Duitschland laadt verantwoordelijkheid op Engeland Oo>ilaq,&kabinet de volle in Engeland gevormd. Proclamaties van Hitier. Uit de Fransche Kamerzitting van Zaterdag Engelsche Koning spreekt zijn volk toe. MAANDAG 4 SEPTEMBER 1939 Britsche regeering steunde Polen in zijn „mis dadige politiek", aldus de Duitsche opvatting Het Duitsche nieuwsbureau deelt mede: De Britsche regeering heeft in een nota aan de Rijksregeering den eisch gesteld de op Poolsch gebied opdringende Duitsche troepen weer naar hun oorspronkelijke stellingen terug te trekken. Zondagochtend om negen uur werd door den Engelschen ambassadeur te Berlijn, in een uitdagende nota medegedeeld, dat., wan neer voor elf uur te Londen geen bevredigend antwoord zou zijn ontvangen, Engeland zich zou beschouwen als in staat van oorlog met Duitschland. Hierop is den Britsehen ambassadeur het volgende memorandum overhandigd: Ook Britsche staatslieden hebben verklaard, dat juist de toenmaals aan Duitschland opge drongen oplossing in het Oosten den kiem be vatte voor latere oorlogen. Dat gevaar uit den weg te ruimen, was de wensch van alle regee ringen van het Duitsche rijk en in het bijzondei' de bedoeling van de nieuwe nationaal-socialis- tische volksregeering. Deze vreedzame herzie ning te hebben verminderd, is de schuld der po litiek van het Britsche kabinet. De Britsche regeering heeft een gebeur tenis welke zich slechts eenmaal in de geschie denis heeft voorgedaan den Poolschen staat een algemeene volmacht verstrekt voor alle handelingen tegenover Duitschland voor zoover deze staat mogelijk voornemens zou zijn. De Britsche regeering heeft der Poolsche regeering de verzekering gegeven onder alle omstandighe den voor het geval Duitschland zich tegen eenige uitdaging of een aanval te weer zou stellen, haar militair te zullen steunen. Daarop heeft de Poolsche terreur tegen de in de eens van Duitsch land afgescheurde gebieden wonende Duitschers Winston Churchill minister van marine. Eden, die geen deel uitmaakt van oorlogskabinet, wordt minister voor de Dominions Winston Churchill. In Engeland is een oorlogskabinet ingesteld, dat bestaat uit Chamberlain, eersten minister, Simon, minister van financien, Halifax, mi nister van buitenlandsche zaken, Chatfield, minis tea.' voor coördinatie der lanidverdediging, Winston Churchill, minister van marine, Lord Sankey, minister zonder portefeuille, Hore Belisha, minister van oorlog. Sir Kingsley Wood, minister van luchtvaart, sir Samuel Hoare, Lordgrootaegelbewaarder, die dus in de plaats komt van Anderson. Anthony Eden. Eden is benoemd tot minister voor de Do minions, Lord Stanhope tot lord-president van den raad, Inskip tot Lord-kanselier, An derson tot minister van binnenlandsche zaken en veiligheid. Deze ministers maken geen deel uit van het oorlogskabinet. Om een zoo goed mogelijk contact tus schen de Dominions en het oorlogskabinet te handhaven, zal,, zoo meldt Reuter, Eden spe- cialen toegang tot het kabinet hebben, minis ter Anderson blijft belast met de voorzorgs maatregelen tegen luchtaanvallen. t 1 direct onverdraaglijke vormen aangenomen. De vrije Stad Dantzig werd tegen alle wette lijke bepalingen in strijd met het recht behan deld. Dc Duitsche regeering heeft, geroerd door het leed van de door Polen gekwelde en op onmen- schelijke wijze mishandelde Duitsche bevolking, toch nog vijf maanden lang geduldig toegezien, zonder ook slechts maar éénmaal tegen Polen een dergelijke agressieve houding aan te nemen. Zij heeft Polen slechts gewaarschuwd, 'dat deze gebeurtenissen op den duur ondraaglijk zou den worden en dat zij vastbesloten is voor het geval deze bevolking anders niet geholpen zou worden, tot hulp te verleenen. Al deze gèbeur- tenissen waren de Britsche regeering zeer nauw keurig bekend. Het zou zeer gemakkelijk voor haar zijn geweest haar groolen invloed te War schau aan te wenden om de machthebbers al daar te vermanen gerechtigheid en menschelijk heid te laten gelden en de bestaande verplich tingen na te komen. De Britsche regeering heeft dat niet gedaan. Integendeel. Zij heeft steeds met nadruk haar aangegane verplichting herhaald, Polen onder alle omstandigheden bij te staan. De Poolsche regeering werd aange moedigd in haar misdadige den vrede van Europa in gevaar brengende hou ding. De Britsche regeering heeft het voorstel van Mussolini, dat den vrede in Europa nog steeds had kunnen redden, van de hand gewe zen, hoewel de Duitsche regeering zich bereid had verklaard daarop in te gaan. Daarom draagt de Britsche regeering de verantwoordelijkheid voor al het ongeluk en al het leed, dat thans over alle volken is gekomen en nog zal ko men. Nadat alle pogingen een vreedzame oplossing te vinden door de onverzettelijkheid van de door Engeland gedekte Poolsche regeering on mogelijk waren gemaakt, nadat de sinds reeds eenige maanden op een burgeroorlog gelijkende toestanden aan 'de oostelijke grens van het rijk, zonder dat de Britsche regeering daartegen ook maar iets had ingebracht zich geleidelijk tot openlijke aanvallen op het gebied van het rijk waren versterkt, heeft de regeering van het Duitsche rijk besloten deze voortdurende en voor een groote mogendheid onverdraaglijke bedreiging van den in de eerste plaats buiten- landschen en dan den binnenlandschen vrede van het Duitsche volk een halt toe te roepen. Zij heeft op de laatste het gebied van het Rijk bedreigende aanvallen van de Polen met ge lijke maatregelen geantwoord. De regeering van het Duitsche rijk is niet be reid, ingevolge welke Britsche bedoelingen of verplichtingen dan ook, in het oosten van het rijk toestanden te dulden, welke gelijken op die, welke bestaan in het onder protectraat van Groot-Brittannië staande Palestina. Het Duitsche volk is evenwel vooral niet be reid zich te laten mishandelen door Polen. Daarom wijst de regeering van het Duitsche rijk de poging van de hand Duitschland door een ultimatieven eisch te dwingen zijn ter bescherming van het rijk aangetreden weermacht weer terug te roepen en daarmede de oude onrusten, het oude onrecht op nieuw te accepteeren. De bedreiging, Duitschland anders in een oor log te bestrijden, is in overeenstemming met de sedert jaren door tal van Britsche politici ge proclameerde bedoeling. De Duitsche regeering en het Duitsche volk hebben het Engelsche volk tallooze malen de verzekering gegeven, hoezeer zij een verstan dige, ja een zeer nauwe vriendschap met dit volk wenschen. Wanneer de Bx-itsche regeering deze aanbiedingen tot nu toe steeds van de hand heeft gewezen, en thans antwoordt met een openlijke oorlogsbedreiging, is dat niet de schuld van het Duitsche volk en zijn regeering, doch uitsluitend de schuld van het Britsche kabinet, respectievelijk van die mannen, die sedert jaren de vernietiging en uitroeiing van het Duitsch volk prediken. Het Duitsche volk en zijn regeering hebben niet, zooals Groot- Brittannië, het voornemen de wereld te over- heerschen, doch zijn vastbesloten, hun eigen vrijheid, Ixun onafhankelijkheid en vooral hun leven te verdedigen. De in opdracht van de Britsche regeering door den heer King Hall aan ons medegedeelde bedoeling 't Duitsche volk nog meer te vernieti gen, dan door 't verdrag van Versailles, nemen wij voor kennisgeving aan en daarom zullen wij iedere aanvalshandeling van Engeland met ge lijke wapens en in gelijken vorm beantwoor den. Hitier antwoordt Roosevelt: „Duitsche luchtmacht beperkt zich tot militaire objecten." President Roosevelt heeft op het beroep van Roosevelt onder geen omstandigheden luchtbombardementen te doen voeren op de burgerbevolking of op open steden, het vol gende geantwoord: Mijnerzijds heb ik reeds in mijn in den Rijksdag gehouden redevoering openlijk mede gedeeld, dat de Duitsche luchtstrijdkrachten, het bevel hebben gekregen zich bij hun op treden tot militaire objecten te beperken. Een natuurlijke voorwaarde voor de handhaving van dit bevel is, dat de luchtstrijdkrachten der tegenstanders zich aan denzelfden regel houden. Burckhardt moest Kauuus verlaten. Burckhardt, de Volkenbondscommissaris te Dantzig, is te Kaunas aangekomen. Hij verklaarde tegenover een journalist: „Vrij dag deed Forster mij geruststellende 'verkla ringen, doch op den avond van denzelfden dag kwamen agenten van de Gestapo in mijn woning en Zaterdagavond liet Forster mij weten, dat mijn werkzaamheden te Dantzgi geëindigd waren. Hij stond mij twee uur toe om mijn woning te verlaten. Ik moest onder druk van de Gestapo vertrekken en mijn boekerij en een groot deel van bijn bezit tingen achterlaten, Felle taal tegen Engeland. Hitier heeft Zondag drie proclamaties uitge vaardigd. In zijn proclamatie tot het Duitsche volk zeide hij: Sedert eeuwen heeft Engeland het doel nagestreefd de Europeesche volken te genover de Britsche politiek tot vei'overing van de wereld weerloos te maken. Op deze wijze heeft het eens de Spaansche wereldmacht be streden, later de Hollandsche, vervolgens de Fransche en sinds 1871 de Duitsche. Wij zelf zijix getuigen geweest van den door Engeland ge- voerden omsingelingsstrijd tegen 't Duitschland van voor dan oorlog. Zoo ook van de omstan digheid dat toen het Duitsche Rijk zich onder zijn nationaal-socialistische leiding begon te herstellen van de gevolgen van het dictaat van Versailles en de crisis dreigde te boven te ko men werd de Britsche omsingeling direct weer ingezet. De Britsche oor logs stokers hebben voor den wereldoorlog gelogen, dat hun strijd slechts het Huis Hohenzollern of het Duitsche milita risme gold, dat zij geen bedoelingen hadden je gens Duitsche koloniën, dat zij er niet aan dachten ons onze handelsvloot te ontnemen. Zij hebben het Duitsche volk toen onder het dictaat van Versailles gedwongen. De getrouwe naleving van dit dictaat had twintig millioen Duitschers vroeg of laat uitge roeid. Ik heb het ondernomen den tegenstand van de Duitsche natie daartegen te mobilisee- ren en het Duitsche volk weer werk en brood te verzekeron. Zoodra de vreedzame herziening van het met geweld opgedrongen dictaat van Versailles scheen te gelukken en het Duitsche volk weer begon te leven, zette de nieuwe En gelsche omsingelingspolitiek in. Dezelfde oor logsophitsers als van voor 1914 kwamen weer naar voren Ik heb Engeland en het Engelsche volk tallooze malen de overeenstemming en vriendschap van het Duitsche volk aangeboden mijn geheele politiek was opgebouwd op de ge dachte van deze overeenstemming. Ik ben steeds 'afgestooten en onder huichelachtige verklarin gen werden steeds nieuwe voorwendselen ge zocht om de Duitsche levensruimte te beperken en ons daar, waar wij nimmer Britsche belangen bedreigden, het eigen leven te bemoeilijken of onmogelijk te maken. Engeland heeft Polen tot die houding ge bracht, welke een vreedzame overeenstemming onmogelijk heeft gemaakt. Sedert twee dagen strijdt thans de Duitsche weermacht in het oosten om de veiligheid van het rijksgebied te herstellen. De Poolsche tegen, stand woi'dt door onze soldaten gebroken. En geland kan evenwel meenen, dat in het tegen woordige Duitsche rijk 90 millioenen menschen vereenigd zijn. Zij zijn vastbesloten zich niet door En-Jij,'and te laten wurgen. Zij hebben niet, gelijk Engeland, door oorlogen, 40 millioen vier kante kilometer op deze aarde veroverd, doch zij hebben den wil op den grond, welke hun toebe hoort, te leven en zich dat leven niet door En geland te laten ontnemen, Wij weten, dat niet het Britsche volk in zijn geheel voor dit alles verantwoordelijk kan wor den gesteld. Het is die Joodsch-plutocratische en democratische heerschei'sklasse, welke in alle volken der wereld slechts gehoorzame sla ven wil zien, welke ons nieuwe rijk haat. De strijd tegen deze flieuwe poging Duitschland te vernietigen nemen wij thans ep. Wij zullen hem met nationaal-socialistische vastbeslotenheid voeren. Een leven onder een tweede en nog erger die. taat van Versailles heeft geen zin. Een sla ven volk zijn wij niet geweest en willen wij ook in de toekomst niet zijn. Wat Duitschers in het ver leden ook aan offers hebben moeten brengen voor het voortbestaan van ons volk en ons rijk, deze zullen niet grooter zijn geweest dan die, welke wij bereid zijn thans op ons te nemen. Dit besluit is onverbiddelijk. Daarvoor zijn de meest beslissende maatregelen noodig. Hij dwingt ons vooral een wet op: wanneer de sol daat aan het front strijdt moet niemand aan den oorlog verdienen, wanneer de soldaat aan het front valt, moet niemand zich thuis aan zijn plichten onttrekken. Zoo lang het Duitsche volk in zijn ge schiedenis eensgezind was, is het nog nimmer overwonnen. Slechts de on- eenigheid van 1918 heeft tot de ineen storting geleid. Wie zich daarom thans bezondigt aan deze eenheid en eensge zindheid, heeft niets anders te verwach ten dan dat hij als vijand van de natie wordt vernietigd. Wanneer ons volle in dien zin zijn hoogsten plicht vervult, zou ons ook de Heer onze God bijstaan, die zijn genade nog steeds gegeven heeft aan hem, die vastbesloten was zioh zelf te helpen Hitler's verwachting over den strijd tegen Polen. Aan de proclamatie, gericht tot de soldaten van het leger in het westen, is het volgende ont leend: Sinds twee dagen vechten thans in antwoord op de agressieve handelingen van Polen afdee- lingen van de Duitsche weermacht in het oosten aan het herstel van den vrede, welke aan het Duitsche volk het leven en de vrijheid zullen verzekeren. Hun optreden is reeds na 48 uur overal door succes begeleid. Hoewel slechts een klein deel van het Duitsche luchtwapen in het oosten bij de operaties is betrokken, beheer- schen zij het geheele Poolsche luchtruim. Het Duitsche volk en uw kameraden in het oosten verwachten thans van u, soldaten aan het weste lijk fi'ont, dat gij onwrikbaar gelijk een muur •van staal en ijzer de grens van het rijk tegen iederen aanval zult beschemien, in een vesting werk, dat honderd maal sterker is dan het nog nimmer overwonnen westelijk front uit de oor logsjaren. Wanneer gij uw plicht doet, zal de strijd in het oosten binnen enkele we ken op succesrijke wijze kunnen wor den beëindigd en dan staat de kracht van den geheelen staat van 90 millioen menschen achter u. Als oud soldaat uit den wereldoorlog en als uw opperbevelhebber begeef ik mij in het vertrouwen op u thans naar het leger in het oosten. Onze plutocra- tissche tegenstandei's zullen erkennen, dat thans een ander Duitschland tegen over hen treedt dan dat van 1914. De proclamatie tot de partij. Tot de nationaal-socialistische Duitsche arbei. derspartij zegt de Führer in zijn proclamatie: Onze Joodsch-democratisehe wereldvijand heeft het klaar gespeeld het Engelsche volk te gen Duitschland op te hitsen tot een staat van oorlog. De motieven daarvoor zijn zoo leugen achtig en weinig steekhoudend als de motieven in 1914 waren. Daarin is niets gewijzigd, doch veranderd zijn de kracht en de wil van het rijk ditmaal den ons opgedrongen strijd met die vastbeslotenheid te voeren, welke noodig is om de nieuw beraamde misdaad aan de menschheid te niet te doen. Het Duitsche volk zal ieder offer brengen in het bewustzijn, dat het dit geschil niet te vree zen heeft. .Wie handelt in strijd met de eischen voor de gemeenschap of wie meent deze zelfs te kunnen saboteeren, zal dezen keer onbarm hartig worden vernietigd. Wie meent zich in deze onheilspellende maanden of jaren te kunnen verrijken verwerft zich geen vermógen door haalt zich slechts den dood op den hals. Ik stel alle nationaal-socialis tische functionarissen er voor verantwoordelijk, dat zij ook in hun persoonlijke leven op voor beeldige wijze de offers dragen, welke de ge meenschap moet dragen. Wat wij op het oogen- blik bezitten is volkomen zonder belang. Van beteekenis is slechts een ding: dat Duitschland overwint. De weg, welken wij thans betreden, is niet moeilijker dan de weg van Versailles tot 1939. Wij hebben niets te verliezen, wij hebben alles te winnen. Daladier: „Een nieuwe onderneming van geweld tegen Engeland en Frankrijk Credieten voor de nationale verdediging door het parlement aanvaard Over het verloop van de zitting van de Fransche Kamer van Zaterdagmiddag, die om tien minuten over drie bijeenkwam, meldt Havas o.m.: In de diplomatenloge mrekte men op den ambassadeur van de Vereenigde Staten, Wil liam Bullit, den ambassadeur van Groot- Brittannië, Sir Eric Phipps, den Poolschen ambassadeur Lukasiewicz, den ambassadeur van Roemenië, Frazanovitsj en den ambas' sadeur van Spanje Lequerica. De voorzitter van de Kamer Herriot las het decreet tot bijeenroeping van de kamers voor en diende een ontwerp van wet in, waar bij een crediet werd geopend voor de lands verdediging. Vervolgens hield hij een rede waaraan het volgende ontleend is: Na twintig jaar werken, hetgeen niet vol doende is geweest om de ramp van den vori- gen Duitschen aanval te herstellen, staan wij tegenover een nieuwen aanval. Dezelfde man, die Oostenrijk deed verdwijnen, die de Tsjechen martelde, die de geheele wereld be volkte met vluchtelingen heeft opnieuw zijn toevlucht genomen tot geweld met een meng sel van brutaliteit en valschheid. Frankrijk treedt met opgeheven hoofd en zuiver geweten het gevaar tegemoet. Het heeft het bewijs geleverd van lang geduld, zelfs in deze angstige uren herinnert het er aan, dat het heeft gewerkt om alle volken te vereeni gen en dat het tegen geen enkel land vijan delijke bedoelingen heeft. Nadat de Kamer het voorstel had verwor pen om in geheime zitting te gaan, besteeg minister-president Daladier het spreekge stoelte. Hij werd langdurig toegejuicht. Herriot De minister-president las een boodschap voor van president Lebrun, waarin werd ge zegd, dat'n oorlog in Centraal Europa is uit gebroken, terwijl twee volken nog konden on derhandelen. Duitschland heeft Polen op brutale wyze aangevallen. Frankrijk en Enge land hebben vergeefs gepoogd dit conflict te voorkomen. Indien men niet meer wil luiste ren naar de stem van het wereldgeweten, zal het conflict voortgaan. Frankrijk is vastbesloten rtouw te bliven aan zijn verplichtingen. De boodschap sluit met de woorden: „Weest eensgezind, leve Frankrijk", Frankrijk is vastbesloten trouw te blijvxen de toe. Vervolgens las ministerpresident Daladier een mededeeling van de regeering voor, die o.a. luidt: De vrede werd bedreigd door de Duitsche eischen alle vredelievende machten der wereld hebben zich vereenigd om den vrede te redden Duitschland heeft dit niet gedaan. Op 31 Augustus bereikte de ccrisis een hoogtepunt, toen Engeland, Polen in beginsel directe onderhandelingen deed aanvaarden. De Duitsche minister van buitenlandsche zaken weigerde te spreken met den Pool schen ambassadeur te Berlijn, onder voor wendsel dat deze niet gevolmachtigd was en dat Polen de Duitsche voorwaarden had ver worpen. Dit is een leugen, aangezien Polen deze voorwaarden zelfs niet kende". De Kamer juichte eenstemmig de woorden van Daladier toe, waarin hij hulde bracht aan de goede diensten, welke zijn bewezen door president Roosevelt om een conferentie te beleggen en een oorlog te voorkomen. Frankrijk heeft zich vereenigd niet elk ini tiatief van dezen aard. Daladier zelf heeft door middel van den Franschen ambassadeur te Berlijn Coulondre, voorstellen gedaan tot het redden van den vrede. „Gij kent het ant- wooi'd van den rijkskanselier. Ik heb niet verder aangedrongen. Zonder zich van dc wijs te laten brengen heeft minister-president Chamberlain zijn pogingen voortgezet. Ook breng ik hulde aan de edele pogin gen van de ïtalïaansche regeering (applaus). De pogingen om den vrede te redden, indien zij al onmachtig bleken, hebben tenminste de verantwoordelijkheid aangetoond. Daladier vervolgde: Frankrijk en Engeland kunnen niet, toezien bij de vernieling van een bevriend volk. (Staande juichte de Kamer deze woorden toe). De aanval op Polen ïs een nieuwe Wij worden tot ee„ conflict gedwongen De koning van Engeland heeft Zonda»av in een radioredevoering tot alle deelen--' het Britsche rijk gezegd dat in dit em/1* meest noodlottige uur van onze geschied^' hij in ieder gezin van al zijn volken 255 in het moederland als overzee, een ff schap wenschte te zenden met nigiheid van gevoelens jegens een ieder ai hij den drempel der kamers had kunnen mÜf schrijden oin zijn onderdanen zelf toe te ken. 9rt- Koning George VI. Voor den tweeden keer in ons leven be. leven de meesten onzer den oorlog. Steeds en steeds opnieuw hebben wij geprobeerd ee* vreedzamen weg te vinden uit de geschillen tusschen ons en degenen die thans onzer;! anden zijn. Het is evenwel vergeefsch geween Wij worden tot een conflict gedwongen. Er wordt op ons en onze toongenooten het'be roep gedaan de uitdaging te aanvaarden van een beginsel, dat indien het zou over. heerschen, fataal zou zijn voor iedere be schaafde orde op de wereld. Het is dit beginsel dat een staat veroorlooft door op zelfzuchtige wijze geweld na te streven de door hem aan! gegane verdragen en zijn plechtige beloften negeert, welke het gebruik van geweld of de bedreiging met geweld jegens de souverelni- teit en onafhankelijkheid van andere staten sanctionneert. Een dergelijk beginsel van geweld is zeer zeker de primitieve leer, dat macht recht is. Indien dit beginsel over de geheele wereld zon worden gevestigd, zou de vrijheid van ons eigen land en van het geheele Britsche ge- meenebest van naties in gevaar komen, doch nog veel meer dan dit. De volken van dc wereld zouden in de ban worden gehouden van vrees en alle verwachtingen op een duur- zamen vrede en veiligheid, van recht en vrij heid tusschen de naties zouden eindigen. Dit is het laatste waar tegenover wij ons geplaatst zouden zien. Daarom moeten wij deze uit- daging aannemen. Onze taak zal zwaar zijn en de strijd zal niet beperkt worden tot slagvelden. Wij zijn vastberaden om onze verplichtingen na te komen en hebben het vertrouwen dat God met ons zal zijn. onderneming van geweld tegen Enge land en Frankrijk. Er is hier geen sprake van een conflict tusschen Duitschland en Polen, er is sprake van een nieuwen stap van Hitleriaan- sche dictatuur, maar de overheer- selling van Europa en de wereld. ,Wij hebben steeds herhaald, dat ingeval van een aanval wij onze overeenkomsten met Polen zullen handhaven. Polen is bet slacht offer van de meest onrechtvaardige en meest brutale aanval. Frankrijk en Engeland zijn gen landen die hun handteekeniixg onge daan kunnen maken. Daladier herinnerde aan de laatste besluiten van de regeeringen van Frankrijk en Engeland. Deze landen moeten Polen te hulp komen. Indien de Duitsche regeering niet de verzekering geeft dat zij haar strijdkrachten terug zal trekken dan zullen Frankrijk en Engeland hun verplichtingen jegens Polen vervullen. Indien Frankrijk toeliet dat deze aan val zou wedden voltooid, dan zou het snel veracht worden en geïsoleerd staan zonder hulp en zou het binnen kort zijn overgeleverd aan de meest heftige aanvallen Wat zou een garantie voor onze Elzas en voor ons Lotharingen beteekenen. indien de huidige aanval geduld zou worden? Na de garanties aan Oostenrijk, aan Tsjech» Slowakije en aan Polen, welke niet werden gehouden, zou de aanvaller zich tegen Frans* rijk keeren. (Levendige toejuichingen). Daladier vervolgde: „Mijne heeren, op dit oogenblik waarop net lot van Europa en van Frankrijk wordt be slist, spreek ik tot u met de stem van een van zijn zonen, met de stem van allen, die reeds hebben aanvaard om indien het nood zakelijk mocht zijn het hoogste offer te bren gen. Wij vinden in hen terug den geest wei« alle helden van onze geschiedenis bezieioe. In een dergelijk uur is Frankryk overtuig» te strijden voor zijn leven en voor zijn on afhankelijkheid. Mijne heeren, Frankrijk beveelt". (Lan°' durige toejuichingen van all ebanken). Vervolgens heeft de Kamer een stemmig de credieten. welke de re geering voor de nationale verdediging heeft gevraagd, toegestaan. Hierna werd de zitting opgeheven. Ook de Fransche Senaat keurde later d credieten goed. Volgens inlichtingen van de financiee kamercommissie behelzen de credieten zijds credieten voor de nationale verdedig»- s ten bedrage van 23 milliard francs en 8 derzijds credieten van ongeveer \1% nul"8' francs voor de gewone begrootins van H» c.ngever 27V2 milliard francs voor re*en.° der kapifcaalsinvesteering te verdeelen on? de drie departementen der nationale ve dedigrng.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 6