Ctamberlain's besprekingen in Frankrijk. Canada, Valéry Paul Neutrale landen dienen den handel met Duitschland voort te zetten. „vreemden oorlog PROGRAMMA lVOENSDAG 13 SEPTEMBER 1939 Hwgendfieden Clon als- één natiezegt ie 3-wiifs get officieele Fransche persbureau iJaV3S ITlfildt. De conferentie van den Intergeallieer- oppersten raad is een nieuw bewijs a de volkomen overeenstemming, die ♦Kscben de beide westelijke mogend- heden bestaat. Zij zijn vastbesloten, niet flechts volgens evenwijdige lijnen te handelen, maar op te treden in volko- en eenheid, alsof er inderdaad sprake JL van één enkele natie. De conferentie van Dinsdag zal door '-i worden. vorige week was er reeds een intergeal- -V en uitsluitend militaire conferentie ge iden waaraan was deelgenomen door Ga- Vr Ironside en de commandanten der beide k'loten- De militaire samenwerking is tórins geïmproviseerd, daar sedert de op- van het pact van Locarno door Duitsch- contact tusschen de generale staven Ifwesteld, dat aanvankelijk van tijd tot tijd "later tot een vrijwel voortdurend overleg a lèiding gaf- Intusschen heeft de toestand, ge ien door het oprukken der Duitsche troepen •Polen, een nieuw onderzoek noodig gemaakt. ^Oolc OP bet gebied van den economischen en ,ncieelen oorlog is de eenheid van actie vol- ,iL Te Londen werken Fransche en Engelsche 5ndiöen aan de beveiliging van een vrije iandeering der beide landen en aan een ^organisatie der voorziening van den tegen order. De Britsche minister van Financiën Sft tót zijn Franschen collega een persoon- boodschap gericht, waarin hij de verzeke- ffeeft van de nauwe samenwerking der LI ministeriën tot aan het einde van het con- 0ct Dit moet in verband worden gebracht met let Amerikaansche besluit om het driezijdige fkancieele accoord tusschen New-York, Londen Parijs als nog steeds van kracht te beschou- 1 ongeacht de gevolgen, die de oorlogstoe stand op de financiën van Frankrijk en Enge land kan hebben. Verrassing en voldoening te Londen. Te Londen heeft volgens Havas de mededee- üng betreffende de bijeenkomst van den Inter- üleerden Raad veel verrassing en voldoe ning gewekt. Verrassing, omdat niemand kennis droeg van de reis van Chamberlain en Chat- field" en voldoening, omdat men van meening Is dat een dergelijke bijeenkomst binnen tien dagen na het uitbreken der vijandelijkheden een aanwijzing is, dat er reeds belangrijke vorde ringen zijn gemaakt bij de gemeenschappelijke plannen en dat men vastbesloten is den strijd Len Duitschland voort te zetten. Op het ministerie van voorlichting verklaarde men gisteravond, dat de raad zijn volkomen Andere conferenties volgen, sanctie had gegeven aan het besluit der beide landen om al hun krachten en al hun hulp bronnen aan den strijd te wijden en alle mo gelijke hulp te verleenen aan het verbonden Polen. Men voegde hieraan toe, dat de gedach- tenwisseling niet alleen betrekking heeft gehad op den toestand van het oogenblik, maar ook op de maatregelen, die in de onmiddellijke toe komst genomen zullen worden. Departementale diensten verhuizen uit Londen. Zeven- a. achtduizend personen er bij betrokken. Het Britsche ministerie voor de voor lichting deelt mede, dat de regeering stappen onderneemt om een beperkt aantal departementale diensten, die hun werkzaamheden kunnen verrichten buiten het centrum der regeering, zon der hun doelmatigheid te verliezen, uit Londen naar elders over te brengen. In welingelichte kringen verluidt, dat ongeveer 7 tot 8000 personen hierbij betrokken zijn. Dit staat echter niet in verband met het evacuatie plan voor Londen. Het plan, dat men thans overweegt, wordt eenvoudig beschouwd als een voorzorgsmaatregel, welke vergeleken kan wor den met de evacuatie der kinderen in de vorige week en als een decentralisatie-maatregel met het doel, den druk op Londen te verlichten. Geen enkel departement wordt in zijn geheel geëva cueerd. Men legt er den nadruk op, dat geen enkele minister of officier, die betrokken is bij de feitelijke regeering des lands, uit Londen vertrekt. Het ligt in het voornemen van de regee ring om niet uit Londen te vertrekken, wanneer het mogelijk is, de werkzaamheden zonder ver lies van „efficiency" voort te zetten. Poolsch goud naar Roemenië? FINSCHE VIERMASTER LIEP OP EEN MIJN. Opvarenden dreven veertig uur in zee rond. VEERTIEN MAN VERDRONKEN. Zeven opvarenden van den Fin- schen viermaster „Oliva Bank", die op de Noordzee op een drijvende mijn was geloopen en gezonken, zijn Dinsdagmiddag door den Deenschen vischkotter „Tallona" in Esbjerg aan land gezet. De schipbreukelingen hadden onge veer 40 uur drijvend op een ra in zee rondgezwalkt. Gedurende al dien tijd hadden de mannen getracht de aandacht van voorbijvarende vaar tuigen te trekken. Eindelijk werden zij door de „Tallona" opgemerkt. Het gezonken Finsche schip had 21 man aan boord, van wie 14 zijn ver dronken, onder wie de kapitein en de eerste stuurman. Gesneuvelde Fransche vliegers te Karlsruhe ter aarde besteld. Duitsche weermacht bracht eerbewijzen. Het Duitsche dagblad „Der Führer" bericht, cat op de groote begraafplaats te Karlsruhe twee Fransche vlieger-offieierendie Vrijdag avond in een luchtgevecht boven Duitsch grondgebied hun leven hadden gelaten, met militaire eer zijn begraven. Een afdeeling van de weermacht begeleidde ce dooden. Een katholieke geestelijke heeft de kerkelijke ceremonieën verricht. In waar- deerende woorden herdacht hij de gevallen officieren en hun nagelaten betrekkingen in «t Fransche vaderland. ^Drie salvi waren die laatste groet aan de gevallen officieren. De commandant van Karlsruhe heeft na mens de Duitsche weermacht op het graf der fêide gevallenen een krans gelegd. Veer eenige Engelsche schepen tot zinken gebracht. Dc opvarenden gered. Officieel wordt uit Londen medegedeeld, dat stoomschip „Inverliffey" (6465 ton) van K reederij Invers Tankers Ltd. tot zinken is pracht. De bemanning is gered door het ^rikaansche stoomschip „R. G. Stewart". Vier Britsche koopvaarders hebben gemeld Jr} ZÖ door duikbooten zijn aangevallen, °°cn hebben weten te ontsnappen. tiet Britsche vrachtschip „Blairlogie" is ™ten de Iersche kust tot zinken gebracht, oigens een draadloos bericht, dat door de «Wed States Lines is ontvangen. De be- ™anning werd gered door het Amerikaan- stoomschip „American Shipper", dat L/^ijl teruggevaren is om de menschen aan "WW te nemen. Minister Kwiatskowskï op Poolsch gebied? Het Duitsche Nieuwsbureau verneemt uit Boekarest dat de Roemeensche ambassadeur in Warschau, Grigorcae, Dinsdagmorgen uit Lublin in Cernowitz aangekomen is. Hij is niet voor nemens naar Polen terug te keeren. De Pool- sche minister van Financiën, Kwiatkowski, is denzelfden morgen in een gesloten auto de Poolsch-Roemeensche grens gepasseerd en houdt zich, naar vernomen wordt, op het oogenblik in Cernowitz op, hetgeen echter officieel nog niet is bevestigd. Naar verluidt heeft Kwiatskowski o.a. de opdracht bij de Roemeensche regeering te bewerkstelligen, dat de goudschat van de bank van Polen, die zich reeds in Sniatyn zou bevinden, naar Roemenië vervoerd zal kunnen worden om daar in veiligheid te wor den gebracht. Het aantal Oekrainsche en Poolsche vluchte lingen, zoo meldt het Duitsche Nieuwsbureau verder, wordt van uur tot uur grooter. Om deze redenen versterkt de Roemeensche regeering sedert eenige dagen haar troepen langs de grens met Polen, vooral aan de Dnjestr en richt zij prikkeldraadversperringen en loopgra ven in om illegraal passeeren der grens te be moeilijken. Vooral, aldus het D.N.B., heeft men voorzorgsmaatregelen genomen voor het geval gesloten Poolsche troepeneenheden de grens mochten overschrijden. Engelsche expeditie-leger vertrok in alle stilte. Havens en schepen werden niet hekend gemaakt. Het geheim van het vertrek van het Britsche expeditieleger naar Frankrijk is goed bewaard gebleven en eerst Dins dagmorgen vernam het Engelsche volk, dat de troepen zich reeds op .het vaste land bevonden, zoó meldt Havas uit Londen. Het zorgvuldig voorbereide vertrek voltrok zich zonder eenig incident. In 1914 vertrokken de eerste Engelsche deta chementen tien dagen na de oorlogsverklaring Het expeditieleger bestond toen uit vier divisies infanterie en een divisie cavalerie, in totaal ongeveer honderdduizend man. Deze troepen waren op 22 Augustus aan het front bij Bergen en op den avond van denzelfden dag begon de slag. De troepen, die in de afgeloopen week in Frankrijk zijn aangekomen, zijn anders en beter voorbereid. De manschappen zijn niet onder het oog van familieleden en vrienden en onder den klank van militaire muziek aan boord gegaan. Zij hadden den avond tevoren afscheid genomen. Bij het vallen van den avond gingen zij in stilte aan boord van de schepen, die langs de kaden lagen en onder vlootgeleide vertrokken zij naar Frankrijk. De havens en schepen zijn niet bekend ge> maakt. Passagiersschepen zijn door enkele maat regelen in transportschepen veranderd. Conferentie der Oslostaten geëindigd. „Volkomen eenstemmigheid". Dinsdagavond heeft de permanente commissie van de Oslostaten in het ministerie van buiten- landsche zaken te Brussel haar werkzaamheden geëindigd. Na de vergadering werd het volgende communiqué aan de pers verstrekt: „De permanente commissie van de Oslostaten heeft op 11 en 12 September te Brussel verga derd en heeft met medewerking van de deskun digen de vraagstukken besproken, welke op het programma stonden. De besprekingen werden gevoerd over de maatregelen, welke genomen moeten worden op handelsgebied in verband met den oorlog. Ge bleken is, dat de vertegenwoordigde landen vol komen eensgezind zijn. Op een lateren datum zullen de deskundigen opnieuw bijeen komen." Wrijving tusschen Duitschers en Slowaken. Slowaaksch regiment weigert tegen Polen te vechten. Sedert de afkondiging van den staat van oorlog neemt de spanning toe in de betrek kingen tusschen Duitschers en Slowaken, al dus meldt Havas uit Bratislawa. Een Slo waaksch regiment, dat naar het front in Polen zou worden gezonden, heeft op 4 Sep tember geweigerd in den trein te stappen. De officieren en soldaten verklaarden niet tegen de Polen te zullen gaan vechten. Het regiment werd door Duitsche soldaten ontwapend en in de kazerne van Bratislawa geïnterneerd. Zondag j.l. heeft zich een incident voor gedaan te Radisdorf, een voorstad van Bra tislawa, tusschen Slowaken en Duitschers. Er werd geroepen: „Wij moeten vechten voor u en uw leider, doch ex is geen enkele reden dat te doen". De bevolking trok langs het gebouw van het Duitsche bestuur. Er volgde een algemeene kloppartij. Een Duitsche troe- penafdeeling trad op en verrichtte ta lvan ar restaties. Ook hebben de Duitsche autoriteiten vluch ten van Slowaaksche militaire vliegers alge- schaft. Zij hebben te kennen gegeven, dat de reden voor dezen maatregel is gelegen in de omstandigheid, dat de „Duitsche artilleristen de Slowaaksche vliegtuigen niet kennen en dat hun vluchten daarom aanleiding zouden kunnen geven tot betreurenswaardige ver gissingen". In werkelijkheid, aldus Havas, werd dit besluit genomen als gevolg van verscheiden deserties van Slowaaksche vliegers en hun overgang naar het Poolsche kamp. De chef der Slo waaksche luchtmacht, kolonel Ambrus, die verscheiden wereldrecords op zijn naam heeft staan, is afgetreden en is clandestien uit Slowakije vertrokken. over den tt De Fransche schrijver Paul Valéry, lid van de Académie Frangaise, heeft in een radiorede ver klaard, dat oorlog wordt gevoerd tusschen lan den, die vrij zijn en een land, dat dit niet is. In zijn rede toonde spreker aan, welke oorza ken z.i. eerst den oorlog mogelijk hebben gemaakt en vervolgens onvermijdelijk. Men heeft dik wijls, zoo zeide hij, den spot gedreven met de felle critiek op deze landen, waar de openbare vrijheid evenwicht brengt in de macht van den staat, doch al het kwaad, dat men van deze vrij heid kan zeggen, verbleekt bij het licht van de huidige uitbarsting. Deze vlam belicht een waar heid, namelijk dat een vrij land een land is, waar het onmogelijk is, dat één enkel wezen oorlog of vrede maakt. Vervolgens verklaarde Valéry zich erover te verbazen, dat een groot volk en wel een van de best onderwezen en meest bedachtzame volleen, zich heeft onderworpen aan „de monsterachtige autoriteit van een eenzame". In enkele jaren is de cultuur en de geest in Duitschland teniet ge gaan en zelfs het begrip, voor wat in een oorlog en voor de economie noodig is, is verkleind. Tot nu toe heeft de speler Hitier gewonnen en hij luistert nog slechts naar den wil om te over winnen, waardoor hij geheel wordt bezeten. En nu is het oorlog. Een vreemde oorlog, een oorlog, zooals men nog nooit heeft gezien, een oorlog van de rede tegen de krankzinnigheid, een oorlog van eerbied voor de aangegane verplichtingen tegen het verachten van den eed, een ooidog van den geest tegen de onderdrukking van iedere gedachte. Evenwel een oorlog zonder eenige haat tegen de Duitsche massa van lijdzame zielen, die geen weerstand hebben tegen den waanzin, welke hen leidt, een oorlog tegen het land, dat men wil bevrijden en welke ons dwingt menschen te bevechten die wij moeten beklagen. Doch ein delijk moet er een einde aan komen. DE CANADEESCHE STRIJDKRACHTEN. de achtecdeuc wm itiqetand Het land der onuitputtelijke hulpbronnen Een week nadat Engeland en Frankrijk, Duitschland den oorlog hadden verklaard, heeft ook het groote dominion van het Britsche wereldlijk, Canada, in navol ging van Australië, Palestina, Zuid-Afri- ka en Egypte, in een proclamatie in het staatsblad meegedeeld, dat met ingang van 10 September 1939 de oorlogstoestand met Duitschland is ingetreden. (Van een bijzonderen medewerker.) V OOR het eerst heeft Canada den oorlog verklaard. Voor het eerst, want in 1914, toen de groote wereldoorlog begon, heeft de Canadeesche regeering zich uitsluitend bepaald tot het afdrukken van de oorlogsverklaring van Groot- Brittannië in het staatsblad. De beteekenis van dezen stap zal duidelijk worden, wanneer men verneemt over welke economische bezittingen en mogelijkheden dit land, dat een wereld op zichzelf genoemd kan worden, beschikt. En dan niet te vergeten: de wapenindustrie! Reeds vorig jaar heeft de Britsche commissie van het ministerie van Luchtvaart dusdanige bestellingen gedaan, die de verwachtingen verre overtroffen had den. Terstond werden twee nieuwe reusachti ge fabrieken gebouwd in Montreal en Toronto, waar uitsluitend bombardementsvliegtuigen voor de Royal Air Force" vervaardigd wor den. Maar bovendien alle andere reeds lan ger bestaande vliegtuigfabrieken in Canada kregen hun aandeel in de veelomvattende Britsche opdrachten. Ook de overige wapen industrie werkt onder hoogdruk voor Engel sche rekening en het dominion is den laatsten tijd de wapensmid van Engeland geworden, daar de Britsche bewapening nu eenmaal een dusdanigen omvang heeft genomen, dat. het onmogelijk is in Engeland zelf, ook al werden er nog vele fabrieken bijgebouwd, alle orders onder te brengen. Tevens is Canada een soort „achterdeur" voor Engeland, want voor de Britsche tegenstanders is het heel wat moeilijker de wapen- en munitie-arsenalen in Canada te verwoesten dan in Europa en dit argument is zonder twijfel doorslaggevend ge weest voor de omstandigheid dat Engeland juist Canada als „wapensmid" uitkoos. Over het algemeen weet de Europeaan niet al te veel van Canada; slechts dat het een reusachtig uitgestrekt gebied is, zeer dun be volkt en dat de bewoners zich hoofdzakelijk toeleggen op veeteelt en akkerbouw. Ongetwij feld is Canada met zijn 9Vs millipen vierkante kilometer (300 maal zoo groot als Nederland, doch met hetzelfde aantal inwoners) een der belangrijkste agrarische landen ter wereld, doch reeds in de jaren voor den wereldoorlog groeide in de steden van het land met zijn ontzaglijke voorraden grondstoffen een be langrijke industrie op. Na den wereldoorlog ging den curve daar van nog steiler omhoog en tegenwoordig bezit Canada enkele industrieele centra die tot de grootste en modernste van de wereld ge rekend moeten worden. Londen zou zijn om vangrijke bestellingen zeker niet in Canada hebben kunnen plaatsen, indien niet, vooral op het gebied der grondstoffen alles in voor raad was. De bronnen van Canada zijn op het gebied van zink, nikkel, koper, zilver, hout, enz. haast onuitputtelijk, zoodat Canada niet alleen thans munitie-arsenaal van Engeland kan zijn doch tevens de voornaamste leve- lancier van. grondstoffen. Om Canada van Oost naar West door te sporen, heeft men niet minder dan zes dagen noodig, waarbij men haast nergens met uit zondering van de groote industriegebieden natuurlijk, dorpen of menschen tusschen de geweldige akkers met graan ziet. Wel ontdekt men overal enorme graansilo's. Reeds noem den wij den grooten rijkdom aan ertsen, welke veelal voor een groot deel zoo maar aan de oppervlakte te vin-den zijn. Het groote onderscheid tusschen Canada De Diplomatisch Politische Korrespondenz schrijft: De „Deutsche Diplomatisch Politische Korrespondenz" houdt zich bezig met de economische neutraliteit, waarbij o.m. het volgende uiteengezet wordt: De Duitsche regeering heeft reeds voor het uitbreken van het huidige con flict tegenover de niet betrokken sta ten die tengevolge van hun aardrijks kundige ligging blootgesteld konden schijnen aan het gevaar om door het conflict geraakt te worden, in plechti- gen vorm de verklaring afgelegd, dat zij hun neutraliteit op de nauwkeurig ste wijze in acht zou nemen. Intusschen heeft de Duitsche regeering deze alge meene verklaring nog verduidelijkt ten aanzien van haar beteekenis op econo misch gebied in het bijzonder tegen over Nederland, België en de Scandi navische landen. De opvatting der Duit sche regeering is, dat economische neu traliteit de voortzetting beteekent van den normalen goederenruil en het nor male goederentransito. Zij is daarmede in overeenstemming met de algemeene opvatting van het volkenrecht, hetgeen bovendien door een reeks van internationale verdragen formeel bekrachtigd is bijv. in een ver drag tusschen Duitschland en Denemar ken. Duitschland heeft zich tegenover de neutrale staten principieel bereid verklaard zijn norma len goederenuitvoer naar deze staten voort te zetten en den normalen invoer uit deze staten op te nemen. De Duitsche regeering heeft de ver wachting en den eisch uitgesproken, dat deze staten van hun kant principieel hetzelfde doen tegenover Duitschland. Een verder gevolg is dat Duitschland er niets tegen inbrengt, wanneer de neutrale staten hun normalen goederenruil ook voortzetten met de staten, waarmede Duitschland in conflict is. De Duitsche regeering heeft 'tegenover de neu trale staten de verzekering gegeven, dat zij dit niet zou beschouwen als een dn strijd met de neutraliteit zijnde houding. Zij heeft het aan den anderen kant als een onneutrale houding duidelijk gemaakt, wanneer de neutrale staten zich door andere staten feite lijke beperkingen of formeele controles lieten opdringen, die tegen de voortzetting van den normalen goederenruil en het normale goede rentransito der neutrale staten met Duitsrhlanö gericht zijn. De Duitsche houding tegenover de neutrale staten op economisch gebied is daarmede dui delijk en in overeenstemming met het volken recht vastgesteld. De Duitsche regeering kan met voldoening vaststellen, dat deze principieele opvatting door de regeeringen, tegenover welke deze verklaringen zijn afgelegd, positief is op genomen en aanvaard. Daarmede is een grond slag vastgelegd, die het voor zoover Duitsch, land betreft voor de neutrale staten waar borgt, dat zij door het conflict ook in economisch opzicht zoo ongeraakt en ongeschaad mogelijk blijven. Ervaringen uit vroegeren tijd en de eerste berichten over de huidige houding van Engeland tegenover de neutrale staten op eco nomisch gebied geven de Duitsche regeering weliswaar aanleiding om deze houding van En geland tegenover de neutrale staten zeer aan dachtig te volgen. Evenzoo zal zij er aandacht aan schenken, hoe de neutrale staten zich ge dragen tegenover eventueele eïschen of inbreu ken van Engeland op economisch gebied. Wanneer daaruit voor de Duitsche regeering verder de noodzakelijkheid zou voortvloeien om de faire 'en objec tieve houding te herzien die zij tegen over de neutrale staten heeft uiteenge zet, dan zou zij dat betreuren. De verantwoordelijkheid daarvoor treft dan echter in de eerste plaats' En geland en in de tweede plaats de neu trale landen zelf, die zich door Enge land een onneutrale houding laten op dringen. Aldus de D.D.P.K, en de Vereenigde Staten is wel, dat de laatste in de negentiende eeuw hun toekomst voor zich hadden terwijl Canada met zijn groote uitgestrektheden, die nimmer door een men- schenvoet betreden zijn en slechts in enkele deelen, waar zich nederzettingen bevinden, min of meer dicht bevolkt is, een der weinige landen is der toekomst van de twintigste eeuw. Juist door zijn enorme mogelijkheden op al lerlei gebied heeft dit land juist in dezen tijd een zoo ongekende waarde voor Engeland en is zij zoo'n groote hulpbron in den strijd. Daarbij komen ook nog de strijdkrachten, waarover Engeland zou kunnen beschikken wanneer men evenals in 1914 van Canada zal verlangen, dat het contingenten manschappen naar Europa zal sturen. In den wereldoor log, toen Canada eerst zijn eigen gebied moest verdedigen en later, toen men te Londen ver langde, dat Canada ook in andere deelen van het Britsche imperium troepen zou leveren, maakte men gebruik van militiekrachten, welke nog heden de kerntroep van het defen sie-systeem vormen. Gezien de internationale toestanden is Ca nada ervan overtuigd, dat men ondanks groote moeilijkheden alles heeft gedaan ten einde de kustverdediging zoo veel mogelijk te perfectionneeren. De Canadeesehe maxime beschikt thans over zes moderne torpedojagers en vier mij nenvegers, die dienst doen voor de kustcon- trole. Alles is in het werk gesteld om de ver breking der verbindingen over zee tijdens den oorlog zoo veel mogelijk te voorkomen. Vooral aan de verdediging van den Stillen Oceaan wordt hard gewerkt, waarvoor een nauwe samenwerking tusschen marine, lucht strijdkrachten en militie een eerste vereischte is. Ook heeft Canada den laatsten tijd al het mogelijke gedaan het luchtwapen, dat na den wereldoorlog in zekere mate verwaar loosd werd, te moderniseeren en aan de nieuwste eischen aan te passen. Zoo is ook Canada thans gereed zijn rol in het werelddrama te spelen. (Nadruk verboden). L. v. P. Hertog en hertogin van Windsor te Londen. De hertog en de hertogin van Windsor zijn Dinsdag te Londen aangekomen. DONDERDAG 14 SEPTEMBER. HILVERSUM I, 1875 en 414.4 M. AVRO-uitzending. 8.00 Gramofoonmuziek (ca. 8.15 Ber.) 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Het Omroeporkest (11.0011.20 Declamatie). 12.15 Berichten. '12.17 Orgelspel. 12.35 Gramofoonmuziek. 1.15 Bext van Dinteren's ensemble. (2.00—2.20 De clamatie). 3.00 Orgel, zang en saxofoon. 4.00 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Gramo foonmuziek. 5.00 Jeugdhalfuuo*. 5.30 Gramo foonmuziek. 5.45 AVRO-Amusementsorkest en soliste (ca. 6.25 Ber.) 6.30 Sportpraatje. 7.00 Cabaretprogramima. 7.40 IntervieV/. 8.00 Be richten ANP, radiojournaal, mededeelingen. 8.25 Het Omroeporkest en solist. 9.15 Radio tooneel. 9.30 Het Omroeporkest. 10.00 AVRO- Musette-ensemble en soliste. 10.30 Gramofoon muziek. 11.00 Berichten ANP, hierna tot 12.00 Majo Marco's orkest. HILVERSUM H. 301.5 M. 8.00—9.15 KRO, 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—12.00 NCRV. 8.009.15 Gramofoommuzieik (ca. 8.15 Be richten). 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Mor gendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00. Berichten. 12.15 Het KRO-orkest. 1.00 Gramofoonmuziek. 1.20 Het KRO-orkest. 2.00 Hand werkuur. 3.00 Viool en piano, en gramofoonmuziek. 3.45. Bij bellezing. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00 Han denarbeid voor de jeugd. 5.305.55 en 6.00 Marcando-ensemble (ca. 6.30 Ber.). 6.45 CNV- kwartier. 7.00 Ber., 7.15 Boekbespreking. 7.45 Gramofoonmuziek. 7.50 Causerie namens de vereeniging voor persneel in dienst der Neder- landsche Spoorwegen tot bestrijding der Tu berculose. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS berichten. 8.15 Reportage. 9.15 Gramofoon muziek. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 Orgelconcert. 11.15 Gramofoonmuziek. Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing. DROITWICH 1500 M. Geen opgaaf ontvangen. RADIO PARIS, 1648 M. 9.00 9.30, 10.25, 11.05, 11.25 en 12.30 Gramofoonmuziek. 12.35 Hoornvoordracht. 1.05 Eddie Foy's orkest. 2.10 Gramofoonmuziek. 2.35 Zang. 3.05 Gramofoonmuziek. 3.50 Piano voordracht. 4.35 Zang en declamatie. 5.10 Trio concert en zang. 6.05 Radiotooneel. 7.20 Het Bailly-orkest. 8.5011.50 Opera-uitzending. KEULEN, 456 M. 6.50 Gramofoonmuziek. 7.35 Het omroepor kest. 8.509.50 Het Omroeporkest. 10.2010.50 Volksliedexenconcert. 12.20 Herm. Hagestedt's orkest. „Die fünf fidelen Musikanten", en so listen. 2.303.20 Populair concert. 4.20 Weensch Philharmonisch orkest. 5.20 Gramo foonmuziek. 5.30 Het Omroepkleinorkest. 6.50 Gramofoonmuziek. 7.30 en 8.50 Kleinorkest. 9.20 Radiotooneel met muziek. 11.00 Viool en piano. 11.35 Zie Deutschlandsender om 11.20. 12.203.20 Populair concert. BRUSSEL 322 M. 12.20 Gramofoonmuziek. 12.50 en 1.30 Het Omroeporkest. 1.50, 2.20, 5.20, 6.50 en 7.20 Gra mofoon. 8.20 Het Omroeporkest en gramo foonmuziek. 9.20 Het Omroepsymphonie-or- kest. 10.10 en 10.3011.20 Gramofoonmuziek. BRUSSEL 484 M. 12.20 Gramofoonmuziek. 12.50 Het Radio- orkest. 1.502.20. 5.20, 6.35 en 7.35 Gramo foonmuziek. 8.20 en 9.35Het Radio-orkest. 10.3011.20 Verzoekconcert (gr. pl.). DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. .35 Het Omroepkleinorkest, het Joe Bund- kwartet, de „Schrammelbuben" en solisten. 10.20 Berichten. 10.40 Gramofoonmuziek. 11.05 Berichten. 11.2012.20 Het Omroepkleinor kest en solisten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 5