Jiimst
„Veendam" zag de „Courageous"
vergaan.
eerderheid voor tariefsverhooging.
't Was onmogelijk veel hulp te bieden.
„,nËNSDA~G 18 OCTOBER Ï939
TWEEDE KAMER.
Fiscale en beschermende rechten
niet nauwkeurig te scheiden.
p«| van Geldertn
fSO.AP.) -
DEN HAAG Dinsdag.
0.1 wetsontwerp lot wijziging van de Tarief-
.1934 komt in zeker opzicht als mosterd na
ffC' n ai tijd. In de eerste plaats dient het in
en slechts tot bekrachtiging van het
art jl- kij algemeenen maatregel van be-
/ingevoerde verhooging van het tarief (tot
maximum van 20 pet.). En voorts gaven
^"dillende sprekers te kennen, dat het thans
ader de huidige omstandigheden twijfel-
Me was of deze verhooging werkelijk ver-
aC w van werkgelegenheid bevordert. Zoo
"""prof. v. Gel der en (s.-d.) die intusschen
^'vaarde van het verhoogde tarief voor onze
h tkist niet wilde ontkennen, gezien den
meevaller in den vorm
van de opbrengst, Idie
wa^ h°°fier blijkt te
zijn, dan men aanvanke-
lijk had geschat. Hoogere
baten kunnen we thans
best gebruiken. Om deze,
pMy.; fiscale, redenen zouden de
sociaal-democraten voor-
stemmen, maar dan ook
J alleen om die reden.
Jm Mr. Rost v. Tonnin
gen (nat. soc.) noemde
het wetsontwerp onvol
doende om. het hoofd te
bieden aan de economi-
e ontreddering welke zich aan den kim af
tekent. Daarom zal hij met zijn partijgenooten
tegenstemmen.
pr Bierema (lib.) doet dat ook, tenzij men
het ontwerp een tijdelijk karakter zou geven.
Deze afwijzende houding van de liberalen be
rust niet op een dogmatisch standpunt, maar
de overweging, dat in de bestaande omstan
digheden een principieel ombuigen van onze
handelspolitie in protectionistische richting
verkeerd .is.
Ofschoon ook de heer Bakker (c.h.) wei
nig geestdriftig gestemd bleek en meende, dat
:n°de gevolgen thans niet kan overzien van
cji voorstel, dat op een meer normale econo
mische structuur gebaseerd is, zou spr. er toch
maar mee accoord gaan, intusschen keerde spr.
zich nog eens principieel tegen zich tot autarkie
ontwikkelde protectie, welke kiemen in zich
bergt voor een bloedigen strijd.
Nadat de heer S c h i 11 ih u i s (v.-d.) o.m.
verklaard 'had, dat verwerping van dit ontwerp
de instabiliteit op het oogenblik slechts zou
vergrooten, gaf de heer Sm e enk (a.-r.) te
kennen, dat in het licht der gewijzigde om
standigheden principieele
beschouwingen weinig zin
hebben. Deze afgevaardig
de. die al evenmin kon ont
dekken, dat het verhoogde
tarief tot verruiming van
werkgelegenheid leidde
wat immers de bedoeling
was geweest bepleitte
vaststelling van den le
vensduur van dit tarief, te
weten voor niet langer
dan 3 jaar.
C. Smeonk Mr. Kortenhorst
fAnii-Rev Partij) (r.-k.) voelde hiervoor wel.
Overigens zette ,spr. uit
een Waarom hij tariefsverhooging beter vond
dan het nu ook weer door diverse sprekers meer
toegejuichte contingenteerings-stelsel. Daaren
tegen keerde de heer W ij n k o o p (cömm.) zich
tegen deze wet, die het de Regeering mogelijk
maakt dit tarief als economisch strijdmiddel aan
te wenden.
Minister de Geer wees er allereerst op, dat
de opbrengst van de invoerrechten de eerste 9
maanden van dit jaar 14Vs millioen hooger is dan
over hetzelfde tijdvak in 1938, wat niet ge
heel, doch in belangrijke mate een gevolg is van
het verhoogde tarief. De fiscale beteekenis van
dit tarief is dus niet gering. Intusschen is in de
praktijk veelal het verschil tusschen een fiscaal
en een beschermend tarief, wat 't resultaat be
treft, niet heel groot. Men moet daarom tusschen
fiscale en beschermende werking niet zulk een
geweldig onderscheid maken.
Minister Steenberghe zette nog eens uit
een waarom naast het verhoogd tarief toch ook
contingenteeringen noodig zijn.
Door de nu toegepaste verhooging wordt wel
degelijk verruiming van werkgelegenheid be
reikt. Nu we te doen hebben met slechts een ma
tige tariefsverhooging in 'n z^r beperkt aantal
bedrijven, valt ter dege te bemerken, dat Het
voordeel van verruiming van werkgelegenheid
mede door dezen maatregel te boeken valt.
De Minister wees er op, dat Mr. Rost v. Ton-
ningen op grond van zijn eigen internationale
ervaringen zelf moest weten dat men niet indus-
trieele èn agrarische export en voorzieningen
zoo kan scheiden als hij betoogd had. Onjuist is
voorts van dien afgevaardigde te beweren, dat
de Regeering verkeerd doet met haar verzet te
len prijsstijgingen, waaraan nu eenmaal niet te
ontkomen valt. De Regeering beoogt dit dan ook
niet, Zij keert zich alleen tegen noodelooze prijs
stijgingen, d.w.z. tegen prijsopdrijving. Tenslotte
meende Mr. Steenberghe, dat het niet veel zin
nad dit wetsontwerp thans een tijdelijk karak-
to te geven.
Een amendement-K ortenhorst om het
invoerrecht op geldkisten te verhoogen ontmoette
alleen oppositie bij communisten, socialisten,
i'njzinnig-democraten, en liberalen, zoodat het
er met 50—25 doorging. Mr. Kortenhorst's amen-
dement, dat diende tot bescherming van de ro
zenkrans-industrie, doch waarvan de Minister
van Economische Zaken betoogd had, dat het
to op redelijke gronden berustte, werd, over
dsnkomstig "s Ministers advies verworpen en
me' 66—10; het gros der katholieken stemde
dus ook tegen.
Tenslotte verdedigde de heer S me enk (a.r.)
en amendement om de wet met ingang van
anuari 1943 te laten vervallen. Thans, onder de
genwoordige omstandigheden, doet men eigen-
J me* dit tarief een sprong in het duister,
aarom zou het billijk zijn over een drietal ja-
,en aen Staten-Generaal gelegenheid te verschaf-
en zich opnieuw te beraden over het tarief,
aid' helderen (s. d.) juichte het toe, dat
us de wet de gelegenheid zou openen voor
if1 mettertijd opnieuw kritisch bezien van dit
Aangezien we hier geen noodwet hebben,
eende de heer Schilthuis, dat in dit geval
JUelijkheid misplaatst was; integendeel een ta-
wet dient zooveel mogelijk stabiliteit te be
vorderen.
Mr. Kortenhorst (r.k.) voelde evenmin
oor deze amendeeringspoging, die Minister
jeenberghe insgelijks bestreedt, mede aangezien
"7 zooals de vorige spr. had opgemerkt de Ta-
tosmachtigingswet met 1 Januari 1942 vervalt.
,p0K Minister de Geer betoogde, dat het uit
I. ,.00ze is een tarief van invoerrechten slechts
jyu te laten werken.
Met 38—35 nam de Kamer het amendement
aan en z.h.st. het heele wetsontwerp met aan-
teekening van 't „tegen" der nat. soc. en com
munisten.
Over het verzoek van Mr. Rost v. Tonningen
(nat. soc.) om te mogen interpelleeren wegens
het feit, dat de voorzitter van het N.V.V. lid van
de Tweede Kamer, op het congres van het inter
nationaal verbond van vakvereenigingen te Pa
rijs zich heeft aangesloten bij een resolutie be
treffende de rechten der menschheid tegenover
de totalitaire staten beslist de Kamer Woensdag.
E v.R.
Kamerlid wegens beleedigiug
veroordeeld.
Tegen het Kamerlid H. Ruyter had de Offi
cier van Justitie bij de Haagsche Rechtbank
op 3 October een geldboete geëischt van 60
gulden subs. 60 dagen hechtenis wegens be-
leediging van het Kamerlid mr. M. M. Rost
van Tonningen in het gebouw der Tweede Ka
mer. Oogenblikkelijk na de schorsing der zit
ting van die Kamer op 1 Maart van dit jaar,
had de heer Ruyter den heer Rost van Ton
ningen het woord „landverrader" toegevoegd.
De Rechtbank veroordeelde den heer Ruyter
tot een geldboete van 25 gulden subs 25 dagen
hechtenis.
Wetsontwerp inzake de spelling.
Ter fine van advies naar Indië.
Naar de N. Rott. Crt. van bevoegde zijde
verneemt, had minister Slotemaker de
Bruine vóór zijn aftreden een wetsontwerp be
treffende de spelling vervaardigd. Dit ontwerp
is thans ter fine van advies naar Ned.-Indië
en de West gezonden.
Thans is men het advies van de bevoegde in
stanties aldaar wachtende. Na rekening ge
houden te hebben met eventueele opmerkin
gen zal tot indiening van het wetsontwerp
door minister Bolkestein worden overgegaan.
Hoog Militair Gerechtshof
bestaat 125 jaar.
Het was Dinsdag 125 jaar geleden, dat in
Utrecht de plechtige installatie van liet Hoog
Militair Gerechtshof geschiedde. Had het aan
vankelijk in de bedoeling gelegen aan dezen
dag een bijzondere herdenking met enkele
feestelijkheden te verbinden, men heeft hier
van evenals vijf en twintig jaar geleden
bij het honderdjarig bestaan in verband
met de mobilisatie afgezien en zich bepaald
tot een korte herdenkingszitting in de zaal
van het Haagsche Paleis van Justitie, waar
het Hof geregeld zijn strafzittingen houdt.
Deze plechtige zitting ging aan 's Hofs ge
wone werkzaamheden vooraf.
HAVENSTAKING TE DELFZIJL
GEëINDIGD.
Een staking in de haven te Delfzijl, welke
ruim een week heeft geduurd is Dinsdag ge
ëindigd. Dinsdagmiddag hebben de havenar
beiders het werk op de oude voorwaarden her
vat. Zevenendertig van de vaste arbeiders zijn
evenwel ontslagen.
Dikke laag olie dreef op
het water.
Dinsdagavond is het s.s. „Veendam" van
de Holland-Amerika Lijn, na een opont
houd van ruim drie weken in Engeland,
te Rotterdam aangekomen. Om zes uur
meerde het schip aan de Wilhelminakade
en kort daarna werden wij in een der sa
lons ontvangen, waar de heer F. C. Bou-
man, directeur van de H.A.L., ons eenige
bijzonderheden over de reis mededeelde.
Op 9 September vertrok de Veendam van
New-York naar Europa met een lading van 1200
ton stukgoed, en 8.000 ton graan, bestemd voor
Rotterdam en Antwerpen.
Het grootste deel van de reis was reeds af
gelegd zonder dat men iets bemerkt had van
den oorlog, toen men in den morgen van 17
September, op 375 mijl bewesten het Kanaal
een vrachtschip zag, dat in nood verkeerde.
Het bleek het Engelsche s.s. „Kafiristan" te
zijn, dat door een Duitsche duikboot getorpe
deerd was. Onmiddellijk stoomde de „Veendam1
er naar toe, .maar toen men in de nabijheid
kwam, 'bleek het Amerikaansche s.s. „American
Banker" de bemanning van de „Kafiristan"
reeds te hebben opgepikt, zoodat de „Veendam"
geen hulp behoefde te verleenen.
Met behoorlijke snelheid werd verder koers
gezet naar Engeland tot men 's avonds omstreeks
zeven uur op ongeveer zeven mijl vooruit een
groot oorlogsschip zag, dat geëscorteerd werd
door drie kleinere schepen. De lucht was helder
en het zicht goed, zoodat men al spoedig kon on
derscheiden, dat het groote schip het Brïtsche
vliegtuigmoederschip „Courageous was, dat be
geleid werd door drie torpedojagers. Kort na
dat men de schepen in zicht gekregen had, kwa
men enkele bombardementsvliegtuigen met een
groote bocht over -de „Veendam" heenzetten en
koersten naar de „Courageous", waar zij op het
dek landden.
Vervolgens werd door het groote schip een
dicht rookgordijn gelegd, dat het volkomen aan
het oog onttrok.
Getorpedeerd.
Op de Veendam meende men, dat de
schepen zich thans zouden verwijderen,
maar na ongeveer vijf minuten hoorde men
vlak na elkaar twee explosies. Door het
rookgordijn kon men niet zien wat er ge
beurde, maar wel zag men de torpedoja
gers hun snelheid vermeerderen. Toen de
rook een weinig was opgetrokken, zag men
dat de „Courageous" aan bakboordzijde
door een torpedo moest zijn getroffen. Het
schip wendde zich op zij, vlak daarop ver
hief de voorsteven zich bijna rechtstandig
omhoog en dan zonk het kolossale vaartuig
binnen enkele minuten weg.
Het nieuwe Amstelstation in de hoofdstad bij avond biedt een imposanten
aanblik als het fraaie bouwwerk zich, badend in hellen schijn, tegen den
donkeren achtergrond scherp afteekent.
Intusschen was op de „Veendam" bevel ge
geven de sloepen gereed te houden en werden
veertien reddingbooten gestreken. Op het water
was toen reeds niets meer te zien dan een dikke
laag olie, die zich zeer ver uitstrekte en op
sommige plaatsen een dikte had van vijf cen
timeter. Wat wrakhout en gereedschappen dre
ven rond.
Spoedig bleek, dat de reddingspogingen
vrijwel tevergeefsch zouden zijn. Een aan
tal opvarenden van de „Courageous" had
zich met sloepen in veiligheid kunnen bren
gen, de anderen kwamen in het vuile wa
ter terecht. De meesten van hen werden in
de diepte gezogen toen het vliegtuigmoe
derschip zonk, enkelen werden door de
torpedojagers opgepikt, maar degenen, die
zich nog drijvende konden houden, stikten
in de olie.
Van de torpedojagers waren reddingssloepen
uitgezet, terwijl ook een Britsch vrachtschip
hulp bood, maar veel drenkelingen konden niet
worden gered. Eén der sloepen van de „Veen
dam" vischte nog een officier van de „Coura
geous" op, die door de vuile olie zwaar ver
giftigd was en geen teekenen van leven meer
gaf. Hoewel de scheepsarts van de „Veendam"
nog geruimen tijd poogde de levensgeesten weer
op te wekken, mocht dit niet gelukken. Het
stoffelijk overschot werd aan boord gekist en
meegenomen naar Engeland. Ook had men het
scheepsjournaal van het getorpedeerde schip,
welk boek in de olie ronddreef, bij een van de
sloepen opgepikt. Dit journaal werd door den
kapitein van de „Veendam" ingepakt en ver
zegeld, om later in Engeland te worden afge
geven.
Toen bleek, dat verdere reddingspogingen
geen resultaat zouden opleveren, zette de
..Veendam" omstreeks twee uur 's nachts koers
naar de Downs, (nadat het Engelsche patrouille
vaartuig „Ivanhoe" langszij was gekomen en een
der officieren den kapitein van de „Veendam"
bedankt had voor de verleende hulp.
Ruim zeven uur had men met zoeklichten
naar overlevenden gespeurd, maar zonder re
sultaat.
In Engeland.
Op 20 September kwam men in de Downs
aan en daar ging de „Veendam" voor anker om
de instructies van de Britsche admiraliteit af te
wachten. Het stoffelijk overschot van den offi
cier. die de betaalmeester van de „Courageous"
bleek te zijn, werd aan wal gebracht, terwijl
het verzegelde journaal aan de autoriteiten werd
overgegeven. De Engelsche passagiers werden
met een patrouille vaartuig van boord gehaald,
maar de andere passagiers mochten niet aan
land gaan. Na twee weken in de Downs te heb
ben gelegen, gedurende welken tijd de Britsche
autoriteiten de scheepspapieren raadpleegden,
werd op 4 October opdracht ontvangen om op
te stoomen naar Gravesend. Daar werden de nog
aan boord zijnde passagiers aan land gezet en
vervolgens voer het schip naar Londen, waar in.
Tilbury Docks een deel der lading werd gelost.
700 colli stukgoed werden uit het schip ge
haald, tezamen ongeveer 200 ton, en tenslotte
kreeg men Maandagmiddag om drie uur verlof
om te vertrekken.
Zondag a.s. zal het schip naar Antwerpen
vertrekken, waar de passagiers voor Amerika
worden opgenomen en omdat het aantal in Bel
gië embarkeerenden niet zeer groot is, zal een
aantal Amerikanen, die zich in Rotterdam be
vinden, Zaterdag per extra trein naar Antwer
pen worden gebracht, waar zij zich zullen in
schepen. Denzelfden dag zal de Veendam van
Antwerpen naar Cowes in Engeland vertrekken,
waar ook nog een aantal passagiers voor Ame
rika aan boord zal gaan. Het totale aantal pas
sagiers dat de reis naar Amerika zal meemaken,
bedraagt ongeveer achthonderd.
in Haarlem
en daarbuiten
Charles Rochussen (1814-1894)
De veiling, te Amsterdam, van de aquarel
lenverzameling Völcker-Verstolk, bracht den
kunstenaar weer eens voor het voetlicht, van
wien wij de vorige week schreven dat hij één
der eerste, zoo niet de voornaamste Holland-
sche illustratoren is geweest.
Een prachtig staal van die kunst is de aqua
rel uit genoemde verzameling, waarvan hier
bij een reproductie gegeven wordt. Een enkele
blik daarop is wel al in staat van Rochussen's
teekenvaardigheid, compositie-gevoel en
schilderlijken zin voor kleurwaarden daarin,
een hoogen dunk te krijgen. Vooral in de fi
guratie beschikt hij over een zwierigheid, die
bij de Hollajidsche romantici, die zijn tijdge-
nooten waren, slechts sporadisch voorkomt,
en dat zeker niet in die gemakkelijk gerang
schikte groote hoeveelheid „beeld j ens"
zooals men toen zeide waarmee hij eenig
historisch of anecdotisch gegeven wist te il
lustreren. Het is wel zeer juist door mejuf
frouw Marius in haar Geschiedenis der ne-
gentiende-eeuwsche schilderkunst Rochussen
getypeerd, als zij zegt: „Vaardig, levendig van
voordracht, met een kennis van het costuum,
die hem in staat stelde zijn personages zich
zoo te laten bewegen, dat zij door de kleeder
dracht van hun tijd niet belemmerd schenen
en evenmin het aanzien van verkleed-te-zijn
gaven: kundig, zonder archeologisch vertoon.
kleurrijk"enz., heeft hij zijn talent met
een kwistigheid uitgegeven als een nimmer
ophoudende bron, zonder veel moeite, zonder
veel diepte, maar wel heel en al met datgene,
dat men destijds van een illustratie ver
wachtte".
Men krijgt inderdaad wel den indruk, dat
het teekenen hem al zeer gemakkelijk „uit
de hand liep" zooals men dat wel noemt. Dat
bij zijn enorme productiviteit de kleur nog al
eens van geringe beteekenis was, valt niet te
ontkennen, doch daaruit mag niet worden
afgeleid dat hij geen „schilder" zou zijn. Tal
van schilderijtjes bestaan er van hem, waar
in ook aan de kleur een verrassende aandacht
geschonken is en dan kan hij zelfs rustig tus
schen Fransche romantici als Ditaz, Nanteuil
en dergelijken gehangen worden zonder er bij
te verliezen. In de Amsterdamsche collectie-
Westendorp is zulk een fijn stukje, een aan
tal personen in een door de maan belicht
landschap (oudtijds in de verzameling-Fran-
ken) dat geheel dien aristocratischen geest
ademt. En ook onder de aquarellen zijn er
verscheidene, die dat hinderlijke smoezelig-
gele lokaal-kleurtje missen, waarop het ge
heel is afgestemd. Tot die zeer mooie bladen
behoort de hier besproken aquarel.
Ook deze als veel van Rochussen's werk
brengt een historisch gegeven in beeld. Het
is een tafreel uit het oorlogsjaar 1673. Koning
stadhouder Willem III bezoekt met zijn ge
neraal Jan Maurits van Nassau de Hinder-
schans aan de Vecht, waar, voor „oorlogsdoel
einden" een fraaie patricische buitenplaats
geslecht wordt, en, aan de overzijde van de
rivier, een versterkt bastion gebouwd wordt.
Alleen de aardige koepel staat nog overeind,
maar die zal er ook wel aan moeten gelooven,
want er vlak naast zijn ze al bezig de boomen
om te hakken. Zooals de lezer zietde his
torie herhaalt zich. Een paar voorname leger-
mannen worden bij den aanlegsteiger aan wal
gezet. Een groot schip met het Amsterdam
sche wapen op den gebeeldhouwden achter
steven ligt aan den anderen oever, waar
eveneens groote bedrijvigheid heerscht.
Alle qualiteiten, door juffrouw Marius
haar boek aan Rochussen toegekend, kan men
in deze aquarel terug vinden. Ondanks de
miserabele feiten der voorstelling blijft de
charmante behandeling er van door den ar
tist, te bewonderen. Ook Rochussen blijft, als
de meeste romantici, naar den geest van zijn
werk steeds aristocraat.
Hij stamde uit een Rotterdamsch koopmans
geslacht, en zou aanvankelijk ook in den han
del gaan. Dat voornemen werd echter opge
geven en betrekkelijk nog jong werd hij leer
ling van den even fijngeestigen schilder W. J.
J. Nuyen, die jong stierf, maar grooten in
vloed op zijn omgeving gehad heeft. Vooral
Bosboom 'heeft dien gunstigen invloed onder
gaan. Na Nuyen bezocht Rochussen nog het
atelier van den zee- en riviergezichtschilder
Waldorp, zoodat hij welbeslagen op het ijs
kwam en iets later als zelfstandig artist zijn
leven tusschen Den Haag, Amsterdam en
Rotterdam verdeelde. Zijn midden-leeftijd
van 1849 tot '69 bracht hij in de hoofdstad
door, waar hij volop met opdrachten voor il-
lustreerwerk: voor een Vaderlandsche Ge
schiedenis, voor Vondels Gijsbreeht, voor ro
mans van Jacob van Lennep enz. enz. over
laden werd. Hij had daar zijn atelier in de
Leidsche dwarsstraat, in de buurt van den
Stadsschouwburg en die nabuurschap was
misschien ook wel de aanleiding, dat hij voor
dien schouwburg de groote straat-affiches op
steen teekende, die tafreelen uit daar gespeel
de balletten en spektakelstukken illustreer
den. Het zijn de zeer weinige uit dien tijd
overgebleven artistieke lithographische affi
ches waarop onder andere de „Schipbreuk
van de Medusa", het „Buskruitverraad of de
daad van een Amsterdamschen jongen" er
meer soortgelijke sensationeele stukken frag
mentarisch vertoond werden. Daar was veelal
haastwerk bij en het kon gebeuren dat 's mor
gens de drukkers een grooten lithografischen
steen naar het atelier sleepten en op Rochus
sen's teekening mochten blijven wachten. Die
was met een uurtje klaar en dan kon des
avonds het nieuwe affiche al aan den schouw
burg aangeplakt zijn. Dat was zoo omstreeks
1860 al een heele prestatie, waar men, wat de
snelheid betreft, nu de hand niet voor om
draait. Maar het aardige was dat er in die
paar uren tijd iets gemaakt was dat op zich
zelf artistieke waarde had, hetgeen bij latere
scheppingen op dat terrein met veel meer ge
wichtigheid, ernst, tijdsverbruik enkos
ten gepaard ging. Die artisten uit grootva-
der's tijd hadden soms een enthousiasme dat
men nu niet altijd achter hen zoeken wil. En
Rochussen, met zijn voorkomen van een ge-
pensionneerd generaal, was van dien stempel.
J. H. DE BOIS
Ook een tankverbod op Zondag?
De situatie, geschapen door de mogelijkheid
van het tanken van buitenlandsche automobilis
ten op Zondag in ons land, heeft de aandacht van
het departement van economische zaken getrok
ken. Vooral veel Belgische toeristen bezoeken
des Zondags het Zuiden van ons land en ver
bruiken dan nog al wat benzine. Een verbod om
op Zondag benzine te verkoopen zou, volgens de
N. R. C. thans bij de regeering in overweging zijn
Oranje-vliegtuigen neutrale
vliegtuigen
Voorstel der K .L. M. aan verschillende
luchtvaartmaatschappijen.
'Met het oog op het gevaar, dat er in dezen
tijd voor de verkeersvliegtuigen van neutrale
landen bestaat men behoeft slechts te denken
aan de beschieting van de Mees heeft de
K.L.M. het initiatief genomen om te komen tot
een afdoend herkenningsteeken voor deze vlieg
tuigen. Men heeft contact gezocht met de bur
gerluchtvaartmaatschappijen in België, Dene
marken, Zweden en Noorwegen om hiervoor een
uniforme regeling te ontwerpen.
Voorgesteld is om alle verkeersvliegtuigen van
deze landen geheel oranje te schilderen. De kleur
oranje is juist gekozen, omdat na proefnemingen
gebleken is, dat deze kleur zoowel tegen een
blauwen als grijzen achtergrond het scherpst af
steekt en herkenning door vliegtuigen van de
oorlogvoerende landen dus waarschijnlijk is.
Zoowel Engelsche als Duitsche luchtvaartauto
riteiten hebben hun instemming betuigd met dit
plan. Het wachten is nog op de beslissing van de
directies der burgerluchtvaart-maatschappijen,
maar men kan wel aannemen, dat deze accoord
zullen gaan met het voorstel.
Zoodra de beslissing is gevallen, zal begonnen
worden met het oranje schilderen van de toe
stellen. Voor ieder toestel is een hoeveelheid
verf van vijftig kilo noodig.
Noodlottig; gedrang op station
te Zaandam.
Arbeider van perron geduwd en onder den
trein geraakt.
Het gedrang, dat 's avonds om zes uur na
het uitgaan der fabrieken op het station te
Zaandam pleegt te ontstaan zoodra de trein
in zicht is, waarmede de arbeiders naar hun
woonplaatsen reizen, heeft Dinsdagavond we
derom een ongeluk tot gevolg gehad.
Nog voordat de voor Amsterdam bestemde
trein tot stilstand was gekomen, werd een der
arbeiders van de artillerie-inrichtingen aan
de Hembrug van het perron geduwd, waardoor
hij onder de wielen van den trein terecht
kwam.
Het linkerbeen en enkele vingers werden
hem afgereden, terwijl hij bovendien aan hefc
rechterbeen en het gelaat werft gewond. Het
slachtoffer is ter verpleging in het gemeente
ziekenhuis te Zaandam opgenomen.