Xitie* acfU accoond
nog steeds
75 en 95 gulden
W. ALPHENAAR
In den nieuwen Pooischen staat geen
plaats voor intriges tegen Duitschland
en Rusland, verklaart de Führer.
STUDIE-PIANO'S
zaTERDXG 7 OCTOBER 1939
In zijn Vrijdag gehouden Rijksdagrede heeft Hitier gezegd dat
een nieuwen Pooischen staat gevormd zal worden, waarin geen
„intriges" tegen Dtiitschland en Rusland mogelijk zijn.
Hitier acht het nog altijd mogelijk tot overeenstemming met
Engeland en Frankrijk te komen. Nu het lot van Polen beslist is,
bestaat er z. i. geen reden meer om verder oorlog te voeren. Hitier
deed geen concrete vredesvoorstellen, doch besprak wel de moge
lijkheid van een conferentie ter regeling van internationale
kwesties. Een dergelijke conferentie had echter een langdurige
voorbereiding noodig en kon niet onder gelijktijdigen druk van
oorlog of gemobiliseerde legers gehouden worden.
Hitier zeide, dat, indien zijn woorden geen gehoor zouden
vinden, dit zijn laatste verklaring was geweest en Duitschland zich
tot krachtigen strijd zou opmaken.
Hij noemde nog de volgende doelstellingen der Duitsche
regeering:
Billijke regeling van de Duitsche grenzen, welke in overeen
stemming is met de ethnologische en sociale situatie.
Verscheidene rassen in het geheele onder Duitsche souvereiniteit
staande gebied en in geheel Zuid-Oost-Europa moeten de hun
toekomende plaats krijgen, *1
Streven naar regeling van het Joodsche vraagstuk.
Het opnieuw opbouwen van de handelsbetrekkingen met alle
landen.
Hitler deed overigens uitkomen, dat hij buiten de teruggave der
koloniën, geen territoriale eischen meer had.
Met betrekking tot de verhouding tot Polen in1
de na-oorlogsche jaren, zeide Hitier dat
Duitschland steeds getracht heeft de betrek
kingen te verbeteren.
De in Maart 1939 aan de Poolsche re
geering toegezonden voorstellen, zeide spre
ker, waren niets anders dan de door mij per
soonlijk met den minister van buitenland-
sche zaken Beek zelve reeds lang tevoren be
sproken ideeën en gedachten.
Wanneer de Poolsche regeering indertijd het
ingaan op een bespreking van deze voorstellen
van de hand wees, dan bestonden daarvoor
twee redenen.
_l.De achter haar staande opgeruide chau
vinistische drijfkrachten hebben er in het ge
heel niet aan gedacht de kwestie Dantzig op
te lossen, doch integendeel, zij leefden reeds
in de later door publicisten en sprekers ge
koesterde hoop, veel meer dan Dantzig van
het Duitsche Rijksgebied te kunnen verwer
ven; d.w.z. dus te kunnen aanvallen en ver
overen. Weliswaar bleven deze wenschen niet
bij Oost-Pruisen, neen, ook de annexatie van
Pommeren en Silezië werd geëischt, ja, ten
slotte zelfs werd de Elbe als de natuurlijke
scheidingslijn tusschen Duitschland en Polen
aangegeven.
2. De tweede reden lag in die onzalige
Sarantiebelofte, welke men een staat heeft
gedaan, die heelemaal niet bedreigd werd,
die evenwel thans, gedekt door twee wereld-
mogendhedjen, zich zeer snel inleefde in de
overtuiging, een groote mogendheid ongestraft
te kunnen provoceeren, ja misschien zelfs
hoopte, daarmede de voorwaarde te scheppen
voor de verwezenlijking van zijn eigen zotte
ambities. Want zoodra de Polen zich in het
oezit wisten van deze garantie, bekon voor
ae daar wonende minderheid een waar schrik
bewind.
Aan deze staatsleiding een garantie ver
iaenen, zooals is geschied, kon slechts tot het
argste onheil leiden.
De waarschuwingen, de voortdurende fusil-
laermg en marteling van Duitschers in Dant
zig eindelijk te staken, althans er tegen op
ie komen, heeft geleid tot een toeneming van
fleze barbaarsche daden. De Duitsche voor
dellen, nog op het laatste oogenblik een bil-
-yke en verstandige regeling tot stand te
Mengen, werden beantwoord met de alge-
aeene mobilisatie.
Het Duitsche verzoek (in overeenstemming
et de door Engeland zelve gegeven gedachte)
onderhandelaar te sturen, werd niet op-
gev°igö en den dag daarna beantwoord met
®en maar al te beleedlgende verklaring. On-
rfaf j e ortlstandigheden was het duidelijk,
mP»? verc*ere aanvallen op het Rijks-
loopen Duifcsc3le thans ten einde zou
Wanneer nu uit dit Duitsche optreden een
fgengemeensehap met Rusland is ont-
aarri \fan daarmede niet alleen de gelijke
v3 der problemen gemotiveerd, welke de
ae staten raken, doch ook de gelijke aard
Penningen, welke de beide staten zich
trpw?1 hebben' bij de organisatie hunner be-
hpu~vS€n' Reeds in mijn rede te Dantzig
is vni Ver^.aar<1' dab Rusland georganiseerd
o?i7p T?n-S PrinciPes die verschillende zijn van
iaJ yuiteche. Sovjet-Rusland is Sovjet-Rus-
W ,,naiionaal-socialistisc.he Duitschland i-
j:y] naal-socialistische Duitschland. Een
"«J is evenwel zeker: op het oogenblik waar
de tp wederzijds hun verschillen-
- regeerinp.:.9t^i.coi<; en beginselen eerbiedigen
vervalt iedere reden voor eenige wederzijdsche
vijandige houding.
Duitschland en Rusland zullen gemeen-
scheppelijk eenige gevaarlijke plaatsen van
Europa van haar dreigende karakter ont
doen en ieder in zijn gebied bijdragen tot de
welvaart der daar wonende menschen
daarmede tot den Europeeschen vrede.
Duitschland en Sovjet-Rusland hebben
«en duidelijke grens der wederzijdsche be-
langengebieden getrokken, met het besluit,
ieder op zijn del te zorgen voor de rust en
de orde en alles te verhinderen, wat den an
deren partner schade zou kunnen toebren
gen.
De bedoelingen en taken welke voortvloeien
uit het ineenstorten van den Pooischen staat,
zijn daarbij voor zoover het de Duitsche be
langensfeer- betreft, ongeveer de volgende:
1. De vaststelling van een rijksgrens, welke
aan de historische, ethnografische en eco
nomische voorwaarden recht doet wederwa
ren.
2. De pacificatie van het geheele gebied in
den zin van het tot standbrengen van een
dragelijke rust en orde.
3. De absolute garantie van de veiligheid
niet alleen van het rijksgebied, doch van de
geheele belangenzöie.
4. De nieuwe ordening, nieuwe opbouw van
het economische leven van het verkeer en
daarmede ook van de cultureele en bescha
vingsontwikkeling.
5. Als belangrijkste taak evenwel: een
nieuwe ordening van de ethnografische toe
standen, d.w.z. een verhuizing der nationali-
teiten, zoo, dat zich aan het slot van de ont
wikkeling betere scheidingslijnen voordoen
dan thans het geval is.
Het geheele Oosten en Zuid-Oosten van
Europa is ten deele vol van een onhoudbare
versnippering van de Duitsche volksgroepen.
Juist hierin ligt een reden en een oorzaak
van voortdurende stoornissen tusschen de
staten.
Duitschland en de Unie der Sovjet
republieken zijn overeengekomen, el
kander hierbij wederzijds te steunen.
De regeering van het Duitsche rijk
zal daarbij nimmer toegeven, dat de
daarbij ontstane Poolsche rompstaat
op eenïgerlei wijze een element zou
kunnen worden voor het Rijk zelf of
zelfs ook maar een bron van ver
storingen tusschen het Duitsche Rijk
en Sovjet-Rusland.
De verhouding tot de neutralen.
Hitier wees vervolgens op feiten, welke z.i.
„niet door het geschrijf van internationale
persleugenaars uit de wereld zijn te helpen'
Hij verklaarde:
1. Duitschland heeft met de Baltische Sta
ten niet-aanvalspacten gesloten. Zijn belan
gen aldaar zijn uitsluitend van economischen
aard.
2. Duitschland heeft met de Noorsche sta
ten reeds vroeger geen belangenconflicten of
zelfs maar geschilpunten gehad en heeft
deze thans evenmin. Zweden en Noorwegen
hebben beiden van Duitschland niet-aanvals-
verdragen aangeboden gekregen en deze
slechts geweigerd omdat zij zichzelf geens
zins bedreigd gevoelden.
3. Duitschland heeft tegenover Denemar
ken geenerlci consequenties getrokken uit de
bij het verdrag van Versailles verrichte af
scheiding van Duitsch gebied, doch integen
deel met Denemarken een loyale en vriend
schappelijke verhouding tot stand gebracht.
Wij hebben geenerlei eischen tot revisie ter
sprake gebracht, doch met Denemarken een
niet-aanvalspact gesloten. De verhouding met
dezen staat is hiermede gericht op een on
veranderlijk loyale en vriendschappelijke sa
menwerking.
4. Nederland: Het nieuwe rijk heeft
geprobeerd de traditioneele vriend
schap met Nederland voort te zetten.
Het heeft geen verschil tusschen de
beide landen overgenomen en ook geen
nieuwe geschapen.
5. België: Ik heb direct na overneming der
staatszaken geprobeerd de verhouding tot
België "een vriendschappelijken vorm te ge
ven. ik heb afgezien van iedere revisie en op
iederen wensch tot revisie.
6. Zwitserland: Dezelfde houding neemt
Duitschland aan tegenover Zwitserland. De
Rïjksregeering heeft nimmer ook slechts ir
het minst aanleiding gegeven tot de betwij-
feling van haar wensch, de betrekkingen tus
schen de beide landen op loyale wijze te orga-
niseeren. Zij heeft overigens ook zelf nimmer
een klacht ingediend over de verhouding tus
schen de beide landen.
7. Ik heb direct na de voltrokken „An
schluss" aan Joego-Slavië meegedeeld, dat de
grens ook met dien staat van toen af aan
voor Duitschland ongewijzigd is en dat wij
slechts in vrede en vriendschap met Joego
slavië wenschen te leven.
8. Met Hongarije zijn wij verbonden door
een traditioneele band van nauwe en harte
lijke vriendschap, die sedert jaren bestaat.
Ook hier zijn de grenzen onveranderlijk.
Slowakije heeft zelf tot Duitschland den
wensch gericht om hulp bij gelegenheid van
zijn ontstaan. Zijn zelfstandigheid wordt door
het rijk erkend en niet aangetast. I-k heb, te
zamen met den Duce, een wijziging tot
stand gebracht in de verhouding van het Rijk
tot Italië. De tusschen de beide landen be
staande grenzen zijn door beide rijken
plechtig als onveranderlijk erkend.
Ik heb evenwel vooral alles gedaan om de
erhouding tot Frankrijk te verbeteren. Ik
heb hier in uiterste duidelijkheid eens de
Duitsche eischen gepreciseerd en ik ben van
deze verklaring nimmer afgeweken. Nadat
Frankrijk het probleem van de teruggave van
het Saargebied op loyale wijze had opgelost,
is iedere eisch- ten aanzien van Frankrijk
weggevallen.
Ik heb in het Duitsche volk alles gedaan om
de gedachte aan een niet te veranderen erfe
lijke vijandschap uit te roeien en in plaats
hiervan de achting voor de groote prestaties
van het Fransche volk te planten.
Mijn pogingen een overeenstemming tus
schen Engeland en Duitschland tot stand te
brengen, waren zeker niet minder krachtig.
Het is een doel van mijn leven geweest, deze
beide volken niet alleen langs den weg van
het verstand, doch ook van het gevoel nader
tot elkaar te brengen. Het Duitsche volk is
mij op dezen weg gewillig gevolgd. Wanneer
mijn pogen mislukte, dan is dit slechts omdat
een deel van de Britsche staatslieden en
journalisten mij persoonlijk een hevige
vijandschap toedroegen.
Ik geloof thans nog, dat een wer
kelijke vrede in Europa en de we
reld kan bestaan, wanneer Duitsch
land en Engeland tot overeenstem
ming komen.
Waarom zou in het Westen oorlog worden
gevoerd? Om Polen te herstellen? Het Polen
van het verdrag van Versailles zal nooit meer
opstaan. Dit garandeeren twee der grootste
staten der aarde. Het vraagstuk van het her
stel van een Pooischen staat kan niet worden
opgelost door een oorlog in het Westen, doch
alleen door Rusland en Duitschland.
Het is een zinnelooze dwaasheid millioenen
menschenlevens te vernietigen en honderden
milliarden aan waarden te vernielen om een
gebouw te herstellen, dat reeds bij zijn op
richting door alle niet-Polen een mislukking
werd genoemd.
Twee vraagstukken.
Twee vraagstukken moeten besproken wor
den:
1. De regeling van alle vraagstuk
ken, welke zijn ontstaan door het uit
eenvallen van Polen.
2. Het probleem van het uit den
weg ruimen van internationale zorgen,
die het leven van de volken politiek
en economisch bemoeilijken.
Het doel van de rijksregeering is:
1. Het scheppen van een rijksgrens
welke, zooals reeds is gezegd, over
eenkomt met de historische volken
kundige en economische voorwaarden.
2. De ordening van het geheel vol
gens nationaliteiten, d.w.z. een oplos
sing voor alle minderheden vraagstuk
ken, welke niet alleen Duitschland
betreffen, doch bijna alle Zuid- en
Zuidoostelijke Europeesche staten.
3. In verband hiermede de poging
tot ordening en regeling van het
Joodsche vraagstuk.
4. Het nieuw opbouwen van het
verkeers- en economische leven ten
behoeve van allen, die hier leven.
5. De garantie van de veiligheid
van dit geheele gebied.
6. Het herstel van een Pooischen
staat, welke in constructie en leiding,
de garantie biedt geen nieuwe haard
tegen Duitschland te vormen, noch
een centrale van intriges tegen
Duitschland-Rusland.
Hitier achtte het herstel van de overtuiging
en het gevoel van een Europeesche veiligheid
van het gTOOtste belang. Hiertoe is noodzake
lijk dat:
le. Het doel van de buitenlandsche poli
tiek van de Europeesche staten absoluut dui
delijk wordt. Wat Duitschland betreft is de
rijksregeering bereid volledige klaarheid te
scheppen over haar buitenlandsch politiek
doel.
Zij stelt hierbij voorop, dat het ver
drag van Versailles als niet meer be
staand wordt beschouwd en dat de
Duitsche regeering en met haar het
geheele Duitsche volk geen reden
meer ziet voor een verdere herziening,
behalve dan de eisch van het aan
Duitschland toekomende koloniale
bezit. Deze eisch is geen ultimatum en
is geen eisch waar geweld achter staat,
doch is een eisch van politieke recht
vaardigheid en economisch gezond
verstand.
2e. Het bevorderen van een werkelijk bloei
ende internationale economie tezamen met
vergrooting van den handel en het verkeer.
Ter verlichting van de uitwisseling der pro
ducten moeten de markten opnieuw georiën
teerd worden en moet de verhouding der
munteenheden definitief worden geregeld,
teneinde zoo de hindernissen voor den v-rijen
handel uit den weg te ruimen.
3e. De voornaamste voorwaarden voor een
werkelijk bloeiende economie in en ook buiten
Europa, is het herstel van een werkelijk ge
garandeerde vrede en het gevoel der veilig
heid van de volken. Deze veiligheid wordt niet
alleen mogelijk gemaakt door het definitief
sanctionneeren van den toestand in Europa,
doch voor alles door het verminderen van de
bewapening tot een verstandig en economisch
draagbaar peil. Tot dit noodzakelijk gevoel
van veiligheid behoort voor alles een ophelde
ring over het toepassen van bepaalde mo
derne wapenen, die door hun uitwerking in
staat zijn ieder oogenblik het hart van ieder
volk te treffen en daardoor een voortdurend
gevoel van onveiligheid geven.
Het moet gelukken het toepassen van het
luchtwapen van gas en van duikboaten en
ook het begrip contrabande zoo vast te stellen
dat den oorlog het vreeselijke karakter van een
strijd tegen vrouwen en kinderen en in het
geheel tegen niet-strijders ontnomen wordt.
Het moet mogelijk zijn in samenwerking met
het Roode Kruis een definitieve algemeen
geldige internationale regeling te vinden.
Slechts onder deze voorwaarden kan in ons
dicht bevolkte continent een vrede ontstaan,
welke bevrijd van wantrouwen en angst een
werkelijken bloei kan geven aan het econo
mische leven.
Om dit groote doel te bereiken zul
len toch de groote landen samen moe
ten komen, om een statuut uit te wer
ken, aan te nemen en te garandeeren,
dat hen allen het gevoel geeft van
veiligheid, rust en vrede Het is onmo
gelijk dat een dergelijke conferentie
bijeenkomt, zonder grondige voorbe
reiding, d.w.z. zonder de opheldering
van de diverse punten.
Het is eveneens onmogelijk dat een
dergelijke conferentie, die het lot van
dit werelddeel voor tientallen jaren
moet bepalen, werkt onder het gebul
der van de kanonnen en onder druk
van gemobiliseerde
Het in stand houden van den huidigen toe
stand in het Westen is ondenkbaar. Iederen
dag zal snel stijgende offers kosten. Eens zal
misschien Frankrijk voor het eerst Saar-
briicken beschieten en vernietigen. De Duit
sche artillerie zal dan van haar zijde uit wraak
Mulhouse in puin schieten. Frankrijk zelf dan
weer als wraak Karlsruhe onder het vuur
van zijn kanonnen nemen en Duitschland
weer Straatsburg. Dan zal de artillerie naar
Freiburg schieten, en de Duitsche naar Col-
mar of Schlettstadt. Men zal dan verder rei
kend geschut opstellen, en aan beide zijden
zal de vernieling steeds verder om zich heen
grijpen. En wat tenslotte door het verdragend
geschut niet meer te bereiken zal zijn, zullen
de vliegers vernielen. Dit alles zal zeer inte
ressant zijn voor een bepaalde internationale
journalistengroep en zeer nuttig voor de fabri
kanten van vliegtuigen, wapens en munitie
e.d., doch verschikkelijk voor de slachtoffers.
En deze strijd der vernieling zal zich niet
beperken tot het vasteland, neen, hij zal verder
gaan over zee. Er bestaan thans geen eilanden
meer en het Europeesche volksvermogen zal
in granaten uiteenbarsten, terwijl de volks
kracht zal leegbloeden op de slagvelden.
Eens evenwel zal tusschen Duitschland en
Frankrijk toch weer een grens bestaan. Slechts
zullen dan iniplaats van de -bloeiende steden
puinhoopen en eindelooze begraafplaatsen
liggen.
De heer Churchill c.s. mag deze opvatting
nu rustig uitleggen als zwakte of lafheid. Ik
heb met hun meening niets te maken. I-k leg
deze verklaring slechts af omdat ik begrijpelij
kerwijs ook mijn volk dit leed wil besparen.
Mocht evenwel de opvatting van
den heer Churchill en zijn aanhang
succes hebben, dan zal deze verklaring
mijn laatste zijn geweest. Dan zullen
wij strijden. Noch geweld van wape
nen noch de tijd zullen Duitschland
bedwingen. Een November 1918 zal in
de Duitsche geschiedenis niet meer
worden herhaald.
De hoop op een uiteenvallen van ons volk
is kinderlijk. De heer Churchill mag overtuigd
zijn dat Engeland zal overwinnen. Ik echter
twijfel er geen seconde aan dat Duitschland
zal zegevieren. De toekomst zal uitwijzen wie
gelijk heeft gehad. Slechts één ding is zeker,
nog nooit in de wereldgeschiedenis zijn er
twee overwinnaars geweest, wel dikwijls alleen
overwonnenen. Ook in den laatsten oorlog lijkt
het mij dat dit het geval is geweest.
Mogen thans die volken en hun leiders het
woord nemen, die van gelijke meening zijn.
En mogen zij die meenen dat in den oorlog
een betere oplossing ligt, mijn hand terug-
stooten.
Als Führer van het Duitsche volk en kanse
lier van het rijk, kan ik in dit oogenblik God
slechts danken dat hij ons in den eersten
zwaren strijd om ons recht zoo wonderbaar
lijk heeft gezegend. En Hem slechts bidden
dat Hij ons en alle andere volken den juisten
weg laat vinden opdat niet slechts het Duit
sche volk, coch geheel Europa een nieuw
geluk van den vrede ten deel zal vallen.
Zooals reeds in een groot deel van onze
vorige oplaag is gemeld deelde Hitler in zijn
rede mede, dat in Polen 10.572 Duitschers
waren gesneuveld en 30.222 gewond. Boven
dien worden 3404 man vermist, van wie een
deel vermoedelijk is gevallen. Er werden 694.000
Polen gevangen genomen.
I Wegens plaatsgebrek
eenige uit stekende
TE KOOP (met 5 jaar garantie).
Kruisweg 49, Haarlem
Lof voor de houding van
Duitschen duikbootofficier.
Een 19-jarige student, Ronald Farrell ge
naamd, die behoorde tot de opvarenden van
het door een Duitsche duikboot tot zinken
gebrachte Britsche s.s. „Blairlogie", heeft zich
vol lof uitgelaten over de hoffelijkheid van
een der officieren van de U-boot. Nadat het
schip tot zinken was gebracht, aldus Farrell,
voer de duikboot om de twee reddingbooten
van het gezonken schip. Een officier., die
eerste officier scheen, vroeg of er gewonden
of zieken in ons midden waren en of
voldoende levensmiddelen hadden. Hij gaf ons
twee flesschen jenever en een groot pak siga
retten en wachtte terwijl wij het water uit
een der booten hoosden. De officier, die goed
Engelsch sprak, bleef een half uur praten en
zeide o.a.:
,Het Duitsche volk wil geen oorlog. Ik wil
hem zelf ook niet, doch vervul slechts mijn
plicht".
Ik merkte op, aldus besloot Farrell, dat de
bemanning der duikboot geheel uit jonge
mannen van ongeveer dertig jaar en jonger
scheen te bestaan.
De opvarenden van de „Blairlogie" zijn
later opgepikt door het Amerikaansche s.s.
„American Shipper".
(Adv. Ingez. Med.)
Fransclie communistische leiders
voortvluchtig.
Thorez gaf aan de oproeping voor den
militairen dienst geen gehoor.
Maurice Thorez
Maurice Thorez, het communistische
Kamerlid voor het departement van de
Seine en secretaris-generaal van de
ontbonden communistische partij, wordt
naar Havas meldt, door de militaire
autoriteiten gezocht. Hij heeft zioh niet
bij zijn regiment gemeld, toen hij werd
opgeroepen op 4 October. Zijn afwezig
heid is derhalve onwettig.
Verder zijn ook Ramette en Florimond
Bonte, voorzitter en secretaris-gene
raal van de groep „werklieden en boe
ren" welke na de ontbinding van de
communistische partij werd gevormd,
voortvluchtig.
Japansclie ambtenaren trekken
hun ontslagaanvrage in.
TOKIO 6 October (Reuter-A. N. P.) Meer
dan 90 ambtenaren van het ministerie van bui
tenlandsche zaken, die gisteren, na het besluit
van het kabinet, een ministerie van handel te
vormen, hun ontslag hadden ingediend, hebben,
hun ontslagaanvrage ingetrokken, nadat zij
hadden ingezien, dat deze zou worden aanvaard.
De minister van buitenlandsche zaken, No-
moera, heeft de vertegenwoordigers van de
ontevreden ambtenaren toegesproken en er bij
hen op aangedrongen, dat zij op hun post zou
den blijven en het plan voor een ministerie van
handel aanvaarden.
Engeland tegenstander van Pan-
Amerikaansche veiligheidszone.
LONDEN, 6 October Een lid van de Ad
miraliteit heeft gezegd, dat Engeland
tegen een instelling van de Pan Amerikaan
sche veiligheidszone is, omdat Engeland in dat
geval van zijn koloniën, zooals Britsch G-uyaria
zou worden afgesloten.
(United Press).
Engelsch stoomschip tot zinken
gebracht.
Een der opvarenden opgebracht.
Reuter meldt dat het Britsche stoomschip
„Glenfarg", metende 876 ton, volgens een me-
dedeeling van het ministerie voor de voorlich
ting tot zinken* gebracht is door een Duitsche
duikboot. Alle opvaren-den zijn opgepikt en vei
lig aan land gebracht met uitzondering van één
man, die is overleden aan de opgeloopen ver
wondingen.
Duitsche mededeeling inzake de
„Iroquois" wekt verontwaardiging
in Engeland.
Houding van admiraal Rader gelaakt.
In een verklaring betreffende de mededee
ling der Duitsche marine aan de Vereenigde
Staten ten aanzien van het stoomschip „Iro
quois" zegt de Britsche admiraliteit: „Het is
verwonderlijk, dat een officier van de vroegere
Duitsche vloot als admiraal Rader zijn uniform
vernedert door zich te leenen tot zulk een laag
heid". Verwijzende naar de usggestie, vervat in
de woorden „een herhaling van de omstandig
heden, die het verlies van de Athenia ken
merkten", zegt de admiraliteit: „De Athenia
werd natuurlijk tot zinken gebracht door een
Duitsche duikboot, hetgeen duidelijk werd ge
zien door verantwoordelijke overlevenden, ter
wijl geen Britsche duikboot zich binnen een af
stand van verscheidene honderden mijlen be
vond. Het feit, dat een dergelijke suggestie is
gedaan door de Duitsche regeering heeft ons
eens te meer in staat gesteld de misdadige me
thoden van de nationaal-socialistische politieke
denkbeelden te begrijpen en af te meten".
Een Reuterbericht uit Hydeprk meldt dat
president Roosevelt tegenover vertegenwoordi
gers van de pers heeft verklaard, dat het uit
zenden van oorlogsschepen tot bewaking van
de „Iroquois" een zeer goed voorbeeld vormde
voor het werken van de Amerikaansche neu-
iraliteitspatrouilleering in de Atlantische wate
ren. Hij zeide, dat de neutraliteitspatrouille-
vaartuigen reeds op zee waren, hetgeen de be
waking van de „Iroquois" veel eenvoudiger
maakte dan anders het geval zou zijn geweest