Ik heb gekozen, Arkadi....
Ingeval Amsterdam verduisterd moet
worden zijn de verkeerslichten reeds
afgeschermd tot een klein verlicht
kruisje
De boeien voor Neerlands kust zijn in verband met den internationalen
toestand ingehaald. Te Den Helder is een groote hoeveelheid
bijeen
FEUILLETON
Een roman uit het hooge Noorden,
door
AGATHE POGNER.
.(Nadruk verboden)
11)
De avond 'kwam en hij bracht afkoeling.
Bloedrood verdween de zon in de ruischende
rivier. Taja was altijd verrukt geweest over
dezen zonsondergang van het Noorden, omdat
het dan leek of de geheele wereld door vloei
baar zilver was overgoten.
Nu mijn gedachten toch bij Taja vertoef
den, besloot ik naar het kerkhof te gaan. Hoe
groot was echter mijn verlegenheid, toen ik
plotseling Maria weer voor mij zag. Ze knielde
naast het graf en tooide dit met de bloemen,
die ik haar door Klim had laten brengen.
„Je hebt het graf den laatste tijd wat
verwaarloosd", zei ze ter groeting. ,,Ik was
juist bezig je verzuim weer goed te maken".
„Ik heb werkelijk geen tijd gehad", trachtte
ik me te verontschuldigen. „Je weet, dat ik
het druk had. Maar ik heb den doodgraver
opgedragen het graf steeds goed te onder
houden".
Maria legde de laatste bloemen op het
graf; dan keerde zij zich om, om heen te
gaan. Ik trad stil aan haar zijde. Het leek
mij een wenk der voorzienigheid, dat wij
elkaar hier aan Taja's graf hadden ontmoet.
„Maria", begon ik „ik heb je wat belangrijks
te zeggen".
Zij bleef een oogenblik staan en keek mij
ernstig, recht ln het gezicht. Daarop zei ze:
„Je wilt me zeker vragen om Taja's graf te
verzorgen tijdens je afwezigheid? Dat zou ik
ook zoo hebben gedaan. Het was niet noodig
mij daar speciaal aan te herinneren".
„Eigenlijk had ik je wat anders willen zeg
gen!"
„Zoo? Houd het dan maar liever voor je.
Ik zie aan je gezicht, dat het iets heel geks
is!"
Buiten de poort van het kerkhof richtte
Maria haar schreden plotseling naar rechts,
niettegenstaande wij beiden links af moesten.
Ik hield haar niet terug.
10 Augustus.
Ik ben vandaag aan de boot geweest, die
mijn bagage en andere eigendommen zai ex-
pedieeren en ik heb toegezien hoe de laatste
balken van mijn huis dat ik ga bouwen aan
boord werden geheschen. Slechts Wadim was
mede aanwezig. Nikita was vertrokken om
van zijn vrouw en zijn beide kinderen af
scheid te nemen. Tychon wilde nog 'n laatste
bezoek brengen aan zijn zuster, die weduwe
is.
„Ik heb nog een paar kilo mos besteld",
deelde Wadim mij mede. „Dat hebben we noo
dig om het tusschen de balken te schuiven".
En glimlachend liet hij er op volgen: „Over
vijf dagen zijn we al onderweg. Het schijnt
een zeldzaam strenge winter te zullen wor
den".
Ik knikte. Ik had er in de kranten reeds
over gelezen, maar het schrikte me niet af.
Later kwam ik toevallig voorbij de werf.
Ik ging het kantoor binnen en liet me een
paar dwarsdoorsneden van walvischvaarders
geven. Daarna liet ik me nog voorrekenen,
wat een groote stoomboot met zeven aanhan-
sels, de buitschepen, moest kosten. Het bleek
een knap sommetje te zijn.
iDe eigenaar van de werf vroeg of ik een
bestelling wilde doen. Hij meende, dat het
daarvoor nu de beste tijd was. Ik antwoordde,
dat het zoo'n haast niet had sn dat we er
den volgenden zomer nog wel eens over zou
den praten.
Tenslotte liep ik nog een boekwinkel bin
nen, waar ik naar een werk over walvisch-
vangst informeerde. De man, die mij hielp,
deelde mij mede, dat een dergelijk boek niet
bestond. Als mij de zaak interesseerde, deed
ik het beste eens een reis met de walvisch
vaarders te maken. Daar zou ik stellig meer
van opsteken dan uit tien boeken.
De man had gelijk. De eigenlijke kennis
put men niet uit de boeken, maar uit het
leven zelf.
12 Augustus.
Maria vertelde mij vanmorgen, toen ze
mij kwam opzoeken, dat ze voor twee of
drie dagen naar haar vriendin wilde gaan.
„Waar is dat goed voor?" vroeg ik verbaasd.
„Kan je met dat bezoek niet wachten, tot ik
weg ben?"
„Waarom moet ik wachten? Ik zou niet
weten, wat me hier zou kunnen terughouden".
„Maar ik ga immers weg!"
„Met je vertrek hoop ik weer terug te
zijn".
„En als ik je nu eens zou verzoeken je reis
uit te stellen?"
„Waarom zou ik dat doen?"
„Omdat ik je buitengewoon zal missen!"
Maria keek mij aan en in haar oogen lag
wederom die heerlijke glans, welke mij ook
destijds was opgevallen, toen ze mij bij haar
terugkeer de hand drukte en me verzekerde,
dat ze trotsch op me was. Maar deze glans
verdween even snel ais zij gekomen was. Ma
ria's gezicht werd streng, bijna ongenaakbaar.
„Dan zou je me later ook moeten missen.
En dat te willen beweren, zou daverende on
zin zijn!"
Ik voer met haar over de rivier. Ik ver
gezelde haar naar den trein en stond
als een bedelaar voor haar coupéraampje.
Mijn oogen keken haar smeekend aan, mijn
mond bleef stom.
Toen ik weer thuis kwam, lag daar een
stadsbrief voor me met een onbekend hand
schrift. Ik opende hem en trok een lang
gezicht De brief was van het jonge meisje
met de blonde vlechten. Hoe ze achter mijn
identiteit was gekomen, verried ze niet. Ze
verzocht slechts om een ontmoeting. Om een
enkele, korte ontmoeting.
Ik ging naar Tit, gaf hem den brief te
lezen en vroeg hem mij te helpen. Hij was er
direct toe bereid. Twee uur later stormde hij
bij mij binnen; hij was zoo uitgelaten, als
ik hem nog nooit had gezien.
„Ik kom om je te bedanken, beste Arkadi.
Dat meisje is een schat! En jij bent een idioot!
Als je niet mijn beste vriend was, zou ik ge
zegd hebben: Je bent een kameel!"
Toen hij weer weg was, pakte ik nog mijn
handkoffer. Het was mijn vaste voornemen
geen enkel boek mee te nemen, maar ten
slotte kon ik me toch niet onttrekken aan
een oude gewoonte, zoodat ik ook
een groot pak schrijfpapier en een doos kleur-
potlooden in den koffer borg. Ik zou er waar
schijnlijk niet gemakkelijk toe komen het er
uit te halen, maar in ieder geval was het goed
te weten, dat ik een en ander bij mij had.
's Avonds vervoegde zich nog een man aan
mijn woning, die mij twee honden te koop
aanbood. De dieren waren niet raszuiver,
maar gezond en sterk. Alleen bleken zij kort,
stug haar te hebben.
„Ik kan ze niet gebruiken", meende ik den
man te moeten teleurstellen. „Ik trek ver in
den Poolcirkel. Ze zullen daar dood vrizen!"
„Dan vergist u zich, meneer! Een mensch
kan doodvriezen, als hij zich te ver van Moe
der natuur verwijdert. Dan laat ze hem in de
steek, maar voor het dier zal ze steeds blijven
aorgen. Nog vóór de winter inzet, hebben deze
beide een dikke vacht. U kunt u op mijn
woorden verlaten!"
Ik kocht de honden om van den man ai
te zijn. Maar ik geloofde hem niet.
13 Augustus.
's Morgens kwam er een paket van mijn
moeder. Het bevatte levensmiddelen, voor
namelijk gerookt en gedroogd. Allemaal din
gen, die ik later goed zou kunnen gebruiken.
Ik liet ze door Pascha inpakken. Zij namen
een heele kist in beslag.
Mijn moeder had ook een paar regels ge
schreven. Zij gaf me haar zegen en hoopte,
dat ik gezond en wel zou terugkeeren. Ik borg
haar brief in mijn portefeuille. De zegen van
een moeder kan wonderen verrichten.
Nadien echter voelde ik me zoo onrustig,
dat ik niet wist, wat ik doen en laten moest.
Tenslotte drong het tot me door, dat het mijn
verlangen naar Maria was, dat me zoo uit
m'n gewone doen bracht. Ik ging naar Tit
en vroeg hem, of we Maria niet eens zouden
gaan opzoeken
„Vriendje", zei hij, „ik zie het al: je hebt
reiskoorts. Maar het zij zoo: ik ga mee. Van
avond treffen we elkaar op de spoorpont. Een
vroegeren trein izullen we wel niet meer
kunnen halen".
Tit is werkelijk een patente kerel.
'(Wordt vervolgd.)
Wat zou een goed soldaat zijn zonder zijn onafscheidelijke
veldflesch
Geweren schoonmaken als onderdeel van het dagelijksch programma
der militaire bezigheden van onze mannen, aan wie de verdediging
van onze neutraliteit is opgedragen
De aankomst van de veldpost vorm iederen dag eert'h^ngnjk evene
ment in de militaire kampen. De brieven van huis worden gretig
gelezen
De nieuwe spoorbrug over de Vecht bij Weesp is in gebruik genomen.
Links de oude brug met een juist passeerenden trein. Rechts de nieuwe
brug
De „pinda man" doet goede zaken bij de manschappen
die onder de wapenen geroepen zijn