Ctamberlain's besprekingen
in Frankrijk.
Canada,
Valéry
Paul
Neutrale landen dienen den handel
met Duitschland voort te zetten.
„vreemden oorlog
PROGRAMMA
lVOENSDAG 13 SEPTEMBER 1939
Hwgendfieden Clon
als- één natiezegt
ie 3-wiifs
get officieele Fransche persbureau
iJaV3S ITlfildt.
De conferentie van den Intergeallieer-
oppersten raad is een nieuw bewijs
a de volkomen overeenstemming, die
♦Kscben de beide westelijke mogend-
heden bestaat. Zij zijn vastbesloten, niet
flechts volgens evenwijdige lijnen te
handelen, maar op te treden in volko-
en eenheid, alsof er inderdaad sprake
JL van één enkele natie.
De conferentie van Dinsdag zal door
'-i worden.
vorige week was er reeds een intergeal-
-V en uitsluitend militaire conferentie ge
iden waaraan was deelgenomen door Ga-
Vr Ironside en de commandanten der beide
k'loten- De militaire samenwerking is
tórins geïmproviseerd, daar sedert de op-
van het pact van Locarno door Duitsch-
contact tusschen de generale staven
Ifwesteld, dat aanvankelijk van tijd tot tijd
"later tot een vrijwel voortdurend overleg
a lèiding gaf- Intusschen heeft de toestand, ge
ien door het oprukken der Duitsche troepen
•Polen, een nieuw onderzoek noodig gemaakt.
^Oolc OP bet gebied van den economischen en
,ncieelen oorlog is de eenheid van actie vol-
,iL Te Londen werken Fransche en Engelsche
5ndiöen aan de beveiliging van een vrije
iandeering der beide landen en aan een
^organisatie der voorziening van den tegen
order. De Britsche minister van Financiën
Sft tót zijn Franschen collega een persoon-
boodschap gericht, waarin hij de verzeke-
ffeeft van de nauwe samenwerking der
LI ministeriën tot aan het einde van het con-
0ct Dit moet in verband worden gebracht met
let Amerikaansche besluit om het driezijdige
fkancieele accoord tusschen New-York, Londen
Parijs als nog steeds van kracht te beschou-
1 ongeacht de gevolgen, die de oorlogstoe
stand op de financiën van Frankrijk en Enge
land kan hebben.
Verrassing en voldoening te
Londen.
Te Londen heeft volgens Havas de mededee-
üng betreffende de bijeenkomst van den Inter-
üleerden Raad veel verrassing en voldoe
ning gewekt. Verrassing, omdat niemand kennis
droeg van de reis van Chamberlain en Chat-
field" en voldoening, omdat men van meening
Is dat een dergelijke bijeenkomst binnen tien
dagen na het uitbreken der vijandelijkheden een
aanwijzing is, dat er reeds belangrijke vorde
ringen zijn gemaakt bij de gemeenschappelijke
plannen en dat men vastbesloten is den strijd
Len Duitschland voort te zetten.
Op het ministerie van voorlichting verklaarde
men gisteravond, dat de raad zijn volkomen
Andere conferenties volgen,
sanctie had gegeven aan het besluit der beide
landen om al hun krachten en al hun hulp
bronnen aan den strijd te wijden en alle mo
gelijke hulp te verleenen aan het verbonden
Polen. Men voegde hieraan toe, dat de gedach-
tenwisseling niet alleen betrekking heeft gehad
op den toestand van het oogenblik, maar ook op
de maatregelen, die in de onmiddellijke toe
komst genomen zullen worden.
Departementale diensten
verhuizen uit Londen.
Zeven- a. achtduizend personen er bij
betrokken.
Het Britsche ministerie voor de voor
lichting deelt mede, dat de regeering
stappen onderneemt om een beperkt
aantal departementale diensten, die hun
werkzaamheden kunnen verrichten
buiten het centrum der regeering, zon
der hun doelmatigheid te verliezen, uit
Londen naar elders over te brengen.
In welingelichte kringen verluidt, dat ongeveer
7 tot 8000 personen hierbij betrokken zijn. Dit
staat echter niet in verband met het evacuatie
plan voor Londen. Het plan, dat men thans
overweegt, wordt eenvoudig beschouwd als een
voorzorgsmaatregel, welke vergeleken kan wor
den met de evacuatie der kinderen in de vorige
week en als een decentralisatie-maatregel met
het doel, den druk op Londen te verlichten. Geen
enkel departement wordt in zijn geheel geëva
cueerd. Men legt er den nadruk op, dat geen
enkele minister of officier, die betrokken is bij
de feitelijke regeering des lands, uit Londen
vertrekt. Het ligt in het voornemen van de regee
ring om niet uit Londen te vertrekken, wanneer
het mogelijk is, de werkzaamheden zonder ver
lies van „efficiency" voort te zetten.
Poolsch goud naar Roemenië?
FINSCHE VIERMASTER LIEP
OP EEN MIJN.
Opvarenden dreven veertig uur in
zee rond.
VEERTIEN MAN VERDRONKEN.
Zeven opvarenden van den Fin-
schen viermaster „Oliva Bank", die
op de Noordzee op een drijvende mijn
was geloopen en gezonken, zijn
Dinsdagmiddag door den Deenschen
vischkotter „Tallona" in Esbjerg aan
land gezet.
De schipbreukelingen hadden onge
veer 40 uur drijvend op een ra in zee
rondgezwalkt. Gedurende al dien
tijd hadden de mannen getracht de
aandacht van voorbijvarende vaar
tuigen te trekken. Eindelijk werden
zij door de „Tallona" opgemerkt.
Het gezonken Finsche schip had 21
man aan boord, van wie 14 zijn ver
dronken, onder wie de kapitein en de
eerste stuurman.
Gesneuvelde Fransche vliegers te
Karlsruhe ter aarde besteld.
Duitsche weermacht bracht eerbewijzen.
Het Duitsche dagblad „Der Führer" bericht,
cat op de groote begraafplaats te Karlsruhe
twee Fransche vlieger-offieierendie Vrijdag
avond in een luchtgevecht boven Duitsch
grondgebied hun leven hadden gelaten, met
militaire eer zijn begraven.
Een afdeeling van de weermacht begeleidde
ce dooden. Een katholieke geestelijke heeft de
kerkelijke ceremonieën verricht. In waar-
deerende woorden herdacht hij de gevallen
officieren en hun nagelaten betrekkingen in
«t Fransche vaderland.
^Drie salvi waren die laatste groet aan de
gevallen officieren.
De commandant van Karlsruhe heeft na
mens de Duitsche weermacht op het graf der
fêide gevallenen een krans gelegd.
Veer eenige Engelsche schepen
tot zinken gebracht.
Dc opvarenden gered.
Officieel wordt uit Londen medegedeeld, dat
stoomschip „Inverliffey" (6465 ton) van
K reederij Invers Tankers Ltd. tot zinken is
pracht. De bemanning is gered door het
^rikaansche stoomschip „R. G. Stewart".
Vier Britsche koopvaarders hebben gemeld
Jr} ZÖ door duikbooten zijn aangevallen,
°°cn hebben weten te ontsnappen.
tiet Britsche vrachtschip „Blairlogie" is
™ten de Iersche kust tot zinken gebracht,
oigens een draadloos bericht, dat door de
«Wed States Lines is ontvangen. De be-
™anning werd gered door het Amerikaan-
stoomschip „American Shipper", dat
L/^ijl teruggevaren is om de menschen aan
"WW te nemen.
Minister Kwiatskowskï op Poolsch gebied?
Het Duitsche Nieuwsbureau verneemt uit
Boekarest dat de Roemeensche ambassadeur in
Warschau, Grigorcae, Dinsdagmorgen uit Lublin
in Cernowitz aangekomen is. Hij is niet voor
nemens naar Polen terug te keeren. De Pool-
sche minister van Financiën, Kwiatkowski, is
denzelfden morgen in een gesloten auto de
Poolsch-Roemeensche grens gepasseerd en houdt
zich, naar vernomen wordt, op het oogenblik in
Cernowitz op, hetgeen echter officieel nog niet
is bevestigd.
Naar verluidt heeft Kwiatskowski
o.a. de opdracht bij de Roemeensche
regeering te bewerkstelligen, dat de
goudschat van de bank van Polen, die
zich reeds in Sniatyn zou bevinden,
naar Roemenië vervoerd zal kunnen
worden om daar in veiligheid te wor
den gebracht.
Het aantal Oekrainsche en Poolsche vluchte
lingen, zoo meldt het Duitsche Nieuwsbureau
verder, wordt van uur tot uur grooter.
Om deze redenen versterkt de Roemeensche
regeering sedert eenige dagen haar troepen langs
de grens met Polen, vooral aan de Dnjestr en
richt zij prikkeldraadversperringen en loopgra
ven in om illegraal passeeren der grens te be
moeilijken. Vooral, aldus het D.N.B., heeft men
voorzorgsmaatregelen genomen voor het geval
gesloten Poolsche troepeneenheden de grens
mochten overschrijden.
Engelsche expeditie-leger vertrok
in alle stilte.
Havens en schepen werden niet hekend
gemaakt.
Het geheim van het vertrek van het
Britsche expeditieleger naar Frankrijk
is goed bewaard gebleven en eerst Dins
dagmorgen vernam het Engelsche volk,
dat de troepen zich reeds op .het vaste
land bevonden, zoó meldt Havas uit
Londen. Het zorgvuldig voorbereide
vertrek voltrok zich zonder eenig
incident.
In 1914 vertrokken de eerste Engelsche deta
chementen tien dagen na de oorlogsverklaring
Het expeditieleger bestond toen uit vier divisies
infanterie en een divisie cavalerie, in totaal
ongeveer honderdduizend man. Deze troepen
waren op 22 Augustus aan het front bij Bergen
en op den avond van denzelfden dag begon de
slag. De troepen, die in de afgeloopen week in
Frankrijk zijn aangekomen, zijn anders en beter
voorbereid. De manschappen zijn niet onder het
oog van familieleden en vrienden en onder den
klank van militaire muziek aan boord gegaan.
Zij hadden den avond tevoren afscheid genomen.
Bij het vallen van den avond gingen zij in stilte
aan boord van de schepen, die langs de kaden
lagen en onder vlootgeleide vertrokken zij naar
Frankrijk.
De havens en schepen zijn niet bekend ge>
maakt. Passagiersschepen zijn door enkele maat
regelen in transportschepen veranderd.
Conferentie der Oslostaten
geëindigd.
„Volkomen eenstemmigheid".
Dinsdagavond heeft de permanente commissie
van de Oslostaten in het ministerie van buiten-
landsche zaken te Brussel haar werkzaamheden
geëindigd. Na de vergadering werd het volgende
communiqué aan de pers verstrekt:
„De permanente commissie van de Oslostaten
heeft op 11 en 12 September te Brussel verga
derd en heeft met medewerking van de deskun
digen de vraagstukken besproken, welke op het
programma stonden.
De besprekingen werden gevoerd over de
maatregelen, welke genomen moeten worden op
handelsgebied in verband met den oorlog. Ge
bleken is, dat de vertegenwoordigde landen vol
komen eensgezind zijn.
Op een lateren datum zullen de deskundigen
opnieuw bijeen komen."
Wrijving tusschen Duitschers en
Slowaken.
Slowaaksch regiment weigert tegen
Polen te vechten.
Sedert de afkondiging van den staat van
oorlog neemt de spanning toe in de betrek
kingen tusschen Duitschers en Slowaken, al
dus meldt Havas uit Bratislawa. Een Slo
waaksch regiment, dat naar het front in
Polen zou worden gezonden, heeft op 4 Sep
tember geweigerd in den trein te stappen. De
officieren en soldaten verklaarden niet tegen
de Polen te zullen gaan vechten. Het regiment
werd door Duitsche soldaten ontwapend en
in de kazerne van Bratislawa geïnterneerd.
Zondag j.l. heeft zich een incident voor
gedaan te Radisdorf, een voorstad van Bra
tislawa, tusschen Slowaken en Duitschers. Er
werd geroepen: „Wij moeten vechten voor u
en uw leider, doch ex is geen enkele reden
dat te doen". De bevolking trok langs het
gebouw van het Duitsche bestuur. Er volgde
een algemeene kloppartij. Een Duitsche troe-
penafdeeling trad op en verrichtte ta lvan ar
restaties.
Ook hebben de Duitsche autoriteiten vluch
ten van Slowaaksche militaire vliegers alge-
schaft. Zij hebben te kennen gegeven, dat de
reden voor dezen maatregel is gelegen in de
omstandigheid, dat de „Duitsche artilleristen
de Slowaaksche vliegtuigen niet kennen en
dat hun vluchten daarom aanleiding zouden
kunnen geven tot betreurenswaardige ver
gissingen".
In werkelijkheid, aldus Havas, werd dit besluit
genomen als gevolg van verscheiden deserties
van Slowaaksche vliegers en hun overgang
naar het Poolsche kamp. De chef der Slo
waaksche luchtmacht, kolonel Ambrus, die
verscheiden wereldrecords op zijn naam
heeft staan, is afgetreden en is clandestien
uit Slowakije vertrokken.
over
den
tt
De Fransche schrijver Paul Valéry, lid van de
Académie Frangaise, heeft in een radiorede ver
klaard, dat oorlog wordt gevoerd tusschen lan
den, die vrij zijn en een land, dat dit niet is.
In zijn rede toonde spreker aan, welke oorza
ken z.i. eerst den oorlog mogelijk hebben gemaakt
en vervolgens onvermijdelijk. Men heeft dik
wijls, zoo zeide hij, den spot gedreven met de
felle critiek op deze landen, waar de openbare
vrijheid evenwicht brengt in de macht van den
staat, doch al het kwaad, dat men van deze vrij
heid kan zeggen, verbleekt bij het licht van de
huidige uitbarsting. Deze vlam belicht een waar
heid, namelijk dat een vrij land een land is,
waar het onmogelijk is, dat één enkel wezen
oorlog of vrede maakt.
Vervolgens verklaarde Valéry zich erover te
verbazen, dat een groot volk en wel een van de
best onderwezen en meest bedachtzame volleen,
zich heeft onderworpen aan „de monsterachtige
autoriteit van een eenzame". In enkele jaren is
de cultuur en de geest in Duitschland teniet ge
gaan en zelfs het begrip, voor wat in een oorlog
en voor de economie noodig is, is verkleind. Tot
nu toe heeft de speler Hitier gewonnen en hij
luistert nog slechts naar den wil om te over
winnen, waardoor hij geheel wordt bezeten. En
nu is het oorlog. Een vreemde oorlog, een oorlog,
zooals men nog nooit heeft gezien, een oorlog
van de rede tegen de krankzinnigheid, een oorlog
van eerbied voor de aangegane verplichtingen
tegen het verachten van den eed, een ooidog van
den geest tegen de onderdrukking van iedere
gedachte. Evenwel een oorlog zonder eenige haat
tegen de Duitsche massa van lijdzame zielen, die
geen weerstand hebben tegen den waanzin,
welke hen leidt, een oorlog tegen het land, dat
men wil bevrijden en welke ons dwingt menschen
te bevechten die wij moeten beklagen. Doch ein
delijk moet er een einde aan komen.
DE CANADEESCHE
STRIJDKRACHTEN.
de achtecdeuc wm itiqetand
Het land der onuitputtelijke hulpbronnen
Een week nadat Engeland en Frankrijk,
Duitschland den oorlog hadden verklaard,
heeft ook het groote dominion van het
Britsche wereldlijk, Canada, in navol
ging van Australië, Palestina, Zuid-Afri-
ka en Egypte, in een proclamatie in het
staatsblad meegedeeld, dat met ingang
van 10 September 1939 de oorlogstoestand
met Duitschland is ingetreden.
(Van een bijzonderen medewerker.)
V OOR het eerst heeft Canada
den oorlog verklaard. Voor
het eerst, want in 1914, toen de
groote wereldoorlog begon,
heeft de Canadeesche regeering zich
uitsluitend bepaald tot het afdrukken
van de oorlogsverklaring van Groot-
Brittannië in het staatsblad.
De beteekenis van dezen stap zal duidelijk
worden, wanneer men verneemt over welke
economische bezittingen en mogelijkheden dit
land, dat een wereld op zichzelf genoemd kan
worden, beschikt. En dan niet te vergeten: de
wapenindustrie! Reeds vorig jaar heeft de
Britsche commissie van het ministerie van
Luchtvaart dusdanige bestellingen gedaan,
die de verwachtingen verre overtroffen had
den. Terstond werden twee nieuwe reusachti
ge fabrieken gebouwd in Montreal en Toronto,
waar uitsluitend bombardementsvliegtuigen
voor de Royal Air Force" vervaardigd wor
den. Maar bovendien alle andere reeds lan
ger bestaande vliegtuigfabrieken in Canada
kregen hun aandeel in de veelomvattende
Britsche opdrachten. Ook de overige wapen
industrie werkt onder hoogdruk voor Engel
sche rekening en het dominion is den laatsten
tijd de wapensmid van Engeland geworden,
daar de Britsche bewapening nu eenmaal
een dusdanigen omvang heeft genomen, dat.
het onmogelijk is in Engeland zelf, ook al
werden er nog vele fabrieken bijgebouwd, alle
orders onder te brengen. Tevens is Canada
een soort „achterdeur" voor Engeland, want
voor de Britsche tegenstanders is het heel wat
moeilijker de wapen- en munitie-arsenalen in
Canada te verwoesten dan in Europa en dit
argument is zonder twijfel doorslaggevend ge
weest voor de omstandigheid dat Engeland
juist Canada als „wapensmid" uitkoos.
Over het algemeen weet de Europeaan niet
al te veel van Canada; slechts dat het een
reusachtig uitgestrekt gebied is, zeer dun be
volkt en dat de bewoners zich hoofdzakelijk
toeleggen op veeteelt en akkerbouw. Ongetwij
feld is Canada met zijn 9Vs millipen vierkante
kilometer (300 maal zoo groot als Nederland,
doch met hetzelfde aantal inwoners) een der
belangrijkste agrarische landen ter wereld,
doch reeds in de jaren voor den wereldoorlog
groeide in de steden van het land met zijn
ontzaglijke voorraden grondstoffen een be
langrijke industrie op.
Na den wereldoorlog ging den curve daar
van nog steiler omhoog en tegenwoordig bezit
Canada enkele industrieele centra die tot de
grootste en modernste van de wereld ge
rekend moeten worden. Londen zou zijn om
vangrijke bestellingen zeker niet in Canada
hebben kunnen plaatsen, indien niet, vooral
op het gebied der grondstoffen alles in voor
raad was. De bronnen van Canada zijn op het
gebied van zink, nikkel, koper, zilver, hout,
enz. haast onuitputtelijk, zoodat Canada niet
alleen thans munitie-arsenaal van Engeland
kan zijn doch tevens de voornaamste leve-
lancier van. grondstoffen.
Om Canada van Oost naar West door te
sporen, heeft men niet minder dan zes dagen
noodig, waarbij men haast nergens met uit
zondering van de groote industriegebieden
natuurlijk, dorpen of menschen tusschen de
geweldige akkers met graan ziet. Wel ontdekt
men overal enorme graansilo's. Reeds noem
den wij den grooten rijkdom aan ertsen, welke
veelal voor een groot deel zoo maar aan de
oppervlakte te vin-den zijn.
Het groote onderscheid tusschen Canada
De Diplomatisch Politische Korrespondenz schrijft:
De „Deutsche Diplomatisch Politische
Korrespondenz" houdt zich bezig met
de economische neutraliteit, waarbij o.m.
het volgende uiteengezet wordt:
De Duitsche regeering heeft reeds
voor het uitbreken van het huidige con
flict tegenover de niet betrokken sta
ten die tengevolge van hun aardrijks
kundige ligging blootgesteld konden
schijnen aan het gevaar om door het
conflict geraakt te worden, in plechti-
gen vorm de verklaring afgelegd, dat
zij hun neutraliteit op de nauwkeurig
ste wijze in acht zou nemen. Intusschen
heeft de Duitsche regeering deze alge
meene verklaring nog verduidelijkt ten
aanzien van haar beteekenis op econo
misch gebied in het bijzonder tegen
over Nederland, België en de Scandi
navische landen. De opvatting der Duit
sche regeering is, dat economische neu
traliteit de voortzetting beteekent van
den normalen goederenruil en het nor
male goederentransito.
Zij is daarmede in overeenstemming
met de algemeene opvatting van het
volkenrecht, hetgeen bovendien door
een reeks van internationale verdragen
formeel bekrachtigd is bijv. in een ver
drag tusschen Duitschland en Denemar
ken.
Duitschland heeft zich tegenover de neutrale
staten principieel bereid verklaard zijn norma
len goederenuitvoer naar deze staten voort te
zetten en den normalen invoer uit deze staten op
te nemen. De Duitsche regeering heeft de ver
wachting en den eisch uitgesproken, dat deze
staten van hun kant principieel hetzelfde doen
tegenover Duitschland.
Een verder gevolg is dat Duitschland er niets
tegen inbrengt, wanneer de neutrale staten hun
normalen goederenruil ook voortzetten met de
staten, waarmede Duitschland in conflict is.
De Duitsche regeering heeft 'tegenover de neu
trale staten de verzekering gegeven, dat zij dit
niet zou beschouwen als een dn strijd met de
neutraliteit zijnde houding.
Zij heeft het aan den anderen kant als een
onneutrale houding duidelijk gemaakt, wanneer
de neutrale staten zich door andere staten feite
lijke beperkingen of formeele controles lieten
opdringen, die tegen de voortzetting van den
normalen goederenruil en het normale goede
rentransito der neutrale staten met Duitsrhlanö
gericht zijn.
De Duitsche houding tegenover de neutrale
staten op economisch gebied is daarmede dui
delijk en in overeenstemming met het volken
recht vastgesteld. De Duitsche regeering kan
met voldoening vaststellen, dat deze principieele
opvatting door de regeeringen, tegenover welke
deze verklaringen zijn afgelegd, positief is op
genomen en aanvaard. Daarmede is een grond
slag vastgelegd, die het voor zoover Duitsch,
land betreft voor de neutrale staten waar
borgt, dat zij door het conflict ook in economisch
opzicht zoo ongeraakt en ongeschaad mogelijk
blijven. Ervaringen uit vroegeren tijd en de
eerste berichten over de huidige houding van
Engeland tegenover de neutrale staten op eco
nomisch gebied geven de Duitsche regeering
weliswaar aanleiding om deze houding van En
geland tegenover de neutrale staten zeer aan
dachtig te volgen. Evenzoo zal zij er aandacht
aan schenken, hoe de neutrale staten zich ge
dragen tegenover eventueele eïschen of inbreu
ken van Engeland op economisch gebied.
Wanneer daaruit voor de Duitsche
regeering verder de noodzakelijkheid
zou voortvloeien om de faire 'en objec
tieve houding te herzien die zij tegen
over de neutrale staten heeft uiteenge
zet, dan zou zij dat betreuren.
De verantwoordelijkheid daarvoor
treft dan echter in de eerste plaats' En
geland en in de tweede plaats de neu
trale landen zelf, die zich door Enge
land een onneutrale houding laten op
dringen. Aldus de D.D.P.K,
en de Vereenigde Staten is wel, dat de laatste
in de negentiende eeuw hun toekomst voor
zich hadden terwijl Canada met zijn groote
uitgestrektheden, die nimmer door een men-
schenvoet betreden zijn en slechts in enkele
deelen, waar zich nederzettingen bevinden,
min of meer dicht bevolkt is, een der weinige
landen is der toekomst van de twintigste eeuw.
Juist door zijn enorme mogelijkheden op al
lerlei gebied heeft dit land juist in dezen tijd
een zoo ongekende waarde voor Engeland en
is zij zoo'n groote hulpbron in den strijd.
Daarbij komen ook nog de strijdkrachten,
waarover Engeland zou kunnen beschikken
wanneer men evenals in 1914 van Canada zal
verlangen, dat het contingenten manschappen
naar Europa zal sturen. In den wereldoor
log, toen Canada eerst zijn eigen gebied moest
verdedigen en later, toen men te Londen ver
langde, dat Canada ook in andere deelen van
het Britsche imperium troepen zou leveren,
maakte men gebruik van militiekrachten,
welke nog heden de kerntroep van het defen
sie-systeem vormen.
Gezien de internationale toestanden is Ca
nada ervan overtuigd, dat men ondanks
groote moeilijkheden alles heeft gedaan ten
einde de kustverdediging zoo veel mogelijk
te perfectionneeren.
De Canadeesehe maxime beschikt thans
over zes moderne torpedojagers en vier mij
nenvegers, die dienst doen voor de kustcon-
trole. Alles is in het werk gesteld om de ver
breking der verbindingen over zee tijdens
den oorlog zoo veel mogelijk te voorkomen.
Vooral aan de verdediging van den Stillen
Oceaan wordt hard gewerkt, waarvoor een
nauwe samenwerking tusschen marine, lucht
strijdkrachten en militie een eerste vereischte
is.
Ook heeft Canada den laatsten tijd al het
mogelijke gedaan het luchtwapen, dat na
den wereldoorlog in zekere mate verwaar
loosd werd, te moderniseeren en aan de
nieuwste eischen aan te passen.
Zoo is ook Canada thans gereed zijn rol
in het werelddrama te spelen.
(Nadruk verboden).
L. v. P.
Hertog en hertogin van Windsor
te Londen.
De hertog en de hertogin van Windsor zijn
Dinsdag te Londen aangekomen.
DONDERDAG 14 SEPTEMBER.
HILVERSUM I, 1875 en 414.4 M.
AVRO-uitzending.
8.00 Gramofoonmuziek (ca. 8.15 Ber.)
10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Voor de vrouw. 10.35 Het Omroeporkest
(11.0011.20 Declamatie). 12.15 Berichten.
'12.17 Orgelspel. 12.35 Gramofoonmuziek. 1.15
Bext van Dinteren's ensemble. (2.00—2.20 De
clamatie). 3.00 Orgel, zang en saxofoon. 4.00
Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Gramo
foonmuziek. 5.00 Jeugdhalfuuo*. 5.30 Gramo
foonmuziek. 5.45 AVRO-Amusementsorkest en
soliste (ca. 6.25 Ber.) 6.30 Sportpraatje. 7.00
Cabaretprogramima. 7.40 IntervieV/. 8.00 Be
richten ANP, radiojournaal, mededeelingen.
8.25 Het Omroeporkest en solist. 9.15 Radio
tooneel. 9.30 Het Omroeporkest. 10.00 AVRO-
Musette-ensemble en soliste. 10.30 Gramofoon
muziek. 11.00 Berichten ANP, hierna tot 12.00
Majo Marco's orkest.
HILVERSUM H. 301.5 M.
8.00—9.15 KRO, 10.00 NCRV. 11.00
KRO. 2.00—12.00 NCRV.
8.009.15 Gramofoommuzieik (ca. 8.15 Be
richten). 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Mor
gendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.30
Godsdienstig halfuur. 12.00. Berichten. 12.15
Het KRO-orkest. 1.00 Gramofoonmuziek. 1.20
Het KRO-orkest. 2.00 Hand werkuur. 3.00
Viool en piano, en gramofoonmuziek. 3.45. Bij
bellezing. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00 Han
denarbeid voor de jeugd. 5.305.55 en 6.00
Marcando-ensemble (ca. 6.30 Ber.). 6.45 CNV-
kwartier. 7.00 Ber., 7.15 Boekbespreking. 7.45
Gramofoonmuziek. 7.50 Causerie namens de
vereeniging voor persneel in dienst der Neder-
landsche Spoorwegen tot bestrijding der Tu
berculose. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS
berichten. 8.15 Reportage. 9.15 Gramofoon
muziek. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.30 Orgelconcert. 11.15 Gramofoonmuziek.
Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing.
DROITWICH 1500 M.
Geen opgaaf ontvangen.
RADIO PARIS, 1648 M.
9.00 9.30, 10.25, 11.05, 11.25 en 12.30
Gramofoonmuziek. 12.35 Hoornvoordracht. 1.05
Eddie Foy's orkest. 2.10 Gramofoonmuziek.
2.35 Zang. 3.05 Gramofoonmuziek. 3.50 Piano
voordracht. 4.35 Zang en declamatie. 5.10 Trio
concert en zang. 6.05 Radiotooneel. 7.20 Het
Bailly-orkest. 8.5011.50 Opera-uitzending.
KEULEN, 456 M.
6.50 Gramofoonmuziek. 7.35 Het omroepor
kest. 8.509.50 Het Omroeporkest. 10.2010.50
Volksliedexenconcert. 12.20 Herm. Hagestedt's
orkest. „Die fünf fidelen Musikanten", en so
listen. 2.303.20 Populair concert. 4.20
Weensch Philharmonisch orkest. 5.20 Gramo
foonmuziek. 5.30 Het Omroepkleinorkest. 6.50
Gramofoonmuziek. 7.30 en 8.50 Kleinorkest.
9.20 Radiotooneel met muziek. 11.00 Viool en
piano. 11.35 Zie Deutschlandsender om 11.20.
12.203.20 Populair concert.
BRUSSEL 322 M.
12.20 Gramofoonmuziek. 12.50 en 1.30 Het
Omroeporkest. 1.50, 2.20, 5.20, 6.50 en 7.20 Gra
mofoon. 8.20 Het Omroeporkest en gramo
foonmuziek. 9.20 Het Omroepsymphonie-or-
kest. 10.10 en 10.3011.20 Gramofoonmuziek.
BRUSSEL 484 M.
12.20 Gramofoonmuziek. 12.50 Het Radio-
orkest. 1.502.20. 5.20, 6.35 en 7.35 Gramo
foonmuziek. 8.20 en 9.35Het Radio-orkest.
10.3011.20 Verzoekconcert (gr. pl.).
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M.
.35 Het Omroepkleinorkest, het Joe Bund-
kwartet, de „Schrammelbuben" en solisten.
10.20 Berichten. 10.40 Gramofoonmuziek. 11.05
Berichten. 11.2012.20 Het Omroepkleinor
kest en solisten.