HARDE NOOT
W'
D"
Finland, het land der gemoedelijkheid
DINSDAG 17 OCTOBER 1939
Geen dieven en geen bordjes
„verboden toegang".
Het schoonmaken van de kabeljauw aan de Noordelijke IJszee.
De Lappen niet langer
tentbewoners
ANNEBR ik in het voorbijgaan den
portier den sleujtel van mijnhoitel-
kamer wil afgeven, zegt hij met een
vriendelijk lachje: „Hangt u die
maar aan het haakje naast uw kamerdeur"
Ik sta op het punt hem aan het verstand te
brengen dat een denkbeeldige dief dan toch
alleen maar die sleutel van het haakje hoeft
te nemen om mijn kamer binnen te gaan, maar
ik bedenk mij gelukkig nog net dat ik in Fin
land ben, het land waar geen dieven, zakken
rollers en afzetters zijn, het land waar alle
menschen eerlijk zijn nog veel eerlijker dan
in Denemarken, waar alleen fietsen
melkkannendieven ontbreken. De sleutel
naast de deur in plaats van óp de deur
is kennelijk alleen als een tegemoetkoming
aan den buitenlandschen toerist bedoeld, die
wat huiverig is voor onafgesloten deuren
Het is moeilijk om eraan te wennen dat je
nooit een texichauffeur of een kellner behoeft
te wantrouwen en als je je koffers voor het
station neerzet, omdat de man in het bagage
depót het zonde en onnoodig vindt om voor
één uurtje bagage in bewaring te nemen, kijk
je toch onder het weggaan nog eens met een
bezwaard hart naar je bezittingen om. Ze zijn
er natuurlijk nog als je terugkomt; geen
straatjongen heeft het zelfs noodig gevonden
om er ter wille van de bijverdienste op te
passen. De Universiteitsbibliotheek is een
paradijs. Geen ingewikkeld systeem van
briefjes-invullen ;en wachten tot het boek
gebracht wordt; je neemt het zelf maar uit
de kasten en zorgt dat het er ook wer in komt
Er gaat zelden een boek verloren zei de bi
bliothecaresse mij. Er zullen wel uitzonde
ringen op die eerlijkheid van de Finnen zijn
(in Holland boenen ook niet alle menschen
de gevels van hun huizen, alhoewel dit het
eerste is wat de buitenlandsche bezoeker
zijn landgenooten weet te vertellen), maai
de toerist komt daarmee niet in aanraking,
tenzij hfj in het uiterste Noorden aan de
Russische grens komt waar de bevolking half
Slavisch is. Daar vergissen zich de menschen
bij het terugbetalen van geld nog al eens en
altijd in hun voordeel. De toerist, die uit Fin
land komt en op geld niet meer let, merkt
hier echter meestal toch niets van.
Voor den Hollander, die eens wil reizen
zonder reden tot mopperen of ergernis te
hebben, is Finland het aangewezen land. Dat
wil zeggen dat het aan heel wat eischen moet
voldoen. Het is er minstens even zindelijk ais
in Holland en het eten is er beter. Maar wie
meer zoekt dan dat, vindt er een prachtig
land vol afwisseling ,e.en gastvrije zij het
eenigszins stugge bevolking en een ongerepte
natuur. Geen bordjes „verboden toegang",
geen bordjes „verboden te zwemmen" en zelfs
geen bordjes „verboden zich zonder bad-
costuum te water te begeven", want aan bad-
costuums doet men in Finland in de vrije
natuur niet. Finland is hoewel het aantal
buitenlandsche bezoekers dank zij een uit
nemend georganiseerden toeristendienst van
21.253 in 1924 tot 87.807 in 1937 gestegen is
groo ten deels ongerept gebleven. Met zijn
duizenden meren en eilandjes, uitgestrekte
bosschen en woeste stroomversnellingen is
het voor den natuurliefhebber een van de
wonderlijkste landen in Europa. Hij moet
niet den beroemden Ima tra water val willen
bekijken, want daar verdringen zich de toe
risten en er is niets te zien. tenzij de elec-
trlsche centrale die overigens schuld is
aan het gedeeltelijk opdrogen van den water
val zijn belangstelling heeft.
De vervoermiddelen.
MEN kan Finland per bus, trein of boot
doorkruisen, maar het laatste ver
voermiddel is het aantrekkelijkste. Het zijn
bijna uitsluitend vrachtbootjes, met slaap
gelegenheid voor enkele passagiers, want de
tochten over de meren duren vaak enkele
dagen. Van slapen komt meestal niet veel om
dat het 's zomers in Finland bijna niet donker
wordt. In Helsinki is het midden zomer slechts
één uur geheel donker en hoe mer je naar
het Noorden komt hoe meer aan dat uurtje
geknabbeld wordt, totdat het bij den Pool
cirkel geheel verdwenen is. Het kan voor
komen, dat je om 4 uur 's nachts met het
bootje de plaats van bestemming bereikt, Dan
ga je, wanneer het slecht weer is, maar zoo
lang in een café of hotelletje zitten, de deuren
zijn toch open. Het reizen per trein gaat
langzaam: telkens stoppen en lang wachten.
Maar het wachten hoeft niet vervelend te
zijn, omdat het met eten kan worden ge
kort. In de stationsrestauraties staan tegen
etenstijd allerhande gerechten op lange tafels
klaar. De reizigers zoeken uit wat zij hebben
willen en keeren nadat het maal genuttigd
is naar den trein terug. Zoo gaat het ook bij
het reizen per autobus, dat nóg gemoedelijker
te.
Voorschriften voor een maximum-aantal
personen schijnt men daar niet te kennen. Wie
op een afgelegenweg een bus aanhoudt, wordt
altijd opgenomen, al lijkt het ook voor de in
zittenden of er nu toch wérkelijk niemand
meer bij kan. De nieuwe 531 K.M. lange weg
van Rovaniemi (bij den Poolcirkel) naar de
Noordelijke IJszee, de eenige weg ter wereld
naar deze zee, legden wij in een vrachtauto
met passagiers-aceomodatie af. Er was plaats
voor 8 personen, maar af en toe telde ik er 17,
voornamelijk Lappen, die naar de rendiervet
roken. En wij reden van 's middags 5 tot den
volgenden morgen 11 uur! De officieele toe
ristenbussen zijn comfortabeler. Ze worden
niet volgeladen en rijden alleen overdag. Er
wordt overnacht in een herberg, waar de
Lappen eigenslaapzalen hebben en zich dus
met de toeristen m,engen. Behalve voor pas
sagiers dienen de autobussen voor postver
voer, Telkens wordt de autobus door iemand
aangehouden, die een brief aan den chauf-
grens werd een kaarsrechte lijn, willekeurige
meren, rivieren en dorpen in tweeën snijdend.
Het is ook pas hiér dat de toerist iets van po
litiek gaat merken. Op zijn reis door Finland
kreeg hij daartoe de kans niet. Hij werd ge
absorbeerd door de natuur en het volkskarak
ter; van de geschiedenis of de politiek van
het land kwam hij niets te weten. Couranten
kon hij niet lezen en historische monumen
ten, waar gidsen in alle talen eèn geschiede-
nislesje afratelen, zijn er in Finland vrijwel
niet. Wat merkt men in Hensinki, die lichte
ruime stad (op Warschau en Riga na de
dichtstbevolkte stad van Europa) waar geen
enkel oud gebouw te vinden is, van den
strijd en ellende die het door de eeuwen heen
heeft moeten meemaken?
In 1550 door den Zweedschen koning Gus-
taf Wasa gesticht, vijf kilometer van de plaats
waar het tegenwoordige Helsinki ligt, waar
heen het in 1639 verplaatst werd; in 1657
grooten deels door brand verwoest; van 1695
tot 1697 door allerhande besmettelijke ziek
ten geteisterd; in 1710 door de pest bijna
geheel uitgestorven; gedurende den grooten
Zweedsch-Russischen oorlog door de terug
wijkende verdedigers in brand gestoken er
van 1713 tot 1721 door de Russen bezet; ge-
gedurende den volgenden Zweedsch-Russi
schen oorlog weer door de Russen bezet (1743)
gedurende één jaar; in 1808 door de Russen
;eschoten en gedeeltelijk verbrand; in 1809
door de Zweden verlaten en, zcoals geheel
Finland, aan de Russen gekomen; in 1812
•tot hoofdstad van Finland verheven en pas
sinsdien definitief opgebouwd; dat is in het
kort de geschiedenis van Helsinki. Andere
Finsche steden zooals Turku, Vipuri en Kotka
zijn er al niet veel beter aan toe geweest. Zij
werden doorloopend geteisterd door ooi'logen,
branden of ziekten. In Vipuri is nog het meest
bewaard gebleven. Deze stad behoort dan ook
tot de bezienswaardigste van Finland en op
Suursaari (Hogland), het idyllische eiland in
de Finsche Golf, dat nu naar men aanneemt
door de Russen als militaire basis wordt op-
geëischt, is daar iets te merken van de be-
teekenis die het vroeger gehad heeft en nu
blijkbaar nog heeft? Neen, het lijkt alleen
een ontspanningsoord, waarheen 's zomers
honderden menschen varen om er te genie-
een van meren, bosschen en zee. Een hotel
is er niet. De gasten worden bij visschers on
dergebracht, Aan den grooten zeeslag van 1788
of de Russische militaire basis denken zij
stellig niet.
De kwestie-Karelië.
Meisjes uit Karelië in hun nationale dracht.
feur afgeeft, meestal met het geld voor de
postzegel erbij, want postzegels zijn in die ver
afgelegen streken niet gemakkelijk te krij
gen. De chauffeur legt de brieven en pakjes
voor de bewoners aan den kant- van den weg
neer. Hij toetert hard, zoodat de menschen
weten dat zij post moeten gaan halen. Alles
;aat even gemoedelijk. Klagen is deze men
schen vreemd
De Lappen zijn aan de toeristen nog niet
erg gewend. Zij zijn schuw en verlegen, Ook
de rendieren die 's zomers verwilderen en
's winters weer bij elkaar gejaagd worden,
waarna de Lappen ze voor de sleden spannen,
vinden autobussen rare dingen. Deze beesten
schieten zoo nu en dan over den weg en wor
den dikwijls overreden.
De Lappen geen nomaden meer.
T ET nomadenbestaan hebben de Lappen,
onder den druk van de regeering zoo goed
ais opgegeven. De tentenkampen worden
steeds zeldzamer. De Lappen vestigen zich in
dorpjes, waar zij van de regeering land toe
gewezen krijgen. Ook de viseh- en jachtrech-
ten van een bepaalde streek krijgen zij
meestal en hieruit trekken zij voornamelijk
hun inkomsten. In het dorpje Boris Chleb
vlak bij de IJszee, waar 's zomers rijke bui
tenlanders (Engelschen) zalm komen vis-
schen, zijn de bewoners rijk geworden dooi
de vischrechten, die enorm hoog zijn. De Lap
pen weten echter niet wat zij met dat geld
moeten doen en verstoppen liet maar ergens
in den grond. Zij blijven in hun kleine houten
huisjes wonen en leven van gedroogde visch.
Versche visch is geen Lappenvoedsel, Ge
droogde kabeljauw (stokvisch) dat is hier hel.
volksvoedsel, In de IJszee wordt de ka
beljauw gevangen (met zoo'n klein, niet
bepaald schoon bootje op de kabeljauwvangst
meegaan is een van de aardigste belevenis
sen) direct na terugkomst van het bootje
wordt de visch schoongemaakt en daarna op
het strand gedroogd, Het is alles visch wat je
ruikt in dit land.
Hier in het hooge Noorden, vlak bij de Rus
sische grens wordt ook veel Russisch ge
sproken. Finland heeft in 1920, toen de vrede
met Rusland gesloten werd, deze landstreek
erbij gekregen, opdat het een uitgang naar
de IJszee zou hebben. De Russisch-Finsche
Het is alleen bij die Russische grens dat
men er aan herinnerd wordt, dat Finland
ook aan „politiek" en aan „vijanden" doet. Be
halve tusschen Vipuri en Leningrad, waar de
eenige weg naar Rusland ligt, is de 1825 Kilo
meter lange grens hermetische gesloten. Er is
zelfs geen verkeer tusschen de bewoners uit de
grensstreken. Daar waar de grens dwars door
een dorp is getrokken werden familieleden van
elkaar gescheiden. Zij kregen sinds 1920 geen
kans meer om elkaar te zien of te spreken.
Zelfs de grenswachten mogen elkaar niet 'oe
naderen. Het grootste deel van deze lange
grens loopt gelukkig door onbegaanbare en
onbewoonde gebieden, zoodat een militaire
bezetting van het geheele grensgebied niet
noodig is. In Karelië, het zuid-oostelijk gebied
van Finland, drukt de strenge afscheiding
zwaar op de bewoners. In Rusland ligt nog een
deel van Karelië, waarop door de Finnen als
Finsch gebied met een Finsche bevolking aan
spraak wordt gemaakt. In 1921 kwamen de
Russische Kareliërs in opstand tegen Moskou,
De Volkenbond hield zich in 1923 met de Ka-
relische kwestie bezig, maar bracht haar niet
tot oplossing.
De Finnen hebben deze zaak tot enorme af
metingen opgeblazen. Er bestaat in Finland
een „Academische Vereeniging voor Karelië"
die zich voornamelijk met de Kareliërs in Rus
land bezig houdt en waarin de Finsche stu
denten, die sterk nationalistisch zijn, domi-
neeren. Er ontstonden grensincidenten met
gevolg dat de Russisch-Finsche verhouding
nog slechter werd.
De afstand VipuriLeningrad is niet meer
dan 150 K.M. Het kost echter een halven dag
om dien afstand af te leggen, wanneer men
tenminste kans heeft gezien een visum te be
machtigen, iets dat ontzaglijk veel moeite
vergt.
De vijandige houding van Finland ten aan
zien van Rusland vindt niet zooals men
verwachten zou zijn oorsprong in den tijd
van vóór 1918 toen Finland nog in een af
hankelijkheidsverhouding tot Rusland stond.
Finland was, onder Russische opperheer
schappij, van 1808 af tot 1918 toe een autonoom
land met eigen wetten, beambten, enz. Van
een onafhankelijkheidsbeweging was tot 1898,
toen de Russen inbreuk gingen maken op Fin
land's autonomie, geen sprake. En ook na
1898 eigenlijk niet.
Wèl streden de Finnen voor de handhaving en
herovering van hun oude rechten, maar niet
voor de volledige onafhankelijkheid. De oor
log van 1914 heeft hun dan ook meer gebracht
dan zij ooit gehoopt of gedacht hadden. Dat
de haat tegen Rusland juist na het verkrij
gen van de onafhankelijkheid zoo groot is ge
worden, is dan ook voornamelijk te verklaren
uit angst voor het communisme, een angst, die
na de „roode periode", die Finland in 1918
gekend heeft, ontstaan is. Als buurland voelde
Finland zich natuurlijk in hooge mate door
het communisme bedreigd, vooral daar ook
bleek dat dit systeem onder de arbeiders en
kleine boeren aanhang vond. De reactie is niet
uitgebleven. De reactionaire regeeringen hebben
het tegenover de bevolking altijd voorgesteld,
alsof Finland door een imperialistisch Rus
land militair bedreigd werd en op grond hier
van een groot leger en een enorme gewapende
burgerwacht op de been gehouden. Er is zelfs
een vrouwelijke vrijwillige burgerwacht met
bijna 50.000 leden, waarvan meer dan 30.000
in actieven dienst zijn. De burgerwacht: was
echtor bedoeld om revolutionnaire stroomin
gen den kop in te kunnen drukken, want het
waren niet zoozeer de imperialistische nei
gingen van Rusland waarin men geloofde. Het
groote gevaar school in de communistische
bedreiging.
Hoe weinigen, ook in rechtsche kringen,
hadden ooit gedacht dat in 1939 toch "een
imperialistisch Rusland Finland zou bedreigen
Mr. W. M. VAN MEURS-
VAN DER BURG.
(Nadiruk verboden).
ONTMOETING VAN BENESJ EN SIKORSKI.
De Tsjecho-Slowaaksche oud-president,
Benesj. heeft bezoeken uitgewisseld met ge
neraal Sikorski, den Poolschen premier. Beide
staatslieden onderhielden zich op vriend
schappelijke wijze over actueele politieke pro
blemen. Sikorski gaf Benesj de verzekering
dat de Poolsche regeering, evenals de Fran
sche en Britsche regeeringen den toestand,
die door Duitschland in Tsjecho-Slowakije
is geschapen, niet erkent.
!Besche<miinq van den handel
op Scandinavië een uiteïst
lastige taak
Onze Londensche correspondent schrijft:
E Denen hebben hun voedselexport
naar Groot Brittannië voorloopig
moeten staken wegens het gevaar van
de Duitsche zeestrijdkrachten, die
aanvoeren voor Engeland moeten beletten.
De Engelschman heeft het al gevoeld in de
afwezigheid van Deensch spek. Hij mist dit
zwaar gezouten en gebakken fragment van
het Deensche varken, waarmee hij sinds jaar
en dag zijn inwendigheid heeft versterkt al
vorens zijn dagtaak te beginnen. Hij hoopt
en verwacht dat het thans ontstane tekort
gauw zal worden aangevuld, hetzij door de
hervatting van den Deenschen aanvoer, hetzij
door aanvoer van elders.
Niet alleen om economische maar ook om
politieke redenen moet Engeland zich tot het
uiterste inspannen om de zware belemme
ring, die de Duitsche vloot aan den ingang
naar de Oostzee legt, in den weg van den
Scandinavischen handel naar zijn kusten, op
te ruimen. Men ziet hier wel in dat dit voor
de Britsche vloot een harde noot zal zijn om
te kraken. Het optreden van de Britsche vloot
in de wateren om Denemarken staat aan
ongewoon groote gevaren bloot. Er is daar
weinig ruimte voor manoeuvreeren. Het water
is ondiep. En Duitsche vloot- en luchtbases
zijn in de onmiddellijke nabijheid.
In de nauwe zeestraten, die de geografi
sche gesteldheid daar kenmerken, kunnen
de gebruikelijke methoden voor de bestrij
ding van duikbooten niet of niet bijster doel
treffend worden aangewend. De grootste
diepte in de rakken, de gaten en de belten
daar gaat zelden 29 M. te boven. Het is diep
genoeg om er mijnen te kunnen leggen; en
men vreest hier dat de Duitschers zich niet
door de Haagsche Conventie zullen laten
weerhouden dit te doen, zoo het niet reeds is
gedaan.
Duitsche vliegtuigen kunnen dit zeegebied
gemakkelijk bereiken en al is tot heden uit
enkele ontmoetingen in de Noordzee gebleken
dat vliegtuigen weinig kunnen uitrichten te
gen oorlogsschepen, het is te vroeg om er
conclusies uit te kunnen trekken.Daarenboven
zou kunnen blijken dat handelsconvooien
kwetsbaarder zijn uit de lucht dan eskaders
of smaldeelen, die uitsluitend uit zooveel be-
wegelijker oorlogsschepen bestaan en ook
voor 100 percent zijn uitgerust voor het af
slaan van luchtaanvallen.
Het is de lastige taak van den Britsehen
marinestaf de plannen te ontwerpen en
uit te voeren, waarmee de handel tus
schen Groot Brittannië en Scandinavië
vrijer kan worden gemaakt dan hij op
het oogenblik is. Hoe die plannen ook
uitvallen, het is welhaast zeker dat er
rekening gehouden moet worden met
onvermijdelijke materieele verliezen.
Een poging van Engelschen kant om een
doortocht te „vegen" door de Groote Belt,
bijv. zou zeker beantwoord worden met een
aanval van Duitsche torpedoboot jagers, on
derzeeërs en vliegtuigen op de Britsche mij
nenvegers en hun hulpschepen. Als de Britsche
vegers beschermd zouden worden door zwaar
dere oorlogsschepen zou men moeten ver
wachten dat Duitsche kruisers of de twee
,,vestzak"-slagschepen in actie zouden
komen. En dat zou allemaal gebeuren in wa
teren, die voor Britsche schepen feitelijk een
val beteekenen en die de Duitsche tactiek
zouden begunstigen.
De technische moeilijkheden zijn voor de
Britten zóó groot dat wellicht de conclusie
moet worden getrokken, dat convooien niet
met redelijke veiligheid in en uit de Oostzee
havens van Zweden en Denemarken kunnen
worden gebracht, althans wat den handel met
Engeland betreft.
Van Zweedschen kant schijnt die conclu
sie reeds te zijn getrokken, want men heeft
gehoord van een Zweedsch plan, waarbij
Zweedsche gewapende trawlers Zweedsche
schepen door de Zweedsche territoriale wate
ren naar de Noorsche grens brengen. Van
daar zouden de schepen naar een Noorsche
haven gaan en onder de bescherming van
Britsche oorlogsschepen oversteken naar En
gland.
De Denen kunnen zooiets niet ondernemen,
omdat er bijna 100 K.M. open zee ligt (het
Skagerrak) tusschen hun territoriale wateren
de Noorsche. De Deensche schepen die
naar Engeland willen, kunnen echter ,in eigen
water blijvend om de Deensche kust naar
Esbjerg varen. Die haven ligt echter uiterst
gevaarlijk als punt van vertrek voor con
vooien naar het westen. Ze ligt slechts enkele
VOOR DE
BRITSCHE ZEEMACHT
Kilometers verwijderd van de Duitc-i,
Duitsche duikbooten en vliegtuigen
slechts een sprongetje te doen omd B
trage convooien, die uit Esbjers zomiït
trekken, te bereiken. Duitsche vlïïVer'
kunnen zonder neutraliteit te 11
waarnemen wat er in deze Deen^Ko
aan den gang is. cne
ïr NTUSSCHEN heeft de ei-varine van
den eersten grooten oorlog miJÏÏ 7
een haven als Esbjerg toch als veraS
voor „beef trips" (rundvleesch-tochteni
als men op de Britsche vloot de voedü
delenconvooien pleegt te noemen eJn
overkomelijke bezwaren oplevert Tn ior
1918 brachten Britsche oorlogsschepen
koopvaarders van den Hoek van Holland
Engeland, hoewel de Hoek minder dl S
K.M. van Zeebrugge (toen een DuiteS?J?
basis) verwijderd ligt. Deze convooien
nimmer aangevallen en een verlies van sV
ze schepen van de 1867 koopvaarders en»
drie torpedobootjagers werd veroorzaakt dr
mijnen. De vroegere oorlog heeft echter
ongunstige ervaringen gegeven. Berber l
Noorwegen kon toen niet geacht worden'b?
ten de gevaarlijke zóne te zijn. Twee m
vooien, die uit die haven naar
vertrokken en door twee torpedobootjaeei-
werden beschermd, werden door sterke»
Duitsche zeestrijdmachten overrompeld Er
geland was verplicht van toen af de convooien
te beschermen met slagschepen. Dit was ui
economisch oogpunt gebiedend, maar het be.
hoeft nauwelijks te worden gezegd dat het ge'
bruik van deelen van „de ruggegraat" van dè
vloot voor zulk bijkomstig werk, strategisch
pngewenscht is.
Van Duitschen kant zal zeker al het moge
lijke worden beproefd om de hoofdmacht
van de Britsche vloot te verstrooien als eco
nomische eischen van die vloot vergen dat ze
het handelsverkeer tusschen Engeland en
Scandinavië om andere neutralen hier bui
ten beschouwing te laten, gaande houdt.
A. K. VAN R
Boodschap van Hitier aan Stalin?
Met koerier naar Moskou overgebracht. 1
BERLIJN 17 October. In gewoonlijk goed-
ingelichte kringen wordt vernomen dat Hitler
een boodschap heeft gericht tot Stalin. De bood-
schap zou in het weekeinde door een koerier
naar Moskou zijn overgebracht. Een spoedig
antwoord is te verwachten. Ofschoon er geen
enkele aanwijzing is welke inhoud deze bood
schap zou kunnen hebben, gelooft men dat het
antwoord van het grootste belang zal zijn voor
de volgende stappen van Duitschland.
De reeks conferenties, die Hitier op de rijks
kanselarij voert, wordt nog steeds uitgebreid,
Maandag ontving hij een aantal leidende offi
cieren van leger en luchtmacht. Generaal Goe-
ring was eveneens tegenwoordig.
(United Press),
Gewezen Duitsche spion wil voor
Engeland strijden.
Von Rintelen wil zich in dienst stellen van de
Britsche Admiraliteit.
Kapitein Von Rintelen, de voornaamste Duit
sche spion in de Vereenigde Staten gedurende
den wereldoorlog, die thans in Engeland ver
toeft, heeft in een interview met de „Daily Ex
press verklaard te willen strijden voor Enge
land. De vreemdelingenrechtbark, waarvoor
Von Rintelen heeft moeten verschijnen (mts
zie ons nummer van Zaterdag), heeft hem vsn
alle beperkingen ontheven, waarna hij den ver
slaggever vertelde, dat hij thans de uniform
van Brïtsch marine-officier wil dragen, waar
toe hij zich reeds gewend heeft tot de admira
liteit.
Ik haat het Hitlerdom, aldus Von Rin'elen,
en ik wil een kans hebben het te bestrijden. R
ben van meening. aldus Von Rintelen, dat ie
Nazis verslagen zullen worden. Zij weten, dat zij
reeds verslagen zijn, maar zij zijn spelers in
wanhoop. Het: zal mij niet verbazen indien het
Duitsche leger een groote rol zal spelen bij ae
verandering, welke spoedig in Duitschland za
plaats grijpen. Hitier, Goering en de rest zullen
heengaan.
Een Lappenfamilie.
Bastianini vandaag bij Halifax,
Nieuwe Italiaansche ambassadeur heeft een
boodschap over den Balkan bij zich.
In een commentaar op de aankomst van den
nieuwen Italiaanschen ambassadeur, Bastia
nini, in Londen heeft Radio Roma .aa"?.e0y
dat hij een boodschap van Mussolini diji zi
heeft, welke verband houdt met de baling-
sche doelstellingen in den Balkan. De
verklaarde: „Terwijl men in Londen en Wdl
van meening is, dat Bastianini de Bntscne re
geering op de hoogte zal brengen van
Italiaansche opvattingen ten aanzien van
internationalen toestand, zijn er andere kring
die van oordeel zijn dat hij mededeelmg
doen van het voornemen van den Duce om -
nieuw en beter evenwicht in den Balkan
vestigen en in het Donaubekken".
Hieraan werd toegevoegd dat Italië steiUo
best geschikte mogendheid is om dit even
in dat gedeelte van Europa tot stand te bre g
dat beschouwd is als een bron van mo "J
heden.
Havas meldt, dat Bastianini vandaag bei
gebruikelijke bezoek aan Lord Halifax
brengen. In diplomatieke kringen verm
men dat het onderhoud meer zal bete
nen dan een louter beleefdheidsbezoek en
den ambassadeur gelegenheid zal geven
houding zijner regeering op zekere pi
uiteen te zetten.
Men acht het zeker, dat Bastianini, die
zijn vertrek uit Rome besprekingen nee» s
met den Duce en Ciano, vrij volledige 1
Mes heeft meegekregen. Na zijn bezoek w
Foreign Office zal de ambassadeur zi
Buckingham Palace begeven om d?n vajj
voor overhandiging zijner geloofsbrieven
te stellen.