IJmuider Courant
Onze regeering waakte
OH.DEWAARD'S
voor onze neutraliteit.
H
Groene erwten worden gedistribueerd.
Opera.
Brieven en
protesten.
Een pond per persoon per maand.
iaARCANG NO. 313
Lourens Cosier, Maatschappij voor
tjn|.L/iigaven en Algem. Drukkerij N.V., Gr.
p«ia«
--jidei
Lfbon
si#,en
..ssnome" i
93; Haarlem, Telefoon 10724 Bureau
Courant: Kennemerlaan 42, Umuiden,
5301, Postgiro 310791. Alle Advertenties,
de Kennemer Courant.
DAGBLAD VOOK VELSEN, IJMLIDPIN, SANTPOORT EIN OMSTKEhEM
Verschijnt dagelijks, be.ialve op Zon- en Feestdagen
MAANDAG 6 NOVEMBER 1939
Directie: P W PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM
HoofdredacteurROBERT PEEREROOM
Abonnementer- pe- week t 01216 oe> maand
0.52!/$. per 3 maanden 1 55 franco per post
1.95 per kwartaal Losse nummers 5 cent per ex.
Advertentiën. 1-5 regels 060 elke regel meer
ƒ0.12 Bij abonnementen belangrijke korting.
Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
Advertenties van Vraag en Aanbod 1-3 regels
ƒ0.25, elke regel meer ƒ010.
5|gnervereeniging kan het oorspronkelijk
bestelde programma niet uitvoeren omdat
jtbreken van den oorlog de internationale
ngen verstoord heeft. Op dat programma
de opera's Don Juan van Mozart, Tristan
jgojde van Wagner en Die Schweigsame Frau
Richard Strauss, die door buitenlandsche ar-
«èu uit vele landen zouden worden uitgevoerd.
verandert nu. En de schoone Vrouwe For-
Umikt haar capricieusen glimlach op de Ne-
opera Stichting, verleden jaar tot
"„"gebracht door dezelfde Wagnervereeniging,
wnkunst en den Bond van Volksuniversiteiten,
verwekte geen groote geestdrift in
dat reden heeft tot scepticisme om-
financiëele levensvatbaarheid van
De weinigen die zich om het wiegje
jjjrden moeten de jonggeborene met twijfel
wbouwd hebben. Maar nu Fortuna het toelacht
het van den weeromstuit zijn eerste lachje
ien geschonken. En weldra zal het inplaats
doordringend gehuil welluidende aria's ten
geven. Want ziet, het zal Contes d'Hoff-
van Offenbach, Die Zauberflöte van Mo-
X en Faust van Gounod voor de Wagnerver-
dgióg opvoerenmet Nederlandsche ar-
Het bestuur heeft blijkbaar geen uitbundig
«trouwen in de ontvangst, die deze mededeeling
tij zijn leden zal ervaren. Het bezweert den storm
voorbaat door aan te kondigen dat de be-
j^de contributies voor twee seizoenen zullen
dus ook voor 1940—1941, zelfs als het dan
grilt gelukken weer twee uitvoeringen met bui-
telandsche medewerking te geven. Op deze wijze,
egt het, is een gemeenschap te handhaven, die
halve eeuw ten behoeve van de muziek
dramatische kunst is opgebouwd,
k vind het wel oen beetje treurig dat de leden
bd de Wagnervereeniging op deze wijze „gelijmd"
jxten worden tot het aanvaarden van Neder-
vdsche kunstenaars, alsof a priori moet worden
ogenomen dat buitenlandsche beter zijn. En
wel honderd procent beter, als men de
contributieregeling: als maatstaf neemt. Maar het
jestuur zal zijn Pappenheimers wel kennen en
cost pogen ze bij elkaar te houden. Mag ik die
hppenheimers er wonen er ook heel wat in
•iarlem en omgeving en er zouden er
eer kunnen komen dan eens even
Kiderhanden nemen? Dan zou ik hen niet
lütin willen zeggen dat het, gezien de
waarop ons muziekleven en ook onze vo-
hle kunst staan, onrechtvaardig en dom-snobis-
is om de voorkeur te geven aan al wat uit
buitenland" komt. Het bezorgt ons trouwens
urigheid genoeg met zijn eeuwige oorlogen. Ik
sa er de Pappenheimers van de Wagnervereeni-
ég ook aan willen herinneren dat de historie
fen vierkant in het ongelijk stelt. Want in de
juen van den wereldoorlog, 19141918, ontstond
{«Nederlandsche Opera van Koopman, met uit-
nd Nederlandsche artisten. Velen waren uit
buitenland gerepatrieerd, waarheen zij
«dogen waren omdat men daar hun kunst
pooler erkenning gaf. dan thuis. Zij golden daar
artisten. En zoo ontdekte Nederland
êen Richahrd van Helvoirt Pel, een Liesbeth Pool-
man-Meissner, een Annie Ligthart en vele an-
Diezelfde Faust van Gounod, die de
Wagnervereeniging nu zal geven, was toen een
openbaring met een weergave van het ballet
:der leiding van Elsa Dankmeyer. En ik her
der mij nog levendig de prachtige opvoeringen
ia Laagland, van Eugen d' Albert.
•opera moet bij velen schoone her
hebben achtergelaten. Zij blies het
drama, dat in Nederland nu weer zoo
erbarmelijk verwaarloosd is en waarvan de jeugd
-ft veel meer weet dan een paar bekrompen
boroordeelen die in het Noorden zoo makkelijk
doen, nieuw leven in. Zij was een van de
;-<i?e lichtzijden in een triesten tijd.
hoop dat die lichtzijde ook nu weer tenvolle
ui stralen en het dus veel verder brengen dan
if0 drietal opvoeringen voor den beperkten kring
de Wagnervereeniging. Ik hoop het temeer
ödat opera zich juist altijd goed geëigend
«item kunst aan het volk te brengen, dat min-
sophistisch en lichter vatbaar is voor „sprook-
M&er" dan vele goedgesitueerden, die wèl hooge
?n;zen betalen voor de operettes van Fritz Hirsch,
♦te muzikaal peil toch zooveel lager staat.
temeer dat er een goede kans op suc-
it, dank zij het werk van vele onzer
suakale instellingen, de muziek van hoog ge
nu zooveel nader tot het volk gekomen is
ta 25 jaar geleden. Als ik alleen maar even aan
^volksconcerten van de H.O.V. en hun voortref-
programma's denkEn er is nog veel
:edaan, vooral door de zangvereenigingen.
R. P.
Regenjas uaodty?
Koopt een ECHTE, een FALCON,
voor 100% gegarandeerde, water
dichte jas. Reeds vanaf 19.75 een
echte FALCON. Alléén
feï enmademagazifnen^
Kanaalstraat 4é48, Telef. 4054,
Umuiden.
(Adv. Ingez. MedJ
Slaat gestes Ut een otattfeèaek neeegeiegd,
ET „Oranje-boek", dat een overzicht
geeft van de voornaamste aangele
genheden, die het ministerie van
Buitenlandsche Zaken behandeld
heeft tot November 1939 in verband met den
oorlogstoestand, is verschenen. Minister Van
Kleffens heeft dit Oranjeboek, dat ter lands
drukkerij verkrijgbaar is, overgelegd bij zijn
memorie van antwoord aan de Tweede Ka
mer over de begrooting van zijn departement.
De inhoud geeft een beeld van de activiteit
van het departement van Buitenlandsche Za
ken na het uitbreken van den oorlog, zoowel
voor wat de handhaving van de Nederland
sche neutraliteit betreft, als voor de verze
kering van onzen handel en de daarmee sa
menhangende voedselvoorziening.
Het Oranjeboek, dat 20 foliopagina's druks be
slaat, opent met een bespreking van de werk
zaamheid der regeering tot behoud van den vre
de. De oproep van de Oslo-staten van 23 Augustus
is er in opgenomen, waarna het aanbod van goe
de diensten van de Koningin en den Koning der
Belgen wordt vermeld. Daarbij wordt gezegd, dat
van Nederlandsche en Belgische zijde aan dit
aanbod geen ruchtbaarheid werd gegeven, om
eventueele inleidende besprekingen niet te be
moeilijken. De eerste berichten over dezen stap
kwamen uit het buitenland.
Voorts worden de Duitsche en de Britsche ver
klaringen omtrent de eerbiediging onzer neutra
liteit in volledigen tekst afgedrukt. De vertaling
van de Duitsche verklaring luidt als volgt:
Wij zijn besloten ten aanzien van Nederland,
overeenkomstig de traditioneele vriendschappe
lijke betrekkingen tusschen de beide landen en in
aanmerking genomen de bekende Nederlandsche
onafhankelijkheidspolitiek, een houding aan te
nemen, die de onaantastbaarheid en de integri
teit van Nederland onder geen enkele omstandig
heid krenkt en te allen tijde het Nederlandsch
grondgebied respecteert. Wij verwachten echter
natuurlijk onzerzijds, dat Nederland in een even
tueel conflict tegenover ons een volstrekte neu
traliteit in acht zal nemen. Daartoe behoort voor
al, dat Nederland inbreuken, die derden op zijn
neutraliteit zouden maken, niet zal dulden, doch
zich met alle beschikbare middelen daartegen zal
verzetten. Indien de Nederlandsche houding in
geval van een dergelijke neutraliteitsschending
door een derde tegen onze verwachting in een
andere zou zijn, dan zouden wij natuurlijk ge
noodzaakt worden onze belangen te behartigen
op de wijze, die de toestand van het oogenblik
noodig zou maken.
De Britsche verklaring luidde als volgt:
Indien Nederland in geval van een Europee-
schen oorlog een neutrale houding aanneemt, zal
zijner majesteits regeering overeenkomstig haar
traditioneele politiek, vast besloten zijn deze neu
traliteit ten volle te eerbiedigen, mits deze ook
door andere mogendheden wordt eerbiedigd.
De neutraliteitsproclamatie wordt nogmaals in
het Oranjeboek gepubliceerd.
In een hoofdstuk „Schendingen van het Ne
derlandsche rechtsgebied" wordt gezegd:
In tegenstelling met den vorigen oorlog, toen
schendingen van het Nederlandsch rechtsgebied
door vliegtuigen slechts betrekkelijk zelden voor
kwamen, zijn dergelijke voorvallen thans een
aantal malen voorgekomen.
Reeds van het begin van het conflict af was
aan de Nederlandsche krijgsmacht bevel gegeven
om op ieder onbekend vliegtuig te vuren, behal
ve op burgervliegtuigen die zich aan voorgeschre
ven routes hielden. In alle gevallen, waarin zulks
mogelijk bleek, is dan ook het vuur geopend op
overvliegende vliegtuigen. Menigmaal zijn Neder
landsche jachtvliegtuigen opgestegen om vlieg
tuigen, welke boven ons rechtsgebied gesignaleerd
waren, te verdrijven. Indien de nationaliteit dei-
vliegtuigen niet voldoende vaststond, werden aan
beide partijen inlichtingen gevraagd. Verder is
telkenmale wanneer daartoe de mogelijkheid be
stond, geprotesteerd. In gevallen, waarin de fei
ten ook voor de wederpartij onbetwistbaar vast
stonden, werden "verontschuldigingen aangebo
den, welke meer dan eens ook spontaan werden
uitgedrukt. De behandeling van gevallen afzon
derlijk zou buiten het bestek van dit overzicht
vallen.
Voor allerlei belangen opgekomen.
Slechts eenmaal is de Nederlandsche onzijdig
heid geschonden door een schip. Deze schending
had plaats door de Britsche kanonneerboot
„Leith", die zich van Nieuw-Zeeland naar Sin
gapore begevende, op 13 September door straat
Riouw voer, welke straat een minimum-breedte
van slechts twee zijmijlen heeft. Aan Harer
Majesteits gezant te Londen werd opgedragen de
aandacht der Britsche regeering op deze overtre
ding van de Nederlandsche neutraliteitsbepalin-
gen te vestigen en een grondig onderzoek te vra
gen, benevens maatregelen om een herhaling te
voorkomen.
De aanvallen op Nederlandsche vliegtuigen wor
den dan vermeld. Deze gevallen, betreffende de
R 5, de „Mees" en de beschieting van 'n Neder
landsche patrouille boven de provincie Gronin
gen, zijn bekend.
Contrabandelijsten.
De Britsche, de Fransche en de Duitsche con
trabandelijsten gaven de Nederlandsche regee
ring aanleiding stappen te ondernemen te Lon
den, Parijs en Berlijn. In de nota aan Londen en
Parijs wordt o.m. gezegd:
Het systeem, gevolgd in de contrabandelijst,
geeft aanleiding tot een ontoelaatbare onzeker
heid voor de neutrale scheepvaart en handel en
laat anderzijds de grootste vrijheid aan de oorlog
voerenden voor het aanhouden van schepen en
ladingen.
Het beginsel, dat te allen tijde de grondslag is
„eweest van het onderscheid tusschen absolute
en voorwaardelijke contrabande, is, dat de voor
werpen, die door hun aard beschouwd moeten
worden uitsluitend voor oorlogsgebruik bestemd
te zijn, absolute contrabande zijn. terwijl de voor
werpen, die door hun aard geschikt zijn zoowel
voor oorlogs- als voor vredesgebruik, als voor
waardelijke contrabande worden beschouwd en
slechts als contrabande kunnen worden behan
deld en prijsverklaard, indien vaststaat, dat zij
bestemd zijn voor de krijgsmacht.
Dit onderscheid, dat sinds langen tijd door het
volkenrecht is erkend en dat op een volkomen
f redelijk beginsel berust, moet worden geëer
biedigd.
De Nederlandsche regeering moet zich al haar
rechten voorbehouden voor die gevallen, waarin
zou blijken, dat de belangen van Nederlandsche
onderdanen in strijd met het volkenrecht zouden
worden benadeeld door de toepassing van deze
contr aba n del ij sten
De te Berlijn overhandigde nota heeft mutatis
mutandis een gelijke tekst.
De Britsche „Zwarte lijst".
Behalve de uitgebreide strekking van de con
trabandelijsten kon ook de definitie van den
vijand in de Britsche, „Trade with the Enemy
Act" ongewenschte gevolgen medebrengen. Het
artikel van genoemde wet, waarin deze definitie
is opgenomen gaf aanleiding tot een schrijven
van den Nederlandschen gezant te Londen aan
den Engelschen minister van Buitenlandsche Za
ken, Lord Halifax. Hierin wordt o.m. gezegd:
De Nederlandsche regeering erkent natuurlijk
dat Zijner Majesteits regeering het recht heeft
aan Britsche onderdanen den handel met een
vijand te verbieden. Indien echter neutralen als
vijanden gerekend kunnen worden, rijst de vraag
of de regeeringen van oorlogvoerende landen
naast de uitoefening hunner rechten overeen
komstig het prijsrecht ter zee ter zake van het
vervoer van contrabande of blokkadebreuk ge
rechtigd zijn om een straf te stellen op den wet
tigen handel van neutralen met oorlogvoerenden
door een maatregel af te kondigen die neerkomt
op een gedwongen boycot van die neutralen.
De bepalingen van artikel 2, lid 2, scheppen
voor den neutralen handelaar in een neutraal
land het gevaar om als vijand beschouwd te wor
den in gevallen waarin zulks niet gerechtvaar
digd is.
Hetzelfde artikel bevat onder c. onduidelijke
bepalingen, die aanleiding kunnen geven tot on
rechtvaardige toepassingen op neutrale personen
en ondernemingen.
De Nederlandsche regeering moet zich derhalve
het recht voorbehouden om te protesteeren, in
dien de rechten van Nederlandsche onderdanen
schade lijden door dergelijke of andere Britsche
maatregelen die niet in overeenstemming zijn
met het volkenrecht, afgezien van de tusschen
onze regeeringen bestaande verdragen.
Lang oponthoud van Nederlandsche
schepen.
Reeds dadelijk bij het begin van den oorlogs
toestand begon de Britsche admiraliteit neutrale
schepen naar Duins te dirigeeren voor het on
derzoek naar contrabande. De overmatig lange
wachttijden voor het onderzoek, welke de Neder
landsche scheepvaart groot nadeel toebrachten,
gaven aanleiding om in Londen stappen te on
dernemen ten einde het oponthoud van de Ne
derlandsche schepen in de Britsche havens te be
korten, Eerst werd een aide-memoire met bij
lage aan de Britsche regeering overgelegd, later
werd nog eens per brief op beperking van het
tijdverlies aangedrongen. In de aide-mémoire ko
men o.a. de volgende zinsneden voor:
De onredelijke vertraging, waarmede schepen
die naar Duins of een Britsche haven zijn opge
bracht worden vrijgelaten, heeft aanleiding ge
geven tot zeer ernstige klachten van Nederland
sche reeders, die zich te dier zake tot de Neder
landsche regeering hebben gewend.
Het ernstigst wordt bezwaar gemaakt tegen
den maatregel, dat de schepen volkomen zijn af
gesloten van verbinding met den wal, zoodat ge
zagvoerders hun reeders niet kunnen doen weten
waar zij zijn. Deze maatregel schijnt wel buiten
gewoon bezwarend; telegrammen van den gezag
voerder behooren den censor te bereiken en het
is ondenkbaar, dat Engeland's vijanden belang
rijke inlichtingen zouden verkrijgen, zoo zij wer
den ingelicht over de plaats waar een Neder
landsch schip zich bevindt.
Het is niet goed in te zien, dat eenig belang
gediend zou zijn met de buitengewoon langzame
behandeling van de schepen, terwijl anderzijds
de Nederlandsche regeering overtuigd is, dat
Zijner Majesteits Regeering als regeering van een
zeevarend volk, zich bewust is van den last en de
enorme schade, aan neutrale belangen toege
bracht.
Op 18 October heeft de Nederlandsche ge
zant een brief geschreven aan den heer R. H.
Cross, minister van economische oorlogvoering,
waarin hij wijst op de ernstige vertraging, welke
Nederlandsche schepen ondervinden, waarbij de
„Kota Baroe" en de „Breedijk" als voorbeeld
worden genoemd. Er wordt gewezen op de zware
lasten die door het oponthoud op de Neder
landsche Scheepvaart worden gelegd en er wordt
gesproken van de „diepe teleurstelling der Ne
derlandsche reeders", wegens de „geringe aan
dacht die aan hun belangen geschonken
wordt". Aangedrongen wordt op verbetering in
de heerschende hoogst onbevredigende toestan
den.
Op de aide-memoire werd een Britsch ant
woord ontvangen, waarin werd verklaard, dat
maatregelen genomen zijn om het oponthoud
enz. zoo kort mogelijk te maken. Er werd tevens
op gewezen, dat het oponthoud gedurende den
eersten tijd van de controle veroorzaakt werd
door gebrek aan booten. De vertraging was naar
het Britsche oordeel echter voor een groot deel
te wijten aan onvolledigheid van de lading-ma
nifesten, waardoor uitgebreide onderzoekingen
noodig waren. De vertraging zou zeer veel ver
minderd kunnen worden als de lading manifes
ten vooruit zouden worden gezonden. Voorts
werd nog de aandacht gevestigd op het feit, dat
de Nederlandsche regeering zou kunnen bijdra
gen tot het vermijden van vertragingen van Ne
derlandsche schepen zoo zij de reeders wilde
toestaan een overeenkomst te sluiten gelijk aan
die welke gedurende den vorigen oorlog werd
afgesloten. Bij die overeenkomst namen de Ne-
aerlansche reeders op zich om in de Neder
landsche havens van bestemming die deelen van
de lading vast te houden, die verdacht waren,
totdat beslist was, dat zij konden worden vrijge
geven. Terzelfder tijd namen de reeders op zich.
ieder stuk, waarvan eventueel zou worden be
slist, dat het moest worden onderworpen aan
een prijsprocedure, naar Vereenigd Koninkrijk
terug te zenden. Het is duidelijk, dat het slui
ten van een dergelijke overeenkomst veel zou
bijdragen om vertraging te voorkomen.
Ten slotte wordt opgemerkt, dat Nederland
sche schepen zijn aangehouden, die groote hoe
veelheden contrabande vervoerden, zoodat Zij
ner Majesteits regeering alle reden had om in
ieder geval zorgvuldige onderzoekingen te ver
richten.
Aanhouden van personen.
Niet uitsluitend het vervoer van goederen op
Nederlandsche schepen heeft moeilijkheden
medegebracht, ook het vervoer van personen
had onder de beperking van den oorlog te lij
den. Verschillende malen zijn passagiers en leden
van bemanning, welke de Duitsche nationaliteit
bezitten van Nederlandsche schepen afgehaald.
Dergelijke gevallen hebben zich zoowel in Frank
rijk als in Groot-Brittannië voorgedaan.
Zoowel te Parijs als te Lonen zijn stappen tot
vrijlating van de aangehoudenen ondernomen.
Nog geen boonen beschikbaar.
Tot Zaterdag a.s. geen erwten
te krijgen.
Met ingang van 11 November a.s. zal met
de distributie van erwten een aanvang wor
den gemaakt. De distributie zal zich voors
hands beperken tot groene erwten en split-
erwten. Van bovengenoemden datum af zal
men in den winkel slechts erwten kunnen
koopen tegen inlevering van een nader aan
te wijzen bon der rijksdistributiekaart. Het
rantsoen, dat men op dien bon, die geldig
is van 11 November t.m. 8 December kan
verkrijgen, bedraagt Vi K.G. erwten. De bon
is het geheele land door geldig. Men kan
dus koopen in welke plaats en bij welken
winkeler men wil
Daar de winkels bij de aanvang van de dis
tributie over voldoenden voorraad moeten be
schikken wordt een verkoopverbod voor den
winkelier ingesteld. Dit verkoopverbod van erw
ten is Zondag ingegaan en duurt tot Vrijdag 10
November a.s.
Teneinde te voldoen aan vele verlangens is er
zorg voor gedragen, dat de Zaterdag niet onder
den „spertijd" valt. Ook nu wordt het publiek
met aandrang verzocht om op Zaterdag a.s. niet
dadelijk alle bons tegen erwten in te willen
wisselen, daar dan natuurlijk de in de winkels
beschikbare voorraad niet voldoende kan zijn
om in de eerste dagen reeds het geheele Neder
landsche volk van de toegewezen 4V2 millioen
kilogram erwten te voorzien. Evenals bij de
suiker wordt er dus op aangedrongen het koopen
van erwten zooveel mogelijk over de geheele
distributieperiode te verdeelen.
Men kan er zeker van zijn, dat iedereen in
den loop van deze periode de toegewezen hoe
veelheid erwten zal kunnen verkrijgen.
De distributie van erwten geschiedt immers
niet omdat er erwtengebrek is in Nederland,
maar alleen om te zorgen, dat iedere Neder
lander een gelijke hoeveelheid erwten zal krij
gen en het hamsteren wordt voorkomen.
In dit verband zij opgemerkt, dat de geschatte
productie eenige malen de consumptie overtreft.
Hierbij dient echter rekening gehouden te wor
den met het feit, dat het grootste gedeelte van
den erwtenoogst ook voor andere doeleinden
gebruikt wordt zooals veevoeder en export.
De aan den consument toegewezen hoeveel
heid ad i/2 K.G. per maand moet ruim geacht
worden, aangezien het geschatte gemiddeld ver
bruik van erwten per jaar per hoofd ongeveer
21/2 K G. bedraagt.
Het rantsoen is ook daarom ruim gesteld,
opdat militairen, die de maandelijksche verlof
dagen thuis doorbrengen, geen bijzondere kaar
ten behoeven te ontvangen.
De voor suiker getroffen aparte regelingen
bijv. voor hotels, cafés, restaurantes, groote
cantines, ziekenhuizen, kookscholen, enz., gelden
ook voor erwten. Voorts zal er voor zorg ge
dragen worden dat de winkeliers zoodanige toe
wijzingen krijgen, dat zij te allen tijde over vol
doenden voorraad zullen kunnen beschikken om
niet alleen aan de normale vraag te voldoen
maar ook een uitbreiding van omzet op te van
gen.
De eerste toewijzing is heden in het bezit
der winkeliers gekomen en zal m den loop van
November gevolgd worden door een tweede toe
wijzing. Van 5 November af zullen de winke
liers alleen nog erwten kunnen betrekken op
grond van de hun verstrekte toewijzingen.
De proviandeering van kleine schepen ge- j
schiedt door de distributiekantoren, terwijl de
Nederlandsche akkerbouwcentrale voor de pro
viandeering van groote schepen zorgt. De gros
siers ontvangen aanvankelijk geen toewijzing
doch dienen zich ter verkrijging van den be-
noodigden voorraad te wenden tot de vereeni-
ging de ..Korenbeurs" te Rotterdam.
Indien zich moeilijkheden voordoen wende
men zich wanneer 't betreft de winkeliers, hotels
instellingen, kleine schepen, enz., tot de plaat
selijke distributiekantoren.
In andere gevallen gelieve men zich tot de
Nederlandsch^ akkerbouwcentrale te richten.
Met de distributie van boonen zal eerst dan
begonnen kunnen worden, wanneer de re
geering over voldoende voorraden beschikt. Mede
tengevolge van de weersomstandigheden zijn tot
dusverre slechts weinig boonen gedorscht.
Omtrent de distributie vr.n boonen, capu-
cijners, enz. zullen binnenkort nader mede
deelingen verstrekt worden. I
Storing van het postverkeer.
Bij de verschillende storingen van het verkeer
behoort in het bijzonder de storing van het
postverkeer vermeld te worden. Storingen van
dezen aard gaven aanleiding tot drie brieven
van Harer Majesteits gezant te Londen aan den
Britschen minister van buitenlandsche zaken.
In den eersten brief wordt gezegd dat de Ne
derlandsche regeering het in beslag nemen van
voor Duitschland en .Dantzig bestemde postzak
ken in strijd acht met artikel I van het 11e
Haagsohe verdrag van 1907.
De eerste brief ging over post van de Nieuw
Amsterdam.
In den tweeden brief wordt gewezen op soort
gelijke gevallen waarvan één in Colombo, en
wordt het vroegere standpunt gehandhaafd,
dat post op zee aangetroffen aan boord van
een neutraal of vijandelijk schip onschendbaar
is.
In den, derden brief van den Nederlandschen
gezant te Londen wordt geprotesteerd tegen het
ophouden van de post van het K.LM.-vliegtuig
„Nandoe" te Singapore. In dit schrijven, dat als
de beide vorige aan Lord Halifax is gericht,
wordt o.m. gezegd:
Uwe Excellentie zal zich ten volle bewust zijn
van den girooben last en vertraging, welke deze
willekeurige maatregel voor de luchtpostver
binding tusschen Nederland en Nederlandsch-
Indië medebrengt. De censuur door een land
van een tusschenhaven is in strijd met de alge
meen erkende vrijheid van doorvoer, welke lan
den met postverbindingen noodig hebben en in
het bijzonder voor de verbinding tusschen Ne
derland en Nederlandsch-Indië. De bovenge
noemde maatregel schijnt bovendien nauwelijks
in overeenstemming met de vriendschappelijke
verhoudingen, welke inzake overvliegen tusschen
onze beider gebiedsdeel-en bestaan.
Ik heb de eer de medewerking van uw excel
lentie in te roepen voor onmiddellijke vrijmaking
van de luchtpost van Nederlandsch-Indië be
stemd voor Nederland en Medan van de cen
suur.
Ik moge hieraan toevoegen, dat mijn regeering
een spoedig antwoord op hoogen prijs zou stel
len.
„Korporaal" aangehouden.
Goed speurderswerk der Rotterdamsche
recherche
De man, die Vrijdagavond door de Rotter
damsche politie is gearresteerd, blijkt in
derdaad bij de Leidschendamsche moord
zaak betrokken Ls zijn geweest. Hij heeft
na zijn arrestatie een volledige bekentenis
afgelegd, dat hij aan dezen moord Ls mede
plichtig geweest. Den naam van zijn mede
plichtige wil hij echter niet noemen. Hij is
in hel Huis van Bewaring te 's Gravcnhage
ingesloten. Het is de 29-jarige koopman R.
A. uit Rotterdam.
Zijn in Amsterdam gearresteerde broer
blijkt met de zaak niets uitstaande te heb
ben en is daarom Zaterdag ter stond op
vrije voeten gesteld.
Het is een mooi staaltje speurwerk van de
Rotterdamsche recherche geweest, zooals men
tot arrestatie van R. A. is gekomen.
Maandag j.l. heeft een groote heerenmode
zaak te Rotterdam aan de politie aldaar kennis
gegeven, dat op den dag na den moord te Leid-
schendam zich een man in deze zaak had ver
voegd, die verschillende heerenmode-artikelen
o.a. overhemd, hoed, boord, das en schoenen
had gekocht. Deze man vertelde er bij dat hij
juist in een groot confectie-magazijn een nieuw
costuum had gekocht. De heerenmode-artikelen
betaalde hij met een bankbiljet van f 100 en
en toen de politie navraag deed ln het aange
duide confectiemagazijn, bleek dat hij ook daar
met een bankbiljet van f 100 heeft betaald.
In beide magazijnen was het opgevallen,
dat de man aan een zijner handen tusschen
duim en wijsvinger gewond moest zijn, want op
die plaats droeg hij een verband.
Een fatale boord.
In het heerenmode-magazijn had deze klant
een stijfe. dubbele heerenboord alsmede een
paar zoo goed als nieuwe schoenen achterge
laten.
De boord droeg een waschnummer en hierop
is de politie op onderzoek uitgegaan om er achter
te komen bij welke wasscherij deze boord be
handeld kon zijn. Zij slaagde er in deze was
scherij te vinden en via deze firma kwam de
politie terecht bij een pension te Rotterdam. Bij
navraag aan de pensionhoudster, bleek dat de
boord inderdaad aan een van haar pensiongas
ten toebehoorde. Deze pensiongast was een of
twee dagen tevoren vertrokken, doch had een
koffer achtergelaten, waarvan hij had gezegd
dat hij deze nog wel eens zou komen halen.
In den koffer vond men nog een aantal soort
gelijke boorden, die in dezelfde wasscherij wa
ren gewasschen.
Hiermee was de identiteit van den drager
van de boord bekend geworden en restte nog
diens verblijfplaats op te sporen. Dit gelukte de
politie vrij spoedig en toen hij Vrijdagavond per
auto van een zakenreisje terug kwam, had de
politie hem in zijn tegenwoordige woning opge
wacht en werd hij gearresteerd.
Hij bleek toen nog in het bezit te zijn van
ruim f 2000, bestaande uit een bankbiljet van
f 1000 en eenige van f 100. Hij slaagde er niet
in aan de politie een redelijke verklaring te
geven van de herkomst van dit geld en nadat
hij op het politiebureau ingesloten was, gaf hij
toe bij de Leidschendamsche moordzaak betrok
ken te zijn. Hij verklaarde, dat hij het was die
in korporaalsuniform den veehouder Van der
Horst uit zijn woning heeft gelokt en hij daarna
de auto heeft bestuurd. Hij gaf ook aan, waar
de auto zich op dat oogenblik bevond en op zijn
aanwijzingen is dit voertuig inderdaad in Am
sterdam in een loods gevonden. Er werden op
deze auto sporen van een aanrijding gevonden
en door deskundigen worden nadere aanwijzin
gen onderzocht.
De aangehoudene blijft hardnekkig weigeren
zijn medeplichtige te noemen, van wie hij. vol
gens zijn zeggen, zelfs den naam niet weet. Deze
heeft, naar R. A.'s verklaring. Van der Horst
gedood. R. A. zelf zou toen hij probeerde 'n mes
steek in den hals van Van der Horst af te weren
ian de hand zijn gewond.
De politie onderzoekt thans ook of er tus
schen deze moordzaak en den ongeveer twee
jaar geleden gepleegden moord op den Haar-
lemschen garagehouder Hess verband bestaat.