„0e
CMQeiuk&mgel"
Verkeersdienst:
Etappen- en
Ernstige treinbotsing iri
Duitschland
Wat er door het Leger
geconsumeerd wordt.
Minister De Geer waarschuwt tegen geruchten.
Totnatoe 43 dooien en pl.m. 60gewondeti
H
jj Duizenden Edammertjes ligg
ii
'(van onzen specialen verslaggever).
AT wordt er door ons leger per dag of
per week geconsumeerd? Ziedaar een
vraag, waarvan het antwoord met be
langstelling door iedereen gelezen zal
«den, als het te geven is. Helaas, dit is onmo-
ffüjk, want het publiceeren van de juiste cijfers
u onbevoegden het trekken van bepaalde con-
f teies mogelijk maken. En dus.... dus vol-
m we. met eenage algemeené indrukken, zoo-
j jjkapitein-intendant W. Ch. Wensink deze
seeil persconferentie over de afdeeling Inten-
b Meeheeft medegedeeld; indrukken welke een
b blekend beeld geven van een organisatie, die
Sde achter ons liggende moeilijke weken van
i joormobilisatie, mobilisatie en concentratie,
itikelijk prachtig werk heeft gedaan.
Keem bijvoorbeeld het vraagstuk van de brood-
wraening. Hoe krijgen de soldaten hun kuch,
ji-wat belangrijker is hoeveel kuch ont-
l urtgen zij per dag? Kapitein Wensink duidt
ij al op, wanneer hij zegt, dat per week enkele
Werden tonnen meel in de zeven gerequireer-
(e bakkerijen „ergens in Nederland" en duizen-
to kilogrammen gist en zout verwerkt worden.
Ï!ter echter zegt het feit, dat er elke week
Werdduizenden kuchjes in zakken, van 40 en
!J rantsoenen de laatste lorméri dan de
verzonden worden. „Pasmunt?"
fciêrdaad, het is niet mogelijk met zakken van
«rantsoenen een compagnie van 150 man pre-
k'volgens de sterkte te bedienen. In zoo'n
pl stuurt men 3 zakken van 40 en 3 van 10
tiütsoenen.
Voor men het brood kan verzenden is er al
i-slwat aan voorafgegaan, te beginnen met den
unkoop van tarwe, waarvoor de Tarwecentrale
wgt.
„Ergens iri Nederland" wordt deze tarwe tot
reel gemalen en komt dan in de 7 bakkerijen,
war men in ploegen, welke 8 uur arbeiden, dag
rr nacht doorbakt. Er moet tevens op gelet wor-
i?n, dat de gistvoorziening geen gevaar loopt,
tos land heeft slechts één voorname leverancier
ii de Etappen- en Verkeersdirectie, waaronder
Intendance ressorteert, vond dit eigenlijk te
winig. Vandaar het in werking stellen van
fhen glstbedrijven, die een vloeibaar gistpróduct
teen,
Zooals een Tarwecentrale de tarwe koopt,
wrgen de inkoopers van de Rundveecëntrale
icrisisorganisaties bewijzen thans haar nut!
-voor de noodige voorraden vleeseh: drie ons
dag en per man is het rantsoen. Militairen
Kggèn; „vleeseh in de beenen", hetgeen er op
K«r komt, dat de Nederlandsche soldaat per
k bijna een half pond vleeseh met een goed
Mi ons been krijgt. Honderden runderen, ge
tocht op de diverse markten, worden daartoe
per week geslacht in één slachterij. Momenteel
acht men veel runderen. Maar dit geschiedt met
pt, omdat men ook over een reserve voor
al vet wil beschikken. Ja, in zekeren zin kan
Mn den Etappen- en Verkeersdienst van
tateren-'' beschuldigen, omdat het vleeseh
en vet opgeslagen worden. Dit „hamsteren" is
Kilter in het belang van de honderdduizenden,
toonder de wapenen geroepen zijn, is dus ook
In het belang van het land. 't Vee zit op het
cogenbllk goed in het vet en over een half jaar
fói dit door een tekort aan krachtvoer
tot meer het geval zijn. De militaire autoritei-
hu weten, dat in dat geval het krachtige, dier-
•fe vet schaarsch zal worden. En voor de sol-
Mfin willen zij het eventueel plantaardige vet,
kt dan ter beschikking gesteld zal worden, zoo
'Sien zoo lang mogelijk met dierlijk vet aan
een. Het aantal bedrijven is daardoor aanzien-
•jl» gegroeid. Want naast de Etappen-slachterij
™t men de Etappen-vries- en -koelinrichtin-
ton en de Etappen-vetsmelterij.
Etappen vleeschwarenbedrijf.
daarmede is men er nog niet, want de
pPpen-slachterij evert afval, dat vroeger ver
m werd. Ook daarin is thans verandering
tomen door de oprichting van een Etappen-
Jtohwarenbedrijf, waar het afval verwerkt
föcdt tot leverworst en kookworst
01 dan is er nog de zorg voor het gezouten
^föökte spek en voor de voorraden der levens
Gadelen-magazijnen, waar via den groothan-
1 pochte andere levensmiddelen aankomen
"opnieuw verpakt moeten worden, terwijl men
tons nog een tweetal kaaspakhuizen heeft,
«van de voorraad door de Zuivelcentrale op
^gehouden wordt.
Do intendance heeft een eigen Pakmiddelen-
rjftzijn in 't leven moeten roepen. Want de
Sn 1' die suiker, koffie, thee, zout, rijst,
Jtohten, margarine, aardappelen enz. enz.
d°et dat in een verpakking, welke onge-
C u 00r hefc vervoer naar de troepen. Suiker
J'Oorbeeld komt in kisten aan en moet in
lyf.van °-25 K.G. geleverd worden, koffie
vj balen, terwijl er zakken van 1 K.G. de
r.,Ult toeten. Het groote aantal pakmiddelen
4e w door Pakmiddelenmagazijn over
ekiriK nsmidde^en- en andere magazijnen ge-
Toch blijft het pakmiddelenbedrijf
zorgenkindje van de Intendance, niet
tear de PrÜzen bijna dagelijks stijgen,
°°k omdat het terugzenden van de pak-
;n voor consumptie gereed.
middelen niet zoo vlot geschiedt als wel ge-
wenscht wordt.
Het soldatenmenu.
Wat het soldatenmenu betreft, er is reeds een
proef genomen met de verzending van gedroogde
aardappelen en groente. Men heeft de koks hier
mede nu reeds bekend willen maken, omdat
de mogelijkheid bestaat, dat tijdens de vorst
periode de ongedroogde aardappelen en groente
bevriezen. Daarop moet men voorbereid zijn....
Wat de Intendance per dag aan een soldaat
verstrekt? Kapitein Wensink heeft op deze vraag
gerekend en dus. somt hij op:
Brood
0.75
K.G.
Koffie
0.02
K.G.
Kaas
0.10
K.G.
Rundvleesch (in de beenen)
0.30
K.G.
Vet
0.05
K.G.
Rijst (voor de soep)
0.05
K.G.
Groene erwten
0.25
K.G.
Peulvruchten
0.35
K.G.
Spek
0.15
KG.
Zout
0.02
K.G.
Margarine
0.05
K.G.
(Was
0.02 K.G.)
Aardappelen
0.25
K.G.
Gedroogde aardappelen
0.20
K.G.
Gedroogde groente
0.03
K.G.
Zie hier een summier overzicht van de voe
ding der soldaten, die over het algemeen vol
komen tevreden zijn met wat hun voorgezet
wordt. Zij, die een zoon, verloofde of echtgenoot
aan den „dienst" hebben moeten afstaan, be
hoeven zich dus niet ongerust te maken: de
voeding is in orde.
Dag in, dag uit verlaten groote, onstellend
groote hoeveelheden voedsel een centrale plaats
„ergens in Nederland": per trein en per boot
Dag in, dag uit komen er de ledige pakmiddelen
en de niet afgenomen artikelen terug. Inderdaad
men behoeft niet bij het leger alles af te nemen
wat gestuurd wordt. Behalve dan het brood en
vleeseh, want dat moet afgenomen worden.
Men begrijpt het, een en ander vergt een berg
van administratieven arbeid, welke „ergens in
Nederland" door een groot aantal bureaux ver
richt wordt. Het uitblijven van klachten over het
eten is een bewijs, dat de Intendance haar werk
goed verricht, dank zij een organisatie, welke
sluit als een bus en waarbij men ook nog tijd
heeft om de zorg voor het welzijn der soldaten
uit te strekken tot het cantinebedrijf. De Inten
dance is namelijk van plan zelf de cantine van
de noodige artikelen te voorzien, waartoe men
reeds een proef met een 20-tal cantines neemt....
In het bovenstaande is, in kort bestek, de af
deeling Intendance van den Etappe- en Ver
keersdienst onder de loupe genomen. Het is wel
eens goed, dat een dienst, waarvan men het op
rolletjes loopen natuurlijk vindt, in het zonnetje
gezet wordt. Want dat de voeding en verpleging
van de honderdduizenden gemobiliseerden geen
sinecure is, zal iedereen na lezing van het boven
staande, duidelijk zijn..;.
(Nadruk verboden).
Ben agent te paard maakte tenslotte
een eind aan den oploop door iedereen
tót doórloopen aan te manen. De slager
trok zich mopperend in zijn winkel terug,
mevrouw Dinges pakte haar eigen fiets
en vertrok eveneens,
Engeland trekt manschappen
uit Noord-China terug
By den.' drogist 'liet zij nu een ïlesch met
ammoniak vullen, waarna zij naar den
groentewinkel ging. Daar zette zij haar
karbiès.'.rnet boodschappen env.de-"flesch
ammoniak even op den grond, tegen een
bak met groente aan.
Het waS nog al druk in den winkel en
'plotseling gaf een dér aanwezigen een
schop tegen de flesch ammoniak. Deze
brak en er verspreidde zich een be
dwelmende lucht, waarvan iedereen
bezwijmde,
OPPELN, 13 November (D.N.B.-A.N.P.)
Gisteravond zijn tusschen de stations Langïie-
ben en Rosengrund een vertakking van het
traject Heydebreck-Bauerwitz, twee perso
nentreinen, vermoedelijk door nalatigheid van
den seinhuiswachter van het station Rosen
grund, met elkander in hotsing gekomen. Op
dit traject is enkel spoor.
Tot nu toe zijn 43 dooden en omstreeks 60
gewonden te betreuren. De ernst van dit on
geluk is toe te schrijven aan het groote aan
tal passagiers, zulks met het oog op den Zon
dag.
De rijksminister voor verkeer heeft 909
commissie vsa onderzoek met spoed naar 80
plaats van het ongeluk gezonde^
Britsche nota te Tokio overhandigd
TOKIO, 13 November (Domei-A.N.P.). Van
ochtend om 11.05 uur heeft de Britsche ambas
sadeur te Tokio, Sir Robert Craigie, een bezoek
gebracht aan den minister van buitenlandsche
zaken, Nomoera, bij wien hij tot' 11.50 uur is
gebleven.
Tijdens dit onderhoud heeft Craigie No
moera een schriftelijke 'nota overhandigd,
waarin mededelling wordt gedaan van de
terugtrekking van Britsche troepen uit
Noord-China. De nota zegt, dat de Britsche
regeering het voorgeschreven aantal sol
daten in Noord-China handhaaft, in over
eenstemming met het Boxer-protocol van
1901, doch besloten heeft alleen een zoodanig
aantal soldaten te handhaven als noodig is
voor de bescherming der eigendpmmen en
de handhaving van den vrede en de orde in
Noord-China, met het oog op de militaire
noodzaak, welke zich voordoet wegens den
oorlog 'in Europa.
Aan deze nota wordt nog toegevoegd, dat het
besluit is medegedeeld aan alle- buitenlandsche
mogendheden, welke recht hebben krachtens het
protocol van 1901 garnizoenen in Noord-China
te leggen.
Op de hoogte zijnde kringen verklaren, dat de
Britsche troepen welke in Noord-China in gar
nizoen zijn, ongeveer duizend man sterk zijn.
Het is niet bekend hoeveel soldaten Groot-Brit-
tannië terugtrekt, doch in dezelfde kringen juicht
men het Britsche besluit toe, dat in de lijn ligt
van den Japanschen stap van 5 September
waarbij den oorlogvoerenden mogendheden
werd gevraagd alle mogelijke oorzaken voor mo
gelijke gebeurtenissen in China weg te nemen.
Peru heeft een nieuwen president.
Manuel Prado gekozen.
LIMA, 13 November (Havas-AJN.P.) Manuel
Prado werd gekozen tob president van de repu
bliek Peru met 271.306 stemmen, 76.076 stemmen
werden uitgebracht op Jose Quesada.
ZANDVOORT
DIAMANTEN HUWELIJKSFEEST.
Op 23 November a.s. zal het precies 60 jaar
geleden zijn, dat Jan Visser en Maartje Kraaijen-
oord den eersten stap. deden voor het huwelijk
dat op 7 December daarop volgend werd voltrok
ken. Visser was toen nog een jonge kerel van 19
jaar die de braniekraag der Kon. Marine droeg.
Wel geteld is hij thans 79. Zijn vrouw is nog
iets ouder n.l. 82 doch daarom niet minder kras.
Vier en vijftig jaar huizen ze reeds in dezelfde
woning in de Spoorbuurtstraat 4, die thans
voor de beide oudjes ruimte in overvloed biedt.
Toen hun zeven kinderen nog allen thuis waren,
was het wel eens behelpen.
Zandvoort was in dien tijd nog een dorpje
van ternauwernood 600 inwoners, die samen een
groote familie vormden in vreugde en leed en
elkaar allen persoonlijk kenden. Nu is het zoo
geheel .anders. Menige inwoner van Zandvoort
heeft nog nooit van... Jan. Visser;, gehoord, al heb
ben ze hem ook meermalen' gezien. Zij zullen
hem., van bovenstaande -foto zeker herkennen eri
we zouden ons al heel erg moeten ver- 'i
gissen, als zij gedurende de bruidsdagen niet op
een of andere manier toonden, dat Zandvoort
nog steeds één groote familie is, die in vreugde en
leed met elkaar medeleeft, al is de familie thans
ook zoo groot dat niet alle leden elkaar bij name
kennen.
De minister-president, jhr. De Geer, heeft zich
Maandagmiddag in een radiorede gericht tot
Nederland en de overzeesche gebiedsdeelen.
De rede luidt als volgt:
Waarde luisteraars in Nederland en In de Over
zeesche gebiedsdeelen.
Het is aan de regeering gebleken, dat in de
laatste dagen geruchten geloopen hebben over
een acuut dreigend gevaar voor ons land en dat
die geruchten in breede kringen onrust hebben
gewekt.
En nu wil ik u even komen vertellen, dat daar
voor geen enkele grond bestaat.
De aanleiding tot de ruchten schijnt te liggen
in buitenlandsche radio- en persberichten en ook
in enkele daden van onze regeering.
Wat de eerste aangaat, wil ik u aanraden nooit
te vergeten, dat in oorlogvoerende landen de be
grijpelijke neiging bestaat steeds de donkerste
verwachtingen te koesteren over de voornemens
der tegenpartij. Die landen worden daartoe van
zelf gebracht, vooreerst door het ongunstige oor
deel dat zij over hun tegenstanders hebben, in
de tweede plaats door hun zorg voor eigen veilig
heid, een zorg die hen noopt de kwaadste risico's
onder de oogen te zien en deze als reeds aanwezig
te veronderstellen.Vandaar, dat onder de oor
logvoerende volken zoo gemakkelijk en geheel
te goeder trouw geloofd wordt aan een schen
ding van ons grondgebied. Dat geloof komt dan
tot uiting in hun berichten en kan zich langs dien
weg verspreiden ook onder onze bevolking. Ik
raad u aan, daartegen geharnast te zijn en te
bedenken, dat de neutraliteit ook in dit opzicht
een eigen geestesgesteldheid eischt.
Wat mede tot geruchten aanleiding schijnt
gegeven te hebben is, naar ik opmerkte, gelegen
in enkele daden der regeerimg. Maar dan ver
keerde uitgelegde daden.
Ik wil ook daarop uw aandacht vestigen.
In een tijd, als wij thans weer beleven, is het
voortdurend noodig, ook voor neutrale staten,
om de militaire maatregelen aan te passen aan
den feitelijken toestand.
Toen de oorlog in Polen geëindigd was en na
een korte tusschenpooze de spanning in het
Westen klaarblijkeljik toenam, ontstond allengs
'n situatie die althans tijdelijk aan kracht en in
tensiteit van onze mobilisatie andere eischen
stelde dan te voren. Eenige maatregelen onzer
zijds zijn daarvan het gevolg geweest. Het zou
een noodlottige dwaling zijn, hieruit op te maken,
dat de bedreiging van onze grenzen grooter ge
worden is.
De beste waarschuwing tegen die dwaling ligt
misschien in een, herinnering aan den jongsten
wereldoorlog. Er zijn toen verschillende momen
ten geweest, waarop bijzondere maatregelen,
bijv. een plotseling intrekken van periodieke en
zelfs van zake 11-verloven, zekere vrees en
onrust onder de bevolking veroorzaakten. Die
maatregelen werden toen niet genomen, omdat
het wezenlijk gevaar zooveel grooter ge
acht werd dan te voren, maar omdat bepaalde
omstandigheden aan onze paraatheid tijdelijk
hoogere eischen stelden. De uitkomst heeft des
tijds in'al die gevallen de vrees, die onder de be
volking was opgekomen, beschaamd.
Niet anders zal men het ook nu mogen zien.
Een acuut gevaar bestaat thans evenmin als in
de eerste dagen van September. Toen in die da
gen onze geheele weermacht werd gemobili
seerd, heeft niemand daaruit eenonmiddellijk
bedreigd-zijn van ons land afgeleid. Die mobili-
.satie geschiedde ook niet, omdat gewantrouwd
werd aan 't ons van weerszijden gegeven woord
dat onze neutraliteit zou worden geëerbiedigd,
maar omdat wij verplicht waren op alle gebeur
lijkheden voorbereid te zijn, verplichtniet het
minst tegenover hen die onze grenzen, wilden ont-
Onze neutraliteit eischt
werkelijke mobilisatie.
zien en die als beliigerente mogendheden vanzelf
elkanders woord minder vertrouwden dan wij dit
zelf doen.
Onze mobilisatie gaf hun den waarborg dien
zij behoefden. Zij bood een wederzijdsche be
schutting aan allen. Maar wil zij dit b 1 ij v e n
doen, dan moet haar kracht en omvang ook af
hankelijk zijn van de wisselende omstandig
heden. Geen oogenblik mag de indruk worden;
gewekt, alsof onze mobilisatie slechts formeel of
symbolisch zou zijn. Van haar ernst moeten
wij steeds zelf bewust zijn en moeten anderen
overtuigd blijven. Alleen dan zal zij doeltreffend
zijn. Vandaar dat haar kracht niet een stabiele
grootheid is, maar zich moet aanpassen aan de
hevigheid der spanningen, die zich in de nabij
heid van onze grenzen voordoen. Dit is de betee-
kenis, die aan de recente maatregelen moet
worden toegekend. De rageering heeft geen en
kele betrouwbare inlichting, die haar geloof aan.
het wederzijds gegeven woord kan schokken. Ook
nu vertrouwt zij in de oprechtheid van dat woord
en vindt daarin een spoorslag te meer om, stipt
neutraal, naar alle zijden een gelijke waakzaam
heid te betrachten.
Ik hoop, dat dit woord aan de velen, die in do
laatste dagen van onevenwichtigheid blijk gaven,
de gemoedsrust en kalmte zal teruggeven, die
wij in dezen tijd meer dan ooit noodig hebben.
De zorgen zijn waarlijk groot genoeg om zich
niet nog denkbeeldige erbij te scheppen.
Het is zoo waar, wat een oud lied zegt:
Een mensch lijdt dikwijls 't meest
Door 't lijden dat hij vreest
Doch dat nooit op zal dagen.
Zoo heeft hij meer te dragen,
Dan God te dragen geeft.
Dit is ook ondankbaar tegenover God.
Wij mogen ons niet vergrijpen aan den zegen,
dien hij ons tot hiertoe geschonken heeft en dien
wij, wel verre van hem roekeloos in de waag
schaal te stellen (want zulke nervositeit trekt het
gevaar aan!), moeten zien als een roeping ons op
gelegd om den vrede te bevorderen en hierdoor
anderen te dienen.
Het is die roeping, welke onze geëerbiedigde
Koningin en met haar de Koning van België, heb
ben gevolgd, toen zij onlangs hun nobele aanbod
deden aan de beliigerente mogendheden. Indien
dit pogen ditmaal nog mocht falen, zullen zij en
zullen de tegeeringen van andere rijken voor wie
de vrede bewaard bleef, te gelegener tijd nieuwe
stappen in diezelfde richting kunnen doen. Elk
neutraal land is thans een schijnend licht in de
duisternis, die over ons werelddeel gevallen is.
Men kan ook zeggen: een maas in het net, waarin
de oorlogvoerende volken, zoo de verschrikking
doorgaat, straks dreigen verstrikt te raken. Wil er
een dageraad voor Europa zijn, dan zal die, men-
schelijkerwijs gesproken, moeten komen van de
neutrale landen. Er zijn er gelukkig nog vele, hoe
meer er zullen zijn en blijven, des te grooter is de
kans, dat dit werelddeel en zijn beschaving tijdig
van den ondergang gered worden. Ook daarom is
onze neutraliteit, en de eerbiediging daarvan door
de strijdende naties, een zaak van hoog belang,
waaraan wij niet defaitistisch mogen vertwijfelen..
Tenslotte ligt wat de toekomst ons brengen zal
in Gods hand. Het is mogelijk, dat ons beproevin
gen wachten, die wij nu nog niet kunnen voorzien.
Maar ook dan zal dit niet mogen leiden tot eeni
wanhöopsstemming. Indien wij onzen plicht doen,
kunnen wij de uitkomst rustig overlaten aan Hem,
die weet wat wij noodig hebben en die zich nooit
vergist. Hoe hoog de golven ook gaan, wij weten
dat on2e Vader aan het roer staat en willen een
kalmen en blijmoedigen geest bewaren, met het
lied van Paul Gerhard op de lippen, en vooral in
het hart:
Beveel gerust uw wegen,
Al wat u 't harte deert,
Der trouwe hoed' en zegen
Van Hem, die 't al regeert
dosk hel hood zijn pet week
Ue,i tonnen meel en duizenden
en zout noodig..
Jan Visser en Maartje Kraayenoord bij den ingang van hun woning Spoorbuurtstraat 4.
Het bloembollenbedrijf en de
crisis.
De Regeering steunt met 3 millioen voor het
Surplus-fonds.
De steun, dien de regeering thans aan het
Bloembollenbedrijf verleent, is zoo deelde men
ons mede van de zijde van het hoofdbestuur van
de Alg. Vereeniging voor Bloembollencultuur te
beschouwen als een antwoord op herhaalde ver
zoeken om bijstand uit het bloembollenvak, dat
immers momenteel het grootste deel van zijn bui
tenlandsche markt verloren heeft.
Zooals men zich zal herinneren heeft de mi
nister verleden jaar geen aanleiding gevonden,
steun te verleenen. Dat dit thans wel geschiedt is
ook te beschouwen in het licht van de zoo sterk
gewijzigde omstandigheden..
Dat de regeering tot dezen steun heeft besloten
zal daarom ongetwijfeld groote voldoening wek
ken, al kon men ons niet mededeelen of, even
tueel in hoeverre, het beschikbare bedrag zal
voorzien in de behoefte. Dat deze behoefte intus-
schen niet gering is, behoeft geen betoog, wan
neer men nagaat, dat met uitzondering van de
Skandinavische landen, Amerika en Duitschland
vrijwel het geheele buitenland voor de bloembol
len gesloten is. Het surplusfonds zou zelf dan ook
het overschot van den laatsten oogst onmogelijk
kunnen opnemen in weerwil van de 24 pCt. van
de minimumprijzen en de levering van bollen ten
behoeve van het fonds, bijdragen, die intusschen
eerlang wel verhoogd zullen moeten worden.
Intusschen zal men met ingenomenheid in vak
kringen van rhet besluit van den minister, dat
natuurlijk nadere uitwerking vergt, kennis ne
men.