2o£eft~
Frankrijk schenkt geen geloof
meer aan Hitler's beloften.
Fraaie steden in het
Oosten van het land
Kadiotede uan Qaiadiec.
fijïaas is het Jxcutsche iudk opgestaan".
ARMAND CALINESCOE
Russen
vestigden er een
uitgebreide industrie
VRIJDAG
22 SEPTEMBER 1939
ij, pransche minister-president, Edouand
nojfldier heeft Donderdagavond zijn aange-
ÏÏiBds radiorede gehouden.
Sinds twintig dagen zijn mj m oorlog. Ik zou
•j iederen avond rechtstreeks tot u willen
Sten om u te zeggen hoe de militaiip toe-
rtuid is en om u de redenen mede te 'deelen
v?n mijn vertrouwen, want ik houd niet op
«nu te denken, gij strijdende jongemannen,
Veraste maar stoïcijnsche Fransche vrou-
r-pn wier gedachten slechts leven voor uw
Ln' uw man, uw verloofde.
Tk'ben geen leider van gefanatiseerde mas-
jij heb tot taak een natie van vrije man-
een vreedzame, menschelijke natie te lei-
L'en in de harde plichten, die op mij rusten,
blijf ik een mensch. Ik heb enkele dagen ge
leden een bezoek gebracht aan ons front. Ik
Ln door de stellingen gegaan van een onzer
wrs dat verscheidene kilometers is doorge
drongen op Duitsch gebied. Ik heb mij zelf
rekenschap kunnen geven van de waarde on
zer bevelvoering, die geleerd hebbende door de
ervaring van den vorigen oorlog, onberaden,
moorddadige offensieven heeft weten te ver
mijden. De heb gezien door welk een rustigen
moed en welk een meesleepende kracht onze
so'daien bezield zijn. Temidden van hen heb
ik mij hun oudere, hun kameraad gevoeld. Ik
heb hen aangekeken met teederheid en trots.
Zij weten waarvoor zij strijden. Zij strijden,
omdat de oorlog ons werd opgelegd door
Duitschland, omdat sedert drie jaren zijn ver
slindende eerzucht Europa geen enkelen dag
van veiligheid meer liet. Zij willen een einde
maken aan een systeem van voortdurend al
arm, dat ons driemaal in een enkel jaar drong
onze toevlucht te nemen tot een mobilisatie
van onze strijdkrachten, welke den boer los
rukte van zijn grond, het economische leven
verlamde en de gezinnen uit elkander scheur
de. Zij strijden, omdat zij niet willen, dat
Frankrijk verpletterd wordt onder een regime
van terreur en moreele verwording, welke de
Hitleriaansche overheersching reeds over zoo
vele bedrogen en gemartelde volken doet heer-
schen. Deze heerschappij en de terreur bestaat
sedert jaren in Duitschland. Zij wierp zich op
Oostenrijk, op Tsjecho-Slowakije, thans werpt
zij zich op Polen. Alle inspanning, die wij
hardnekkig volbrachten, tot aan het einde
om den vrede te redden, iedere edelmoedige
actie, die door de hoogste zedelijke en politieke
autoriteiten van Europa en de Vereenigde Sta
ten werd ondernomen, de krachtsinspanning
van Engeland, het initiatief van de Italiaan-
sche regeering, dat alles kon slechts op een
mislukking uitloopen, omdat tot vernietiging
van Polen van tevoren in het geheim was be
sloten.
Die vernietiging werd voorbereid met de
wapenen en met geheime verdragen, terwijl
men veinsde te onderhandelen. Op het geko
zen uur, toen men zich verzekerd had van
zekere medeplichtigheden-, deed men op Po
len een onweer van ijzer en vuur neerregenen.
Het edele Polen bepaalt zich er echter niet
toe ons het voorbeeld te geven van zijn marte
laarschap.
Het voegt daar de les van zijn heldendom
ïan toe.
a de eerste nederlagen, die onvermijdelijk
waren, aangezien immers Polen zijn mobilisa
tie nog niet had voltooid, toen het plotseling
bij de keel gegrepen werd, na een terugtocht
voor strijdkrachten, die sterker waren in aan
tal en oorlogsmateriaal, klemden de Poolsche
soldaten zich vast aan den vaderlandschen
grond. Zij slaagden er in zich te herstellen op
een minder uitgestrekt front.
Op het oogenblik echter, waarop de infan
teristen en cavaleristen te Kutno streden te
gen de Duitsche gemotoriseerde divisies, of
voor Lwow de vijandelijke voorhoeden tot
staan brachten, of in het omsingelde War
schau alle aanvallen brak, rukte het Roode
leger op zijn beurt krachtens een geheim pact
Polen binnen.
In werkelijkheid was reeds op 23 Augustus
een accoord gesloten tusschen Duitschland en
w Sowjet Unie betreffende de verbrokkeling
van Polen. Hitler had beweerd, dat hij slechts
jantzig wilde en een volksstemming in den
r ben€.vens een autoweg. Hij strooide
zÜn verzekeringen rond, toen hij
net iostbare contract in handen had, waarin
vjitschlana en Rusland den nog levenden
w? ,vert^ee^en. Welk eerlijk man, in welk
hl™ ,were^ het ook zij, zou nog geloof
!™en slaan aan het woord van hen, die
reiareii thans voldaan of vredelievend te
Jv,krwi)l hun handen bedekt zijn met
w e Franschman zou geloof kunnen
«in* aan de beloften van vandaag, terwijl
ZsJaren alIe verplichtingen werden ge
scheurd? 8n alle onderteekeningen ver-
Gebroken beloften.
DniPJJ ^aarfc ,193'4 verklaarde Hitier, dat de
dn? Ü.8 r?=eerinS de geldigheid van het ver-
lW^„Locarno niet ha twijfel trok. Op 7
de wi r? verscheurde hij dit verdrag door
-«jmritariseering van 't Rijnland. Het zij
(h'-jiv» en' Het Rijnland is Duitsch land.
Z tT1935 verklaarde hij in den Rijks-
>Vn'li nr* heeft noch het voornemen,
Z w a5n ,wil 0m tusschenbeide te komen in
«menhndsche politiek van Oostenrijk".
ak'L ij 938 annexeerde hij Oostenrijk
hik k o V-. 2h zo°' dacht men. Oosten-
Ch c.en.Germaansch land van ras en taal.
^««ptember 1938 zeide hij „De Sudeten
het laatste probleem, dat zal
de vprLu 0r3 °PSelost. Ik heb Chamberlain
b'eem ot mS gegeven, dat wanneer dit pro-
C'ohw nniaal &eregeld is, er geen territoriale
ft™ zullen zijn".
herhaal/9 September 1938 bevestigde hij ons
clien Haf °P de conferentie van Mün-
chen'Sofv^ er geenszins aandacht de Tsje- 1
wildij VioKu er geenszins aan dacht de Tsje-
Duitvh omdat hij de zuiverheid van het
Iaf onaangetast wilde laten. Hij
dcr l„,7. land der Sudeten. De meerderheid
Het was duitsch van ras en taal.
Wsrdp.70, dacht men- Maar op 13 Maart 1939
vië ovpr*ffj7ezeb' werden Bohemen en Mora-
Wakiip tf,en werd geheel Tsjecho Slo-
fwemlj gebracht.
^Ptember 1938 zeide Hitier ook nog
En daarom, wanneer Hitier thans
tegen ons zegt, dat hij na Polen
vernield te hebben, niets meer
vraagt, wanneer hij verklaart, dat
hij niets wil van Frankrijk en dat
hij zijn grenzen zal eerbiedigen,
weten alle Franschen, dat hij niet in
gebreke zou blijven, wanneer hij
dat kon, om Frankrijk te vernieti
gen, zooals hij Oostenrijk vernie
tigd heeft, zooals hij Tsjecho Slo
wakije vernietigd heeft, zooals hij
Polen tracht te vernietigen.
„Mein Kampf" waarschuwt ons. Staat daar
in niet geschreven, dat „Frankrijk geïsoleerd
en neergeslagen" moet worden? Duitschland
heeft getracht in 011s land een propaganda tot
ontwikkeling te brengen, die de ontwrichting
van ons land ten doel had. Het heeft getracht
met geld autonomistische bewegingen uit te
lokken, ten einde onze provincies van elkaar
te scheiden. Het heeft landkaarten laten druk
ken, waarop ons land geamputeerd, ontwricht
was. Hij heeft Duitsche vrouwen verkleed als
Elzassische om ze op congressen en feesten
te laten paradeeren. Hij heeft geprobeerd om
voor goud eenige verraders te vinden in Bre-
tagne of in den Elzas. Hij brengt niets nieuws
in zijn methoden.
Hij zoekt overal Seyss Inquarts om hun va
derland te verraden.
Hij hoopt Hacha's te vinden om er het ver
val van te onderteekenen en de slavernij er
van in te wijden. Maar geheel Frankrijk is
opgestaan.
Bij ons zijn geen verraders, maar is een
eensgezind volk, moedig en vastberaden, dat
op zijn vanen schrijft, vrijheid of dood.
„Duitsche opzet zal mislukken".
Na zooveel leugens en zooveel verlooche
ningen heeft de Duitsche propaganda thans
niog slechts een laatste hoop: de krachten
van elkander los te maken, die zijn opmarsch
naar de heerschappij over de wereld gaan
breken.
Het is duidelijk, dat de Duitsche
propaganda thans nog slechts twee
doeleinden heeft. Zij wil oneenigheid
brengen tusschen Frankrijk en Enge
land. Zij wil oneenigheid brengen
tusschen de Franschen onderling.
Maar wanneer de" Franschen de vijandelijke
golflengten hun hooren zeggen, dat deze oor
een oorlog van Engeland is, dan ant
woorden zijneen, het is de oorlog van Hitier.
Hoe zou mien de Franschen, die sinds maan
den het gevaar aan hun eigen grenzen voelen
toenemen, kunnen doen gelooven dat zij oor
log voeren voor Engeland? De Duitsche pro
paganda heeft heit ongeluk, dat zij haar wijze
van optreden niet wijzigt, wanneer zij buiten
Duitsch gebied toomt.
De Franschen kennen ook, uit ervaring,
evenzeer als uit gevoelen, de waarde van de
Britsche vriendschap.
Zij zien de Engelsche vloot de Duitsche
duikibooten verjagen, zij zien zijn vliegtuigen
in ons luchtruim strijden, zijn zonen niet
meer als vrijwilligers, maar als soldaten uit
plicht, zich voegen bij de onze aan de gren
zen van Frankrijk. Zij weten ook, dat het
zelfde ideaal van menschelijtoe vrijheid en
waardigheid het hart doet kloppen van
Frankrijk en Engeland en van honderden mil-
lioenen mannen, die in hun onmetelijke rijken
al hun krachten wijden aan de gemeenschap
pelijke zaak. De Hitleriaansche radio kan dit
thema tot in het oneindige hervatten. Geen
Franscliman kan er de dupe van zijn.
Nog belachelijker is de hoop de Franschen
te doen opstaan tegen hun vaderland. Goeb-
bels of zijn opvolger kan voor zijn radio de
stemmen doen hooren van vrouwen, die be
weren te spreken uit naam van de Fransche
moeders. Deze bedienden van zijn propaganda
kunnen hun oproeping voorlezjen die niets an
ders is dan een beleediging voor de smart
der werkelijke moeders. Een eerlooze Fransch
man, verrader jegens zijn land, kan mee
warig spreken in de Duitsche studio's over
het lot van onze soldaten. Niemand onder u
•kan gevangen worden dcor die grove valstrik
ken. Deze chantage op de edelste gevoelens
wekt slechts uw afschuw en staalt slechts uw
wil.
Want de Duitsche propaganda kan
over alles liegen. Maar er 'is één ding,
waaromtrent het u niet kan mislei
den: Uw liefde voor Frankrijk. De
liefde voor Frankrijk heeft opnieuw
het wonder gewrocht, dat telkenmale
ons heil verzekerde, wanneer wij in
gevaar waren. In de beproeving wordt
onze nationale gemeenschap, dage
lijks vuriger en broederlijker. Wij voe
ren oorlog, omdat wij niet willen, dat
Frankrijk tot slavernij wordt gedoemd.
Voor zijn heil zuilen wij al onze krachten
in het werk stellen. Wij zullen voortgaan onze
maatregelen op binnenlandsch gebied voor
tucht en zuinigheid te nemen, opdat het ge-
heele land zal deelnemen aan de gemeen
schappelijke inspanning. Wij zullen niet toe
staan, dat sommigen zich verrijken, terwijl
anderen hun bloed geven. Wij zijn kalm en
vastberaden.
In ons spookt niet, zooals bij onze vijanden,
de vrees voor een langen oorlog. Wij denken
slechts aan een ding: aan de algeheele over
winning.
Die overwinning beschouwen wij ais be
haald, zoodra wij den vrede op hechte grond
slagen kunnen vestigen, zoodra wij eindelijk
Frankrijk de veiligheid kunnen brengen, die
die Hitleriaansche ondernemingen het sinds
drie jaar ontnomen hebben.
De beproeving is hard. Maar Frankrijk heeft
grootere gevaren overwonnen. Niemand heeft
het ooit kunnen vernietigen.
Altijd komt het uur, waarop de zedelijke
krachten, die de wapenrusting vormen van
de groote vredelievende naties, haar de over
winning geven. Die zedelijke krachten bezie
len al onze legers, die niet onvoorzien door
het gevaar zijn verrast. Zij hebben de mate-
rieele middelen, die in staat stellen om weer
stand te bieden en te overwinnen. Zij hebben
moed, wetenschap, vertrouwen. Zij strijden
voor de onafhankelijkheid en veiligheid van
ons vaderland en om voor altijd een einde
te maken aan de pogingen tot overheersching
van Duitschland.
Frankrijk heeft de wapens niet opgenomen
om steden in brand te steken, om vrouwen en
kinderen den dood in te jagen, om weerlooze
mannen te martelen. Het heeft de wapens op
genomen voor een rechtvaardige, mensche
lijke zaak. Daarom zal het de overwinning be
halen".
Nieuwe centrale regeering in
China.
Onder leiding van Wang Tsjing Wei.
De Japansche minister-president Abe heeft
Donderdag in de kabinetszitting medegedeeld,
dat begin November een nieuwe centrale re
geering in China zal worden aangesteld onder
Wang Tsjing Wei, nu een overeenstemming
met de voorloopige regeeringen in Peiping en
Nanking tot stand is gekomen.
Minister-President
sinds Januari van
dit jaar.
Armand Calinescoe, de Donderdag vermoorde
minister president van Roemenië, werd 21 Mei
1893 geboren in het departement Arges uit een
boerenfamilie. Hij studeerde rechten in
Frankrijk en werd doctor aan de universiteit
van Boekarest en doctor in de economische
politiek aan de universiteit van Parijs. Na
rechter te zijn geweest in het arrondissement
Arges en prefect van hetzelfde departement,
debuteerde hij in de politiek als lid van de
Nationale boerenpartij, van welke partij hij
in 1937 vice-voorzitter werd.
Na den val van het kabinet Tataresco ver
langde de koning, dat Calinescoe als minister
van binnenlandse he zaken zitting zou nemen
in het 'kabinet-Gaga, dat de verkiezingen
moest voorbereiden. Met krachtige hand trad
Calinescoe op tegen de pogingen tot revolte
van de IJzeren Garde.
Calinescoe behield zijn portefeuille in het
eerste en tweede kabinet van patriarch Miron
Christea en na den dood van dezen in Januari
van dit jaar, volgde Calinescoe hem op.
t heeft besloten en beloofd de
Souwei? ,r°len als onherroepelijk te be-
Blik op het Roemeensche grensstadje Czernowitz, waar vele Poolsche uit
gewekenen een toevlucht hebben gezocht. Ook leden van de Poolsche regeering
en legerleiders houden zich hier op.
Bevolking leeft echter hoofdzakelijk van landbouw
POLEN is een groot land, en wie het wil
leeren kennen, moet gaan tot het
uiterste Oosten. Neemt hij den weg
naar Lemberg, de hoofdstad van het
petroleumrijke Galicië, dan doet hij Lublin
aan, een van die typische kleinere Poolsche
stadjes, waarin geheel het verleden nog
spreekt, gelijk b.v. in Plock aan den Weiehsel,
of in Grodno aan den Njemen. Komt men dan
langs de vesting Przemysl, dan bereikt men al
spoedig Lemberg, Lwow geheeten, dat veel
meer op het Oosten georiënteerd is. Dat Lwow
zich tot een belangrijke, geheel moderne stad
heeft ontwikkeld, dankt het vooral aan zijn
gunstige ligging op den verbindingsweg tus
schen Oost en West. De Oostersche jaarmark
ten van Lwow genieten dan ook en terecht
een even grooten roep als vroeger die van
Lublin, welke zij geheel verdrongen. Het oude
gedeelte van Lwow met een prachtig stadhuis,
en even mooie als oude kathedraal en ver
schillende belangrijke kerkgebouwen, is tus
schen een paar riante openbare wandelplaat
sen ingedrongen; daaromheen strekt zich de
nieuwe stad uit, waarin ook het bekende Tech-
nicum is opgenomen. De Universiteit van
Lwow, die in tegenstelling b.v. met die te
Wilna en te Warschau een regelmatig
voortbestaan heeft gehad, ligt nog in het oude
gedeelte van de stad, maar geeft overigens
aan deze niet haar karakteristiek. Lwow is,
wat men zonder vrees voor tegenspraak kan
noemen, een mooie, goed" onderhouden stad,
met ruime straten, groote gebouwen, mooie
standbeelden, een paar mooie theaters en
alles wat verder tot de outillage van het mo
dern stadsbeeld behoort. Bijzonder in het oog
valt het Kilinskipark, vrijwel aan den ingang
van de stad gelegen en aardig en afwisselend
aangelegd. Het ligt recht tegenover den zgn.
Unieheuvel aan de andere zijde van de stad,
een verhooging, die op den Franz Jozef-berg
is uitgegraven ter herinnering aan de Unie
van Lublin van 1569, die Polen en Lithauen
naar het menschelijk oordeel eeuwig vereenig
de. In dergelijke herinneringsheuvels is men
in Polen sterk; Krakau kent den Koseiuszko-
heuvel, waaraan alle burgers dezer oude Pool
sche stad geleidelijk hebben meegegraven,
terwijl in de onmiddellijke nabijheid daarvan
aarde uit'de drie deelen van Polen is bijeen
gebracht,.
lï" WOW behoort reeds tot de uiterste Ooste-
lijke plaatsen van Polen. Wilna, geheel in
het Noorden, evenzeer. Tusschen- Wilna en
Lwow liggen de Oostelijke provinciën, die het
sterkst een Russisch karakter en een aan de
Russen nauw verwante bevolking vertoonen.
Ten Oosten van de lijn Lwow-Stanislawow ligt
de provincie Podolië, een vruchtbare hoog
vlakte, die dicht bevolkt is en doorsneden
wordt door een groot aantal ravijnen, die, zij
het ook minder wild en woest, aan de bekende
Amerikaansche canyons doen denken. Hier is
het land bezaaid met schilderachtige burcht
ruïnes, die ons er aan herinneren, dat hier
eens een levendig verkeer moet hebben ge-
heerscht; dat al deze burchten door wegen en
straten met het verdere binnenland waren ver
bonden. Vooral in Podhorce is een prachtig
kasteel in barokstijl uit de zeventiende eeuw;
het kasteel was van binnen, zooals tevoren
vele andere in Polen, een museum van kunst
schatten gelijk; wat er nog was, hebben de
Bolsjewieken in 1920 weggevoerd. Noordelijk
van Podolië ligt Wolhynië, dat over een even
vruchtbaren bodem beschikt, en in het Zui
den door een reeks schilderachtige heuvels
begrensd wordt. Hier vindt men steden als Lu-
bomi, Klewan, Rowno, Dubno en Ostrog, alle
door hun typischen bouw, het goed bewarend
harer karakteristiek de moeite van een bezoek
overwaard. Groote gelijkenis vertoonen zij
voor het meerendeel met Lublin, en dat is ook
het geval met Zamose, ten zuiden van Lublin
gelegen, eens de sterkste vesting van Polen.
Tten Noorden weer van Wolhynië vindt men
de provincie Polesië; deze omvat het moeras
sige en dicht met wouden begroeide stroomge
bied van de Pripet. Langs Brest-Litowsk, dat
aan den vrede van 1918 herinnert, komt men
dan in Nowogrodek, aan de Njemen gelegen,
in een omgeving, minstens even schilderach
tig als Wilna. Niet ver van de hoofdstad ligt
het dorpje Zaosie, waar de beroemde dichter
Adam Miekiewicz in 1798 werd geboren; vlak
daarbij is het kleine plaatsje met een bijna
onuitsprekelijken naam, waar Kosciuszko het
levenslicht aanschouwde. De aandacht van
den reiziger wordt in geheel dit gebied getrok
ken door de onmetelijke bosschen die er zijn
Niet ver van Brest-Litowsk verwijderd vindt
men het Bialowieska woud, dat een 2500 km2.
omvat, dicht met boomen van het prachtig
ste soort en van een hoogen leeftijd begroeid.
Geen wonder, wanneer men dit woud zien
de, bedenkt dat Polen tot de houtrijkste lan
den van Europa behoort en dat zijn houtuit-
voer een zijner belangrijkste economische
hulpbronnen vormt. Maarschalk Göring heeft
het kunnen bemerken, toen hij er jaagde, ge
lijk hij deed in de dagen dat de vriendschap
met Polen nog on verbroken was!
Wilna, stad der kerken.
Naar het uiterlijk gerekend wordt Krakau
in het Noord-Oosten minstens door Wilna ge
ëvenaard, en niet minder ook is Wilna de stad
der kerken. Want waarlijk, bijna geen stap
kan men zetten in de nauwe, bochtige en
formidabel slecht geplaveide straten van Wil
na of men ziet er een kerkgebouw hetzij aan
den Roomsch-Katholieken godsdienst gewijd,
hetzij behoorende tot de Uniaten, die vooral
hier en in Lwow sterk zijn vertegenwoordigd.
Deze kerkgebouwen met hun aantrekkelijke
gevels laten prachtige kiekj'es op het geheel
der stad toe. Geen echter kan met den Dom
evenaren, die de hoofdstraat van Wilna, naar
Miekiewicz genoemd, beheerscht. Die straat
leidt rechtstreeks naar de beide kleinere rivie
ren, aan welker samenvloeiing Wilna zoo rus
tig en zoo aantrekkelijk ligt. Inderdaad, deze
stad met haar Europeesche vermaardheid, die
zij dankt aan de wijze waarop zij bij Polen
werd getrokken, ligt te midden van een land
schap, lieflijk gelijk dat van ons Gelderland,
en straalt in geheel haar wezen een rust en
tevredenheid, die wel contrasteert- met de ver
maardheid die zij gekregen heeft. Ondanks
de moeilijkheden, die terwille van Wilna met
Lithauen zijn doorstaan, uit zich het Poolsch
karakter van de stad daarin, dat het de
Ostra Brama, met het beeld van de Heilige
Maagd, bevat, in den overloop van een der
oude stadspoorten is dit beeld opgesteld, om
ringd, gedeeltelijk versierd met al de kost
baarheden, die het in den loop der eeuwen
heeft ontvangen. Onder de poort is de straat
zorgvuldig geplaveid: geen, die passeert, zal
nalaten zijn hoed af te nemen en deze af te
houden zoolang hij binnen het gezicht van het
beeld is. Geheel den dag vindt men hier de
eenvoudige landlieden uit den omtrek ge
knield op de straat liggen.
Landbouw, hoofdmiddel van beslaan.
OLEN is, zooals een reis door dit land be
wijst, zeer geschikt voor landbouw. Rey-
mont, de bekende Poolsche schrijver, heeft ons
in zijn boek, dat hem kort voor zijn dood den
Nobelprijs bezorgde, den Poolschen boer ten
voete uit geschilderd. Eeuwen achtereen reeds
beploegt hij zijn land, vroeger vooral ten bate
van zijn landsheer, thans meer ten bate van
zichzelf. Toch treft men het grootgrondbezit
in Polen nog veelvuldig aan: het vraagstuk
der agrarische hervorming is voor Polen zeer
belangrijk. Te haastig durfde men aan dit
grootgrondbezit niet te komen, omdat juist
door het bestaan daarvan de ontwikkeling
van den landbouw in hooge mate is bevor
derd. Ruim 65 pCt. van de Poolsche bevolking
leeft van den landbouw, maar vooral de Rus
sen hebben in het vroegere Congres-Polen,
aldus genaamd naar de grenzen, die het con
gres van Weenen van 1815 trok, ook een uit
gebreide industrie gevestigd. Zij hebben Lodz
en Bialystok als centra van weefindustrie ge
vestigd; zij zijn er indirect oorzaak van, dat
tal van grootere en kleinere Poolsche in
dustrieplaatsen zijn ontstaan, vooral daar,
waar de nabijheid van kolenmijnen het ont
staan van de industrie vergemakkelijkt. Maar
het is ook een land van natuurschoon van uit
eenloopenden aard. Men denke maar aan de
omgeving van Zakopane, waar ons Kroonprin
selijk paar vertoefde. Van Zakopane uit kan
men in de Tatra prachtige zwerftochten ma
ken, en in den winter komen hier de Poolsche
edelen en sportlieden, die er, gehuld in win-
tersche kleedij, op uit gaan om wild, in het
bijzonder beren te jagen en te schieten. Langs
de geheele Zuidgrens van Polen zet zich de
Karpathen-keten voort. Als men met den trein
van Krakau naar Lwow gaat ziet men dien
keten echter bijna niet. Het landschap is dan
vlak en schijnbaar onbeduidend, maar het
bergt een niet onbelangrijke suiker-, en een
nog veel belangrijker petroleumindustrie in
zich.
Voor den gemiddelden West-Europeaan houdt
Europa nu eenmaal op aan de grenzen van
Duitschland. Een misvatting, die in den loop
der achter ons liggende j'aren wel eens tot ver
keerde gevolgtrekkingen heeft geleid en in de
toekomst wellicht zal leiden. Polen verdient
een beter oordeel dan in deze misvatting ligt
opgesloten.
H. CH. G. J. VAN DER MANDERE
Dr. Goebbels sprak berichten
tegen.
Dr. Goebbels heeft, na over de houding van
Duitschland tegenover Nederland en België te
hebben gesproken en na enkele vragen te heb
ben beantwoord (men zie daarvoor pag. I) uit
zichzelf nog een aantal onjuiste berichten
tegengesproken, o.a. het bericht van den Ame-
rikaanschen journalist Knickerbocker, dat de
nationaal-socialistische leiders in het buiten
land geheime conti zouden hebben aangelegd.
Vervolgens zeide hij: „In de buitenlandsche
pers doen steeds meer berichten de ronde dat
gerekend moet worden op zeer ernstige moei
lijkheden in het Protectoraat of dat deze
moeilijkheden reeds nu te zien zouden
zijn. Ook in dit geval kan ik deze berichten
met klem tegenspreken. De toestand in het
Protectoraat is absoluut kalm en bevredigend
voor onze behoeften.
Het derde dementi behoef ik eigenlijk u niet
uit te spreken. Ik heb in de buitenlandsche
pers gelezen, dat ik reeds dood ben of dat ik
ben afgetreden, of dat ik mij niet 'kan ver
eenigen met het oorlogsdoel van den Führer
of de rijksregeering. Dit zijn zulke belache
lijke, domme en naieve praatjes, dat ik er
niets op behoef te antwoorden. Ik maak hier
alleen op uit, dat de Britsche leugenpropa
ganda ongeveer dezelfde wegen bewandelt als
in de jaren 1914 tot 1918. De Britsche leu
genpropaganda zou ook gelijk hebben, wan
neer ondertusschen in Duitschland niet een
afweer zou zijn ingesteld.
U kunt begrijpen, dat ik met een zeker
welbehagen deze pogingen van de Britsche
regeering gade sla, nu plotseling een proga-
ganda-ministerie in te stellen, dat hier mi
nisterie van voorlichting wordt genoemd, ora
de wereld met een vloed van leugens over
Duitschland te overstelpen. Deze kinderlijke
pogingen kunnen ons natuurlijk niet beïn
vloeden in onze rust en onze souvereine ze
kerheid. Ik zie derhalve ook geen aanleiding
om geruchten, alarmeerende en valsche be
richten over mijn persoon recht te zetten.
Het antwoord, dat ik geef, is de Duitsche in
formatie, wanneer u wilt de Duitsche propa
ganda en ik geloof, dat wij het op dit gebied,
naast de groote successen welke onze weer
macht in Polen heeft bereikt, ook met succes
tegen Engeland hebben opgenomen in de af-
geloopen weken, zoodat ik geen aanleiding
heb zakelijke dementi's over mijn persoon
naar voren te brengen. Mijn persoon behoef
ik niet meer te legitimeeren, want ik geloof,
dat zij u ook in den arbeid van de laatste drie
weken op eenigerlei wijze onder de oogen is
gekomen".
Twee nieuwe lichtingen in
Duitschland opgeroepen.
De Duitsche bladen maken, naar
Havas meldt, melding van de oproe
ping der lichtingen 1911 en 1912 op
order van het ministerie van bin-
nlenlancLsche zaken en het legercom-
mando. ~"r