Po
len en Duitschland, wat niet zou kunnen en
behooren te wórden opgelost, zonder dat ge
bruik gemaakt werd van geweld, wanneer
slechts een toestand van vertrouwen tot stand
gebracht zou worden Wij hebben uitdrukking
verleend aan onze bereidheid om bij te staan
tot het in het leven roepen van toestanden,
waarin dergelijke onderhandelingen gevoerd
kunnen worden.
De huidige staat van spanning wekt groote
moeilijkheden. Ik heb uitdrukking gegeven
aan de meening dat, wanneer er een wapen
stilstand gesloten kon worden ten aanzien van
alle ophitsing, geschikte toestanden zouden
kunnen worden gevestigd voor rechtstreek-
sche onderhandelingen tusschen Duitschland
en Polen. Het antwoord van den kanselier be
helsde wat neerkomt op een nieuwe verkla
ring van de Duitsche stelling, volgens welke
Oost-Europa een sfeer vormt, waarin Duitsch
land de vrije hand behoort te hebben en dat
wanneer wij of eenig ander land, dat minder
'rechtstreeks belang daar heeft, mochten wil
len intervenieeren. de schuld voor een daar
opvolgend conflict bij ons zou liggen.
Deze stelling, aldus Chamberlain, vormt een
volkomen misvatting ten opzichte van de
Britsche positie. Wij eischen geen speciale po
sitie op in Oost-Europa, noch vragen wij, dat
Duitschland een nationaal belang zal opoffe
ren, maar wij kunnen het er niet mee eens
zijn, dat nationale belangen alleen beveiligd
kunnen worden door het vergieten van bloed
of het vernielen van andere staten.
In zijn antwoord verwees de Duitsche kan
selier wederom naar den toestand in Dantzig
en den Corridor en naar zijn aanbod, vroeger
in dit jaar gedaan, om deze kwestie door on
derhandelingen te regelen. Ik heb herhaalde
lijk de bewering afgewezen, dat de Poolsche
regeering tengevolge van onzen waarborg aan
Polen besloot het toen gedane voorstel van
de hand te wijzen. Onze waarborg werd niet
gegeven dan nadat de Poolsche weigering
reeds aan Duitschland was gezonden.
Met het oog op den delicaten aard
van den toestand zeide Chamberlain,
dat hij zich moest onthouden van ver
der commentaar op de mededeelingen
die zoojuist tusschen de beide regee
ringen uitgewisseld zijn. De ramp is
nog niet over ons gekomen en nog
moeten wij hopen, dat rede en ver
stand een weg mogen vinden om zich-
zelve weer te doen gelden.
De uitspraak die wij kort geleden hebben
gedaan en wat ik vandaag gezegd heb, weer
spiegelt, daar ben ik zeker van, de opvat
tingen van de Fransche regeering waarmede
wij het gebruikelijke nauwe contact hebben
gehandhaafd bij de voortzetting van onze
welgevestigde hartelijke betrekkingen. Uiter
aard keerden onze 'gedachten zich naar de
Dominions en ik stel op hoogen prijs de
uitspraken van de ministers in andere deelen
van het Britsche gemeenebest. (toejui
chingen).
Ik ben er zeker van, dat het Lagerhuis de
waardeering deelt, waarmede de regeering
kennis heeft genomen van den oproep tot vre
de. die gisteren is uitgesproken door koning
Leopold van België aan het einde van de
Oslo-conferentie (algemeene toejuichingen)
Het is duidelijk uit hetgeen ik gezegd heb, dat
de Engelsche regeering de hoop deelt waar
aan die oproep uitdrukking heeft gegeven en
ik vertrouw vurig, dat daaraan effect zal wor
den gegeven.
Vervolgens herinnerde Chamberlain aan de
redevoering van Halifax van 29 Juli, welke
hij onderschreef en waarin Halifax zeide dat
de eerste grondslag van de Britsche politiek
was: vastberadenheid om weerstand te bie
den aan de methoden van geweld en de twee
de grondslag: erkenning van het verlangen
der wereld om het opbouwende werk van het
opbouwen van den vrede voort te zetten. Wij
willen een internationale orde zien gevestigd
op den grondslag van internationale orde en
vertrouwen en wij kunnen een dergelijke orde
niet opbouwen, tenzij in overeenstemming met
zekere beginselen, die van essentieel belanj
zijn voor de vestiging van vertrouwen, het in-
achtnemen van internationale eenmaal aan
vaarde verplichtingen en het afstand doen
van geweld voor de regeling van geschillen.
Wij hebben ontzaglijke verantwoordelijkhe
den op ons genomen, omdat die beginselen in
gevaar schenen te verkeeren.
Wanneer ondanks al onze pogingen
om een vreedzame oplossing te vinden
en God weet, dat ik mijn (beste krach
ten daaraan gegeven heb (luide toe
juichingen) wij ons gedwongen zien
een worsteling te aanvaarden, die
noodzakelijk gepaard moet gaan met
leed en ellende voor de geheele
menschheid, en waarvan niemand het
einde kan voorspellen, zullen wij niet
strijden voor de politieke toekomst
van een verafgelegen stad in een
vreemd land, maar voor het behoud
van die beginselen, waarover ik heb
gesproken en welker vernietiging een
vernieling met zich mede zou brengen
uitgaande boven iedere mogelijkheid
van vrede en veiligheid voor de volken
der aarde.
De vraag: oorlog of vrede? ligt niet
bij ons, aldus Chamberlain tenslotte,
en ik vertrouw dat degenen, bij wie de
verantwoordelijkheid ligt, zullen den
ken aan de millioenen menschelijke
wezens, wier lot afhankelijk is van
hun optreden. Wat ons betreft, wij
hebben een eensgezind land achter
ons en op dit kritieke tijdstip geloof
ik, dat wij in het Lagerhuis den wil
hebben om schouder aan schouder
te staan en dat wij dezen middag de
wereld zullen toonen dat wij willen
handelen zooals wij denken, namelijk
als een eensgezinde natie.
Algemeene toejuichingen weerklonken toen
de eerste minister aan het einde van zijn re
de weer ging zitten. Het was toen 15.25 uur.
Chamberlain had ongeveer een half uur ge
sproken. Zijn stem had krachtig geklonken
en gedurende het grootste deel van zijn rede
sprak hij op zakelijken toon. Tegen het einde
echter nam zijn stem in omvang toe en klonk
vuriger dan in redevoeringen van Chamber
lain gebruikelijk is.
Oppositie achter de regeering.
Na Chamberlain voerde Greenwood (La
bour) het woord. Hij zeide dat de door den
premier afgelegde verklaring van den uiter
sten ernst was. De oorlogswolken pakken zich
samen en Europa en de wereld liggen in hun
schaduw. Spreker was het er mee eens, dat
een ieder hoopte, dat zelfs nu nog die wolken
uiteengedreven zouden mogen worden en de
schaduwen zouden worden weggevaagd.
Temidden van algemeene toejuichingen
verklaarde Greenwood, vervolgens na afkeu
ring te hebben uitgesproken over de onjuiste
politiek van het verleden, dat hij niet voor
nemens was in deze crisistijd oude koeien uit
de sloot te halen. Het Lagerhuis is, naar
spreker uit de woorden van Chamberlain be
grepen heeft, bijeengekomen, opdat de wereld
zou weten zonder eenige twijfelachtigheid,
welke de opvattingen zijn van dit democrati
sche Lagerhuis, welks beginselen en welks
bestaan zelve bedreigd worden door den op-
marsch van het totalitarisme.
Wij zijn geen aanhangers van deze regee
ring, maar laat niemand in het buitenland
denken, dat Labour gewillig zou toestemmen
in eenigerlei verdere daad van agressie. Men
moet de wereld laten weten, dat de Britsche
Labourparty in deze houding tegen de agres
sie onwrikbaar staat. Labour verafschuwt de
agressie en gelooft dat alleen door het voor
komen van of weerstand bieden aan agressie
de beschaving en de ordelijke betrekkingen
tusschen naties gehandhaafd kunnen worden.
De eensgezindheid te dien aanzien zal vol
ledig zijn en de kwestie zal met voorzienig
heid en standvastigheid onder oogen gezien
worden. Maar zelfs in dit late stadium be
hoort, wanneer de gevreesde gebeurtenis af
gewend kan worden en ik hoop nog steeds,
dat er invloeden in Duitschland mogen zijn
machtig genoeg om te antwoorde i op den
oproep tot rede, iedere denkbare st p
worde om die gebeurtenis af te wenden. Ten
slotte zeide Greenwood: Wij gevoelen geen
vijandschap jegens het Duitsche volk (toe
juichingen). De oorlog zou voor hen even
rampspoedig zijn als voor ons. Wij zouden
willen, dat men wist, dat Groot-Brittannië,
terwijl het den weg van den vrede inslaat
met andere naties op den. grondslag van een
vreedzame, rechtvaardige regeling van open
staande kwesties van allerlei aaxd Engeland
niet zal opmarcheeren met den agressor en
wetsovertreder.
Na Greenwood sprak Sinclair.
Hij zeide o.m.: Nu de regeering haar koers
heeft vastgesteld, zou iedere aanwijzing voor
een aarzeling of eenigheid een aanmoedi
ging vormen voor de vijanden van den vrede
in Duitschland.
De -bekende pacifist Lansbury drong aan
op gevolggeven aan de oproepen van Smuts
en 'koning Leopold en op het nemen van con
crete stappen voor het totstandibrengen van
een conferentie van de betrokken mannen.
Maxton zeide, dat de onafhankelijke ar
beidsparty allen steun zou verleenen voor
een groote nieuwe wereldcampagne voor de
wereldbeschaving, maar dat Chamberlain
voor het voeren van oorlog van deze partij
geen steun kreeg.
Eden zeide, dat de verklaring van Chamberlain
uitdrukking had gegeven aan de gevoelens
van het Engelsche volk. Het ernstigste gevaar
voor een oorlog ligt op het oogenblik in het
of van het Duitsche volk, dajt welke
actie de Duitsche regeering ook moge onder
nemen tegen Polen, daar geen oorlog uit zou
voortvloeien met Engeland of Frankrijk. Eden
sprak de meening uit, dat de Duitsche re
geering een hoogst ernstige misrekening heeft
gemaakt door een pact met Rusland te onder
teekenen. Engeland is niet teruggekomen op
zijn belofte aan Polen.
Wedgwood drong er op aan het kabinet te
versterken door opneming van diegenen, wier
reputatie in Europa in vele opzichten grooter
is dan die van de regeering, zooals zij thans is
samengesteld. Ook de liberaal Mander drong
aan op versterking van het kabinet. De com
munist Gallacher, zeide dat zijn partij in de
eerste gelederen zou blijven staan van den
strijd tegen fascistische aanvallen van binnen
of van buiten welke ook de consequenties mo
gen zijn.
De conservatieve oud-minister Amery be-
jleitte onmiddellijke instelling van een oor-
ogskabinet.
Het ontwerp op de defensievolmachten is in
eerste lezing door het Lagerhuis behandeld
dat terstond overging tot behandeling in
tweede lezing.
Minister Hoare zeide, dat de gevraagde vol
machten niet alleen even essentieel zijn als in
1914, maar vele malen essentieeier dan toen
tertijd. Het is van wezenlijk belang, zoo zeide
hij, dat wij van vandaag af deze volmachten
tot onze beschikking hebben, welke zeer breed,
zeer drastisch en zeer omvattend zijn.
De vrijheid van het individu zal niet worden
aangetast. Het ontwerp is beperkt tot den tijd
van twaalf maanden en zal dan verlengd
moeten worden door Hooger- en Lagerhuis. Het
ligt niet in het voornemen deze crisisvolmach
ten voor doeleinden van vredestijd te gebrui
ken. Er zal geen censuur worden ingevoerd,
tenzij het land inderdaad in vijandelijkheden
gewikkeld wordt.
In het Hoogerhuis.
In het Hoogerhuis heeft Halifax gisteren
een verklaring afgelegd van gelijken inhoud
als Chamberlain. Hij zeide o.m. nog:
Ik twijfel er niet aan, dat de regeering kan
vertrouwen op den steun van het geheele land
voor iederen maatregel die noodzakelijk is voor
de verdediging van de zaak van een recht
vaardige wijze van optreden tusschen naties
en het behoud van een veilige plaats voor een
eerzame vrijheid in de wereld (toejuichingen).
Lord Snell, de leider der Labour oppositie,
zeide, dat de Labourparty er naar streefde,
dat geen woorden gesproken zullen worden
welke eenigerlei troost zouden geven aan hen,
die hopen in Engeland een niet-eensgezind
volk te zien.
De Britsche minister van buitenlandsche za
ken, lord Halifax, heeft gisteravond voor de radio
een rede uitgesproken, waarin hij o.a. zeide:
De gespannen toestand, die bestaat tusschen
Duitschland en Polen is begonnen met eischen
en grieven, welke door Duitschland tot uitdruk
king zijn gebracht ten aanzien van Dantzig en
van die Poolsche provincie, die gewoonlijk de
Toolsche Corridor wordt genoemd. De aldus te
weeggebrachte spanning is verhoogd door weder-
zijdsche beschuldigingen betreffende de behan
deling der minderheden. Ieder land moet uiter
aard ervoor zorgen een rechtvaardige behande
ling te verkrijgen voor minderheden en moet
uiteraard een bijzondere belangstelling voelen,
waarmede het door ras verwant is. Niemand in
dit land zou stellig toestanden willen verdedigen
waaronder een dergelijke behandeling ontzegd
zou worden aan eenig een minderheid vormend
bevolkingsdeel, maar wanneer redenen voor
klachten bestaan, laat deze dan niet zoodanig op
gejaagd worden, dat iedere regeling daardoor
honderdmaal moeilijker wordt gemaakt, maai
laat men ze eerlijk aan een koel onderzoek on
derwerpen voor de openbare meening van de
wereld.
Gedurende zijn geheele geschiedenis
heeft' het Britsche volk zich altijd ver
plicht gevoeld zich te verzetten tegen
pogingen van één mogendheid om
Europa te overheerschen ten koste van
anderen.
Derhalve, na de gebeurtenissen in het eerste
deel van dit jaar, welke ieder vertrouwen had
den geschokt, hebben wij getracht het door
woorden en daden duidelijk te maken, dat wij
bereid zijn bijstand te verleenen aan die lan
den, welke hun onafhankelijkheid onmiddellijk
bedreigd gevoelden en bereid waren hun vrij
heid te verdedigen. Daarom hebben wij den
dienstplicht ingevoerd en pogingen gedaan welke
zonder weerga zijn in vredestijd om de uitrus
ting van onze gewapende strijdmacht uit te brei
den en zoowel de civiele als de militaire de
fensie in een toestand van volledige bereidheid
te brengen. Dat was de reden, waarom wij onze
verplichting jegens Polen aanvaarden en waarom
wij tezamen met Frankrijk bezig waren met on
derhandelingen met Rusland.
Gij zult het bericht gelezen hebben over de
overeenkomst, die tot stand is gekomen tusschen
Rusland en Duitschland en die de wereld ver
rast heeft. Gedurende jaren hebben deze beide
regeeringen elkander aangevallen en het was
Duitschland, die het anti-Komintern pact orga
niseerde. Ik spreek mij hier hedenavond niet
uit over wat het uiteindelijke doel zou kunnen
zijn van deze regeling, noch over wat de uitein
delijke uitwerking kan zijn op de geschiedenis
van de eerstvolgende paar weken en maanden,
maar wel weet ik, dat het geen verschil kan
maken voor de verplichting, die door de Brit
sche regeering ten aanzien van Polen is aan
vaard, waax-aan geen voorwaarde was gehecht
met betrekking tot een ovei-eenkomst met Rus
land.
De Britsche regeering heeft derhalve geen tijd
verloren, zoodra zij dit nieuws vernam en heeft
haar standpunt volstrekt duidelijk gemaakt.
Het is geen Britsch gebruik om terug
te komen op verplichtingen, vaak is te
recht of ten onrechte gezegd, dat de vo
rige oorlog voorkomen had kunnen wor
den wanneer Engeland duidelijk zijn
standpunt te kennen had gegeven. Nu
de mogelijkheid van een conflict weder
om bestaat, heeft de regeering stappen
genomen om haar houding uit te spreken
niet alleen tegenover de wereld maar
ook in een speciale boodschap aan Hit-
Ier. Daarom kan nergens twijfel eraan
bestaan, dat wij de verplichtingen zullen
nakomen, die wij op ons hebben ge
nomen.
Na vervolgens verklaard te hebben, dat de
Britsche politiek berust op twee grondslagen van
doelstelling, nl. vastberadenheid om weerstand
te bieden aan geweld, omdat, zooals Halifax
zeide, wij geleerd hebben hoe vernielend het is
voor ieder gevoel van veiligheid en ten tweede
de wensch, die in de geheele wereld gevoeld
wordt om voort te gaan met het -constructieve
werk van opbouw van den vrede, ging Halifax
als volgt voort:
Men kan dit echter niet doen alvorens het
„Evangelie van het geweld" verlaten is. Rege
ling van geschillen door onderhandelingen en
niet door geweld en eei'bied voor het gegeven
woord, dat zijn de beginselen die ons van vitaal
belang voorkomen voor een vreedzaam ordelijk
leven der naties, en dit zijn de dingen, en niets
minder welke wanneer moeilijkheden ontstaan,
wij zullen verdedigen. Wij hebben nooit gehad
en hebben ook vandaag niet het geringste voor
nemen om Duitschland aan te vallen. Wanneer
de Duitsche politiek slechts kon worden gericht
naar een herstel van het Europeesche vertrouwen
door bereidwilligheid om geschillen door onder
handelen te regelen en niet gegrondvest was, in
een omvang welke het geval schijnt te zijn, op
een plan om te trachten geschillen door geweld
te regelen, zouden wij niets beters vragen, aan
gezien wij meer dan eens gezegd hebben, dat
wij samen willen werken met Duitschland en
het willen helpen zijn moeilijkheden op te los
sen en onze eigen moeilijkheden en alle proble
men der wereld, die een oplossing behoeven.
Wanneer echter het misverstand tusschen
Duitschland en Engeland uit den weg geruimd
wil worden, herhaal ik, dat er eenige zekerheid
moet bestaan omtrent de toekomst van Europa
en daarom voelen wij ons verplicht weerstand te
bieden aan pogingen om de landkaart van Euro
pa te wijzigen door een voortdurend bei-oep op
geweld.
Ik zou vurig willen hopen, dat, tegenover alle
consequenties van een grijpen naar geweld en
voordat eenigerlei stap wordt genomen, waarvan
geen terugkeer mogelijk is, de rede nog moge
overheerschen. Velen uwer zullen bewogen zijn
geweest, zooals ik door een oproep voor den
vrede uitgesproken door koning Leopold. Ook
zult gij de plechtige woorden gehoord hebben
die hedenavond door den Paus tot de wereld zijn
gericht. Eveneens zult gij de boodschap hebben
gelezen, die vandaag door president Roosevelt is
gezonden aan den koning van Italië, en waarin
hij voorstelt dat de Italiaansche regeering denk
beelden formuleert voor een vreedzame oplossing
van de huidige crisis. Ik bid vurig, dat deze op
roepen beantwoording mogen vinden in de har
ten der menschen.
In dit oogenblik van ongerustheid voel ik mij
zeker, dat het standpunt dat de Britsche regee
ring besloten heeft in te nemen, eensgezinde
goedkeuring zal vinden van ons volk. Ik twijfel
er niet in het minst aan, dat de Britsche regee
ring den steun kan vragen van het geheele volk
voor alle maatregelen, wanneer zij verplicht
mocht zijn de zaak te verdedigen van rechtvaar
dige wijze van handelen tusschen de naties en
van het behoud van een plaats voor eenzamen
vrede in de wereld.
Spanje en Hongarije willen
neutraal blijven.
De „Daily Sketch" bericht, dat de Spaan-
sche minister van buitenlandsche zaken, gene
raal Beigbeder, aan maarschalk Pétain, den
Franschen ambassadeur, heeft verklaard, dat
in verband met het verdrag tusschen Duitsch
land en de Sovjet Unie Spanje neutraal
wenscht te blijven in geval van een conflict.
Het Hongaarsche blad „Esti Kurir" schrijft,
dat indien een oorlog uit zou breken tusschen
de beide bevriende mogendheden Duitschland
en Polen, Hongarije de plicht heeft neutraal
te blijven.