faudtr Menu van de week V R IT D A G 1 SEP TEMBER 1939 Onze taak in dagen van spanning Aanpakken in benarde omstandigheden, dat kan een uiterst moeilijke opgave zijn. Wat moe ten wij doen, waarmee moeten wij het eerst beginnen, doen wij teveel of te weinig, moeten wij onze krachten soms meer sparen, of zetten wij ze niet voldoende in? Dat geeft veel hoofd brekens en het kan ons slapelooze nachten be zorgen, die toch de oplossing van al die pro blemen niet brengen. Maar oneindig veel moeilijker is het, om in diezelfde benarde omstandigheden te moeten af wachten, de handen in de schoot te leggen en te weten: ik kan er niets aan veranderen, ik ben genoodzaakt om lijdelijk toe te zien hoe de situatie zich ontwikkelt en tenslotte tot een daad wordt. In die zeer moeilijke situatie heeft het we reldverloop in Europa ons nu geplaatst, en het is wel eens goed na te gaan hoe wij vrouwen op dezen uitermaten zwaren tijd reageeren. Een huishouden vlot en soepel drijven be- teekent: vooruit denken. Als de huisvrouw niet vooruit dacht, zou haar boeltje al heel gauw in het honderd loopen: We zijn met zoo- en zoovelen aan tafel, dus moet er zooveel brood, vleesch, aardappelen en groenten zijn; we willen van den winter wel eens inge maakte groenten eten, dus moet ik inmaken of blikgroenten in huis nemen; wc kunnen gasten krijgen, dus moet er altijd voor die gelegenheid iets in huis zijn; er valt alijd wel iets te repareeren aan de kleeren, daarom moet ik een behoorlijk gevulde naaidoos hebben; het kan plotseling koud (of warm) weer wor den, daarmee moet ik rekening houden. Zoo zijn er dagelijks weerkeerende kleinighe den weliswaar, die allemaal met elkaar maken dat een huisvrouw, en ook de werkende vrouw die voor zichzelf zorgt, er op ingesteld is om vooruit te zorgen, om doende te blijven, om zich steeds af te vragen hoe zij voor de directe toekomst kan zorgen. De eene is daarbij natuurlijk voortvarender dan de andere, er zijn er die de zaak rustig zoo nu en dan in het honderd laten loopen, er zijn er ook die voortdurend aan het vooruit zorgen zijn, tot vervelens toe. En dan zijn daartus- schen nog massa's anderen, de eene voortvaren der dan de andere. Maar de organisatie van het huishouden blijft toch altijd vooruit zorgen vragen. En nu is op eens al die voortvarendheid in getoomd, nu moet er lijdelijk worden afgewacht bij een uiterst spannende situatie, die zóó op de spits gedreven is, dat voor menigen alleen han delen, iets doen, flink aanpakken, ontspanning teweeg zou kunnen brengen. Deze hevige spanningen zijn oorzaak van de neiging van menigeen om te „hamsteren", een uitlaat zoeken om de spanning te verminde ren. Het is een vaststaand feit, dat velen niet hamsteren om fijn nog van alles te hebben, als de medemenschen moeite hebben om het te be machtigen. Allerminst! Zij zullen vaak de eer sten zijn om te deelen met anderen, en zij zijn misschien verbaasd als hun op den immoreelen kant van het hamsteren wordt gewezen, zij wil den alleen maar iets doen, alles is beter dan stil zitten en afwachten. Zoo worden er, behalve levensmiddelen die bederven kunnen, de dwaaste dingen geham sterd als wollen onderkleeren, patentgenees middelen en meer van dergelijke onnoodighe- den, die met een koel hoofd als belachelijk ver worpen zouden worden. Anderen probeeren hun spanning te vermin deren door met ontstelde gezichten sensatio- neele praatjes voor waar te verkondigen, in de hoop tegengesproken te worden voor hun eigen geruststelling. Dat is allemaal niet erg edel of hoogstaand, en het hamsteren is dan ook rondweg verbo den, maar begrijpelijk zijn deze reacties toch wel. Het leven gaat zijn gang en dat is goed ook, en daarom moeten wij vrouwen probeeren de rust machtig te worden, die noodig is om niet alleen onze huishouding zoo vlot mogelijk te laten functionneeren, maar ook de leveranciers niet onnoodige drukte te bezorgen, onze mede menschen niet noodeloos op te jagen en wat het belangrijkste is, van ons gezin een rustpunt te maken voor ieder die er binnenkomt. De kinderen voelen zich machteloos ontred derd als de ouders niets anders dan angstwek kende toekomstbeelden oproepen, de heer des huizes, voor zoover hij niet in militairen dienst moest, heeft het moeilijker dan anders met zijn werk, en zoo ligt er voor ons vrouwen de taak weggelegd om den band van het gezin nog strakker aan te halen dan gewoonlijk. Natuurlijk zijn er geen pretjes, maar juist daarom moet het in huis dubbel goed zijn; de vrouw die haar omgeving weet te bewaren voor een geprikkelde, nerveuze stemming, zonder oppervlakkig alle moeilijkheden buiten de deur te zetten, draagt enorm veel bij tot de rust op elk gebied die in deze dagen zoo hoog noodig is. Hier ligt dus een nieuwe taak van vooruit zorgen voor de vrouw, maar zij is dubbel moei lijk omdat zij geen direct handelen vraagt, maar een rustigen en evenwichtigen gemoedstoe stand. Des te meer eei voor haar die dat weet te bereiken. E. E. J.-P. 'n Linkerbocht afsnijden NOOIT! Een bocht naar links moet u ruim nemen, een bocht naar rechts echter juist kort! WAT MOEDER VOOR HAAR KLEINE MEISKE Een mooie combinatie voor herfstige dagen We kunnen al die genoeglijke kleertjes zoo leuk zelf maken en er juist die kleuren voor kiezen, waarin we de kinderen zoo graag zouden zien. En wat een ideale gelegenheid om ook er de overgeschoten restjes van andere handwerken aan op te maken, want voor al dat kleine goedje is zoo weinig noodig, ter wijl het ook gemakkelijk aan te vullen is met allerlei andere kleurtjes of materialen. Deze „deux-pieces" om in grootemensehen- taal te spreken, is geschikt voor den leeftijd van drie tot tien jaar. Vele trotsche moeders kunnen er dus haar dochters één breien, zoo dat we hiermede bij de beschrijving rekening zullen houden. Ons afgebeelde garnituurtje werd ver vaardigd van kastanjebruine wol voor het rokje en zacht, pril groen voor het jasje. Ook de streepen in dit rokje zijn in dit prachtige groen gehouden, evenals die in het witte kapertje. Uit zéphir, peau de pêche- of sportwol kunnen we onze keus maken; de hoeveelheid die u noodig hebt in iedere kleur, hangt van de leeftijd af. Het zal echter niemand moei lijk vallen deze te schatten. Voorts hebben we twee breinaalden no. 3, 1 haaknaald no. 5, 2 beenen knoopjes en 2 of meer parelmoeren knoopjes en een groen lintje noodig. Het groene jasje: We zetten 20 st. op en breien deze 2 nld. in 1 recht 1 averecht. De volgende 2 naalden verspringen, de daaropvolgende eveneens, enz. Hebben we hierin 10 naalden gebreid, dan trekken we de naalden uit de steken en meten nauw keurig, hoeveel centimeters het aantal steken breed geworden is. Dit noteeren we. De boven wijdte wordt gemeten en gedeeld door het aantal genoteerde centimeters. De uitkomst hiervan vermenigvuldigen we met 20 en het zoo verkregen aantal wordt opgezet en 12 nld. recht gebreid. Hierna gaan we over in de be schreven steek van het proeflapje en breien we verder tot de hoogte onder het armpje. Het werk deelen we nu in J4, Vz (rug) en y$. De stukken worden appart verder gebreid; ieder voorpandje, dus, blijft aan den bui tenkant van de naald recht, terwijl aan de andere zijde, telkens met één naald breien er tusschen, achtereenvolgens 3, 2 en 1 steek afgekant worden. Verder gaat het dan tot aan het halsje. Daar voor ieder schoudertje 1/6 deel van het totaal opgezette aantal steken moet overblijven, rekenen we even uit, hoe veel steken er dus aan het halsje afgekant moeten worden. Het eerst kanten we aan die zijde aan het begin der naald 2 st. af, daarna nog eens en vervolgens telkens 1 steek tot het gewenschte aantal overblijft. Bij het schou dertje gekomen kanten we de steken daarvoor in drieën af te beginnen aan de armsgatzijde, steeds aan het begin van de naald. De steken voor den rug worden op gelijke wijze verder gebreid, doch thans krijgen beide zijkanten, hiervan armsgat afkantingen. We hebben hierbij niets voor het halsje af te kanten dus breien we door tot aan de schoudertjes, waar voor hetzelfde aantal steken op dezelfde wijze als bij de voorpandjes afgekant worden. In het midden blijft een evengroot aantal ten slotte over, welke allen tegelijk afgekant worden. De mouwtjes zijn ruim: we meten bij den elleboog even de breedte hiervoor, deelen en vermenigvuldigen dit weer op de bekende wijze, zoodat we het benoodigde aantal steken weten en breien dit, na het opzetten, op de zelfde wijze als bij het jasje staat aangegeven. Hebben we een voldoende lengte bereikt tot onder het armpje, dan kanten we aan weers zijden van het werk aan het begin der naal den 3 en daarna 2 steken af. Bij iedere daarop volgende naald breien we de eerste 2 steken samen, totdat er tenslotte 4 steken over blijven, die allen tegelijk afgekant worden. Voor het kraagje zetten we een aantal steken op, dat iets meer dan de helft is van het aantal schoudersteken. Deze worden steeds recht gebreid, met dien verstande, dat aan het einde van iedere 4e naald 3 st blijven staan. Aldus krijgen we een royale buitenomtrek, zoodat het kraagje mooi plat zal komen te liggen. Voor de sluiting van het jasje breien we nu nog in 1 recht 1 ave recht (zonder verspringen) een reepje van 7 st. breedte, dat zoolang moet worden, dat het niet uitgerekt langs de voorpandjes genaaid kan worden. In het rechter reepje breien we op geregelde afstanden of anders alleen bo venaan twee knoopsgaatjes, waarvoor we in de eene naald de middelste 3 steken afkan ten en deze bij de volgende naald weer op zetten door eenvoudig de draad gedraaid om de naald te slaan. Alle breiwerk ris nu klaar; de mouwtjes worden aan de binnenzijde dichtgestikt en ook op deze wijze in het armsgat gezet, waarvoor we eerst de schouders, eveneens aan den binnenkant heb ben dichtgestikt. Met onzichtbare steekjes zetten we het kraagje en de sluitingsreepjes aan en als ook de knoopjes opgenaaid zijn, is ons jasje klaar. Ook een klein baasje zal zoo'n jasje leuk staan! Het rokje wordt in vier gelijke baantjes gebreid. We maken weer eerst een proeflapje van 20 steken, doch breien dit thans in de gewonen tricotsteek (recht aan de goede en averecht aan de verkeerde zijde van het werk) De breedte centimeters hebben we ook hier nocdig als basis voor ons werk. We meten de taillewijdte van de kleine dame. deelen deze in de helft en daarna volgens het recept van ons proeflapje. We weten dan het aantal op te zetten steken voor één baantje. We zetten het op en breien de steken 11 naalden uit in uitsluitend recht, waarna we verder breien in den beschreven tricotsteelc. De baantjes moet nu op geregelde afstanden aan weerszijden geminderd worden door de twee buitenste steken eenvoudig samen te breien. Daar de helft van het opgezette aantal steken over moet blijven, moet de andere helft voor iedere zijde weer gehalveerd worden, opdat het baantje vooral aan beide kanten even schuin toeloopt. Daarom ook meten we het aantal hoogste centimeters van het rokje en deelen dit door het aantal benoodigde minderingen voor iederen kant; we weten dan precies om de hoeveel centimeters er geminderd moet worden. De groene strepen breien we in bij de 19de, 20ste, de 23ste tot en met de 26ste. de 29ste en de 30ste naald. Na nog 3 baantjes zetten we 12 steken op voor den opgestikten tailleband, die geheel in recht wordt gebreid en zoo lang wrdt als de taillewijdte is. De ;chouderbandjes zijn reepjes in den tricotsteek van 8 of 10 steken breedte welke afwisselend 2 naalden met groene en 2 naalden met bruine wol gebreid worden. Na een voldoende lengte bereikt te hebben, worden ze met gewone vasten omgehaakt en aan een uiteinde voor zien van een klein puntje, waarin een knoops gat. Alle breiwerk is nu klaar en de banen worden aan de verkeerde zijde op elkaar ge stikt. Daarna stikken we aan de goede zijde de tailleband op het rokje, naaien hierop, juist boven de naden tusschen de baantjes de schouderbandjes en de knoopjes en ook ons rokje is klaar. Het kapertje bestaat uit een eenvoudig rechthoekig lapje van gewoon recht brei werk. We zetten met de groene wol een aan tal steken op, noodig voor de lengte van twee maal de hoogte van het hoofdje. Na 7 naalden breien we 12 nld. verder met witte wol. daarna weer 2 nld. met de groene wel, enz. Het be gin van ons lapje wordt bij het kapertje voor pl.m. 3 cM. omgeslagen, zoodat bij het meten van de hoogte voor het breiwerk, hiermede rekening moet worden gehouden. Als het lapje klaar is, slaan we het dubbel en haken het aan de achterzijde met groene wol in vasten dicht. Eveneens van groen haken we van gewone kettingsteken een koordje, dat we regelmatig door de onderzijde rijgen. Het stukje lint naaien we er ook nog aan vast; het dient alleen ter meerdere opluistering. Een royale groene kwast is de kroon op dit bekoorlijke kapje. NORA HANA. Zondag; Gehakt, Bloemkool Aardappelen, Chocoladevla. Maandag: Bloemkoolsoep met kaas Lamslappen, Gestoofde tomaten en rijst. Dinsdag: Gebakken spek Aardappelen, Andijviesla, Rijstkoekjes. Woensdag: Groentesoep met rijst Wentelteefjes Donderdag: Stamppot van savoy ekool, runderlappen. Pruimen Vrijdag: Gekookte schelvisch Aardappelen Botersaus. Wortelen Havermoutpap Zaterdag: Spercieboonen mp' witte boonen, Aardappelen en zure saus. De meester der Chineesche kookkunst Huang Chin Ling, de ongekroonde koning van de Chineesche keuken is onlangs tengevolge van een hartverlamming gestorven Alle Chineesche kranten wijdden hem lange weemoedige artikelen. Want Huang Chin Ling, die op zijn speciaal terrein een genie was, was reeds in zijn jeugd „chef kok" van de laatste keizerin van China, wier keuken een wereld vermaardheid bezat en die als fijnproefster werd gelijkgesteld met Lucullus, Frimalchio en an dere beroemde genieters der oudheid. Speciaal voor deze keizerin moesten vroeger de uitgezochtste delicatessen door ijlboden uit de afgelegenste deelen van het reuzenrijk naar Peking worden gebracht. Waar dan Huang Chin Ling, die een heel kooksysteem schiep, zijn gastronomische wonderwerken wrochtte. Want de Chineesche keuken is zonder eenigen twijfel dit geven zelfs de groote Fransche kookge- leerden toe! de eerste der wereld. „Geen wonder" zoo zegt China's lachende philosoof, Lin Ju Tang „want China heeft immers een onafgebroken geschiedenis van 5000 jaren ach ter zich en heeft dus zeker tijd genoeg gehad om de meest geraffineerde gerechten uit te den ken en samen te stellen'' Koken is in China een „wetenschap": groote keizers hebben zelf kookboeken geschreven en gerechten „gecompo neerd", de grootste wijzen hebben over menu's ellenlange psychologische bespiegelingen gehou den en dichters hebben ze bezongen. Eten wordt in China steeds heel groot ge schreven en 't is bekend, dat zelfs de allerge wichtigste politieke besprekingen direct worden afgebroken, als de tijd voor het diner is aange broken. Want eten, goed eten, zoo goed mogelijk eten is voor den Chinees belangrijker dan al het andere. ,Hoe gaat het u?" vraagt de Europeaan bij een begroeting. Maar de Chinees zegt: „Hebt u goed gegeten?'' Geen wonder, dat de kookmeester Huang Chin Ling een macht bezat als bijna geen ander mensch in China. Hij was de „onafhankelijkste" de zelfstandigste kok, die de geschiedenis heeft opgeleverd. Hij was het, die het uur, het begin en de volgorde der spijzen voor de groote kei zerlijke diners vaststelde. Van tevoren kreeg hij dan een lijst van de gasten met him beroep er bij, om al het voedsel psychologisch juist bij hun smaak te kunnen aanpassen. Na den val der monarchie in 1911 werd hij geheel zelfstandig en de rijke Chineezen, maar schalken en andere hoogwaardigheidsbeklee- ders vochten letterlijk om hem. Maar deze eigenaardige man wilde slechts in zijn eigen huis koken en in dit huis moesten de maaltijden ook worden genuttigd. Over den prijs mocht nooit van tevoren worden gespro ken deze werd door Huang Chin Ling vast gesteld en de rijke Chineezen vonden het een eer, de vaak fabelachtige som te mogen be talen. _Want het feit, dat iemand zijn gasten uitnoo- digde bij Huang Chin Ling promoveerde de gastheer met één slag tot de elite en was een betere reclame voor zijn standing en rijkdom dan alle door hem tentoongespreide luxe. En nu is mijnheer Chin Ling dood! Met hem is weer een stuk van het oude China en zijn kooktraditie heengegaan. Hoe we van oud nieuw ma^ Gezellig nachtponnetje voor kleine r,. Van onze oude nachtponnen of onderim ken maken we een luchtig nachtpit voor zus. Het is gewoon recht geknipt met ei klein aangeknipt mouwtje. Op taille hooS stikken we aan den binnenkant een ree*» stof, zoodat er een lint doorgehaald kan wi' den. m' Langs hals, mouwtjes en zoom stikken -> een kantje en van achteren wordt een snllti! gemaakt. K '15 Recepten Goedkoop en toch smakelijk Een praatje over boter en margarine Onder boter verstaat men het product, ge maakt van de room van de melk, dat door de bereiding smaak en geur verkregen heeft. Wordt de melk ontroomd en de room tot bo ter verwerkt, dan krijgt men de roomboter. Wordt van de melk als zoodanig boter ge maakt, dan krijgt men de melkboter. Het vetgehalte van beide soorten verschilt eigenlijk niet, de geur en smaak van room boter zijn meestal lekkerder. Margarine wordt gemaakt van allerlei vet ten van plantaardigen en dierlijken oorsprong. Deze vetten worden gezuiverd, gemengd en na nog verschillende bewerkingen te hebben on dergaan gekarnd met zuur gemaakte tapte melk. Tenslotte krijgt men de margarine, die heel veel overeenkomst heeft met boter. Het vetgehalte is eveneens pl.m. 80 pCt. De margarine mist echter de vitaminen die bo ter bevat, doordat deze van room of melk ge maakt is. Tegenwoordig worden aan verschil lende soorten margarine vitaminen toega- Boter is verder iets beter en lichter verteer baar dan margarine. Voor heel veel gerechten kan margarine ln- plaats van boter gebruikt worden daar de prijs lager is dan van boter. Alleen wanneer de fijne botersmaak en geur uit moeten ko men, kan boter moeilijk gemist worden, b.v. bij het maken van bief stuk jus, het maken van vischsaus e.d. gerechten. Boter en margarine staan onder streng toe zicht van de keuringsdiensten voor levens middelen. Volgens de Boterwet moet in boter minstens 80 pCt. vet voorkomen, uitsluitend van melk afkomstig. Deze boter wordt dikwijls uitge wogen verkocht en heeft geen rijksmerk. Wil men een grootere garantie hebben, dan moet men boter koopen met het Rijkscon- trolemerk. Producenten van, en handelaren in boter hebben zich vrijwillig onder het scherpe toezicht van de Botercontrolestations gesteld. De boter die zij leveren bevat iets minder water, iets meer vet en moet net Rijksbotermerk dragen. Wanneer men boter en margarine vergelijkt met vet, b.v. reuzel, kalfsvet, delfia e. d. dan is het vetgehalte lager, daar de laatstge noemde uit 100 pCt. vet bestaat. Voor stamp pot en dergelijke gerechten, wanneer het al leen om de hoeveelheid vet gaat, die toege voegd wordt, kan men dus beter vet nemen dan boter of margarine. Beschuitomelet (Zoet gerecht) Benoodigdheden: 6 beschuiten, 11/2 dL. melk, 2 eieren, 20 gr. suiker, geraspte schil van 1/2 citroen, 30 gr. boter. Bereiding: Van melk, beschuiten, suiker, ci troenrasp, eidooiers en wat zout dikke be schuitpap maken. Het stijfgeklopte eiwit er mee vermengen en van dit mengsel in de bo ter een omelet bakken. Met behulp van een deksel keeren. Opdie nen met poedersuiker bestrooid en in punten gesneden. Maaltijd voor 4 personen, bestaande Hit stamppot van savoyekool, runderlapnen. pruimen. Benoodigdheden: 1 kool van plm. 1 K.G., 2 K.G. aardapw. 1 ons rijst, 4 ons vette runderlap pen 50 gr. boter of vet, zout, peper i p pruimen. Bereiding: De kool schoonmaken en snijden, wasschen en opzetten met pl.m. vT water en zout.. De kool 'A uur laten koken. De geschilde, gewasschen aardappelen onder ie kool leggen, de rijst ertusschen strooien,? zorgen dat deze goed bedekt is door de koo Alles samen nog yA uur zachtjes laten stove met boter of vet. De lappen kunnen in het vt, bruin gebakken worden en gestoofd in dé jus (pl.m. 1 uur). In plaats hiervan kan men ze gelijk met de kool opzetten en mee koken. Rijst en aardappelen voegt men o na pl.m. IV2 uur toe. Maaltijd voor 4 personen van s. met witte boonen. aardappelen en zure s Benoodigdheden: 4 Ons witte boonen, 2 K.G. aardappelen, 1 pond slaboonen, 1 ons boter of vet, bloem, azijn. zout. Bereiding: De witte boonen wasschen en 21 uur weeken. Ze met het weekwater opze en gaar koken. (VA uur). De slaboonen a len en gaar koken, (1 uur) de aardappelen op zetten met weinig water en onder af en toe omschudden gaar laten worden. De slaboonen afgieten en stoven met boter of vet. de witte boonen er mee vermengen. Van het boonen water met bloem en de rest van de boter een saus maken. Deze op smaak afmaken met zout, peper en azijn en er goed warm bij 1 ven. Eenige voorgerechten en toespijzen, met beschuiten gemaakt. Beschuitschotel met jam. Benoodigdheden (4 personen)8 1 2 eieren, 1/2 L. melk, 75 gr. suiker, 30 gr. t eenige lepels aardbeien of kersenjam. Bereiding: De beschuiten met boter besme ren en met jam bestrijken. Ze, zoo noodig in stukken gebroken, in een vuurvasten s leggen. De eieren kloppen met de suiker, de melk er bij gieten en dit mengsel over de be schuiten heen schenken. De vloeistof in de bi schuiten laten trekken en het schoteltje ia een tamelijk warmen oven zetten tot het nw' bruin is en gerezen. Beschuitschotel met krenten, rozijnen en sucade. Benoodigdheden: 8 beschuiten, 4 d.L. melk, 2 eieren, 90 gr. suiker, 50 gr. krenten, 50 gr. rozijnen, 25 gr. sucade, fijne kaneel, boter. Bereiding: Van kokende melk, de fijnge maakte beschuit, 4 lepels suiker en wat zout beschuitpap koken. De goed gewasschen kren ten en rozijnen, de gesnipperde sucade en eidooiers toevoegen. Het stijfgeklopte eiwit er luchtig mee vermengen. Het mengsel over doen in een vuurvasten schotel, de rest v" de suiker, vermengd met de kaneel er over strooien, een paar stukjes boter er opleggen en het schoteltje in den oven zetten, tot het korstje bruin is. (20 minuten). Wentelteefjes van beschuit Benoodigdheden (4 personen)12 kleine be schuiten, 2l/z d.L. melk, 1 ei, 15 gr. suiker, 1 theelepel kaneel, 50 gr. boter. Bereiding: Het ei los kloppen met de suiker en de kaneel. De melk erbij gieten en r mengsel over de beschuiten heen gieten, 1 op een platten schotel zijn gelegd. Als alles er in getrokken is, de beschuiten aan r kanten in de boter bruin bakken. Ze dakp gewijs op elkaar leggen en wat poedersuiker er over strooien. Wentelteefjes met ananas. De wentelteefjes klaarmaken als in het vo rig recept. Op elke beschuit een plakje ananas leggen. Het sap er bij presenteeren. Beschuitschotel met kaas. (Koffieschotel) ,v Benoodigdheden: 8 beschuiten, 1/2 L. iwm 2 eieren, 11/2 ons oude kaas, 5 gr. zout, PePf' Bereiding: In een vuurvasten schotel om laag de gebrokkelde beschuiten met de geraspte kaas. De eieren I""' met peper en zout, de melk er bij sc. en alles over de beschuiten heen gieten- a de vloeistof in de beschuiten getrokken is. j> schoteltje in een tamelijk warmen oven «wen tot het bruin is en mooi gerezen. P/2 uur'' Beschuitomelet met kaas. (Koffiegerecht) Benoodigdheden: 6 beschuiten, 11/- melk, 2 eieren, 100 gr. oude kaas, 1 theeiepc zout, peper, 30 gr. boter. Bereiding: Van de beschuiten met de me zout, peper, eidooiers en geraspte kaas o s beschuitpap maken. Het stijfgeklopte w luchtig doorbrengen. Hiervan in een kleins kepannetje in de boter een omelet om_ Met behulp van een deksel voorzichtig Koe als de eerste kant lichtbruin gebakken is, v ,doen op een verwarmden schotel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 18