w
3wee die tewqkevuLztt-
CfuitcMU
aaec het zinhen aan de Athenia
Franco dringt aan
^placaCiseetmg)
van het conflict
Mussolini's mislukt
voorstel.
Winston Churchill Anthony Eden
T°
JL
Coning Leopold spreekt
tot zijn volk
Bommen op Deensch
gebied-
pjjrg'DAG S SEPTEMBER 1939
Getorpedeerd zonder de minste waar
schuwing, zegt de nieuwe mi nister van marine
l0 ie Maandag gehouden zitting van
i,a«erhuis heelt Churchill, bij zijn
,te optreden als Eerste Lord der
Admiraliteit op een vraag betreffende
hst incident met het getorpedeerde pas-
Vagierssctiip „Athenia" een verklaring
„Me dat de kapitein van de „Athenia"
h!' 1 r.m j uur meldde, dat het schip
^TTnk Eenigen van de veertienhonderd
sn Mets waaronder driehonderd burgers der
- «lifidé Staten, bevonden zich toen nog aan
A Het schip, zoo voegde Churchill hieraan
werd zonder de minste waarschuwing ge-
d. Het was in geen enkel opzicht een
jiulpkruiser.
In antwoord op een aanvullende vraag,
eide Churchill nog, dat het zeker was,
Hat de „Athenia" zonder de minste
waarschuwing getorpedeerd werd onder
omstandigheden, welke alle landen der
wereld, inclusief Duitschland zelf, aan
het einde van het vorige jaar als onmen
schelijk hebben gekenmerkt.
den loop van zijn verklaringen betreffende
a Athenia" heeft Churchill nog verklaard) dat
J® Admiraliteit omstreeks 23 uur Zondagavond
in sein had ontvangen, waarin werd medege-
Sd dat de „Athenia" was getorpedeerd op
mstr'eeks 200 mijl ten Noord-Westen van Ier-
find om 21 uur Zondagavond. Torpedojagers
Jregen onmiddellijk bevel ter assistentie te
%ndér gejuich bevestigde Churchill, dat alle
„sagiers en leden der bemanning, met uitzon
dering van degenen, die door de ontploffing
waren gedood, opgepikt zijn, maar zoo voegde
hii hieraan toe dit gelukkige einde wijzigt
enszins het feit, dat onder geen omstandig
heden open booten op 200 mijl van land be
schouwd kunnen worden als een veilige plaats.
Voorts deelde Churchill nog mede, dat zoo spoe
dig mogelijk een convooisysteem uitgewerkt zou
Anderson, de minister van binnenlandsche
zaken, heeft medegedeeld, dat de burgers van
het vroegere Tsjecho-Slowakije, niet behandeld
zullen worden als vijandige vreemdelingen en
dat er ook speciale consideratie zal gebruikt wor
den voor de werkelijke Duitsche en Oostenrijk-
sche vluchtelingen.
In antwoord op een vraag van Greenwood
dienaangaande zeide Anderson, dat de plannen
welke gemaakt zijn» voor de behandeling van de
vreemdelingen in tijd van oorlog, gebaseerd zijn
op het beginsel, dat doeltreffende stappen geno-
m'en dienen te worden om alle actie van vreem-
Beroep op de in staat van
oorlog verkeerende landen
Generaal Franco heeft een oproep gericht
tot de landen, die m "staat van oorlog ver-
keeren. Deze luidt als volgt:
„Met de autoriteit,welke ik ontleen aan
het lijden van drie jaar Onder den last van
een oorlog van drie jaar voor de bevrijding
van ons vaderland,richt ik mij tot de landen,
die verantwoordelijk zijn voor het ontketenen
van de catastrofe, welke zonder precedent is
in de geschiedenis, opdat de volken gespaard
blijven voor het droeve treurspel, dat de
Spanjaarden heeft getroffen die zich niet
vrijwillig wilden beperken in het gebruik van
de verschrikkelijke middelen van vernieling,
welke in een nieuwen oorlog nog verhonderd-
Generaal Franco.
voudigd zullen worden. Het is een groote
verantwoordelijkheid een conflict uit te
breiden over zeeën en landen, welke ver
wijderd liggen van den huidigen oorlogshaard,
zonder dringende redenen. De uitbreiding
hiervan zonder nut voor de oorlogvoerenden
zal in de wereld een groote, een onmetelijke
wanorde brengen in de wereld-economie en
een onberekenbaar verlies aan rijkdommen
veroorzaken. Bovendien zal de handel worden
r^elegd> hetgeen grooten terugslag zal
nebben op de lagere klassen der bevolking,
hoe meer de oorlog zich uitbreidt, des te
meer ontstaan kiemen voor nieuwe oorlogen.
Ja doe derhalve een beroep op het gevoel
veran^W001'delijkheid van de regeeringen
vlS a^e Pogingen worden gedaan om het
nuidige ponflict te localiseeren".
Blijkens een Havas-bericht uit Bur
gos heeft Franco een decreet onder-
Wekend, waarbij de „strikte neutra
liteit" yan Spanje wordt afgekon
digd,
delingen onmogelijk te maken, die dit land
vijandig gezind kunnen zijn.
Duitschland beticht van schending
van het vlootvcrdrag.
In het Lagerhuis zeide Lord Stanhope, die
niet langer eerste Lord der Admiraliteit is maar
Lord President van den Raad, dat hij geen
officieele inlichtingen ontvangen had over het
tot zinken brengen van de „Athenia".
Lord Strabolgi veroordeelde de torpedeering,
welke hij een grove schending van oud gevestigd
zeerecht noemde. Hij sprak de hoop uit, dat de
regeering niet zou dralen om te juister plaatse
stappen te doen tegen deze bijzonder felle mis
daad tegen de zeewetten en de menschelijkheid.
Nadat Lord Maugham nog het woord gevoerd
had over de „Athenia", zeide Lord Stanhope
namens de regeering er volstrekt zeker van te
zijn, dat het gelieele kabinet de aangelegenheid
met den uitersten spoed zou behandelen en een
verklaring zou afleggen welke zonder twijfel
voor het parlement en het land bevredigend zou
zijn. Hij voegde hier nog aan toe: „Het verheugt
mij ook, dat Lord Strabolgi verwezen heeft naar
het vlootverdrag met Duitschland, dat nog zeer
onlangs door Duitschland eenzijdig is opgezegd,
waarbij echter zeer bepaaldelijk dat gedeelte
van het verdrag bleef bestaan, dat betrekking
had op de duikbooten. Voor dit gedeelte van het
verdrag onttrok Duitschland zich' niet aan zijn
verplichtingen. Wanneer het juist is, dat dit feit
gepleegd is door een duikboot met een torpedo,
beteekent dit, dat eens te meer Duitschland
iedere belofte gebroken heeft die het heeft afge
legd en een belofte "heeft geschonden, die onder
geen enkelen dwang door den vertegenwoordiger
der Duitsche natie is afgelegd, zoodat er geen
enkele mogelijke aanleiding voor hem bestaat
om te zeggen, dat hij gerechtigd was deze belofte
te breken.'
„Geen Engelsche mijn in het bewuste
gebied."
In verband met het Duitsche bericht,
dat de „Athenia" waarschijnlijk op een
mijn is geloopen, deelt de Britsche Ad
miraliteit mede, dat in het gebied, waai
de „Athenia" op het moment van de
ramp zich bevond, géén mijnen gelegd
zijn.
Volgens een officieus bericht uit Berlijn wordt
van goed ingelichte zijde medegedeeld, dat de
staatssecretaris van buitenlandsche zaken von
Weizsacker gisteren den Amerikaanschen zaak
gelastigde heeft ontvangen, wien hij mededeelde,
dat Duitsche zeestrijdkrachten bij den aanslag
op het stoomschip „Athenia" niet betrokken kun
nen zijn. Verder wees de staatssecretaris er op,
dat de Duitsche zeestrijdkrachten strenge in
structie hebben zich aan de regelen van het prijs-
recht te houden.
Het Britsche ministerie van voorlichting deelt
nog mede, dat 430 overlevenden zich aan boord
van het Noorsche stoomschip „Knut Nelson1"
weg naar Galway bevinden, waar de regeering
van den Ierschen vrijstaat voorbereidselen
treft voor hun ontvangst. -
Uit Glasgow werd des middags vernomen
dat zich 34 personen van Duitsche nationaliteit
aan boord van de „Athenia" bevonden. Tevens
werd gemeld dat 75 pet. van de 1400 passagiers
vrouwen en kinderen waren.
Formeel Amerikaansch protest niet
verwacht.
In officieele Amerikaansche kringen verwacht
men niet dat de Vereenigde Staten een formeel
protest zullen indienen, bij de Duitsche regeering
betreffende het torpedeeren van de „Athenia",
aldus wordt uit Washington gemeld. Ambtena
ren verklaarden dat het twijfelachtig was of de
Vereenigde Staten een motief hadden om te pro
testeeren, gezien het feit dat de „Athenia" onder
Britsche vlag voer.
In Canada heeft, aldus Havas, het torpedeeren
van de „Athenia" een storm van verontwaardi
ging gewekt. -
Plan stuitte af op den
eisch tot terugtrekking
der Duitsche troepen
Vijf-mogendhedenconferentie
zou vandaag hebben
moeten plaats vinden.
Het Italiaansche persbureau Stefani
meldt:
Officieel worden de volgende bijzon
derheden gegeven over de laatste poging
die in het werk gesteld is om den vrede
te redden, toen deze zeer ernstig be
dreigd was.
Op 31 Augustus stelde Mussolini de
Engelsche en Fransche regeeringen er
van in kennis, dat hij op 5 September
een internationale conferentie zou kun
nen bijeenroepen met het doel de clau
sules te herzien van het verdrag van
Versailles, welke de oorzaak vormen van
de huidige verwarring in het Europee-
sche leven, zulks echter op voorwaarde,
dat hij-, Mussolini, van te voren de ze
kerheid zou hebben van de adhesie van
Frankrijk en Engeland en dat deelne
ming van Polen door het optre den van
Londen en Parijs verzekerd zou zijn.
Ondanks de verzoeken van de Italiaansche
regeering waren Londen en Parijs niet in staat
voor den eersten September hun antwoord aan
Rome te doen toekomen. Intusschen deden zich
in den nacht van 31 Augustus op 1 September
de incidenten voor aan de Poolsch-Duitsche
grens, welke Hitier ertoe dreven de militaire
operaties tegen Polen te beginnen. Aangezien de
door de Italiaansche regeering ontvangen ant
woorden in beginsel gunstig waren zoowel van
Fransche als van Engelsche zijde en een bijzon
dere belangstelling voor de mogelijke ontwikke
ling van het initiatief van den Duce aan den
dag getreden was aan den kant van Frankrijk,
ondanks het eerste militaire conflict tusschen
Duitschland en Polen, stelde de Italiaansche re
geering Rijkskanselier Hitier op 2 September om
10 uur ervan in kermis, dat er nog een mogelijk
heid bestond een conferentie bijeen te roepen,
voorafgegaan door een wapenstilstand, welke
conferentie op vreedzame wijze het Duitsch-
Poolsche conflict zou hebben moeten oplossen.
Door tusschenkomst van den Italiaanschen am
bassadeur te Berlijn antwoordde Hitier, dat hij
niet a priori de eventualiteit van een conferentie
van de hand wees, maar van te voren wilde we
ten, of de door Frankrijk en Engeland aan Ber
lijn aangeboden nota het karakter droeg van
een ultimatum, aangezien in dat geval iedere on
derhandeling nutteloos zou zijn. Voorts vroeg hij
of hij op een uitstel van 24 uur kon rekenen om
zijn besluiten in dit verband te doen rijpen en
vast te leggen. De Italiaansche regeering stelde
zich opnieuw in contact met de regeering te
Londen en Parijs op 2 September om 14 uur en
stelde haar in kennis van hetgeen Hitler had
gevraagd.
Achtereenvolgens werden, laat in den
avond, bevestigende antwoorden ont
vangen van Londen en Parijs betreffen
de de beide gestelde vragen, maar men
voegde hieraan toe, dat Frankrijk en
Engeland tengevolge van het nieuwe feit
der bezetting van Poolsch gebied, uitge
voerd door Duitsche strijdkrachten
tusschen 31 Augustus en 2 September
een fundamenteele voorwaarde stelden
voor de deelneming aan een internatio
nale conferentie, te weten, ontruiming
der bezette gebieden.
In dezen staat van zaken bepaalde de Italiaan
sche regeering zich er toe Hitler in kennis te
stellen van de genoemde voorwaarden, hieraan
toevoegende, dat zij zonder tegenbericht van de
Duitsche regeering van meening was, geen actie
tot latere evacuatie te kunnen ontplooien.
„Door den oorlog naar den
vrede",
PARIJS, 4 Sept. De „Petit Parisien"
schrijft: Reeds spreken millioenen mensche-
lijke wezens den naam van Hitier slechts uit
met een heiligen afkeer. Indien hij dien roem
wenschte, dan heeft hij dien thans.
Onder het opschrift: „Veertig millioen
Franschen tot rijkskanselier Hitier" schrijft
het „Journal":
Wij zullen naar den vrede gaan door den
oorlog heen, want dat is de eenige weg dien
gij ons hebt overgelaten. En opnieuw zullen
wij gevolgd worden door alle volkeren ter we
reld. Weet het wel, mijnheer de rijkskanselier,
ditmaal gaat het niet meer om Dantzig, het
gaat erom voor altijd uw wapenen te breken.
Gij zijn het niet meer die eischt, de vrede
eischt. En omdat wij den vrede willen verove
ren en onze wapenen daartoe het eenige mid
del zijn, is onze macht onoverwinnelijk.
INSTON SPENCER CHURCHILL,
zoon van wijlen den vermaarden En-
gelschen staatsman Randolph Chur
chill, begon zijn carrière, gelijk zoo
vele diplomaten, als journalist, nl. als correspon
dent van de Morning Post, voor welk blad hij
o.a. tijdens den Boerenoorlog in Zuid-Afrika
vertoefde. Hij maakte spoedig naam door de
talentvolle geschriften, die van zijn hand ver
schenen. Eenige jaren-na den 'dood van zijn va
der, in 1909, deed hij zijn.intrede in het Parle
ment als lid van de Conservatieve Partij. Hoe
wel hij aanvankelijk weinig op den voorgrond
trad, vestigde hij allengs de aandacht op zich
door de pakkende redevoeringen, waarin hij
zoowel in het Lagerhuis als voor volksmenigten
zijn ideeën uiteenzette.
Churchill wierp zich op als de kampioen voor
het vrijhandelsprincipe en kwam daardoor in
botsing met Joseph Chamberlain, die het pro
tectionisme voorstond. Churchill verliet de rijen
der Conservatieven en ging voor eenigen tijd
over tot de Liberale Partij. Dit bezorgde hem
een zetel als onder-secretaris in het kabinet
Campbell-Banmermari gedurende de periode
19051908. In deze functie streefde hij er naar
Zuid-Afrika tot een bloeiend onderdeel van het
Imperium te maken, zoodat het als Dominion
een eigen bestaan zou kunnen leiden. Tevens
trad Churchill in zijin kwaliteit van president
van de Board of Trade op den voorgrond als
strijder voor een goede sociale wetgeving.
In 1911 werd Churchill Eerste Lord van de
Admiraliteit dezelfde post, welke hij thans in
het oorlogskabinet van Neville Chamberlain
bekleedt. Het hem door Asquith gegeven wacht
woord „de vloot in voortdurende gereedheid te
houden" volgde hij getrouw op. Churchill die een
oorlog met Duitschland in het verschiet zag,
voerde de vloot tot maximum-sterkte op.
Zijin optreden gedurende de eerste oorlogs
jaren als minister van marine was echter wei
nig succesvol. Men achtte hem verantwoordelijk
voor den mislukten aanval op Antwerpen ei
voor het falen der Britsche actie in de Darda-
nellen. Hoewel de ideeën voor beide plannen
zeer goed bestudeerd waren, bleken zij in de
practijk niet het gewenschte resultaat op te le
veren.
Churchill werd in 1915 door Lord Balfour
vervangen en nam daarop dienst bij het En
gelsche leger, dat in Frankrijk streed.
In 1917 keerde hij in de politiek terug, eerst
als minister van munitie en van 1918 tot 1921
als minister van luchtvaart. Nadat hij nog kor
ten tij'd met het Colonial Office belast was ge
weest, verdween hij opnieuw gedurende eenige
jaren van het politieke tooneel. In deze periode
wijdde hij zich aan het schrijven van een groot
werk over den oorlog.
In Maart 1924 trad Churchill als onafhanke
lijk candidaat tegen de socialisten op. Hij werd
echter bij de verkiezing met een geringe meer
derheid verslagen. Nog in hetzelfde jaar echter
volgde zijn herkiezing als lid van het Lagerhuis
en nam hij als. kanselier van de Schatkist zit
ting in het kabinet Baldwin, dat na het aftre
den van MacDonald aan het bewind kwam.
Deze post, ook eenmaal door zijn vader bekleed,
behield hij tot 192-8. Door ingrijpende maatre
gelen slaagde hij er tijdens zijn ministerschap
in den financieelen toestand van Engeland te
verbeteren.
Nadien is Churchill een zeer actief lid van de
Conservatieve Partij in het Lagerhuis gebleven.
Zijn strijdbare geest kwam in het afgeloopen
jaar zeer sterk tot uiting tijdens de September-
crisis. Hij was een tegenstander van den aan
vankelijk door zijn partijgenoot Chamberlain
gevolgden koers en de overeenkomst van Mün-
chen had dan ook geenszins zijn goedkeuring.
In den laatsten tijd werd zijn naam herhaalde
lijk genoemd als candidaat voor een zetel in
een versterkt kabinet Chamberlain. Dit is thans
geschied, daar Churchill, die nu 64 jaar oud
Zondag jl. opgenomen is in het z.g. oorlogska
binet, waarin hij den post van minister van
marine bekleedt,
kOEN de bekende geschilpunten inzake
de buitenlandsche politiek tusschen
Neville Chamberlain en den toenmali-
gen minister van buitenlandsche za
ken, Anthony Eden, dezen laatste in het be
gin van het vorig jaar noopten zijn ontslag
in te dienen en af te treden, waren velen
reeds terstond van meening dat het non-ac
tief van dezen jeugdigen staatsman niet van
langen duur zou zijn en, dat zijn carrière met
dat aftreden allerminst voorgoed zou worden
besloten. Het is .gebleken, dat wie zoo sprak en
dacht, gelijk heeft gekregen, want Anthony
Eden is in 't gereorganiseerde Engelsche kabi
net opgenomen. De ouders van Eden waren in
het Britsche rijk bekende persoonlijkheden.
Gelijk alle Britsche kinderen van voor
namen huize werd ook de 13-jarige Anthony
naar de befaamde Eton-school gezonden.
Ofschoon de jonge Eden zeer vlijtig was,
werd hij geen „boekenwurm" maar veeleer
een sportieve knaap, die op het voetbalveld en
bij de roeiwedstrijden een groote populariteit
genoot.Ware de oorlog er niet tusschengekomen
zonder twijfel zou hij de eer genoten hebben
lid te mogen worden van de beroemde „Eton-
acht".
Maar de wereldkrijg was spelbreker; Antho
ny verliet Eton op 18-jarigen leeftijd en als
vrijwilliger nam hij dienst in het leger. Hij
kwam aan het front en nam actief deel aan
de gevechten. Nadat hij tot kapitein benoemd
was, bezocht hij het Christ-Church-College
aan de Oxford-Universiteit en van dien tijd
af sloot hij zich aan bij de Conservatieve Par
tij. Zoo kwam het dan ook dat hij in 1923 ge
kozen werd tot vertegenwoordiger van War
wick en Leamington in het Lagerhuis.
Eden interesseerde zich dermate voor de
buitenlandsche aangelegenheden, dat hij
1926, toen Sir Austin Chamberlain minister
van buitenlandsche zaken was, tot parlemen
tair, particulier secretaris van dezen benoemd
werd, een functie, die hij tot '29 bekleedde.
Eerst onder de „nationale regeering" begon
zijn snelle opkomst, dat wil zeggen tijdens de
crisis van 1931. Hij verkreeg nu den rang van
onderstaatssecretaris, wederom aan het de
partement-buitenland. In de drie daarop vol
gende jaren trad hij steeds meer op den
voorgrond.
Zoo gebeurde het dat hij in het jaar 1934,
zeven en dertig jaar oud, minister werd: mi
nister van Volkenbondsaangelegenheden met
den titel van „Lord Zegelbewaarder",
Kort na zijn benoeming werd in het zuiden
van Frankrijk koning Alexander van Joego
slavië vermoord, een gebeurtenis die een ge
spannen verhouding schiep tusschen Joego
slavië en Hongarije. Aan Eden's voortreffelijk
bemiddelend optreden was het in niet ge
ringe mate te danken dat het conflict werd
bijgelegd. Intusschen had hij ook de groote
steden van Europa bezocht, Berlijn, Parijs
en Rome en velen zullen zich nog zijn bezoek
aan Schiphol herinneren, waar hij den toen-
maligen minister van buitenlandsche zaken,
Sir John Simon ontmoette, die in die dagen
de geruchtmakende besprekingen met Berlij
voerde.
Indirect hadden deze besprekingen tot ge
volg dat Simon aftrad en reeds toen werd
Eden's naam ais zijn opvolger genoemd. Men
achtte hem toen evenwel te jong om die ver
antwoordelijke betrekking op zich te nemen,
maar nadat Sir Samuel Hoare eenige maan
den als minister van buitenlandsche zaken
was opgetreden, werd Eden toch tot de ver
antwoordelijke functie geroepen.
Sindsdien deed hij zich als een doortastend
man kennen. De rol, die hij in het Italiaansch-
Abessynische conflict gespeeld heeft was een
zeer belangrijke. Velen beschouwden Eden1
optreden als het einde van een onzekere poli
tiek der Britsche regeering. Zijn latere ver
klaring, „dat Engeland's geduld niet onuit
puttelijk was", naar aanleiding van de
beurtenissen in de Middellandsche Zee,
lustreerde duidelijk, zijn opvattingen. Wij
weten hoe zijn onverzettelijkheid en de daar
uit voortvloeiende verwijdering tusschen hem
en den premier Chamberlain hem tenslotte
noopten af te treden.
il-
Het geheele land heeft
den plicht de regeering
bij te staan in haar vast
besluit het land buiten
elk conflict te houden
Koning Leopold heeft zich Maandag
avond door de radio tot zijn volk ge
richt met een toespraak, die in den Ne-
derlandschen tekst als volgt luidt:
„Mijn waarde medeburgers,
Nabij ons is de oorlog uitgebroken.
Een tijd van economische zedelijke,
menschelijke beproevingen breekt voor
België aan. Talrijke haarden kennen
voortaan de ontroeringen van het schei
den. Ouders, vrouwen, kinderen, ik
kom u betoogen, dat ik in gedachten
aan uw zijde sta.
De veiligheid van het land is verzekerd. Ons
machtige en tuchtvolle leger houdt aan onze
grenzen een waakzame wacht. In al onze pro
vinciën, Vlaamsche als Waalsche, staan onze
soldaten tegenover eiken hoegenaamden inval
paraat.
Het land is voor langen tijd van voorraad voor
zien, niets onder dit opzicht kan onrust wekken.
Het economische leven moet in alle mate van
het mogelijke worden voortgezet. Dat iedereen
aan het werk blijve en zich kwijte van zijn da-
gelijksche taak met nauwgezette zorg.
De positie van een onzijdig land is moeilijk.
Het kan niet anders of het wordt met allerlei
propaganda en drijverijen bestookt. Maar het
moet zelfstandig blijven, de oogen steeds ge
richt op zijne eigen bestemmingen en op zijn
eigen doeleinden geen enkele overweging mag
het daarvan afleiden. Indien het recht heeft op
eerbiediging.van zijne onzijdigheid dan moet
het zich ook de plichten opleggen die door deze
onzijdigheid worden geboden.
Plicht van goeden trouw: wij hebben onze
onzijdigheid bevestigd, wij moeten haar dan ook
uitvoeren. België heeft nooit zijn woord ver
zaakt. Plicht van moreele houding: de vrijheid
onder al hare vormen, was voor de Belgen steeds
een kostbaar goed. Maar in deze gevaarlijke
oogenblikken kan een woord, een daad, een on
bezonnen geschrift de belangen van het land
schaden.
Ik vraag aan een ieder zichzelf bij de
uiting van zijne meeningen de strenge
tucht op te leggen, die een stipte on
zijdigheid vereischt. De geheele natie
heeft tot plicht de regeering door een
waardige en overdachte houding bij te
staan in haar vast besluit het land bui
ten elk conflict te houden. En het uit
voeren van zijn vredige werkzaamhe
den mogelijk te maken.
Solidariteit, bui'germoed, zelfbeheersching,
dat zijn de deugden, die zich aan allen onder ons
opdringen. Laat ons het voorbeeld van onze
soldaten volgen. Zij hebben tegenover hun plicht,
geen aarzeling gehad. Niets bij ons mag de
kracht van ons leger verminderen, noch de een
dracht waarvan het leger het vaderlandsch zin
nebeeld is.
Koning Leopold III.
Meer dan ooit is een eendrachtig en machtig
België de onmisbare voorwaarde van onze vei
ligheid. Het heeft onze afhankelijkheid gegrond
vest. Het heeft in bedreigde uren die onafhan
kelijkheid gered. Het zal het behoud van den
vrede verzekeren.
God zal België beschermen.
Twee dooden te Esbjerg.
Uit Kopenhagen wordt gemeld dat
tengevolge van het vallen van twee
bommen te Esbjerg een huis van
drie verdiepingen verwoest is. Hier
bij zijn twee dooden en een aantal
gewonden gevallen.
Het Duitsche nieuwsbureau meldt in dit
verband, dat Munch, de Deensche minister
van buitenlandsche zaken, den Duitschen ge
zant ontvangen heeft en hem van het boven
staande in kennis heeft gesteld. De nationa
liteit van het vliegtuig kon niet worden vast
gesteld. De bomscherven zullen onderzocht
worden.
De Duitsche gezant heeft onmiddellijk dui
delijk verklaard, dat hier in geen geval spra
ke was van een Duitsch vliegtuig, omdat het
Duitsche luchtwapen van den Führer order
heeft gekregen tot eiken prijs het gebied der
neutrale staten te eerbiedigen. Ondertusschen
is geconstateerd, dat ge-en enkel Duitsch
vliegtuig over Jutland heeft gevlogen.
Dit feit is onmiddellijk ter kennis van de
Deensche regeering gebracht. Het D.N.B. be.-
sluit: „Het werpen van dezen bom moet on
getwijfeld beschouwd worden als een uitda
gingspoging van Engeland en door het pu
bliek gelaakt worden".
Volgens het blad „Aftonbladet" heeft men
den dag te voren zeven Duitsche bombarde
mentsvliegtuigen waargenomen, die boven de
Oeresund in noordelijke richting vlogen.