IJmuider Courant Onze regeering waakte OH.DEWAARD'S voor onze neutraliteit. H Groene erwten worden gedistribueerd. Opera. Brieven en protesten. Een pond per persoon per maand. iaARCANG NO. 313 Lourens Cosier, Maatschappij voor tjn|.L/iigaven en Algem. Drukkerij N.V., Gr. p«ia« --jidei Lfbon si#,en ..ssnome" i 93; Haarlem, Telefoon 10724 Bureau Courant: Kennemerlaan 42, Umuiden, 5301, Postgiro 310791. Alle Advertenties, de Kennemer Courant. DAGBLAD VOOK VELSEN, IJMLIDPIN, SANTPOORT EIN OMSTKEhEM Verschijnt dagelijks, be.ialve op Zon- en Feestdagen MAANDAG 6 NOVEMBER 1939 Directie: P W PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM HoofdredacteurROBERT PEEREROOM Abonnementer- pe- week t 01216 oe> maand 0.52!/$. per 3 maanden 1 55 franco per post 1.95 per kwartaal Losse nummers 5 cent per ex. Advertentiën. 1-5 regels 060 elke regel meer ƒ0.12 Bij abonnementen belangrijke korting. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. Advertenties van Vraag en Aanbod 1-3 regels ƒ0.25, elke regel meer ƒ010. 5|gnervereeniging kan het oorspronkelijk bestelde programma niet uitvoeren omdat jtbreken van den oorlog de internationale ngen verstoord heeft. Op dat programma de opera's Don Juan van Mozart, Tristan jgojde van Wagner en Die Schweigsame Frau Richard Strauss, die door buitenlandsche ar- «èu uit vele landen zouden worden uitgevoerd. verandert nu. En de schoone Vrouwe For- Umikt haar capricieusen glimlach op de Ne- opera Stichting, verleden jaar tot "„"gebracht door dezelfde Wagnervereeniging, wnkunst en den Bond van Volksuniversiteiten, verwekte geen groote geestdrift in dat reden heeft tot scepticisme om- financiëele levensvatbaarheid van De weinigen die zich om het wiegje jjjrden moeten de jonggeborene met twijfel wbouwd hebben. Maar nu Fortuna het toelacht het van den weeromstuit zijn eerste lachje ien geschonken. En weldra zal het inplaats doordringend gehuil welluidende aria's ten geven. Want ziet, het zal Contes d'Hoff- van Offenbach, Die Zauberflöte van Mo- X en Faust van Gounod voor de Wagnerver- dgióg opvoerenmet Nederlandsche ar- Het bestuur heeft blijkbaar geen uitbundig «trouwen in de ontvangst, die deze mededeeling tij zijn leden zal ervaren. Het bezweert den storm voorbaat door aan te kondigen dat de be- j^de contributies voor twee seizoenen zullen dus ook voor 1940—1941, zelfs als het dan grilt gelukken weer twee uitvoeringen met bui- telandsche medewerking te geven. Op deze wijze, egt het, is een gemeenschap te handhaven, die halve eeuw ten behoeve van de muziek dramatische kunst is opgebouwd, k vind het wel oen beetje treurig dat de leden bd de Wagnervereeniging op deze wijze „gelijmd" jxten worden tot het aanvaarden van Neder- vdsche kunstenaars, alsof a priori moet worden ogenomen dat buitenlandsche beter zijn. En wel honderd procent beter, als men de contributieregeling: als maatstaf neemt. Maar het jestuur zal zijn Pappenheimers wel kennen en cost pogen ze bij elkaar te houden. Mag ik die hppenheimers er wonen er ook heel wat in •iarlem en omgeving en er zouden er eer kunnen komen dan eens even Kiderhanden nemen? Dan zou ik hen niet lütin willen zeggen dat het, gezien de waarop ons muziekleven en ook onze vo- hle kunst staan, onrechtvaardig en dom-snobis- is om de voorkeur te geven aan al wat uit buitenland" komt. Het bezorgt ons trouwens urigheid genoeg met zijn eeuwige oorlogen. Ik sa er de Pappenheimers van de Wagnervereeni- ég ook aan willen herinneren dat de historie fen vierkant in het ongelijk stelt. Want in de juen van den wereldoorlog, 19141918, ontstond {«Nederlandsche Opera van Koopman, met uit- nd Nederlandsche artisten. Velen waren uit buitenland gerepatrieerd, waarheen zij «dogen waren omdat men daar hun kunst pooler erkenning gaf. dan thuis. Zij golden daar artisten. En zoo ontdekte Nederland êen Richahrd van Helvoirt Pel, een Liesbeth Pool- man-Meissner, een Annie Ligthart en vele an- Diezelfde Faust van Gounod, die de Wagnervereeniging nu zal geven, was toen een openbaring met een weergave van het ballet :der leiding van Elsa Dankmeyer. En ik her der mij nog levendig de prachtige opvoeringen ia Laagland, van Eugen d' Albert. •opera moet bij velen schoone her hebben achtergelaten. Zij blies het drama, dat in Nederland nu weer zoo erbarmelijk verwaarloosd is en waarvan de jeugd -ft veel meer weet dan een paar bekrompen boroordeelen die in het Noorden zoo makkelijk doen, nieuw leven in. Zij was een van de ;-<i?e lichtzijden in een triesten tijd. hoop dat die lichtzijde ook nu weer tenvolle ui stralen en het dus veel verder brengen dan if0 drietal opvoeringen voor den beperkten kring de Wagnervereeniging. Ik hoop het temeer ödat opera zich juist altijd goed geëigend «item kunst aan het volk te brengen, dat min- sophistisch en lichter vatbaar is voor „sprook- M&er" dan vele goedgesitueerden, die wèl hooge ?n;zen betalen voor de operettes van Fritz Hirsch, ♦te muzikaal peil toch zooveel lager staat. temeer dat er een goede kans op suc- it, dank zij het werk van vele onzer suakale instellingen, de muziek van hoog ge nu zooveel nader tot het volk gekomen is ta 25 jaar geleden. Als ik alleen maar even aan ^volksconcerten van de H.O.V. en hun voortref- programma's denkEn er is nog veel :edaan, vooral door de zangvereenigingen. R. P. Regenjas uaodty? Koopt een ECHTE, een FALCON, voor 100% gegarandeerde, water dichte jas. Reeds vanaf 19.75 een echte FALCON. Alléén feï enmademagazifnen^ Kanaalstraat 4é48, Telef. 4054, Umuiden. (Adv. Ingez. MedJ Slaat gestes Ut een otattfeèaek neeegeiegd, ET „Oranje-boek", dat een overzicht geeft van de voornaamste aangele genheden, die het ministerie van Buitenlandsche Zaken behandeld heeft tot November 1939 in verband met den oorlogstoestand, is verschenen. Minister Van Kleffens heeft dit Oranjeboek, dat ter lands drukkerij verkrijgbaar is, overgelegd bij zijn memorie van antwoord aan de Tweede Ka mer over de begrooting van zijn departement. De inhoud geeft een beeld van de activiteit van het departement van Buitenlandsche Za ken na het uitbreken van den oorlog, zoowel voor wat de handhaving van de Nederland sche neutraliteit betreft, als voor de verze kering van onzen handel en de daarmee sa menhangende voedselvoorziening. Het Oranjeboek, dat 20 foliopagina's druks be slaat, opent met een bespreking van de werk zaamheid der regeering tot behoud van den vre de. De oproep van de Oslo-staten van 23 Augustus is er in opgenomen, waarna het aanbod van goe de diensten van de Koningin en den Koning der Belgen wordt vermeld. Daarbij wordt gezegd, dat van Nederlandsche en Belgische zijde aan dit aanbod geen ruchtbaarheid werd gegeven, om eventueele inleidende besprekingen niet te be moeilijken. De eerste berichten over dezen stap kwamen uit het buitenland. Voorts worden de Duitsche en de Britsche ver klaringen omtrent de eerbiediging onzer neutra liteit in volledigen tekst afgedrukt. De vertaling van de Duitsche verklaring luidt als volgt: Wij zijn besloten ten aanzien van Nederland, overeenkomstig de traditioneele vriendschappe lijke betrekkingen tusschen de beide landen en in aanmerking genomen de bekende Nederlandsche onafhankelijkheidspolitiek, een houding aan te nemen, die de onaantastbaarheid en de integri teit van Nederland onder geen enkele omstandig heid krenkt en te allen tijde het Nederlandsch grondgebied respecteert. Wij verwachten echter natuurlijk onzerzijds, dat Nederland in een even tueel conflict tegenover ons een volstrekte neu traliteit in acht zal nemen. Daartoe behoort voor al, dat Nederland inbreuken, die derden op zijn neutraliteit zouden maken, niet zal dulden, doch zich met alle beschikbare middelen daartegen zal verzetten. Indien de Nederlandsche houding in geval van een dergelijke neutraliteitsschending door een derde tegen onze verwachting in een andere zou zijn, dan zouden wij natuurlijk ge noodzaakt worden onze belangen te behartigen op de wijze, die de toestand van het oogenblik noodig zou maken. De Britsche verklaring luidde als volgt: Indien Nederland in geval van een Europee- schen oorlog een neutrale houding aanneemt, zal zijner majesteits regeering overeenkomstig haar traditioneele politiek, vast besloten zijn deze neu traliteit ten volle te eerbiedigen, mits deze ook door andere mogendheden wordt eerbiedigd. De neutraliteitsproclamatie wordt nogmaals in het Oranjeboek gepubliceerd. In een hoofdstuk „Schendingen van het Ne derlandsche rechtsgebied" wordt gezegd: In tegenstelling met den vorigen oorlog, toen schendingen van het Nederlandsch rechtsgebied door vliegtuigen slechts betrekkelijk zelden voor kwamen, zijn dergelijke voorvallen thans een aantal malen voorgekomen. Reeds van het begin van het conflict af was aan de Nederlandsche krijgsmacht bevel gegeven om op ieder onbekend vliegtuig te vuren, behal ve op burgervliegtuigen die zich aan voorgeschre ven routes hielden. In alle gevallen, waarin zulks mogelijk bleek, is dan ook het vuur geopend op overvliegende vliegtuigen. Menigmaal zijn Neder landsche jachtvliegtuigen opgestegen om vlieg tuigen, welke boven ons rechtsgebied gesignaleerd waren, te verdrijven. Indien de nationaliteit dei- vliegtuigen niet voldoende vaststond, werden aan beide partijen inlichtingen gevraagd. Verder is telkenmale wanneer daartoe de mogelijkheid be stond, geprotesteerd. In gevallen, waarin de fei ten ook voor de wederpartij onbetwistbaar vast stonden, werden "verontschuldigingen aangebo den, welke meer dan eens ook spontaan werden uitgedrukt. De behandeling van gevallen afzon derlijk zou buiten het bestek van dit overzicht vallen. Voor allerlei belangen opgekomen. Slechts eenmaal is de Nederlandsche onzijdig heid geschonden door een schip. Deze schending had plaats door de Britsche kanonneerboot „Leith", die zich van Nieuw-Zeeland naar Sin gapore begevende, op 13 September door straat Riouw voer, welke straat een minimum-breedte van slechts twee zijmijlen heeft. Aan Harer Majesteits gezant te Londen werd opgedragen de aandacht der Britsche regeering op deze overtre ding van de Nederlandsche neutraliteitsbepalin- gen te vestigen en een grondig onderzoek te vra gen, benevens maatregelen om een herhaling te voorkomen. De aanvallen op Nederlandsche vliegtuigen wor den dan vermeld. Deze gevallen, betreffende de R 5, de „Mees" en de beschieting van 'n Neder landsche patrouille boven de provincie Gronin gen, zijn bekend. Contrabandelijsten. De Britsche, de Fransche en de Duitsche con trabandelijsten gaven de Nederlandsche regee ring aanleiding stappen te ondernemen te Lon den, Parijs en Berlijn. In de nota aan Londen en Parijs wordt o.m. gezegd: Het systeem, gevolgd in de contrabandelijst, geeft aanleiding tot een ontoelaatbare onzeker heid voor de neutrale scheepvaart en handel en laat anderzijds de grootste vrijheid aan de oorlog voerenden voor het aanhouden van schepen en ladingen. Het beginsel, dat te allen tijde de grondslag is „eweest van het onderscheid tusschen absolute en voorwaardelijke contrabande, is, dat de voor werpen, die door hun aard beschouwd moeten worden uitsluitend voor oorlogsgebruik bestemd te zijn, absolute contrabande zijn. terwijl de voor werpen, die door hun aard geschikt zijn zoowel voor oorlogs- als voor vredesgebruik, als voor waardelijke contrabande worden beschouwd en slechts als contrabande kunnen worden behan deld en prijsverklaard, indien vaststaat, dat zij bestemd zijn voor de krijgsmacht. Dit onderscheid, dat sinds langen tijd door het volkenrecht is erkend en dat op een volkomen f redelijk beginsel berust, moet worden geëer biedigd. De Nederlandsche regeering moet zich al haar rechten voorbehouden voor die gevallen, waarin zou blijken, dat de belangen van Nederlandsche onderdanen in strijd met het volkenrecht zouden worden benadeeld door de toepassing van deze contr aba n del ij sten De te Berlijn overhandigde nota heeft mutatis mutandis een gelijke tekst. De Britsche „Zwarte lijst". Behalve de uitgebreide strekking van de con trabandelijsten kon ook de definitie van den vijand in de Britsche, „Trade with the Enemy Act" ongewenschte gevolgen medebrengen. Het artikel van genoemde wet, waarin deze definitie is opgenomen gaf aanleiding tot een schrijven van den Nederlandschen gezant te Londen aan den Engelschen minister van Buitenlandsche Za ken, Lord Halifax. Hierin wordt o.m. gezegd: De Nederlandsche regeering erkent natuurlijk dat Zijner Majesteits regeering het recht heeft aan Britsche onderdanen den handel met een vijand te verbieden. Indien echter neutralen als vijanden gerekend kunnen worden, rijst de vraag of de regeeringen van oorlogvoerende landen naast de uitoefening hunner rechten overeen komstig het prijsrecht ter zee ter zake van het vervoer van contrabande of blokkadebreuk ge rechtigd zijn om een straf te stellen op den wet tigen handel van neutralen met oorlogvoerenden door een maatregel af te kondigen die neerkomt op een gedwongen boycot van die neutralen. De bepalingen van artikel 2, lid 2, scheppen voor den neutralen handelaar in een neutraal land het gevaar om als vijand beschouwd te wor den in gevallen waarin zulks niet gerechtvaar digd is. Hetzelfde artikel bevat onder c. onduidelijke bepalingen, die aanleiding kunnen geven tot on rechtvaardige toepassingen op neutrale personen en ondernemingen. De Nederlandsche regeering moet zich derhalve het recht voorbehouden om te protesteeren, in dien de rechten van Nederlandsche onderdanen schade lijden door dergelijke of andere Britsche maatregelen die niet in overeenstemming zijn met het volkenrecht, afgezien van de tusschen onze regeeringen bestaande verdragen. Lang oponthoud van Nederlandsche schepen. Reeds dadelijk bij het begin van den oorlogs toestand begon de Britsche admiraliteit neutrale schepen naar Duins te dirigeeren voor het on derzoek naar contrabande. De overmatig lange wachttijden voor het onderzoek, welke de Neder landsche scheepvaart groot nadeel toebrachten, gaven aanleiding om in Londen stappen te on dernemen ten einde het oponthoud van de Ne derlandsche schepen in de Britsche havens te be korten, Eerst werd een aide-memoire met bij lage aan de Britsche regeering overgelegd, later werd nog eens per brief op beperking van het tijdverlies aangedrongen. In de aide-mémoire ko men o.a. de volgende zinsneden voor: De onredelijke vertraging, waarmede schepen die naar Duins of een Britsche haven zijn opge bracht worden vrijgelaten, heeft aanleiding ge geven tot zeer ernstige klachten van Nederland sche reeders, die zich te dier zake tot de Neder landsche regeering hebben gewend. Het ernstigst wordt bezwaar gemaakt tegen den maatregel, dat de schepen volkomen zijn af gesloten van verbinding met den wal, zoodat ge zagvoerders hun reeders niet kunnen doen weten waar zij zijn. Deze maatregel schijnt wel buiten gewoon bezwarend; telegrammen van den gezag voerder behooren den censor te bereiken en het is ondenkbaar, dat Engeland's vijanden belang rijke inlichtingen zouden verkrijgen, zoo zij wer den ingelicht over de plaats waar een Neder landsch schip zich bevindt. Het is niet goed in te zien, dat eenig belang gediend zou zijn met de buitengewoon langzame behandeling van de schepen, terwijl anderzijds de Nederlandsche regeering overtuigd is, dat Zijner Majesteits Regeering als regeering van een zeevarend volk, zich bewust is van den last en de enorme schade, aan neutrale belangen toege bracht. Op 18 October heeft de Nederlandsche ge zant een brief geschreven aan den heer R. H. Cross, minister van economische oorlogvoering, waarin hij wijst op de ernstige vertraging, welke Nederlandsche schepen ondervinden, waarbij de „Kota Baroe" en de „Breedijk" als voorbeeld worden genoemd. Er wordt gewezen op de zware lasten die door het oponthoud op de Neder landsche Scheepvaart worden gelegd en er wordt gesproken van de „diepe teleurstelling der Ne derlandsche reeders", wegens de „geringe aan dacht die aan hun belangen geschonken wordt". Aangedrongen wordt op verbetering in de heerschende hoogst onbevredigende toestan den. Op de aide-memoire werd een Britsch ant woord ontvangen, waarin werd verklaard, dat maatregelen genomen zijn om het oponthoud enz. zoo kort mogelijk te maken. Er werd tevens op gewezen, dat het oponthoud gedurende den eersten tijd van de controle veroorzaakt werd door gebrek aan booten. De vertraging was naar het Britsche oordeel echter voor een groot deel te wijten aan onvolledigheid van de lading-ma nifesten, waardoor uitgebreide onderzoekingen noodig waren. De vertraging zou zeer veel ver minderd kunnen worden als de lading manifes ten vooruit zouden worden gezonden. Voorts werd nog de aandacht gevestigd op het feit, dat de Nederlandsche regeering zou kunnen bijdra gen tot het vermijden van vertragingen van Ne derlandsche schepen zoo zij de reeders wilde toestaan een overeenkomst te sluiten gelijk aan die welke gedurende den vorigen oorlog werd afgesloten. Bij die overeenkomst namen de Ne- aerlansche reeders op zich om in de Neder landsche havens van bestemming die deelen van de lading vast te houden, die verdacht waren, totdat beslist was, dat zij konden worden vrijge geven. Terzelfder tijd namen de reeders op zich. ieder stuk, waarvan eventueel zou worden be slist, dat het moest worden onderworpen aan een prijsprocedure, naar Vereenigd Koninkrijk terug te zenden. Het is duidelijk, dat het slui ten van een dergelijke overeenkomst veel zou bijdragen om vertraging te voorkomen. Ten slotte wordt opgemerkt, dat Nederland sche schepen zijn aangehouden, die groote hoe veelheden contrabande vervoerden, zoodat Zij ner Majesteits regeering alle reden had om in ieder geval zorgvuldige onderzoekingen te ver richten. Aanhouden van personen. Niet uitsluitend het vervoer van goederen op Nederlandsche schepen heeft moeilijkheden medegebracht, ook het vervoer van personen had onder de beperking van den oorlog te lij den. Verschillende malen zijn passagiers en leden van bemanning, welke de Duitsche nationaliteit bezitten van Nederlandsche schepen afgehaald. Dergelijke gevallen hebben zich zoowel in Frank rijk als in Groot-Brittannië voorgedaan. Zoowel te Parijs als te Lonen zijn stappen tot vrijlating van de aangehoudenen ondernomen. Nog geen boonen beschikbaar. Tot Zaterdag a.s. geen erwten te krijgen. Met ingang van 11 November a.s. zal met de distributie van erwten een aanvang wor den gemaakt. De distributie zal zich voors hands beperken tot groene erwten en split- erwten. Van bovengenoemden datum af zal men in den winkel slechts erwten kunnen koopen tegen inlevering van een nader aan te wijzen bon der rijksdistributiekaart. Het rantsoen, dat men op dien bon, die geldig is van 11 November t.m. 8 December kan verkrijgen, bedraagt Vi K.G. erwten. De bon is het geheele land door geldig. Men kan dus koopen in welke plaats en bij welken winkeler men wil Daar de winkels bij de aanvang van de dis tributie over voldoenden voorraad moeten be schikken wordt een verkoopverbod voor den winkelier ingesteld. Dit verkoopverbod van erw ten is Zondag ingegaan en duurt tot Vrijdag 10 November a.s. Teneinde te voldoen aan vele verlangens is er zorg voor gedragen, dat de Zaterdag niet onder den „spertijd" valt. Ook nu wordt het publiek met aandrang verzocht om op Zaterdag a.s. niet dadelijk alle bons tegen erwten in te willen wisselen, daar dan natuurlijk de in de winkels beschikbare voorraad niet voldoende kan zijn om in de eerste dagen reeds het geheele Neder landsche volk van de toegewezen 4V2 millioen kilogram erwten te voorzien. Evenals bij de suiker wordt er dus op aangedrongen het koopen van erwten zooveel mogelijk over de geheele distributieperiode te verdeelen. Men kan er zeker van zijn, dat iedereen in den loop van deze periode de toegewezen hoe veelheid erwten zal kunnen verkrijgen. De distributie van erwten geschiedt immers niet omdat er erwtengebrek is in Nederland, maar alleen om te zorgen, dat iedere Neder lander een gelijke hoeveelheid erwten zal krij gen en het hamsteren wordt voorkomen. In dit verband zij opgemerkt, dat de geschatte productie eenige malen de consumptie overtreft. Hierbij dient echter rekening gehouden te wor den met het feit, dat het grootste gedeelte van den erwtenoogst ook voor andere doeleinden gebruikt wordt zooals veevoeder en export. De aan den consument toegewezen hoeveel heid ad i/2 K.G. per maand moet ruim geacht worden, aangezien het geschatte gemiddeld ver bruik van erwten per jaar per hoofd ongeveer 21/2 K G. bedraagt. Het rantsoen is ook daarom ruim gesteld, opdat militairen, die de maandelijksche verlof dagen thuis doorbrengen, geen bijzondere kaar ten behoeven te ontvangen. De voor suiker getroffen aparte regelingen bijv. voor hotels, cafés, restaurantes, groote cantines, ziekenhuizen, kookscholen, enz., gelden ook voor erwten. Voorts zal er voor zorg ge dragen worden dat de winkeliers zoodanige toe wijzingen krijgen, dat zij te allen tijde over vol doenden voorraad zullen kunnen beschikken om niet alleen aan de normale vraag te voldoen maar ook een uitbreiding van omzet op te van gen. De eerste toewijzing is heden in het bezit der winkeliers gekomen en zal m den loop van November gevolgd worden door een tweede toe wijzing. Van 5 November af zullen de winke liers alleen nog erwten kunnen betrekken op grond van de hun verstrekte toewijzingen. De proviandeering van kleine schepen ge- j schiedt door de distributiekantoren, terwijl de Nederlandsche akkerbouwcentrale voor de pro viandeering van groote schepen zorgt. De gros siers ontvangen aanvankelijk geen toewijzing doch dienen zich ter verkrijging van den be- noodigden voorraad te wenden tot de vereeni- ging de ..Korenbeurs" te Rotterdam. Indien zich moeilijkheden voordoen wende men zich wanneer 't betreft de winkeliers, hotels instellingen, kleine schepen, enz., tot de plaat selijke distributiekantoren. In andere gevallen gelieve men zich tot de Nederlandsch^ akkerbouwcentrale te richten. Met de distributie van boonen zal eerst dan begonnen kunnen worden, wanneer de re geering over voldoende voorraden beschikt. Mede tengevolge van de weersomstandigheden zijn tot dusverre slechts weinig boonen gedorscht. Omtrent de distributie vr.n boonen, capu- cijners, enz. zullen binnenkort nader mede deelingen verstrekt worden. I Storing van het postverkeer. Bij de verschillende storingen van het verkeer behoort in het bijzonder de storing van het postverkeer vermeld te worden. Storingen van dezen aard gaven aanleiding tot drie brieven van Harer Majesteits gezant te Londen aan den Britschen minister van buitenlandsche zaken. In den eersten brief wordt gezegd dat de Ne derlandsche regeering het in beslag nemen van voor Duitschland en .Dantzig bestemde postzak ken in strijd acht met artikel I van het 11e Haagsohe verdrag van 1907. De eerste brief ging over post van de Nieuw Amsterdam. In den tweeden brief wordt gewezen op soort gelijke gevallen waarvan één in Colombo, en wordt het vroegere standpunt gehandhaafd, dat post op zee aangetroffen aan boord van een neutraal of vijandelijk schip onschendbaar is. In den, derden brief van den Nederlandschen gezant te Londen wordt geprotesteerd tegen het ophouden van de post van het K.LM.-vliegtuig „Nandoe" te Singapore. In dit schrijven, dat als de beide vorige aan Lord Halifax is gericht, wordt o.m. gezegd: Uwe Excellentie zal zich ten volle bewust zijn van den girooben last en vertraging, welke deze willekeurige maatregel voor de luchtpostver binding tusschen Nederland en Nederlandsch- Indië medebrengt. De censuur door een land van een tusschenhaven is in strijd met de alge meen erkende vrijheid van doorvoer, welke lan den met postverbindingen noodig hebben en in het bijzonder voor de verbinding tusschen Ne derland en Nederlandsch-Indië. De bovenge noemde maatregel schijnt bovendien nauwelijks in overeenstemming met de vriendschappelijke verhoudingen, welke inzake overvliegen tusschen onze beider gebiedsdeel-en bestaan. Ik heb de eer de medewerking van uw excel lentie in te roepen voor onmiddellijke vrijmaking van de luchtpost van Nederlandsch-Indië be stemd voor Nederland en Medan van de cen suur. Ik moge hieraan toevoegen, dat mijn regeering een spoedig antwoord op hoogen prijs zou stel len. „Korporaal" aangehouden. Goed speurderswerk der Rotterdamsche recherche De man, die Vrijdagavond door de Rotter damsche politie is gearresteerd, blijkt in derdaad bij de Leidschendamsche moord zaak betrokken Ls zijn geweest. Hij heeft na zijn arrestatie een volledige bekentenis afgelegd, dat hij aan dezen moord Ls mede plichtig geweest. Den naam van zijn mede plichtige wil hij echter niet noemen. Hij is in hel Huis van Bewaring te 's Gravcnhage ingesloten. Het is de 29-jarige koopman R. A. uit Rotterdam. Zijn in Amsterdam gearresteerde broer blijkt met de zaak niets uitstaande te heb ben en is daarom Zaterdag ter stond op vrije voeten gesteld. Het is een mooi staaltje speurwerk van de Rotterdamsche recherche geweest, zooals men tot arrestatie van R. A. is gekomen. Maandag j.l. heeft een groote heerenmode zaak te Rotterdam aan de politie aldaar kennis gegeven, dat op den dag na den moord te Leid- schendam zich een man in deze zaak had ver voegd, die verschillende heerenmode-artikelen o.a. overhemd, hoed, boord, das en schoenen had gekocht. Deze man vertelde er bij dat hij juist in een groot confectie-magazijn een nieuw costuum had gekocht. De heerenmode-artikelen betaalde hij met een bankbiljet van f 100 en en toen de politie navraag deed ln het aange duide confectiemagazijn, bleek dat hij ook daar met een bankbiljet van f 100 heeft betaald. In beide magazijnen was het opgevallen, dat de man aan een zijner handen tusschen duim en wijsvinger gewond moest zijn, want op die plaats droeg hij een verband. Een fatale boord. In het heerenmode-magazijn had deze klant een stijfe. dubbele heerenboord alsmede een paar zoo goed als nieuwe schoenen achterge laten. De boord droeg een waschnummer en hierop is de politie op onderzoek uitgegaan om er achter te komen bij welke wasscherij deze boord be handeld kon zijn. Zij slaagde er in deze was scherij te vinden en via deze firma kwam de politie terecht bij een pension te Rotterdam. Bij navraag aan de pensionhoudster, bleek dat de boord inderdaad aan een van haar pensiongas ten toebehoorde. Deze pensiongast was een of twee dagen tevoren vertrokken, doch had een koffer achtergelaten, waarvan hij had gezegd dat hij deze nog wel eens zou komen halen. In den koffer vond men nog een aantal soort gelijke boorden, die in dezelfde wasscherij wa ren gewasschen. Hiermee was de identiteit van den drager van de boord bekend geworden en restte nog diens verblijfplaats op te sporen. Dit gelukte de politie vrij spoedig en toen hij Vrijdagavond per auto van een zakenreisje terug kwam, had de politie hem in zijn tegenwoordige woning opge wacht en werd hij gearresteerd. Hij bleek toen nog in het bezit te zijn van ruim f 2000, bestaande uit een bankbiljet van f 1000 en eenige van f 100. Hij slaagde er niet in aan de politie een redelijke verklaring te geven van de herkomst van dit geld en nadat hij op het politiebureau ingesloten was, gaf hij toe bij de Leidschendamsche moordzaak betrok ken te zijn. Hij verklaarde, dat hij het was die in korporaalsuniform den veehouder Van der Horst uit zijn woning heeft gelokt en hij daarna de auto heeft bestuurd. Hij gaf ook aan, waar de auto zich op dat oogenblik bevond en op zijn aanwijzingen is dit voertuig inderdaad in Am sterdam in een loods gevonden. Er werden op deze auto sporen van een aanrijding gevonden en door deskundigen worden nadere aanwijzin gen onderzocht. De aangehoudene blijft hardnekkig weigeren zijn medeplichtige te noemen, van wie hij. vol gens zijn zeggen, zelfs den naam niet weet. Deze heeft, naar R. A.'s verklaring. Van der Horst gedood. R. A. zelf zou toen hij probeerde 'n mes steek in den hals van Van der Horst af te weren ian de hand zijn gewond. De politie onderzoekt thans ook of er tus schen deze moordzaak en den ongeveer twee jaar geleden gepleegden moord op den Haar- lemschen garagehouder Hess verband bestaat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 1