Alweer voor de militairen Herfststemming 0* Menu van de week ONS HAAR Afrikaan TAGETES. Rubriek voor Vragen V K IT D A Cr 13 OCTOBER '1939 DE zomertijd is voorbij, het Is vroeg donker, de wolken hebben den heelen dag al laag over het kille land gehangen en tegen de schemering is het ook nog gaan regenen, hard en zonder wind, recht naar beneden. De schemerige verte is nevelig als op een Novemberdag, de voorbijgangers zien bleek van de miezerigheid en bij dit wintersch beeld passen de nog bijna groene boomen en heesters slecht, alsof de herfst vergeten had ze ditmaal van hun zomersche versiering te ontdoen. Er passeert een groepje soldaten In de pas; het geluid van hun „kistjes" op de straat- steenen in de kille natte atmosfeer klinkt eentonig, alsof het niet meer zal kunnen op houden. In liet vallende licht komt een moedertje met haar baby in den wagen haastig voorbij de kinderwagen is zoo goed tegen regen en kou beschut, dat het kleine menschje allicht thuis meer frissche lucht in de kamer met het open raam zal krijgen, dan in dit bedompte en al te veel beschermde vertrekje op wielen. Een oud echtpaar schuift op moeilijke voeten, kouwelijk in elkaar gedoken, voorbij. Zij haasten zich niet, maar dat gaat immers niet meer op hun leeftijd, zij moeten zich wel laten natregenen. Het is een sombere naargeestige herfstdag: waar blijven de prachtige najaarskleuren, waarop de zon wanngloeiende schitteringen toovert, waar is de keurige kruidenlucht die het najaar ons als laatste groet van de schoonheid in de natuur zendt? Daar gaan een paar vroolijk kwetterende meisjes voorbij op de fiets, de schooltasschen achterop gebonden. Ze hebben het druk met elkaar, de eene schatert het uit, de andere, die succes met haar verhaal heeft, vertelt met verheffing van stem vroolijk verder. Zij voe len den regen niet, hun met zorg gemaakte krullenkapsel gluurt door de ondoordring baarheid van eeliophaan puntmutsje, de kou voelen zij niet, zij hebben plezier om hun dwaze en onbelangrijke verhalen. Kort achter hen komt een tweede groepje soldaten in de pas; zij loopen geanimeerd te fluiten van „vaste verkeemg" en als het lied uit is, komt de voorfluiter direct aansluitend met. een nieuw op de proppen. Ze hebben geen verdriet, zij fluiten en stappen stevig op de maat. Een moeder en grootmoeder met een huppe lend kind tusschen zich in gaan langzaam, vanwege de kleine kinderpasjes en de moei lijke oude vrouwenpassen voorbij, maar zij praten druk met het kind, dat met zijn hooge stemmetje de heele straat vult Een sombere wereld, een somber jaargetijde, somber weer, wat doen al deze menschen met hun opgewektheid, zij hebben zeker geen zor gen, zeggen zij die zich door al de narigheid hun levensvreugde laten ontnemen. Wij hebben wel zorgen, is het antwoord, even goed als ieder ander in een moeilijken tijd. Maar waarom zouden wij dus het leven laten vergallen door de vroolijkheid uit ons bestaan te bannen, door de dagelij ksche vreugden aan een klein kind, aan een vroolijk lied, aan een opgewekt verhaal, en al die andere kleine levensgenoegens te ontloopen en enkel maar de zware, de zorgvolle zijde van het leven te willen zien. Moeder en grootmoeder maken zich zeker beide zorg over het jonge kind en in welken moeilijken tijd moet 't worden groot gebracht. De soldaten liggen ook wel wakker om met verdrietige gedachten aan de moeilijkheden thuis te denken, de vroolijke meisjes kennen ook de zorgen van moeder thuis, hoe het nu wel loopen zal in de toekomst, maar de le vensvreugde willen zij zich toch niet laten ontnemen. Er is immers nog zooveel goeds om zich over te verheugen, al zijn het dan klei nigheden die door veel moeilijkheden in de schaduw kunnen worden gesteld. Maar niemand kan het leven leven bij enkel somberheid: zoek de lichtpunten op, verwarm er uzelf aan en probeer ze over te dragen op de medemen- schen, 't leven zal er zijn grauwheid door ver liezen. E. E. J.—P. Hoe maken ons huis we Een origineele wandversiering Oude Chianti-flessohen als wandversiering, het klinkt wellicht een beetje vreemd, maar het staat toch heusch allergenoegelijkst. Wie heeft er niet een hoekje in zijn kamer, dat heel erg wat fleurigheid noodig heeft, „maar wat moeten we daar nu eens hangen!" Zoo'n stelletje flesschen kan dan redding bren gen, zij passen zich immers bij ieder milieu aan, wat kleur en uitvoering betreft. Doch het behoeft niet per se een donker somber hoekje te zijn, ook in 't volle licht doen zij heel erg hun best de kamer die speciale en eigene noot te geven, die bij ieder gezin zoo ver schillend en van zoo'n groot belang is, want de Chianti-flesschen op onze afbeelding wil len slechts als voorbeeld dienen voor de dui- zend-en-één mogelijkheden, die ieder ermede bereiken kan. Hebben we de Ohanti-flesschen compleet, d.w.z. met hun keurige hoesjes van pitriet en raffia, dan hebben we een grooten voorsprong. Hoogstens luisteren wij het naturel dan nog wat op met enkele draden vroolijk gekleurd materiaal, dat we met groote overhandsche steken langs bodem en flesch naaien, hetzij netjes in volgorde, dan wel zoo hier en daar een steek. Hierdoor alleen reeds kunnen wij een zeer origineel geheel bereiken, al of niet ;evuld met kleurige kwastjes zoo hier en daar, eveneens van raffia. Hoe we van oud nieuw maken Jongensblouses uit Vader's jas. Voor mooie herfstdagen is deze blouse, die we kunnen maken uit een oude jas van tweed, ratiné of gabardine, een geschikt klee- dingstuk. Immers, U weer wordt langzamerhand killer en van een jas hebben de jongens met spelen gauw last. Een paar groote zakken op de borst, waarin ze hun spullen kunnen opbergen, zullen zeker met vreugde worden begroet. De blouse wordt van voren met een rits sluiting gesloten, en van onderen van een ge breide boord, twee recht, twee averecht, in dezelfde kleur voorzien. RECEPT Griesmeelpudding. 1 L. melk. 100 gr. griesmeel. 60 gr. suiker. 100 gr. rozijnen. 1 eidooier. V» ons gepelde amandelen. Breng de griesmeel met een snippertje zout aan de kook. strooi er roerende de griesmeel, de suiker en de fijn gemalen amandelen in en laat alles een paar minuten doorkoken. Laat intusschen de rozijnen in heel weinig wa ter even zacht koken, giet het water er af en Deze bewerkingen van het raffia-omhulsel worden dan verder nog aangevuld met waar schilderwerk, dat we met groote toewijding op de flesch zelf aanbrengen. Gewone olieverf of lak, als we die in voorraad hebben, komt natuurlijk heelemaal prachtig uit, doch an ders zijn er wel miniatuurbusjes van in den handel, zoodat we er niet veel van behoeven in slaan, die zoowel in vele bonte en vroolijke kleuren in aanmerking komen, doch ook in één enkele tint. Hierbij een gewoon penseel en we schilderen met het grootste gemak en alsof het ons dagelijksch werk was de prach tigste harten, de meest ronde nopjes dan wel groote en kleine kruisjes, hoefijzers, klaver blaadjes, vergeet-me-nietjes, margrietjes of andere decoratieve versieringen. Ware talen ten schilderen witte eenden of ganzen, kleu rige kippen en een prachtige haan, geluks- varkentjes en wat niet al; de mogelijkheden zijn schier onbegrensd, al lijkt het gewenscht deze niet al te serieus op te vatten. Is het schilderwerk droog, dan worden de flessohen in tweeën of drieën met een stevig lang koordje of vlechtje van raffia bij elkaar geregen en kunnen zij een hopelijk lange reeks van dienstjaren in gezondheid tegemoet gaan. Nora Hana voeg de rozijnen bij de pudding. Neem de pan van het vuur en voeg onder voortdurend roe ren wat van de pudding bij het los geklopte Is dit warm geworden, giet dan het ei mengsel steeds roerende bij de pudding, daardoor is de kans van schiften zoo klein mogelijk. Giet de massa in een met koud water omge- spoelden vorm en stort ze als ze heelemaal koud is. Wie in den winter geen ijskoude pudding wil eten, kan de pudding vroeg storten als hij den dag te voren gemaakt is, den dag te voren gemaakt is, en hem in de verwarmde kamer zetten, hij komt dan op kamertemperatuur. Zondag: Gevulde eieren. Kop bouillon. Gebraden eend. Appelmoes Aardappelen Griesmeelpudding Maandag: Ragout van eend met appelen Gebakken aardappelen Flensjes Dinsdag: Aardappelen Bruine boonen met spek en tomatensaus Vruchten. Woensdag: Bruine boonensoep Versche worst Savoyekool Aardappelen Donderdag: Varkenslapjes Spercieboonen met zure saus Aardappelen Rijst met boter en suiker. Vrijdag: Stokvischschotel Beschuit met bessensaj Zaterdag: Spaghetti met ham en kaassaus. Gepofte appelen. IN DEN WINTER Hoe we *t nieuwe seizoen weer keurig kunnen ingaan. Het gewone leven is, na zomertochten en vacantiegenoegens, weer begonnen. Nu moe ten we ook weer eens wat extra zorg besteden aan ons haar, dat stellig van weer en wind, zon en droogte nogal geleden heeft. Want voor den winter moeten we er weer keurig netjes uitzien! Totaal u/itgedroogd zegt den kapper als hij na de vacantie onzen haardos aan een nauwkeurig onderzoek on derwerpt. Wind en zon hebben het natuurlijke vet, wordt afgescheiden door de haarkliertjes doen opdrogen. Deze liertjes, die anders zoo prachtig haar werk doen en door hun af scheiding het haar sterk, soepel en glanzend maken, zijn nu een beetje „lui" geworden. We moeten ze weer aansporen, hun werk voort te zetten, maar eerst moeten we ons uitgedroogd haar wat vettigheid van buiten af toevoegen, behalve als we van nature vet haar hebben. Sommige olie-soorten die de eigenschap bezitten in de huid door te dringen, zijn hiervoor bijzonder geschikt. Als u uw haar bij den kapper hebt laten was- schen, wrijft u nog dienzelfden avond flink wat van deze olie over het heete hoofd, u masseeert zéér stevig en zet bij 't gaan slapen een badmuts op. De olie 'kan dan overal 'art haar doordringen en zal het zijn glans terug geven en wat meer zegt zijn vitaliteit. Iedere uitgedroogde haar is n.l. vroeg of laat 'gedoemd tot uitvallenl Masseeren! Een tweede zorg moet zijn, iederen morgen uw haar te masseeren met de vingertoppen. Deze massage brengt de bloedsomloop in de hoofdhuid in beweging en prikkelt hierdoor tevens de vetkliertjes. 't Beste is, droog te masseeren. Eerst wrijft u de hoofdhuid met de vingertoppen en daar na drukt u de vingers flink stevig op het hoofd, zoodat de huid zich in alle richtingen over de schedelbeenderen heen en weer be weegt. En dan.... borstelen! De derde behandeling, het borstelen, moet vakkundig worden toegepast. Dus: stevig drukken met een harde borstel van de haar wortels tot aan het uiterste puntje van de haren. U verdeelt het haar in lokken, die u van onderen en van boven borstelt. Daarna borstelt u nog eens 't heele hoofd in de rich ting, waarin u 't gewoonlijk uit-kamt en vervolgens in tegenovergestelde richting. Het borstelen heeft vier voordeelen: lo. reinigt het 't haar van stof en vuil; 2o. kan de lucht er flink doorheen spelen; 3o. kan het vet uit de hoofdhuid tot de toppen der haren doordringen. 4o. wordt de bloedsomloop bevorderd. Door veel borstelen komt het haar in zijn gezonde conditie. En ook voor het haar geldt de gulden regel, dat gezondheid schoonheid isl „IJdelheden?" Als 't haar eenmaal geheel goed in conditie is, is 't voornaamste bereikt. Dan volgt nog de" „finishing touch", die tegenwordig niet meer als pure ij delheid mag worden gekwa lificeerd, maar onontbeerlijk is. Ik bedoel de permanent. Ze moet door een goeden kapper worden gemaakt en niet te heet worden aangebracht Een z.g. „stevige" permanent, die erop be rekend is, heel lang stand te houden, is ge woonlijk schadelijk voor het haar. Een mooie zachte elegante permanent moet om de zes maanden worden vernieuwd. Verder moet u erop letten, steeds een goede, zachte shampo te gbruiken, uw haar iedere veertien dagen te laten watergolven en er om den anderen dag wat brillantine op te spuiten. Doet u dit, dan hebt u steeds een keurig verzorgd kap sel en dit alles is niet al te ingewikkeld, moei lijk of duur, niet waar? Tabaksasch, is zeer geschikt voor het be mesten van kamerplanten. Verzamel de asch van sigaren, sigaretten en pijpen in een geslo ten busje. Doe ze op een diep bord en meng me', water, tot u een dun papje krijgt. Dit papje zal uw kamerplanten beslist sneller doen groeien. Afrikaantjes kent wel Iedereen. Het zijn dankbare planten, die in den nazomer be ginnen te bloeien en nog tot ver in Octo ber de vroolijke oranje bloemen boven het fijnverdeelde grijzige loof uitdragen. De Afrikaan heeft niet heel veel preten ties. Hij groeit in bijna elke tuinaarde. Op dat de plant echter volop zal bloeien, moet deze aarde liefst niet te vet zijn, want In vetten grond groeit vooral het loof zeer weelderig en komen er slechts weinig bloe men. Is de grond echter niet te vet en hebben de planten veel zon, dan bloeien ze rijk en lang en hebben niet veel verzorging noodig Men kan de planten buiten zaaien in April- Mei en later uitdunnen tot op een kwart meter afstand, (voor de hoogere soorten op iets grooteren afstand). De bloei zal iets eerder beginnen, wanneer we onder glas zaaien. Dit kan in Maart- April gebeuren. Na het verspenen en afhar den, kunnen we de plantjes dan in Mei bui ten uitplanten. Er zijn ware reuzen onder de Afrikanen Tagetes erectus kan tot een meter hoog worden. De bloemhoofd!es hebben een door snede van soms wel zeven centimeter. De kleur is van licht tot donker oranjegeel Deze bloemien voldoen ook zeer goed als snij bloemen in vazen. Mogelijk zal echter niet iedereen den sterken geur der bloemen, of eigenlijk van het groen, in zijn huiskamer verwelkomen, hoewel die geur niet bepaald onaangenaam is te noemen, wel zeer door dringend kruidig. Er zijn vele variëteiten van Tagetes erectus. alle met lichter of donkerder oranje-gele bloemen. De hiernaast afgebeelde Tagetes erectus lagulpsus heeft dubbele bloemhoofd- jes. Een rijker kleurschakeering vertoont Ta getes patulus. Inplaats van grijsgroene stengels en loof, vinden we hier violet-bruin gekleurde stengels. Het midden van de bloemhoofdjes is meest al fluweelig bruinrood, de randbloemen zijn geel, al of niet met roodbruine vlekken ol Tagetes erectus ligulosus. strepen. De Tagetes patulus zelf kan tot z* tig centimeter hoog worden. Er zijn ook lagere variëteiten. Zeer ks blijft o.a. de Tagetes patulus nanus, die hooger wordt dan vijf en twintig centime en die om zijn mooie dofglanzende h1 den Hollandscher. naam van FIuwpp'h draagt. Naast Tagetes erectus en Tagetes patuin, komt nog een derde soort voor, de Taset* signatus. Hierbij dragen de gele randbloe men der bloemhoofdjes een donkere vlek aan de voet, hetzij donker oranje of pui-perkC rig. Tagetes signatus pumilus is een lage va. riëteit. De stevige hooge Afrikanen staan vroolliit in den border. De lagere variëteiten voldoen vooral zeer goed als bloemranden langs 1 paden. Ook voor bloembakken langs het balkon is de Afrikaan door de weinige eischen die hij stelt en om de fleurige bloemen een zeer geliefde plant. A* J. D. DUIDELIJK GESTELDE VRAGEN van alle Abonnés van dit blad worden door een specialen Redacteur en zijn talriM medewerkers zoo mogelijk en ten spoedigste beantwoord. De vragen moeten worden geadresseerd aar het bureau van dit blad, met duidelijke ver. melding van naam en woonplaats. Vragen waaraan naam en adres ontbreken, worden terzijde gelegd. De namen der vragers blijven redactie, geheim. De antwoorden worden GEHEEL KOSTE LOOS thuis bezorgd. Alleen die vragenwelker beantwoording voor vele anderen behalve den vrager van nut kan zijnworden tevens in ons blad ae. plaatst. PLANTEN. VRAAG: Hoe moet ik een palm behandelen! (de gewone kamerplant). Weinig of veel water? Koud of wai-m staan? ANTWOORD: Uw palm zal wel een Kentla zijn, dit is de meest voorkomende kamerpalm, Deze vei-langt een kamertemperatuur van 50 tot 60 graden. In den winter vooral veel licht en om de 2 a 3 dagen afspuiten, anders krijgen ze last van dopluis. De hoeveelheid water hangt af van de temperatuur en de atmosfeer. Als u haar eens of tweemaal per week in een bakje met lauw water zet, zult u goede resultaten krijgen, RECEPTEN. VRAAG: Hoe krijg lk tentzeilen die doorlek» ken, waterdicht? ANTWOORD: a. Stevig en flink bestrijken met 1/2 L. rauwe en 1/2 L. gekookte lijnolie, glad buiten ophangen. Na 14 dagen herhalen. b. In heet sterk zeepbad 10 minuten behan delen, daarna uitslaau en glad ophangen. 10 ml» nuten laten uitdruipen. Daarna in een warme op lossing van 250 gram fijne aluin op 10 L. heet water. Weer 10 minuten behandelen, glad op hangen, buiten of op den tocht, om te drogen. VRAAG: Hoe lang kan ik appelmoes zonde? suiker gekookt, in stopflesschen bewaren? ANTWOORD: Slechts enkelè dagen, DIEREN. VRAAG: In onzen vijver hebben wij 2 roodj goudvisschen en één zwarte. Eenige maanden ge leden ontdekten wij een hoeveelheid kleine zwar te vischjes. Zouden dit goudvisschen zijn? (De kleur is nog niet veranderd). ANTWOORD: Dat zijn goudvisschen. Na jaar wordt de kleur geheel rood-goud of zwart- bont-goud. DIVERSEN. VRAAG: Wanneer twee huisgezinnen in ééi huis wonen, kan men dan van de gemeente twee vuilnisbakken krijgen? ANTWOORD: Ja. Maar ook voor de burgers Hieronder volgen drie patronen voor hand warmers: het eerste model is dat, hetwelk goedgekeurd is voor het leger, mits gemaakt van de officieele veldgrijs-groene kleur. De modellen 2 en 3 publiceeren we meteen, om dat ook burgers last van koude handen heb ben en wij breisters ze niet mogen verwaar- loozen. Voor elk paar hebben we 50 gr. wol noodig en vier pennen zonder knopjes no. 10. Model no. 1. Dit is het model dat onze tamboer hierboven draagt. Het beschermt hem goed tegen de koude en laat zijn vingers toch bewegingsvrijheid. Op drie pennen 52 steken opzetten en 60 toe ren 2 recht, 2 averecht breien. Nu van de eerste pen de laatste 8 steken op een draadje rijigen en bij den volgenden toer er weer 8 st. bij opzetten. We hebben dan het split voor den duim. Nu breien we nog 25 toeren in de rondte verder en kanten dan 2 r, 2 a af. We nemen nu boven en onder de 8 steken van den duim op en zoeken er aan de einden van het split aan weerszijden nog 2 steken bij.' Deze 20 st. zetten we op 3 pennen en breien 16 toeren. Afkanten. Model no. 2. Dit breien we als boven maar nadat we de 8 st. van den duim er b:j gemaakt hebben, breien we geen 25, maar, 12 toeren. Nu nemen we 16 st. op een s. pen, n.l. de 8 st. die recht boven den duim liggen en de volgende acht steken. De rijgen we op een draadje. Bij die 16 st. zetten we nog 4 st. bij op en nemen die verkregen 20 st. op 3 pennen als bij den duim. Deze vinger breien we ook 16 toeren lang en kanten af. De op een draadje geregen 36 steken nemen we nu ook op 3 pennen maar tusschen den wijs vinger en de rest zoeken we er ook weer 4 st. bij en deze 40 st. breien we, als boven weer 25 toeren lang. Model no. 3. Dit breien we tot de vingers weer als boven, breien den wijsvinger op de zelfde manier, maar verdeelen de rest in drieën, telkens voor en achter evenveel steken nemende, als volgt: De wijsvinger is af en nu nemen we naast den wijsvinger aan den voor en aan den achterkant 6 st. op de pen. AM den wijsviingerkant nemen we nu weer 4 st, op en maken er aan den anderen kant ook 4 st. bij. De verkregen 20 st. breien we in de rondte als de wijsvinger af. De ringvinger gaat op de zelfde manier als de wijsvinger en dan nou- den we voor en achter weer 6 st. over, voor den pink. We zoeken er nu aan den ring*»* gerkant nog 4 st. bij, zoodat de pink telt, die we 12 toeren opbreien. Afkanten. Sp.-Tk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 10