Ik heb gekozen, Arkadi....
Verlaten ligt het strand bij prachtig zomerweer, nu de mobilisatie-
maatregelen de dadgasten naar huis hebben doen terugkeeren
H. M. de Koningin maakte Donderdag ter gelegenheid van Haar
verjaardag een rijtoer door Baarn en Soest. H. M. de Koningin
passeert de Brink te Baarn
Ook het politiebureau te Assen
wordt met zandzakken beschermd
De zandzakken, bestemd voor de loopgraven op Schiphol, worden op
den boulevard te Zandvoort door de militairen gevuld en opgestapeld,
gereed voor vervoer
Scheveningen maakt zich verdienstelijk bij de veldkeuken, die op het
Gevers Deynootplein is opgesteld voor de in de badplaats gelegerde
troepen
De bouw van de nieuwe verkeersbrug te Broek in waterland in den
provincialen weg Amsterdam Leeuwarden
Voor het paleis Soestdijk werd de Koninklijke Familie Donderdag
geestdriftig toegejuicht
FEUILLETON
Een roman uit het hooge Noorden,
door
AGATHE POGNER.
XNadruk verboden)
2)
Maria glimlachte en keek me Ietwat mede
lijdend aan. Zij bezat de zeldzame gave ook
mijn onuitgesproken gedachten te doorgron
den. Daarom zei ze nu, bijna plechtig van
ernst: „Mij gaat alles aan, wat de kinderen
aangaat, want de jeugd is onze eigen toe
komst en die van de wereld Wat wij den kin
deren in hun prille jaren aan goeds schenken,
dat bezitten zij voor hun geheele verdere leven
en niemand kan hun dat meer afnemen. Wat
wij hun echter onthouden, dat is eeuwig
voor hen verloren; nooit zullen zij dat meer
.verwerven".
„Maar wat kan jij daar nu mee bereiken?
Jij, als enkeling?"
„Wij zijn allen enkelingen. Maar als elk
van ons zijn steentje bijdraagt, kan er zeer
veel tot stand worden gebracht. Meer dan jij
wellicht vermoedt".
Ik schudde ongeloovig het hoofd, Daarop
vervolgde zij: ,,'t Spreekt vanzelf, dat ik mij
niet uitsluitend met kinderverzorging zal
bezig houlden. Ik hoop ook verschillende mu
sea en andere tempels der kunst te bezoeken.
Zooals je weet, heb ik er steeds naar ge
streefd het nuttige aan het aangename te
paren. Of omgekeerd. Net, als Je wilt".
Daarna was zij vertrokken. Ik heb haar
yoor het eerst in mijn leven werkelijk ge
mist. Ik heb haar dagelijks een brief willen
schrijven om haar daarin te kunnen mede-
deelen, hoe zeer ik naar haar verlangde. Maar
ik heb van ouds een geweldigen hekel aan
brieven schrijven en mijn aangeboren traag
heid werkte dat nog in de hand. In ieder geval
verschoof ik het schrijven van dezen brief,
dat me toch na aan het hart lag, van den
eenen dag op den anderen. Tot het tenslotte
niet meer noodig was
Ik had kennis gemaakt met Taja. die bij
familie in onze stad op bezoek was. Haar
blauwe oogen en haar goudblond haar hadden
iets betooverends. Zij beviel mij. Ik haar even
eens. Tien dagen later of waren het er
twaalf? werd onze verloving publiek.
Nog dienzelfde dag deelde ik Maria dit
belangrijke besluit mee. Toen ontving ik voor
het eerst een brief van haar. Daarvóór had
zich steeds bepaald tot een paar regels
op een prentbriefkaart.
„Beste Arkadi", schreef ze. „Je onverwachte
verloving heeft me weliswaar verrast, maar
daarom niet minder verheugd. Hopenlijk is je
keus een goede en krijg je de vrouw, die bij je
past. In je hart en in je ziel liggen nog vele
groote schatten braak, die productief moeten
worden gemaakt. Ik hoop, dat je huwelijk dit
wonder volbrengt. Tal van mannen trouwen
als zij innerlijk gerijpt en volwassen zijn. Bij
anderen komen de In hen sluimerende krach
ten en talenten eerst in het huwelijk tot
volle ontwikkeling. Jij behoort tot de laatste
categorie. Dit ls nu eens niet een van die ver
velende aanmerkingen, die je nooit hebt kun
nen verdragen en waarnaar Je toch steeds
maar met een half oor hebt geluisterd. Het
beoogt slechts mijn blijdschap uit te drukken
en je de verzekering te geven, dat ik je geluk
volkomen deel en je voor je verder leven
slechts het allerbeste toewensch. Groet je
verloofde hartelijk van mij. Afgaande op de
miniatuurfoto. die je mij zond moet zij heel
knap zijn. Daarmee is dan je lievelingswensch
in vervulling gegaan. Je hebt immers altijd
verteld, dat je slechts een knap meisje wilde
trouwen, omdat je er van overtuigd was, dat
een knappe vrouw noodzakelijkerwijze ook
alle andere goede physieke en psychische
eigenschappen moest bezitten. Daarom wensch
ik je nog eens alles goeds en het geluk, waar
naar je zoo Innig hebt verlangt. Zeer tot mijn
spijt zal ik Je huwelijksvoltrekking niet kun
nen bijwonen, omdat ik mijn studiereis niet
ontijdig wil afbreken, maar op je trouwdag
zal ik in gedachten bij jullie zijn en in je
vreugde deeien. In de vriendschap. Je Maria".
Ik moet, toen ik dezen brief ontving, niet
geheel bij mijn verstand zijn geweest, want
nauwelijks had ik hem ten einde gelezen, of
ik bracht hem naar mijn lippen en drukte er
een kus op. Daarop zond ik Maria een tele
gram, waarin ik haar mijn hartelijken dank
betuigde. Van deze gelegenheid maakte ik
gebruik haar nogmaals dringend te verzoeken
mijn bruiloft bij te wonen, omdat ik haar
anders op dezen, voor mij zoo gewichtigen
dag, zeer zou missen Ik ontving echter op
nieuw een bericht van verhindering.
Toen kwam de dag van mijn huwelijk. De
lente was dit jaar veel later gekomen dan
gewoonlijk, maar daarvoor strooide zij dan
ook op dezen dag al haar milde gaven over
de aarde uit. Het was een dag, zooals we dien
maar zelden te genieten krijgen. Alles in de
natuur ontlook en bloeide op, alles werd
door gouden zonnestralen overgoten. Van
horizon tot horizon echter weefde de eeuwig
heid haar ondoorgrondelijke, diep blauwe
sluiers.
De kerk was meer dan vol. De heeren schit
terden in hun keurige uniformen of in hun
onberispelijke rokcostuums, de vrouwen wed
ijverden met elkaar in kostbare toiletten. Het
was alles minstens zoo rijk en mooi als ik
mij dat vroeger in mijn droomen heb voorge
steld. Taja, een plaatje In zijde en kant,
stond naast me als een lichte wolk en glim
lachte mij toe.
Het was een indrukwekkende plechtigheid.
Toen kwam het groote oogenblik, waarop de
ringen aan onze vingers werden geschoven.
Wij waren getrouwd. Onmiddellijk daarop ge
beurde het ontzettende en onbegrijpelijke:
Taja nam de gelukwenscben van den geeste
lijke in ontvangst en ik boog mij voorover om
haar, zooals het gebruik dat eischt, op den
mond te kussen. Mijn lippen bereikten haar
echter niet meer. Zij was, zonder eenig ge
luid te geven, naast mij op het tapijt ineen
gezakt. Een ernstige hartkwaal, waarvan haar
ouders, die hiervan toch op de hoogte waren
geweest, mij onkundig hadden gelaten, maakte
een even onverwacht als tragisch einde aan
dit jonge leven. Ik echter stond daarbij, ver
stard van schrik en ik wilde niet begrijpen,
dat ik in het zelfde uur echtgenoot en tege
lijk ook weduwnaar was geworden.
Taja's begrafenis was even plechtig en
indrukwekkend als onze huwelijksinzegening.
Dezelfde gasten, die toen in de kerk vertoef
den, gaven ook nu van him belangstelling blijk.
De gansche stad trok naar het kerkhof. Aller
medelijden ging uit naar den jongen echtge
noot, die op zoo tragische wijze zijn juist met
hem in het huwelijk verbonden vrouw had
verloren.
Na den gebruikelijken rouwdienst op de
begraafplaats, werd in het beste hotel van de
stad een groote maaltijd gehouden. Ik ging er
niet heen en verzocht Tit mij bij de aanzlt-
tenden te excuseeren.
Urenlang dwaalde ik als een krankzinnige
rond. Ik zou later nooit met zekerheid hebben
kunnen zeggen, waar ik al dien tijd geweest
ben. Twee maal bracht het toeval mij daarbij
langs mijn woning, die ik, sinds ik voor de
huwelijksvoltrekking naar het stadhuis reed,
niet meer had betreden. Ik had bij Tit, die
nog bij zijn ouders inwoonde, een gastvrij
onderdak gevonden. Ik zou ook op den begra
fenisdag weer bij hem overnachten, maar ik
ging ook zijn woning voorbij en rende op
nieuw naar de begraafplaats. Daar stond ik
langen tijd roerloos voor het pas gedolven
graf, dat mijn geheele geluk omsloot.
De dag was bijna heet geweest; nu koelde
de aarde des te sneller af. Van alle zijden
stegen witte nevelsluiers op, die langzaam
naderbij slopen en mij en het graf als in een
tooverkiing omhulden.
De wereld om mij heen was weggevaagd,
verzonken in den mij omringenden nevel.
Ik was alleen en voelde mij eenzaam. Indeze
verlatenheid trok mijn geheele vroegere leven
plotseling aan mijn geestesoog voorbij. Het
moest mij steun en sterkte geven. Maar het
stiet mij slechts nog dieper in mijn wanhoop,
want in dit heele leven van mijn achten
twintig jaren was niet het geringste, waar
aan ik mij kon oprichten en vasthouden. Het
schitterende scherm, dat het tot dusver bad
verborgen, was omver gevallen. Een verbijs
terende leegte strekte zich voor mij uit. Het
was, of een hoonend gelach de doodsche
stilte verscheurde. Toen verborg ik mijn ge*
zicht In mijn handen en kreunend kwam
het over mijn lippen: „Maria! Maria! Jij had
gelijk!Alles is laf en dor!"
Plotseling herinnerde ik mij de woorden
van mijn reeds lang overleden vader. „Arkadi J
had deze eens tot me gezegd, „droom wat|
minder en leer wat meer. Het gedeerde is de
eenige rijkdom, die iemand nooit ontnomen
kan worden. Maar ontwikkel niet slechts je
geest, doch ook je hart, want een beschaving,
waarin je hart geen aandeel heeft, biedt W
moeilijke uren geen betrouwbaren steun!
Zoo heeft mijn vader destijds gesproken en
toen ik ouder werd, heb ik zijn woorden ter
harte genomen. Ik bereisde drie werelddeeien
en liet mij bedwelmen door al het moois in
verre, vreemde landen. Maar ik bleef bi] dav
alles slechts aan de oppervlakte en mijn be
langstelling ging tenslotte slechts uit uaar
datgene, wat tijdelijk een lust voor mijn oogen
was. Maria echter bekeek het leven heel anders-
„Om het waardevolle erts te vinden", had zij
eens gezegd, „moet men in de diepte aI*
dalen!"
(Wordt vervolgd.),