faudtr
Menu van de week
V R IT D A G 1 SEP TEMBER 1939
Onze taak in dagen
van spanning
Aanpakken in benarde omstandigheden, dat
kan een uiterst moeilijke opgave zijn. Wat moe
ten wij doen, waarmee moeten wij het eerst
beginnen, doen wij teveel of te weinig, moeten
wij onze krachten soms meer sparen, of zetten
wij ze niet voldoende in? Dat geeft veel hoofd
brekens en het kan ons slapelooze nachten be
zorgen, die toch de oplossing van al die pro
blemen niet brengen.
Maar oneindig veel moeilijker is het, om in
diezelfde benarde omstandigheden te moeten af
wachten, de handen in de schoot te leggen en
te weten: ik kan er niets aan veranderen, ik
ben genoodzaakt om lijdelijk toe te zien hoe de
situatie zich ontwikkelt en tenslotte tot een
daad wordt.
In die zeer moeilijke situatie heeft het we
reldverloop in Europa ons nu geplaatst, en het
is wel eens goed na te gaan hoe wij vrouwen
op dezen uitermaten zwaren tijd reageeren.
Een huishouden vlot en soepel drijven be-
teekent: vooruit denken.
Als de huisvrouw niet vooruit dacht, zou haar
boeltje al heel gauw in het honderd loopen:
We zijn met zoo- en zoovelen aan tafel, dus
moet er zooveel brood, vleesch, aardappelen en
groenten zijn;
we willen van den winter wel eens inge
maakte groenten eten, dus moet ik inmaken of
blikgroenten in huis nemen;
wc kunnen gasten krijgen, dus moet er altijd
voor die gelegenheid iets in huis zijn;
er valt alijd wel iets te repareeren aan de
kleeren, daarom moet ik een behoorlijk gevulde
naaidoos hebben;
het kan plotseling koud (of warm) weer wor
den, daarmee moet ik rekening houden.
Zoo zijn er dagelijks weerkeerende kleinighe
den weliswaar, die allemaal met elkaar maken
dat een huisvrouw, en ook de werkende vrouw
die voor zichzelf zorgt, er op ingesteld is om
vooruit te zorgen, om doende te blijven, om
zich steeds af te vragen hoe zij voor de directe
toekomst kan zorgen.
De eene is daarbij natuurlijk voortvarender
dan de andere, er zijn er die de zaak rustig zoo
nu en dan in het honderd laten loopen, er zijn
er ook die voortdurend aan het vooruit zorgen
zijn, tot vervelens toe. En dan zijn daartus-
schen nog massa's anderen, de eene voortvaren
der dan de andere. Maar de organisatie van het
huishouden blijft toch altijd vooruit zorgen
vragen.
En nu is op eens al die voortvarendheid in
getoomd, nu moet er lijdelijk worden afgewacht
bij een uiterst spannende situatie, die zóó op de
spits gedreven is, dat voor menigen alleen han
delen, iets doen, flink aanpakken, ontspanning
teweeg zou kunnen brengen.
Deze hevige spanningen zijn oorzaak van de
neiging van menigeen om te „hamsteren", een
uitlaat zoeken om de spanning te verminde
ren. Het is een vaststaand feit, dat velen niet
hamsteren om fijn nog van alles te hebben, als
de medemenschen moeite hebben om het te be
machtigen. Allerminst! Zij zullen vaak de eer
sten zijn om te deelen met anderen, en zij zijn
misschien verbaasd als hun op den immoreelen
kant van het hamsteren wordt gewezen, zij wil
den alleen maar iets doen, alles is beter dan
stil zitten en afwachten.
Zoo worden er, behalve levensmiddelen die
bederven kunnen, de dwaaste dingen geham
sterd als wollen onderkleeren, patentgenees
middelen en meer van dergelijke onnoodighe-
den, die met een koel hoofd als belachelijk ver
worpen zouden worden.
Anderen probeeren hun spanning te vermin
deren door met ontstelde gezichten sensatio-
neele praatjes voor waar te verkondigen, in de
hoop tegengesproken te worden voor hun eigen
geruststelling.
Dat is allemaal niet erg edel of hoogstaand,
en het hamsteren is dan ook rondweg verbo
den, maar begrijpelijk zijn deze reacties toch
wel.
Het leven gaat zijn gang en dat is goed ook,
en daarom moeten wij vrouwen probeeren de
rust machtig te worden, die noodig is om niet
alleen onze huishouding zoo vlot mogelijk te
laten functionneeren, maar ook de leveranciers
niet onnoodige drukte te bezorgen, onze mede
menschen niet noodeloos op te jagen en wat
het belangrijkste is, van ons gezin een rustpunt
te maken voor ieder die er binnenkomt.
De kinderen voelen zich machteloos ontred
derd als de ouders niets anders dan angstwek
kende toekomstbeelden oproepen, de heer des
huizes, voor zoover hij niet in militairen dienst
moest, heeft het moeilijker dan anders met zijn
werk, en zoo ligt er voor ons vrouwen de taak
weggelegd om den band van het gezin nog
strakker aan te halen dan gewoonlijk.
Natuurlijk zijn er geen pretjes, maar juist
daarom moet het in huis dubbel goed zijn; de
vrouw die haar omgeving weet te bewaren voor
een geprikkelde, nerveuze stemming, zonder
oppervlakkig alle moeilijkheden buiten de deur
te zetten, draagt enorm veel bij tot de rust op
elk gebied die in deze dagen zoo hoog noodig is.
Hier ligt dus een nieuwe taak van vooruit
zorgen voor de vrouw, maar zij is dubbel moei
lijk omdat zij geen direct handelen vraagt,
maar een rustigen en evenwichtigen gemoedstoe
stand.
Des te meer eei voor haar die dat weet te
bereiken.
E. E. J.-P.
'n Linkerbocht
afsnijden
NOOIT! Een bocht
naar links moet u
ruim nemen, een
bocht naar rechts
echter juist kort!
WAT MOEDER
VOOR HAAR
KLEINE MEISKE
Een mooie
combinatie voor
herfstige dagen
We kunnen al die genoeglijke kleertjes
zoo leuk zelf maken en er juist die kleuren
voor kiezen, waarin we de kinderen zoo graag
zouden zien. En wat een ideale gelegenheid
om ook er de overgeschoten restjes van andere
handwerken aan op te maken, want voor al
dat kleine goedje is zoo weinig noodig, ter
wijl het ook gemakkelijk aan te vullen is met
allerlei andere kleurtjes of materialen.
Deze „deux-pieces" om in grootemensehen-
taal te spreken, is geschikt voor den leeftijd
van drie tot tien jaar. Vele trotsche moeders
kunnen er dus haar dochters één breien, zoo
dat we hiermede bij de beschrijving rekening
zullen houden.
Ons afgebeelde garnituurtje werd ver
vaardigd van kastanjebruine wol voor het
rokje en zacht, pril groen voor het jasje. Ook
de streepen in dit rokje zijn in dit prachtige
groen gehouden, evenals die in het witte
kapertje.
Uit zéphir, peau de pêche- of sportwol
kunnen we onze keus maken; de hoeveelheid
die u noodig hebt in iedere kleur, hangt van
de leeftijd af. Het zal echter niemand moei
lijk vallen deze te schatten. Voorts hebben we
twee breinaalden no. 3, 1 haaknaald no. 5, 2
beenen knoopjes en 2 of meer parelmoeren
knoopjes en een groen lintje noodig.
Het groene jasje: We zetten 20 st. op en
breien deze 2 nld. in 1 recht 1 averecht.
De volgende 2 naalden verspringen, de
daaropvolgende eveneens, enz. Hebben we
hierin 10 naalden gebreid, dan trekken we
de naalden uit de steken en meten nauw
keurig, hoeveel centimeters het aantal steken
breed geworden is. Dit noteeren we. De boven
wijdte wordt gemeten en gedeeld door het
aantal genoteerde centimeters. De uitkomst
hiervan vermenigvuldigen we met 20 en het
zoo verkregen aantal wordt opgezet en 12 nld.
recht gebreid. Hierna gaan we over in de be
schreven steek van het proeflapje en breien
we verder tot de hoogte onder het armpje.
Het werk deelen we nu in J4, Vz (rug) en
y$. De stukken worden appart verder gebreid;
ieder voorpandje, dus, blijft aan den bui
tenkant van de naald recht, terwijl aan de
andere zijde, telkens met één naald breien er
tusschen, achtereenvolgens 3, 2 en 1 steek
afgekant worden. Verder gaat het dan tot aan
het halsje. Daar voor ieder schoudertje 1/6
deel van het totaal opgezette aantal steken
moet overblijven, rekenen we even uit, hoe
veel steken er dus aan het halsje afgekant
moeten worden. Het eerst kanten we aan die
zijde aan het begin der naald 2 st. af, daarna
nog eens en vervolgens telkens 1 steek tot het
gewenschte aantal overblijft. Bij het schou
dertje gekomen kanten we de steken daarvoor
in drieën af te beginnen aan de armsgatzijde,
steeds aan het begin van de naald. De steken
voor den rug worden op gelijke wijze verder
gebreid, doch thans krijgen beide zijkanten,
hiervan armsgat afkantingen. We hebben
hierbij niets voor het halsje af te kanten dus
breien we door tot aan de schoudertjes, waar
voor hetzelfde aantal steken op dezelfde wijze
als bij de voorpandjes afgekant worden. In
het midden blijft een evengroot aantal ten
slotte over, welke allen tegelijk afgekant
worden. De mouwtjes zijn ruim: we meten bij
den elleboog even de breedte hiervoor, deelen
en vermenigvuldigen dit weer op de bekende
wijze, zoodat we het benoodigde aantal steken
weten en breien dit, na het opzetten, op de
zelfde wijze als bij het jasje staat aangegeven.
Hebben we een voldoende lengte bereikt tot
onder het armpje, dan kanten we aan weers
zijden van het werk aan het begin der naal
den 3 en daarna 2 steken af. Bij iedere daarop
volgende naald breien we de eerste 2 steken
samen, totdat er tenslotte 4 steken over
blijven, die allen tegelijk afgekant worden.
Voor het kraagje zetten we een aantal
steken op, dat iets meer dan de helft is van
het aantal schoudersteken. Deze worden
steeds recht gebreid, met dien verstande,
dat aan het einde van iedere 4e naald 3 st
blijven staan. Aldus krijgen we een royale
buitenomtrek, zoodat het kraagje mooi plat
zal komen te liggen. Voor de sluiting van
het jasje breien we nu nog in 1 recht 1 ave
recht (zonder verspringen) een reepje van 7
st. breedte, dat zoolang moet worden, dat het
niet uitgerekt langs de voorpandjes genaaid
kan worden. In het rechter reepje breien we
op geregelde afstanden of anders alleen bo
venaan twee knoopsgaatjes, waarvoor we in
de eene naald de middelste 3 steken afkan
ten en deze bij de volgende naald weer op
zetten door eenvoudig de draad gedraaid
om de naald te slaan. Alle breiwerk
ris nu klaar; de mouwtjes worden aan de
binnenzijde dichtgestikt en ook op deze wijze
in het armsgat gezet, waarvoor we eerst de
schouders, eveneens aan den binnenkant heb
ben dichtgestikt. Met onzichtbare steekjes
zetten we het kraagje en de sluitingsreepjes
aan en als ook de knoopjes opgenaaid zijn, is
ons jasje klaar. Ook een klein baasje zal zoo'n
jasje leuk staan!
Het rokje wordt in vier gelijke baantjes
gebreid. We maken weer eerst een proeflapje
van 20 steken, doch breien dit thans in de
gewonen tricotsteek (recht aan de goede en
averecht aan de verkeerde zijde van het werk)
De breedte centimeters hebben we ook hier
nocdig als basis voor ons werk. We meten de
taillewijdte van de kleine dame. deelen deze
in de helft en daarna volgens het recept van
ons proeflapje. We weten dan het aantal op
te zetten steken voor één baantje. We zetten
het op en breien de steken 11 naalden uit in
uitsluitend recht, waarna we verder breien in
den beschreven tricotsteelc. De baantjes moet
nu op geregelde afstanden aan weerszijden
geminderd worden door de twee buitenste
steken eenvoudig samen te breien. Daar de
helft van het opgezette aantal steken over
moet blijven, moet de andere helft voor iedere
zijde weer gehalveerd worden, opdat het
baantje vooral aan beide kanten even schuin
toeloopt. Daarom ook meten we het aantal
hoogste centimeters van het rokje en deelen
dit door het aantal benoodigde minderingen
voor iederen kant; we weten dan precies om
de hoeveel centimeters er geminderd moet
worden. De groene strepen breien we in bij
de 19de, 20ste, de 23ste tot en met de 26ste.
de 29ste en de 30ste naald. Na nog 3 baantjes
zetten we 12 steken op voor den opgestikten
tailleband, die geheel in recht wordt gebreid
en zoo lang wrdt als de taillewijdte is. De
;chouderbandjes zijn reepjes in den tricotsteek
van 8 of 10 steken breedte welke afwisselend
2 naalden met groene en 2 naalden met bruine
wol gebreid worden. Na een voldoende lengte
bereikt te hebben, worden ze met gewone
vasten omgehaakt en aan een uiteinde voor
zien van een klein puntje, waarin een knoops
gat. Alle breiwerk is nu klaar en de banen
worden aan de verkeerde zijde op elkaar ge
stikt. Daarna stikken we aan de goede zijde
de tailleband op het rokje, naaien hierop, juist
boven de naden tusschen de baantjes de
schouderbandjes en de knoopjes en ook ons
rokje is klaar.
Het kapertje bestaat uit een eenvoudig
rechthoekig lapje van gewoon recht brei
werk. We zetten met de groene wol een aan
tal steken op, noodig voor de lengte van twee
maal de hoogte van het hoofdje. Na 7 naalden
breien we 12 nld. verder met witte wol. daarna
weer 2 nld. met de groene wel, enz. Het be
gin van ons lapje wordt bij het kapertje voor
pl.m. 3 cM. omgeslagen, zoodat bij het meten
van de hoogte voor het breiwerk, hiermede
rekening moet worden gehouden. Als het
lapje klaar is, slaan we het dubbel en haken
het aan de achterzijde met groene wol in
vasten dicht. Eveneens van groen haken we
van gewone kettingsteken een koordje, dat we
regelmatig door de onderzijde rijgen. Het
stukje lint naaien we er ook nog aan vast;
het dient alleen ter meerdere opluistering.
Een royale groene kwast is de kroon op dit
bekoorlijke kapje.
NORA HANA.
Zondag;
Gehakt,
Bloemkool
Aardappelen,
Chocoladevla.
Maandag:
Bloemkoolsoep met
kaas
Lamslappen,
Gestoofde tomaten
en rijst.
Dinsdag:
Gebakken spek
Aardappelen,
Andijviesla,
Rijstkoekjes.
Woensdag:
Groentesoep met
rijst
Wentelteefjes
Donderdag:
Stamppot van
savoy ekool,
runderlappen.
Pruimen
Vrijdag:
Gekookte schelvisch
Aardappelen
Botersaus.
Wortelen
Havermoutpap
Zaterdag:
Spercieboonen mp'
witte boonen,
Aardappelen
en zure saus.
De meester der Chineesche
kookkunst
Huang Chin Ling, de ongekroonde koning van
de Chineesche keuken is onlangs tengevolge van
een hartverlamming gestorven
Alle Chineesche kranten wijdden hem lange
weemoedige artikelen. Want Huang Chin Ling,
die op zijn speciaal terrein een genie was, was
reeds in zijn jeugd „chef kok" van de laatste
keizerin van China, wier keuken een wereld
vermaardheid bezat en die als fijnproefster werd
gelijkgesteld met Lucullus, Frimalchio en an
dere beroemde genieters der oudheid.
Speciaal voor deze keizerin moesten vroeger
de uitgezochtste delicatessen door ijlboden uit
de afgelegenste deelen van het reuzenrijk naar
Peking worden gebracht. Waar dan Huang Chin
Ling, die een heel kooksysteem schiep, zijn
gastronomische wonderwerken wrochtte. Want
de Chineesche keuken is zonder eenigen twijfel
dit geven zelfs de groote Fransche kookge-
leerden toe! de eerste der wereld. „Geen
wonder" zoo zegt China's lachende philosoof,
Lin Ju Tang „want China heeft immers een
onafgebroken geschiedenis van 5000 jaren ach
ter zich en heeft dus zeker tijd genoeg gehad
om de meest geraffineerde gerechten uit te den
ken en samen te stellen'' Koken is in China
een „wetenschap": groote keizers hebben zelf
kookboeken geschreven en gerechten „gecompo
neerd", de grootste wijzen hebben over menu's
ellenlange psychologische bespiegelingen gehou
den en dichters hebben ze bezongen.
Eten wordt in China steeds heel groot ge
schreven en 't is bekend, dat zelfs de allerge
wichtigste politieke besprekingen direct worden
afgebroken, als de tijd voor het diner is aange
broken. Want eten, goed eten, zoo goed mogelijk
eten is voor den Chinees belangrijker dan al het
andere.
,Hoe gaat het u?" vraagt de Europeaan bij
een begroeting. Maar de Chinees zegt: „Hebt u
goed gegeten?''
Geen wonder, dat de kookmeester Huang
Chin Ling een macht bezat als bijna geen ander
mensch in China. Hij was de „onafhankelijkste"
de zelfstandigste kok, die de geschiedenis heeft
opgeleverd. Hij was het, die het uur, het begin
en de volgorde der spijzen voor de groote kei
zerlijke diners vaststelde. Van tevoren kreeg
hij dan een lijst van de gasten met him beroep
er bij, om al het voedsel psychologisch juist bij
hun smaak te kunnen aanpassen.
Na den val der monarchie in 1911 werd hij
geheel zelfstandig en de rijke Chineezen, maar
schalken en andere hoogwaardigheidsbeklee-
ders vochten letterlijk om hem.
Maar deze eigenaardige man wilde slechts in
zijn eigen huis koken en in dit huis moesten de
maaltijden ook worden genuttigd. Over den
prijs mocht nooit van tevoren worden gespro
ken deze werd door Huang Chin Ling vast
gesteld en de rijke Chineezen vonden het een
eer, de vaak fabelachtige som te mogen be
talen.
_Want het feit, dat iemand zijn gasten uitnoo-
digde bij Huang Chin Ling promoveerde de
gastheer met één slag tot de elite en was een
betere reclame voor zijn standing en rijkdom
dan alle door hem tentoongespreide luxe.
En nu is mijnheer Chin Ling dood! Met hem
is weer een stuk van het oude China en zijn
kooktraditie heengegaan.
Hoe we van oud nieuw ma^
Gezellig nachtponnetje voor kleine r,.
Van onze oude nachtponnen of onderim
ken maken we een luchtig nachtpit
voor zus. Het is gewoon recht geknipt met ei
klein aangeknipt mouwtje. Op taille hooS
stikken we aan den binnenkant een ree*»
stof, zoodat er een lint doorgehaald kan wi'
den. m'
Langs hals, mouwtjes en zoom stikken ->
een kantje en van achteren wordt een snllti!
gemaakt. K '15
Recepten
Goedkoop en toch smakelijk
Een praatje over boter en margarine
Onder boter verstaat men het product, ge
maakt van de room van de melk, dat door de
bereiding smaak en geur verkregen heeft.
Wordt de melk ontroomd en de room tot bo
ter verwerkt, dan krijgt men de roomboter.
Wordt van de melk als zoodanig boter ge
maakt, dan krijgt men de melkboter.
Het vetgehalte van beide soorten verschilt
eigenlijk niet, de geur en smaak van room
boter zijn meestal lekkerder.
Margarine wordt gemaakt van allerlei vet
ten van plantaardigen en dierlijken oorsprong.
Deze vetten worden gezuiverd, gemengd en na
nog verschillende bewerkingen te hebben on
dergaan gekarnd met zuur gemaakte tapte
melk.
Tenslotte krijgt men de margarine, die heel
veel overeenkomst heeft met boter.
Het vetgehalte is eveneens pl.m. 80 pCt. De
margarine mist echter de vitaminen die bo
ter bevat, doordat deze van room of melk ge
maakt is. Tegenwoordig worden aan verschil
lende soorten margarine vitaminen toega-
Boter is verder iets beter en lichter verteer
baar dan margarine.
Voor heel veel gerechten kan margarine ln-
plaats van boter gebruikt worden daar de
prijs lager is dan van boter. Alleen wanneer
de fijne botersmaak en geur uit moeten ko
men, kan boter moeilijk gemist worden, b.v.
bij het maken van bief stuk jus, het maken van
vischsaus e.d. gerechten.
Boter en margarine staan onder streng toe
zicht van de keuringsdiensten voor levens
middelen.
Volgens de Boterwet moet in boter minstens
80 pCt. vet voorkomen, uitsluitend van melk
afkomstig. Deze boter wordt dikwijls uitge
wogen verkocht en heeft geen rijksmerk.
Wil men een grootere garantie hebben, dan
moet men boter koopen met het Rijkscon-
trolemerk. Producenten van, en handelaren
in boter hebben zich vrijwillig onder het
scherpe toezicht van de Botercontrolestations
gesteld. De boter die zij leveren bevat iets
minder water, iets meer vet en moet net
Rijksbotermerk dragen.
Wanneer men boter en margarine vergelijkt
met vet, b.v. reuzel, kalfsvet, delfia e. d. dan
is het vetgehalte lager, daar de laatstge
noemde uit 100 pCt. vet bestaat. Voor stamp
pot en dergelijke gerechten, wanneer het al
leen om de hoeveelheid vet gaat, die toege
voegd wordt, kan men dus beter vet nemen
dan boter of margarine.
Beschuitomelet
(Zoet gerecht)
Benoodigdheden: 6 beschuiten, 11/2 dL.
melk, 2 eieren, 20 gr. suiker, geraspte schil van
1/2 citroen, 30 gr. boter.
Bereiding: Van melk, beschuiten, suiker, ci
troenrasp, eidooiers en wat zout dikke be
schuitpap maken. Het stijfgeklopte eiwit er
mee vermengen en van dit mengsel in de bo
ter een omelet bakken.
Met behulp van een deksel keeren. Opdie
nen met poedersuiker bestrooid en in punten
gesneden.
Maaltijd voor 4 personen, bestaande Hit
stamppot van savoyekool, runderlapnen.
pruimen. Benoodigdheden:
1 kool van plm. 1 K.G., 2 K.G. aardapw.
1 ons rijst, 4 ons vette runderlap
pen 50 gr. boter of vet, zout, peper i p
pruimen.
Bereiding: De kool schoonmaken en
snijden, wasschen en opzetten met pl.m. vT
water en zout.. De kool 'A uur laten koken. De
geschilde, gewasschen aardappelen onder ie
kool leggen, de rijst ertusschen strooien,?
zorgen dat deze goed bedekt is door de koo
Alles samen nog yA uur zachtjes laten stove
met boter of vet. De lappen kunnen in het vt,
bruin gebakken worden en gestoofd in dé
jus (pl.m. 1 uur). In plaats hiervan kan
men ze gelijk met de kool opzetten en mee
koken. Rijst en aardappelen voegt men o
na pl.m. IV2 uur toe.
Maaltijd voor 4 personen van s.
met witte boonen. aardappelen en zure s
Benoodigdheden:
4 Ons witte boonen, 2 K.G. aardappelen, 1
pond slaboonen, 1 ons boter of vet, bloem,
azijn. zout.
Bereiding: De witte boonen wasschen en 21
uur weeken. Ze met het weekwater opze
en gaar koken. (VA uur). De slaboonen a
len en gaar koken, (1 uur) de aardappelen op
zetten met weinig water en onder af en toe
omschudden gaar laten worden. De slaboonen
afgieten en stoven met boter of vet. de witte
boonen er mee vermengen. Van het boonen
water met bloem en de rest van de boter een
saus maken. Deze op smaak afmaken met
zout, peper en azijn en er goed warm bij 1
ven.
Eenige voorgerechten en toespijzen,
met beschuiten gemaakt.
Beschuitschotel met jam.
Benoodigdheden (4 personen)8 1
2 eieren, 1/2 L. melk, 75 gr. suiker, 30 gr. t
eenige lepels aardbeien of kersenjam.
Bereiding: De beschuiten met boter besme
ren en met jam bestrijken. Ze, zoo noodig in
stukken gebroken, in een vuurvasten s
leggen. De eieren kloppen met de suiker, de
melk er bij gieten en dit mengsel over de be
schuiten heen schenken. De vloeistof in de bi
schuiten laten trekken en het schoteltje ia
een tamelijk warmen oven zetten tot het nw'
bruin is en gerezen.
Beschuitschotel met krenten, rozijnen en
sucade.
Benoodigdheden: 8 beschuiten, 4 d.L. melk,
2 eieren, 90 gr. suiker, 50 gr. krenten, 50 gr.
rozijnen, 25 gr. sucade, fijne kaneel, boter.
Bereiding: Van kokende melk, de fijnge
maakte beschuit, 4 lepels suiker en wat zout
beschuitpap koken. De goed gewasschen kren
ten en rozijnen, de gesnipperde sucade en
eidooiers toevoegen. Het stijfgeklopte eiwit
er luchtig mee vermengen. Het mengsel over
doen in een vuurvasten schotel, de rest v"
de suiker, vermengd met de kaneel er over
strooien, een paar stukjes boter er opleggen
en het schoteltje in den oven zetten, tot het
korstje bruin is. (20 minuten).
Wentelteefjes van beschuit
Benoodigdheden (4 personen)12 kleine be
schuiten, 2l/z d.L. melk, 1 ei, 15 gr. suiker, 1
theelepel kaneel, 50 gr. boter.
Bereiding: Het ei los kloppen met de suiker
en de kaneel. De melk erbij gieten en r
mengsel over de beschuiten heen gieten, 1
op een platten schotel zijn gelegd. Als alles
er in getrokken is, de beschuiten aan r
kanten in de boter bruin bakken. Ze dakp
gewijs op elkaar leggen en wat poedersuiker er
over strooien.
Wentelteefjes met ananas.
De wentelteefjes klaarmaken als in het vo
rig recept. Op elke beschuit een plakje ananas
leggen. Het sap er bij presenteeren.
Beschuitschotel met kaas.
(Koffieschotel) ,v
Benoodigdheden: 8 beschuiten, 1/2 L. iwm
2 eieren, 11/2 ons oude kaas, 5 gr. zout, PePf'
Bereiding: In een vuurvasten schotel
om laag de gebrokkelde beschuiten
met de geraspte kaas. De eieren I""'
met peper en zout, de melk er bij sc.
en alles over de beschuiten heen gieten- a
de vloeistof in de beschuiten getrokken is. j>
schoteltje in een tamelijk warmen oven «wen
tot het bruin is en mooi gerezen. P/2 uur''
Beschuitomelet met kaas.
(Koffiegerecht)
Benoodigdheden: 6 beschuiten, 11/-
melk, 2 eieren, 100 gr. oude kaas, 1 theeiepc
zout, peper, 30 gr. boter.
Bereiding: Van de beschuiten met de me
zout, peper, eidooiers en geraspte kaas o s
beschuitpap maken. Het stijfgeklopte w
luchtig doorbrengen. Hiervan in een kleins
kepannetje in de boter een omelet om_
Met behulp van een deksel voorzichtig Koe
als de eerste kant lichtbruin gebakken is, v
,doen op een verwarmden schotel.