Ik heb gekozen, Arkadi.... Het eeuwfeest der Nederlandsche Spoorwegen. Het vertrek van den eersten versierden trein van het Centraal Station te Amsterdam naar Enschede ging Woensdag niet ongemerkt voorbij Achter het Poolsche front. Duitsche krijgsgevangenen wachten op de beslissing, We|L over hen genomen zal worden, alvorens zij naar de voor hen bestemde kampen 'word 6 overgebracht 9n De gasmaskers worden ook bij de aflossing der wacht voor de Londensche paleizen niet vergeten De haven van New York ligt vol mei mailschepen, die in verband met den oorlogstoestand niet uitvaren. - Van boven naar onder: de „Roma", de „Queen Mary", de -Normandie", de -lie de France" en de -Champlalh" De vrees voor de luchtaanvallen op Warschau miste haar uitwerking op de jeugd niet. Een groep Poolsche kinderen, waarvan er een reeds bij een aanval gewond werd, hoort met ontzetting het geluid der waarschuwende sirenes FEUILLETON Een roman uit het hooge Noorden, door AGATHE POGNER. (Nadruk verboden) 19) 30 September. Ik scheen op de terugreis van de Walvisch- baai kou te hebben gevat, want ik hoestte ontzettend. Bovendien deden al mijn ribben Pijn. ij Tychon, onze huishoudster, had een zwart zalfje klaar gemaakt, waarmede ik borst en rug moest inwrijven. Het rook naar schoen smeer, terpentijn, vischtraan en dergelijke dingen. Maar het hielp. Ja, het had zelfs een tweevoudige uitwerking: het verdreef niet alleen den hoest, maar ook den slaap. Nachten achtereen lag ik wakker, niet wetend wat te beginnen. Steeds vaker en onweerstaanbaarder dwaal den mijn gedachten naar de Walvischbaai, meer en meer zochten zij het kind dat mij zelfs in mijn droomen niet met rust liet. Daarbij schoot mij een zin te binnen dien ik voor jaren eens ergens had gelezen en die mij nu niet meer losliet: „Door een kind ge leid, vond hij wederom zijn weg Ik zag Daada stijf op haar stoel zitten en ik zag Dobrez, die haar bewaakte, alsof ze werkelijk een koningskind was Plotseling - ik weet niet of het een koortsvisioen was of een roes - plotseling zag ik beelden. Beelden, die elkaar verdrongen en ln het vervagen nieuwe schiepen. Beelden bij de vleet, levende beelden zonder tal en in bonte verscheiden heid. Het visioen duurde slechts enkele minu ten, maar toen ik glimlachend tot de werkelijk heid terugkeerde, zweefde nog slechts één bekend gezichtje voor mijn geest. Ik begon te schrijven, de eene regel na den andere vloeide uit mijn pen, bladzijden vel legde ik terzijde. Daarop nam ik een paar kleurpotlooden en teekende plaatjes bij den tekst. Toen Tychon mij kwam roepen om te eten had ik van „Prinses Daada's reizen en avonturen" reeds de eerste drie hoofdstukken gereed. Ik ben benieuwd, wat mijn kleine ko ningin zal zeggen, als ik haar dat sprookje vertel. 26 October. Het heldere weer en de volle maan hadden ons tot een grooten tocht doen besluiten. Het kwik in den thermometer wees slechts elf graden vorst, hoewel de temperatuur des nachts reeds tot zestien en zeventien graden onder nul daalde. Onze baai lag aan de westzijde. Wij be sloten daarom het geheele eiland in ooste lijke richting te doorkruisen. Voor wij ver trokken. keken we onze kompassen messen en geweren nog eens goed na. Toen alles in orde was bevonden, begaven wij ons met alle beschikbare honden en sleden op weg. Dobrez vormde de achterhoede. Deze tocht heeft hem stellig een paar pond vet gekost. Hij keerde lichtelijk buiten adem. maar uiterst voldaan terug. De eerste dag vloog om. Wij hadden geen gelegenheid gekregen een schot te lossen. De volgende dag bracht ons ln een zeer woeste streek, zoodat wij slechts met groote moeite voorwaarts kwamen. Wij schoten echter drie volwassen rendieren en twee mooie witte vossen, die wij onder steenen in de sneeuw begroeven om ze op den terugweg mee te nemen. De derde dag was als rustdag voor de honden bestemd. Wij sloegen onze tent op en namen het er zelf ook van. In den loop van den middag beklom ik met Dobrez een der steile rotsen. Op den top haalde ik mijn verre kijker te voorschijn, maar ik kon niets anders ontdekken dan lucht en wolken, bergen en sneeuw. Later ontwaarden we in de verte een stuk van de zee, maar we bereikten haar pas den volgenden dag. Daarbij stieten we op een reusachtigen ijsbeer, die behaaglijk boven op een hoop sneeuw lag. Toen hij ons be merkte, maakte hij aanstalten ons te lijf te gaan, maar het doodend lood uit eenige ge weren was hem voor. Eerst toen hij zich brul lend van machtelooze woede op de andere zijde wierp, zagen we een klein, spartelend hoopje, dat zijn jong bleek te zijn. Mijn metgezellen bonden de nog dampende berenmoeder op de slee en ik volgde met het berenkind aan een touw. De terugtocht .was al even lastig als de b -nreis. Eenige uren lang was hij zelfs niet van gevaar ontbloot. De krachtige wind. dreef ons heele bergen sneeuw in het gezicht. On ophoudelijk waren onze schoppen in bewreging. Wij bouwden uit sneeuw een muur om ons tegen de sneeuw te beschermen. Daarbij gaf ook de kleine ijsbeer, die we gevangen en Putschock gedoopt hadden, ons nog handen vol werk. Over het algemeen bleef hij zooveel mogelijk in de buurt van Dobrez, bij wien hij ook sliep en het was grappig om te zien hoe de groote St. Bemhard hem in zijn goedig heid zijn oogen en ooren uitlikte. Den eersten dag weigerde Putschock in zijn hartzeer halsstarrig elk voedsel; den volgen den ochtend echter stal hij zijn ploegmoeder de grootste stukken voor den neus weg. Den derden dag liep hij reeds zonder touw rond en er ontstond telkens een geweldig spektakel, als hij zich op zijn onhandige, logge manier tusschen de honden mengde en met hen aan het stoeien geraakte Liep hij daar tenslotte, zooals te verwachten was, een knauw op, dan ^iet hij een hartverscheurend gebrul hoor en, draaide naar Dobrez en verlangde te drinken. Toen we op zekeren middag bezig waren thee te zetten, plofte hij midden op de nog gloeiende asch van het vuur. Hevig ontdaan, kwam hij daarop bij mij om zich te laten troosten. Onmiddellijk daarop stal hij een stuk brood, dat stellig voor twee maaltijden voor ons allen toereikend zou zijn geweest. Tot ons geluk draaide de wind en plotse ling hier kwamen de weersomstandigheden steeds even onverwacht straalde de zon aan een opklarenden hemel. Met veel moeite zochten we onze, op den heenweg verstopte buit weer op en daarna gingen we zoo snel mogelijk naar huis. We waren, zonder uitzondering, blij, toen we onze houten woning weer terugzagen en in razen de vaart ging het den laatste heuvel af. Hoewel we allen oververmoeid waren gelukte het ons den eersten nacht niet ook maar een oog dicht te doen, maar daarvoor hebben wij dan ook gisteren onze bedden slechts verlaten om de kachel wat op te stoken en den honden, alsmede den jongen ijsbeer te eten te geven. Het is ongezellig in huis. De koude, die tij dens onze afwezigheid de. woning is binnen gedrongen, laat zich niet gemakkelijk weer verdrijven. De dagen beginnen al danig te korten. Toen lk op het eiland kwam, was het bijna 24 uur per dag licht. Nu komt de zon pas om negen uur op om reeds om drie uur weer onder te gaan De schemering duurt maar heel kort. In mijn kamer is het, dank zij den schoor steen acht graden. Ik zit aan mijn tafel en schrijf met verkleumde vingers. Maar ik voel me gezond en sterk. 27 October. Ik had het eigenlijk vooruit kunnen weten, dat 't klein pelsdier ons geen rust zou laten. Wij hebben een stevigen paal in den grond' geslagen, zoo stevig, dat Putschock, ook als hij grooter en sterker wordt, hem er niet uit kan trekken. Voorts hebben we blokken ijs aan gesleept en daarvan voor onzen nieuwen huis genoot een prachtig hol gebouwd. Maar hij was niet tevreden, noch met de ketting, noch met zijn halsband. Aan den paal, welke hem. in zijn bewegingsvrijheid belemmerde, omdat de hieraan bevestigde ketting na elke rond wandeling een stuk van zijn lengte inboette, had hij een gruwelijken hekel en het. hol beviel hem niet, omdat hij het alleen moest bewonen. Herhaaldelijk liep ik naar het raam om een dreigenden roffel op de ruiten te laten hooren, maar daarmee bleek ik het tenslotte eerder erger dan beter te maken, want zoodra hij me zag, ging hij op zijn vermakelijke ma nier op zijn achterpooten staan om mij in verre van melodieuze tonen zijn klaaglied toe te jammeren. Dobrez was de eerste, die een oplossing vond Hij verlangde naar buiten gelaten te worden en nadat ik de deur voor hem had ge opend kwam ik nog juist bijtijds aan het raam terug om de dolle bokkensprongen te zien, waarmede de logge schelm den goed- moedigen St. Bernhard verwelkomde. Daarop verborg het tweetal zich in het hol. Wacht maar, brave Dobrez! Over drie of vier maandnen zul je je nog wel eens be denken, alvorens zoo onbevangen bij vriend Pitschock op visite te gaan. Ik vermoed, dat tegen dien tijd je huid je wel te lief zal zijn. (Wordt vervolgd). De Groninger kustvaarders blijven voor het meerendeel thuis, daar het risico van Het gevaar van luchtaanvallen trotseerend, werden de Engelsche gezant te Warschau en kolonel Beek, de vaart te groot is P°°'sch® minister yan Buitenlandsche Zaken, die hem een bezoek bracht, door een duizendkoppige menigte enthousiast begroet In de 1e klas wachtkamer van het Centraal Station te Amsterdam is ter gelegenheid van het Spoorwegjubileum een versiering aangebracht, welke door het personeel werd aangeboden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 8