Duitschland laadt
verantwoordelijkheid op Engeland
Oo>ilaq,&kabinet
de volle
in Engeland gevormd.
Proclamaties van Hitier.
Uit de Fransche
Kamerzitting
van Zaterdag
Engelsche Koning
spreekt zijn volk toe.
MAANDAG 4 SEPTEMBER 1939
Britsche regeering steunde Polen in zijn „mis
dadige politiek", aldus de Duitsche opvatting
Het Duitsche nieuwsbureau deelt mede:
De Britsche regeering heeft in een nota aan
de Rijksregeering den eisch gesteld de op
Poolsch gebied opdringende Duitsche troepen
weer naar hun oorspronkelijke stellingen terug
te trekken. Zondagochtend om negen uur werd
door den Engelschen ambassadeur te Berlijn,
in een uitdagende nota medegedeeld, dat., wan
neer voor elf uur te Londen geen bevredigend
antwoord zou zijn ontvangen, Engeland zich
zou beschouwen als in staat van oorlog met
Duitschland.
Hierop is den Britsehen ambassadeur het
volgende memorandum overhandigd:
Ook Britsche staatslieden hebben verklaard,
dat juist de toenmaals aan Duitschland opge
drongen oplossing in het Oosten den kiem be
vatte voor latere oorlogen. Dat gevaar uit den
weg te ruimen, was de wensch van alle regee
ringen van het Duitsche rijk en in het bijzondei'
de bedoeling van de nieuwe nationaal-socialis-
tische volksregeering. Deze vreedzame herzie
ning te hebben verminderd, is de schuld der po
litiek van het Britsche kabinet.
De Britsche regeering heeft een gebeur
tenis welke zich slechts eenmaal in de geschie
denis heeft voorgedaan den Poolschen staat
een algemeene volmacht verstrekt voor alle
handelingen tegenover Duitschland voor zoover
deze staat mogelijk voornemens zou zijn. De
Britsche regeering heeft der Poolsche regeering
de verzekering gegeven onder alle omstandighe
den voor het geval Duitschland zich tegen eenige
uitdaging of een aanval te weer zou stellen, haar
militair te zullen steunen. Daarop heeft de
Poolsche terreur tegen de in de eens van Duitsch
land afgescheurde gebieden wonende Duitschers
Winston Churchill
minister van marine.
Eden, die geen deel uitmaakt
van oorlogskabinet, wordt
minister voor de Dominions
Winston Churchill.
In Engeland is een oorlogskabinet ingesteld,
dat bestaat uit Chamberlain, eersten minister,
Simon, minister van financien, Halifax, mi
nister van buitenlandsche zaken, Chatfield,
minis tea.' voor coördinatie der lanidverdediging,
Winston Churchill, minister van marine, Lord
Sankey, minister zonder portefeuille, Hore
Belisha, minister van oorlog. Sir Kingsley
Wood, minister van luchtvaart, sir Samuel
Hoare, Lordgrootaegelbewaarder, die dus in
de plaats komt van Anderson.
Anthony Eden.
Eden is benoemd tot minister voor de Do
minions, Lord Stanhope tot lord-president
van den raad, Inskip tot Lord-kanselier, An
derson tot minister van binnenlandsche zaken
en veiligheid. Deze ministers maken geen deel
uit van het oorlogskabinet.
Om een zoo goed mogelijk contact tus
schen de Dominions en het oorlogskabinet te
handhaven, zal,, zoo meldt Reuter, Eden spe-
cialen toegang tot het kabinet hebben, minis
ter Anderson blijft belast met de voorzorgs
maatregelen tegen luchtaanvallen. t
1 direct onverdraaglijke vormen aangenomen.
De vrije Stad Dantzig werd tegen alle wette
lijke bepalingen in strijd met het recht behan
deld.
Dc Duitsche regeering heeft, geroerd door het
leed van de door Polen gekwelde en op onmen-
schelijke wijze mishandelde Duitsche bevolking,
toch nog vijf maanden lang geduldig toegezien,
zonder ook slechts maar éénmaal tegen Polen
een dergelijke agressieve houding aan te nemen.
Zij heeft Polen slechts gewaarschuwd, 'dat deze
gebeurtenissen op den duur ondraaglijk zou
den worden en dat zij vastbesloten is voor het
geval deze bevolking anders niet geholpen zou
worden, tot hulp te verleenen. Al deze gèbeur-
tenissen waren de Britsche regeering zeer nauw
keurig bekend. Het zou zeer gemakkelijk voor
haar zijn geweest haar groolen invloed te War
schau aan te wenden om de machthebbers al
daar te vermanen gerechtigheid en menschelijk
heid te laten gelden en de bestaande verplich
tingen na te komen. De Britsche regeering heeft
dat niet gedaan. Integendeel. Zij heeft steeds
met nadruk haar aangegane verplichting
herhaald, Polen onder alle omstandigheden
bij te staan.
De Poolsche regeering werd aange
moedigd in haar misdadige den vrede
van Europa in gevaar brengende hou
ding. De Britsche regeering heeft
het voorstel van Mussolini, dat
den vrede in Europa nog steeds
had kunnen redden, van de hand gewe
zen, hoewel de Duitsche regeering zich
bereid had verklaard daarop in te
gaan.
Daarom draagt de Britsche regeering
de verantwoordelijkheid voor al het
ongeluk en al het leed, dat thans over
alle volken is gekomen en nog zal ko
men.
Nadat alle pogingen een vreedzame oplossing
te vinden door de onverzettelijkheid van de
door Engeland gedekte Poolsche regeering on
mogelijk waren gemaakt, nadat de sinds reeds
eenige maanden op een burgeroorlog gelijkende
toestanden aan 'de oostelijke grens van het rijk,
zonder dat de Britsche regeering daartegen ook
maar iets had ingebracht zich geleidelijk tot
openlijke aanvallen op het gebied van het rijk
waren versterkt, heeft de regeering van het
Duitsche rijk besloten deze voortdurende en
voor een groote mogendheid onverdraaglijke
bedreiging van den in de eerste plaats buiten-
landschen en dan den binnenlandschen vrede
van het Duitsche volk een halt toe te roepen.
Zij heeft op de laatste het gebied van het Rijk
bedreigende aanvallen van de Polen met ge
lijke maatregelen geantwoord.
De regeering van het Duitsche rijk is niet be
reid, ingevolge welke Britsche bedoelingen of
verplichtingen dan ook, in het oosten van het
rijk toestanden te dulden, welke gelijken op
die, welke bestaan in het onder protectraat van
Groot-Brittannië staande Palestina.
Het Duitsche volk is evenwel vooral niet be
reid zich te laten mishandelen door Polen.
Daarom wijst de regeering van het
Duitsche rijk de poging van de hand
Duitschland door een ultimatieven
eisch te dwingen zijn ter bescherming
van het rijk aangetreden weermacht
weer terug te roepen en daarmede de
oude onrusten, het oude onrecht op
nieuw te accepteeren.
De bedreiging, Duitschland anders in een oor
log te bestrijden, is in overeenstemming met de
sedert jaren door tal van Britsche politici ge
proclameerde bedoeling.
De Duitsche regeering en het Duitsche volk
hebben het Engelsche volk tallooze malen de
verzekering gegeven, hoezeer zij een verstan
dige, ja een zeer nauwe vriendschap met dit
volk wenschen. Wanneer de Bx-itsche regeering
deze aanbiedingen tot nu toe steeds van de
hand heeft gewezen, en thans antwoordt met
een openlijke oorlogsbedreiging, is dat niet de
schuld van het Duitsche volk en zijn regeering,
doch uitsluitend de schuld van het Britsche
kabinet, respectievelijk van die mannen, die
sedert jaren de vernietiging en uitroeiing van
het Duitsch volk prediken. Het Duitsche volk
en zijn regeering hebben niet, zooals Groot-
Brittannië, het voornemen de wereld te over-
heerschen, doch zijn vastbesloten, hun eigen
vrijheid, Ixun onafhankelijkheid en vooral hun
leven te verdedigen.
De in opdracht van de Britsche regeering
door den heer King Hall aan ons medegedeelde
bedoeling 't Duitsche volk nog meer te vernieti
gen, dan door 't verdrag van Versailles, nemen
wij voor kennisgeving aan en daarom zullen wij
iedere aanvalshandeling van Engeland met ge
lijke wapens en in gelijken vorm beantwoor
den.
Hitier antwoordt Roosevelt:
„Duitsche luchtmacht beperkt
zich tot militaire objecten."
President Roosevelt heeft op het beroep
van Roosevelt onder geen omstandigheden
luchtbombardementen te doen voeren op de
burgerbevolking of op open steden, het vol
gende geantwoord:
Mijnerzijds heb ik reeds in mijn in den
Rijksdag gehouden redevoering openlijk mede
gedeeld, dat de Duitsche luchtstrijdkrachten,
het bevel hebben gekregen zich bij hun op
treden tot militaire objecten te beperken. Een
natuurlijke voorwaarde voor de handhaving
van dit bevel is, dat de luchtstrijdkrachten
der tegenstanders zich aan denzelfden regel
houden.
Burckhardt moest Kauuus
verlaten.
Burckhardt, de Volkenbondscommissaris
te Dantzig, is te Kaunas aangekomen. Hij
verklaarde tegenover een journalist: „Vrij
dag deed Forster mij geruststellende 'verkla
ringen, doch op den avond van denzelfden
dag kwamen agenten van de Gestapo in mijn
woning en Zaterdagavond liet Forster mij
weten, dat mijn werkzaamheden te Dantzgi
geëindigd waren. Hij stond mij twee uur toe
om mijn woning te verlaten. Ik moest onder
druk van de Gestapo vertrekken en mijn
boekerij en een groot deel van bijn bezit
tingen achterlaten,
Felle taal tegen
Engeland.
Hitier heeft Zondag drie proclamaties uitge
vaardigd. In zijn proclamatie tot het Duitsche
volk zeide hij: Sedert eeuwen heeft Engeland
het doel nagestreefd de Europeesche volken te
genover de Britsche politiek tot vei'overing van
de wereld weerloos te maken. Op deze wijze
heeft het eens de Spaansche wereldmacht be
streden, later de Hollandsche, vervolgens de
Fransche en sinds 1871 de Duitsche. Wij zelf zijix
getuigen geweest van den door Engeland ge-
voerden omsingelingsstrijd tegen 't Duitschland
van voor dan oorlog. Zoo ook van de omstan
digheid dat toen het Duitsche Rijk zich onder
zijn nationaal-socialistische leiding begon te
herstellen van de gevolgen van het dictaat van
Versailles en de crisis dreigde te boven te ko
men werd de Britsche omsingeling direct weer
ingezet. De Britsche oor logs stokers hebben voor
den wereldoorlog gelogen, dat hun strijd slechts
het Huis Hohenzollern of het Duitsche milita
risme gold, dat zij geen bedoelingen hadden je
gens Duitsche koloniën, dat zij er niet aan
dachten ons onze handelsvloot te ontnemen. Zij
hebben het Duitsche volk toen onder het dictaat
van Versailles gedwongen.
De getrouwe naleving van dit dictaat had
twintig millioen Duitschers vroeg of laat uitge
roeid. Ik heb het ondernomen den tegenstand
van de Duitsche natie daartegen te mobilisee-
ren en het Duitsche volk weer werk en brood
te verzekeron. Zoodra de vreedzame herziening
van het met geweld opgedrongen dictaat van
Versailles scheen te gelukken en het Duitsche
volk weer begon te leven, zette de nieuwe En
gelsche omsingelingspolitiek in. Dezelfde oor
logsophitsers als van voor 1914 kwamen weer
naar voren Ik heb Engeland en het Engelsche
volk tallooze malen de overeenstemming en
vriendschap van het Duitsche volk aangeboden
mijn geheele politiek was opgebouwd op de ge
dachte van deze overeenstemming. Ik ben steeds
'afgestooten en onder huichelachtige verklarin
gen werden steeds nieuwe voorwendselen ge
zocht om de Duitsche levensruimte te beperken
en ons daar, waar wij nimmer Britsche belangen
bedreigden, het eigen leven te bemoeilijken of
onmogelijk te maken.
Engeland heeft Polen tot die houding ge
bracht, welke een vreedzame overeenstemming
onmogelijk heeft gemaakt.
Sedert twee dagen strijdt thans de Duitsche
weermacht in het oosten om de veiligheid van
het rijksgebied te herstellen. De Poolsche tegen,
stand woi'dt door onze soldaten gebroken. En
geland kan evenwel meenen, dat in het tegen
woordige Duitsche rijk 90 millioenen menschen
vereenigd zijn. Zij zijn vastbesloten zich niet
door En-Jij,'and te laten wurgen. Zij hebben niet,
gelijk Engeland, door oorlogen, 40 millioen vier
kante kilometer op deze aarde veroverd, doch zij
hebben den wil op den grond, welke hun toebe
hoort, te leven en zich dat leven niet door En
geland te laten ontnemen,
Wij weten, dat niet het Britsche volk in zijn
geheel voor dit alles verantwoordelijk kan wor
den gesteld. Het is die Joodsch-plutocratische
en democratische heerschei'sklasse, welke in
alle volken der wereld slechts gehoorzame sla
ven wil zien, welke ons nieuwe rijk haat. De
strijd tegen deze flieuwe poging Duitschland te
vernietigen nemen wij thans ep. Wij zullen hem
met nationaal-socialistische vastbeslotenheid
voeren.
Een leven onder een tweede en nog erger die.
taat van Versailles heeft geen zin. Een sla ven
volk zijn wij niet geweest en willen wij ook in
de toekomst niet zijn. Wat Duitschers in het ver
leden ook aan offers hebben moeten brengen
voor het voortbestaan van ons volk en ons rijk,
deze zullen niet grooter zijn geweest dan die,
welke wij bereid zijn thans op ons te nemen.
Dit besluit is onverbiddelijk. Daarvoor zijn de
meest beslissende maatregelen noodig. Hij
dwingt ons vooral een wet op: wanneer de sol
daat aan het front strijdt moet niemand aan
den oorlog verdienen, wanneer de soldaat aan
het front valt, moet niemand zich thuis aan zijn
plichten onttrekken.
Zoo lang het Duitsche volk in zijn ge
schiedenis eensgezind was, is het nog
nimmer overwonnen. Slechts de on-
eenigheid van 1918 heeft tot de ineen
storting geleid. Wie zich daarom thans
bezondigt aan deze eenheid en eensge
zindheid, heeft niets anders te verwach
ten dan dat hij als vijand van de natie
wordt vernietigd.
Wanneer ons volle in dien zin zijn hoogsten
plicht vervult, zou ons ook de Heer onze God
bijstaan, die zijn genade nog steeds gegeven
heeft aan hem, die vastbesloten was zioh zelf te
helpen
Hitler's verwachting over den strijd
tegen Polen.
Aan de proclamatie, gericht tot de soldaten
van het leger in het westen, is het volgende ont
leend:
Sinds twee dagen vechten thans in antwoord
op de agressieve handelingen van Polen afdee-
lingen van de Duitsche weermacht in het oosten
aan het herstel van den vrede, welke aan het
Duitsche volk het leven en de vrijheid zullen
verzekeren. Hun optreden is reeds na 48 uur
overal door succes begeleid. Hoewel slechts een
klein deel van het Duitsche luchtwapen in het
oosten bij de operaties is betrokken, beheer-
schen zij het geheele Poolsche luchtruim. Het
Duitsche volk en uw kameraden in het oosten
verwachten thans van u, soldaten aan het weste
lijk fi'ont, dat gij onwrikbaar gelijk een muur
•van staal en ijzer de grens van het rijk tegen
iederen aanval zult beschemien, in een vesting
werk, dat honderd maal sterker is dan het nog
nimmer overwonnen westelijk front uit de oor
logsjaren.
Wanneer gij uw plicht doet, zal de
strijd in het oosten binnen enkele we
ken op succesrijke wijze kunnen wor
den beëindigd en dan staat de kracht
van den geheelen staat van 90 millioen
menschen achter u.
Als oud soldaat uit den wereldoorlog
en als uw opperbevelhebber begeef ik
mij in het vertrouwen op u thans naar
het leger in het oosten. Onze plutocra-
tissche tegenstandei's zullen erkennen,
dat thans een ander Duitschland tegen
over hen treedt dan dat van 1914.
De proclamatie tot de partij.
Tot de nationaal-socialistische Duitsche arbei.
derspartij zegt de Führer in zijn proclamatie:
Onze Joodsch-democratisehe wereldvijand
heeft het klaar gespeeld het Engelsche volk te
gen Duitschland op te hitsen tot een staat van
oorlog. De motieven daarvoor zijn zoo leugen
achtig en weinig steekhoudend als de motieven
in 1914 waren. Daarin is niets gewijzigd, doch
veranderd zijn de kracht en de wil van het rijk
ditmaal den ons opgedrongen strijd met die
vastbeslotenheid te voeren, welke noodig is om
de nieuw beraamde misdaad aan de menschheid
te niet te doen.
Het Duitsche volk zal ieder offer brengen in
het bewustzijn, dat het dit geschil niet te vree
zen heeft. .Wie handelt in strijd met de eischen
voor de gemeenschap of wie meent deze zelfs
te kunnen saboteeren, zal dezen keer onbarm
hartig worden vernietigd.
Wie meent zich in deze onheilspellende
maanden of jaren te kunnen verrijken verwerft
zich geen vermógen door haalt zich slechts den
dood op den hals. Ik stel alle nationaal-socialis
tische functionarissen er voor verantwoordelijk,
dat zij ook in hun persoonlijke leven op voor
beeldige wijze de offers dragen, welke de ge
meenschap moet dragen. Wat wij op het oogen-
blik bezitten is volkomen zonder belang. Van
beteekenis is slechts een ding: dat Duitschland
overwint. De weg, welken wij thans betreden, is
niet moeilijker dan de weg van Versailles tot
1939.
Wij hebben niets te verliezen, wij hebben
alles te winnen.
Daladier: „Een nieuwe
onderneming van geweld
tegen Engeland en Frankrijk
Credieten voor de nationale
verdediging door het parlement aanvaard
Over het verloop van de zitting van de
Fransche Kamer van Zaterdagmiddag, die om
tien minuten over drie bijeenkwam, meldt
Havas o.m.:
In de diplomatenloge mrekte men op den
ambassadeur van de Vereenigde Staten, Wil
liam Bullit, den ambassadeur van Groot-
Brittannië, Sir Eric Phipps, den Poolschen
ambassadeur Lukasiewicz, den ambassadeur
van Roemenië, Frazanovitsj en den ambas'
sadeur van Spanje Lequerica.
De voorzitter van de Kamer Herriot las
het decreet tot bijeenroeping van de kamers
voor en diende een ontwerp van wet in, waar
bij een crediet werd geopend voor de lands
verdediging. Vervolgens hield hij een rede
waaraan het volgende ontleend is:
Na twintig jaar werken, hetgeen niet vol
doende is geweest om de ramp van den vori-
gen Duitschen aanval te herstellen, staan
wij tegenover een nieuwen aanval. Dezelfde
man, die Oostenrijk deed verdwijnen, die de
Tsjechen martelde, die de geheele wereld be
volkte met vluchtelingen heeft opnieuw zijn
toevlucht genomen tot geweld met een meng
sel van brutaliteit en valschheid.
Frankrijk treedt met opgeheven hoofd en
zuiver geweten het gevaar tegemoet. Het heeft
het bewijs geleverd van lang geduld, zelfs in
deze angstige uren herinnert het er aan, dat
het heeft gewerkt om alle volken te vereeni
gen en dat het tegen geen enkel land vijan
delijke bedoelingen heeft.
Nadat de Kamer het voorstel had verwor
pen om in geheime zitting te gaan, besteeg
minister-president Daladier het spreekge
stoelte. Hij werd langdurig toegejuicht.
Herriot
De minister-president las een boodschap
voor van president Lebrun, waarin werd ge
zegd, dat'n oorlog in Centraal Europa is uit
gebroken, terwijl twee volken nog konden on
derhandelen. Duitschland heeft Polen op
brutale wyze aangevallen. Frankrijk en Enge
land hebben vergeefs gepoogd dit conflict te
voorkomen. Indien men niet meer wil luiste
ren naar de stem van het wereldgeweten, zal
het conflict voortgaan.
Frankrijk is vastbesloten rtouw te bliven
aan zijn verplichtingen.
De boodschap sluit met de woorden: „Weest
eensgezind, leve Frankrijk",
Frankrijk is vastbesloten trouw te blijvxen
de toe.
Vervolgens las ministerpresident Daladier
een mededeeling van de regeering voor, die
o.a. luidt:
De vrede werd bedreigd door de Duitsche
eischen alle vredelievende machten der wereld
hebben zich vereenigd om den vrede te redden
Duitschland heeft dit niet gedaan.
Op 31 Augustus bereikte de ccrisis een
hoogtepunt, toen Engeland, Polen in beginsel
directe onderhandelingen deed aanvaarden.
De Duitsche minister van buitenlandsche
zaken weigerde te spreken met den Pool
schen ambassadeur te Berlijn, onder voor
wendsel dat deze niet gevolmachtigd was en
dat Polen de Duitsche voorwaarden had ver
worpen. Dit is een leugen, aangezien Polen
deze voorwaarden zelfs niet kende".
De Kamer juichte eenstemmig de woorden
van Daladier toe, waarin hij hulde bracht
aan de goede diensten, welke zijn bewezen
door president Roosevelt om een conferentie
te beleggen en een oorlog te voorkomen.
Frankrijk heeft zich vereenigd niet elk ini
tiatief van dezen aard. Daladier zelf heeft
door middel van den Franschen ambassadeur
te Berlijn Coulondre, voorstellen gedaan tot
het redden van den vrede. „Gij kent het ant-
wooi'd van den rijkskanselier. Ik heb niet
verder aangedrongen. Zonder zich van dc wijs
te laten brengen heeft minister-president
Chamberlain zijn pogingen voortgezet.
Ook breng ik hulde aan de edele pogin
gen van de ïtalïaansche regeering (applaus).
De pogingen om den vrede te redden, indien
zij al onmachtig bleken, hebben tenminste de
verantwoordelijkheid aangetoond.
Daladier vervolgde: Frankrijk en Engeland
kunnen niet, toezien bij de vernieling van een
bevriend volk. (Staande juichte de Kamer
deze woorden toe).
De aanval op Polen ïs een nieuwe
Wij worden tot ee„
conflict gedwongen
De koning van Engeland heeft Zonda»av
in een radioredevoering tot alle deelen--'
het Britsche rijk gezegd dat in dit em/1*
meest noodlottige uur van onze geschied^'
hij in ieder gezin van al zijn volken 255
in het moederland als overzee, een ff
schap wenschte te zenden met
nigiheid van gevoelens jegens een ieder ai
hij den drempel der kamers had kunnen mÜf
schrijden oin zijn onderdanen zelf toe te
ken. 9rt-
Koning George VI.
Voor den tweeden keer in ons leven be.
leven de meesten onzer den oorlog. Steeds en
steeds opnieuw hebben wij geprobeerd ee*
vreedzamen weg te vinden uit de geschillen
tusschen ons en degenen die thans onzer;!
anden zijn. Het is evenwel vergeefsch geween
Wij worden tot een conflict gedwongen. Er
wordt op ons en onze toongenooten het'be
roep gedaan de uitdaging te aanvaarden
van een beginsel, dat indien het zou over.
heerschen, fataal zou zijn voor iedere be
schaafde orde op de wereld. Het is dit beginsel
dat een staat veroorlooft door op zelfzuchtige
wijze geweld na te streven de door hem aan!
gegane verdragen en zijn plechtige beloften
negeert, welke het gebruik van geweld of de
bedreiging met geweld jegens de souverelni-
teit en onafhankelijkheid van andere staten
sanctionneert.
Een dergelijk beginsel van geweld is zeer
zeker de primitieve leer, dat macht recht is.
Indien dit beginsel over de geheele wereld zon
worden gevestigd, zou de vrijheid van ons
eigen land en van het geheele Britsche ge-
meenebest van naties in gevaar komen, doch
nog veel meer dan dit. De volken van dc
wereld zouden in de ban worden gehouden
van vrees en alle verwachtingen op een duur-
zamen vrede en veiligheid, van recht en vrij
heid tusschen de naties zouden eindigen. Dit
is het laatste waar tegenover wij ons geplaatst
zouden zien. Daarom moeten wij deze uit-
daging aannemen.
Onze taak zal zwaar zijn en de strijd zal
niet beperkt worden tot slagvelden. Wij zijn
vastberaden om onze verplichtingen na te
komen en hebben het vertrouwen dat God
met ons zal zijn.
onderneming van geweld tegen Enge
land en Frankrijk. Er is hier geen
sprake van een conflict tusschen
Duitschland en Polen, er is sprake
van een nieuwen stap van Hitleriaan-
sche dictatuur, maar de overheer-
selling van Europa en de wereld.
,Wij hebben steeds herhaald, dat ingeval
van een aanval wij onze overeenkomsten met
Polen zullen handhaven. Polen is bet slacht
offer van de meest onrechtvaardige en meest
brutale aanval. Frankrijk en Engeland zijn
gen landen die hun handteekeniixg onge
daan kunnen maken. Daladier herinnerde aan
de laatste besluiten van de regeeringen van
Frankrijk en Engeland. Deze landen moeten
Polen te hulp komen.
Indien de Duitsche regeering niet
de verzekering geeft dat zij haar
strijdkrachten terug zal trekken dan
zullen Frankrijk en Engeland hun
verplichtingen jegens Polen vervullen.
Indien Frankrijk toeliet dat deze aan
val zou wedden voltooid, dan zou het
snel veracht worden en geïsoleerd
staan zonder hulp en zou het binnen
kort zijn overgeleverd aan de meest
heftige aanvallen Wat zou een
garantie voor onze Elzas en voor ons
Lotharingen beteekenen. indien de
huidige aanval geduld zou worden?
Na de garanties aan Oostenrijk, aan Tsjech»
Slowakije en aan Polen, welke niet werden
gehouden, zou de aanvaller zich tegen Frans*
rijk keeren. (Levendige toejuichingen).
Daladier vervolgde:
„Mijne heeren, op dit oogenblik waarop net
lot van Europa en van Frankrijk wordt be
slist, spreek ik tot u met de stem van een
van zijn zonen, met de stem van allen, die
reeds hebben aanvaard om indien het nood
zakelijk mocht zijn het hoogste offer te bren
gen. Wij vinden in hen terug den geest wei«
alle helden van onze geschiedenis bezieioe.
In een dergelijk uur is Frankryk overtuig»
te strijden voor zijn leven en voor zijn on
afhankelijkheid.
Mijne heeren, Frankrijk beveelt". (Lan°'
durige toejuichingen van all ebanken).
Vervolgens heeft de Kamer een
stemmig de credieten. welke de re
geering voor de nationale verdediging
heeft gevraagd, toegestaan.
Hierna werd de zitting opgeheven.
Ook de Fransche Senaat keurde later d
credieten goed.
Volgens inlichtingen van de financiee
kamercommissie behelzen de credieten
zijds credieten voor de nationale verdedig»- s
ten bedrage van 23 milliard francs en 8
derzijds credieten van ongeveer \1% nul"8'
francs voor de gewone begrootins van H»
c.ngever 27V2 milliard francs voor re*en.°
der kapifcaalsinvesteering te verdeelen on?
de drie departementen der nationale ve
dedigrng.