Hevdt's Steenberghe beantwoordt Broeken pIJN opmerkingen over Economische Zaken. Vook bcaeken naac 9ieifdt, daac slaagt 11 altifd! v lalfeB ïerste Kamer over de Kabinetsformatie. rR IJ D A G 17 NOVEMBER 1939 TWEEDE KAMER Begrooting van Landbouwcrisis fonds aan de orde gesteld. DEN HAAG Donderdag. Va IV/2 uur luisteren en het aanhooren van een ui tal vragen kan ik aldus minister Steen- niet met eén redevoering in grooten Ütë'ne - -f noch in een betoog van 22 uur antwoorden! 'onder de tegenwoordige moeilijke omstandig- Lm willen we zorgen dat elke Nederlander zoo- fel mogelijk zijn portie krijgt en het bedrijfsleven If goed als het kan in stand houden. Aldus de j'.^richtlijnen "van het economisch beleid, door fRegeering voorgestaan. De minister stelde, met beroep op een inderdaad treffend voorbeeld uit volkomen onwetendheid geboren kritiek, op voorgrond, dat alleen wie goed op de hoogte van alle vraagstukken en van de omstandig- wden waarmee men te maken heeft, een juist oor- ;L| kunnen hebben over hetgeen het Departe- Lt van Economische Zaken doet of nalaat. S5pr. zette uiteen waarom op 't oogenblik geen onderlijk Departement van Landbouw in het le- 3 geroepen (moet) kan worden en gaf voorts landbouworganisaties het advies zelf de handen elkaar te slaan om tot een centraal college te tomen zooals Nijverheids- en Middenstandsorga- Sliet wel gedaan hebben. Oe minister kwam via het Landbouwonderwijs, j,ij naar uit z'n begrooting blijkt een goed tol toedraagt, bij de voorraden terecht. De voor den veevoeder enz. zijn grooter geweest in Augustus jl. dan het vorige jaar. Met name zijn zeei' groote voorraden tarwe aangelegd. Als mr. y v. Tonningen zegt dat de minister dan toch ar niet met 't oorlogsbrood komt, is de verkla- hiervan dat het nu (nog) niet noodig is. Ove- 1 de pers goed doen om vooral toch niet rinf figens i «Iers dezen te publiceeren aangezien dat veel- 'üTstrijd met 's landsbelang is. Op 't oogenblik dit kan mr. Steenberghe wel zeggen is de Malie zelfs beter dan bij den aanvang van den «dog. Wat mr. Rost's vraag aangaat of de Re- wering bereid is elders (b.v. in Roemenië en Rus- snd) graan te koopen, luidt het antwoord beves- ;nend, mits de voorwaarden aannemelijk zijn. In- chén kan gezegd, dat de graantoevoer over- regelmatig plaats heeft, zoodat mén zich in dat „,'cht ook geenszins extra zenuwachtig hoeft te Een. Als er moeilijkheden van bijzonderen aard üdlen komen, zal men met 't oog daarop de noo- dije maatregelen tot zelfvoorziening nemen, waar bij de kippenhouders niet ten achter gesteld zullen prden bij de varkenshouders. Tot scheurplïcht zei mr, Steenberghe voorloopig Let te zullen overgaan, wat de heer en v. d. Weij- p (r.-k.), Bakker (c.-h.), Bierema (lib.) en Iels (v.-d.) zeker met instemming zullen hebben 'yemomen. Deheeren Loerakker (R.K.), v. d. Heuvel (a.r.). inv. d. Sluis (s.d.) kregen te hooren, dat er ter like van de bloembollen met de betrokken organi ses op 't oogenblik gesproken wordt. Als het rat meer dan 3 millioen zou moeten wezen, krijgen te dat misschien nog wel. Intusschen is er 'n grens tan wat de Regeering kan doen, o.m. ten aanzien van de boomkweekers, *die veel te veel gevraagd lebben, Zouden de bloembollen organistaties ver toeken zelf de uitwerking van den steun ter hand te nemen, dan wilde de minister dat wel overwe gen, doch hij moest er tevens op wijzen in dat- •geval de sierteeltcentrale niet te kunnen passeeren. leorganisatie van den melkhandel zal wel tot rustiger tijden moeten wachten. Minimumloonen voor de landarbeiders wenscht „e Minister niet. Het systeem van overleg met de jüibeiders-organisaties met als stok achter de deur [êventueele arbitrage werkt over 't algemeen goed. En nu een buitengewoon belangrijk onderwerp: pachten, landprijzen en de rente. De oorlog 4'18 heeft toch zeker wel geleerd dat de boer Ét in de misère moet komen van fabelachtig hooge prijzen en anderzijds fabelachtig hooge jchten. Met nadruk waarschuwde de Minister pachters j verpachters nu reeds, dat hij, behoudens bij zondere redenen van verzwaring van de onkosten van de verpachters, hij de richtprijzen wel met jhogere pachten dan die van 1 September 1939 rekening zal gaan houden. Intusschen ligt er na overleg met justitie reeds een uitgewerkt voorstel ter tafel in zake de thans noodige bescherming van de pachters. Spr. is tegen wettelijk ingrijpen in de tadprijzen. Ir. verband met de door Ir. v. d. Waerden (s.d.) geschetste voorgeschiedenis van het toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek, verklaarde mr. Steenberghe, dat zijn vingers hadden gejeukt en tong gekruld om van repliek te dienen. Maar der lieven vrede wille zou hij er het zwijgen doen. Als de heer Schouten (a.r.) klaagde over iet voldoend opschieten, moest deze bedenken, dat 'o twee kabinetscrises hebben gehad, daarna 't Uitbreken van den oorlog. Doch zoodra het kan »1 de Minister het zijne doen om de zaak te laten opschieten, maar dan moet er ook van den anderen kant de noodige bereidheid tot samenwerking blijken. Én nu de Middenstandsvraagstukken, 's Minis- las hart klopt voor den kleinen middenstander i warm als dat van Dr. Vos (lib.). Dit heeft hij getoond; ook weer door de „oorlogsmaatrege len behoeve van den Middenstand. Tegenover 'os (s.d.) zette de Minister uiteen, dat de borg- stellingsfondsen gelijk hij met sprekende cijfers aantoonde wel degelijk goed gewerkt hebben dat er op dit terrein aardig wat gebeurt. Na te oben meegedeeld dat het rapport over de ver houding tusschen 't klein- en grootbedrijf een paar dagen geleden is vastgesteld, verklaarde Mr. Steenberghe geen reden te zien voor ingrijpen in aake het cadeau-stelsel. Allerlei andere midden- üandsonderwerpen moeten tot vreedzamer tijden blijven rusten, uitgezonderd een wetsvoorstel be treffende den markt- en straathandel, dat binnen kort naar de adviescolleges gaat. 'Jaar aanleiding van vele zangen en tegen-zan- i over ordening (Ds. Zandt had heden nog kla- uitgeroepen: „Alles wordt tegenwoordig ge- ordend, tot de kippen toe!") zette de Minister, die t principieel oneens is met de soc. democraten, wat don opzet van ordening betreft, uiteen, dat de eco nomische oorlogs-organisatie die wij thans moeten '•passen geen ordening is, al erkende hij wel, dat ordeningsmaatregelen van vóór den oorlog hun fflVloed uitoefenen. Men maakt zooveel mogelijk ge- wuik van de bestaande kanalen en schakelt het Particuliere bedrijfsleven zooveel als kan in. De Minister ontkende, toen hij het had over het ''^■uitvoerbureau, dat beslissingen t.a.v, uitvoer- erêunningen over 6 maanden te geven zouden JWi althans niet in de eerste weken van den oor- Het bedrijfsleven, dat zich ook zal moeten aan- ÜÜ/11' kan °P den krachtigen steun van de Re- rekenen. Het denkbeeld om verloren ge- scheepsruimte aan te vullen met nieuwbouw verzekeringspenningen vond spr. de overwe eg waard. Na te hebben aangestipt, dat thans tfiternationale situatie vereischt, dat de organisa- 'f invoer in handen der Regeering ligge, r: Minister te verstaan, dat het overlaten van ordening aan de bedrijfsgenooten tot betere tij- j> moet wachten. linJ^'k^d met het prijzen-vraagstuk verwees de ,er naar zijn daden. Dat achtte hij beter dan toe fen Uit tie het goochelen met woorden. Het komt er op neer, dat hij wil' blijven trachten te bevorderen dat de prijzen zoo zullen wezen, dat de landbouw een re delijke, een behoorlijke belooning krijgt. Van dit streven nu getuigen de door hem verrichte daden. Tot aller vermaak vernamen we, dat de door den heer v. d. Heuvel (a.r.) genoemde haver-prijzen ge woonweg „smokkel-prijzen" zijn, waarin reeds de strafvervolging en dergelijken verdisconteerd zijn! Met Mi'. Kprtenhorst (R.K.) meende Minister dat men niet moet overgaan tot stabiliseering van het prijspeil der producten voor het eerste levensonder houd, gelijk Prof. v. Gelderen (s.d.) had verlangd. Al juicht Mr. Steenberghe de matige prijsverhoo- ging niet toe, wat de socialistische spreker verlangt zou te groote offers en nadeelen met zich mee brengen. Met behulp van prijs-controle, die al be gint bij de fabricatie en bij den invoer, komt men reeds ver. Tot eenheidsproducten moet men pas in het alleruiterste geval overgaan. Voorshands is wa ken tegen prysopdrijving en zeer nauwkeurig na gaan van 't prijspeil van de artikelen voor het eer ste levensonderhoud het beste. En nu aldus de Minister tenslotte dit. We staan pas aan het begin van de moeilijkheden, in ternationaal zijn we begonnen, waar we waren in 1917. Te vreezen valt nu, dat de moeilijkheden ten slotte veel grooter zullen worden dan in den vorigen oorlog. Dit zal voor ons allen 'n aansporing wezen om ons nog meer dan ooit in te spannen. Grootei-e moeilijheden brengen vanzelf meer gelegenheid tot kritiek met zich mee. Moge die in de toekomst even objectief blijven als zij ditmaal was. Mijn staf en ik, u nogmaals dank zeggend voor uw waardeering, beloven u, dat we onder Gods zegen ons werk zul len blijven doen in het belang van land en volk. Na deze vlot uitgesproken rede kwam de begroo ting van het landbouwcrisisfonds in onderdeelen aan de orde. 's Ministers antwoord dat hij in hoofd zaak Vrijdag hoopt uit te spreken zal een goede ge legenheid bieden het voornaamste van dit deel dei- debatten aan de hand van zijn betoog weer te geven. E. v. R. Tmiêmêmekm Het alpm gedragen kleedingstuk, waarin HEYDT een bijzonder ver zorgde collectie brengt. Is het een broek voor het werk, voor op te knappen of gelegen heden, de reuze sorteering bij HEYDT waarborgt U een broek naar Uw zin natuurlijk precies pas send en prettig zittend, daarvoor zorgt HEYDT'S eigen matenstelsel. Laat Uw geldbeurs daarvan profi- teeren- Zoolang HEYDT U nog van zijn geweldige voorraden VOOR LAGE PRIJZEN bedienen kan. ANEGANG De Speciaalzaak in Broeken. Dronken autobestuurder trachtte agent dood te rijden. Vijftien maanden gevangenisstraf geëischt. De Rotterdamsche rechtbank heeft Donderdag een zaak behandeld tegen den 50-j. reiziger J. Th. S. uit Overschie, die in den nacht van 17 op IS Mei, toen hij onder invloed van alcohol een auto bestuurde, getracht heeft 'n majoor van de militaire politie omver te rijden en een agent, die bij hem op de treeplank sprong, te verplet teren door dicht langs een transformatiehuisje te rijden. Er was een psychiatrisch rapport over hem ingewonnen, waarin de deskundige zeide, dat S. niet den opzet had gehad den agent te dooden. Wel wist hij dat S. in dronkenschap „rare dingen" deed. Het O.M. achtte een strenge straf zeer op zijn plaats en eischte een jaar en drie maanden ge vangenisstraf. MEDEWERKING VAN N. V. V.- VOORZITTER MINDER JUIST GEACHT. Aan manifest van het I. V. V. VRAGEN VAN MR. ROST VAN TONNINGEN BEANTWOORD. Op vragen van het Tweede-Kamerlid Rost van Tonningen in verband met het door het bureau van het Internationaal Verbond van Vakver- eenigingen opgestelde manifest inzake den oor log tusschen Duitschland -en Engeland en Frankrijk, heeft de voorzitter van den raad van ministers, mede namens de ministers van Bui- tenlandsche Zaken en van Justitie geantwoord, dat kan worden medegedeeld dat, onafhanke lijk van het al dan niet vooraanstaan van het betreffende Kamerlid, van zijn al of niet behoo- ren tot een bepaalde partij, en van het al of niet „steunen" van het kabinet op die partij, de ministers de bedoelde medewerking in de hui dige omstandigheden minder juist achten, al kan zij, als komende van een individueel burger, geen afbreuk doen aan de door de regeering gevoerde neutraliteitspolitiek. Op de vraag of, tot herstel van het vertrou wen in de neutraliteitspolitiek van ons land, het uittreden uit het kabinet van de twee tot de so ciaaldemocratische partij behoorende ministers is bevorderd, wordt geantwoord, dat er niets van dien aard is overwogen, reeds omdat het ver trouwen in de neutraliteitspolitiek van ons land geen herstel noodig heeft. Ware zulks wel het geval, dan zou het toch op andere wijze moeten hersteld worden dan door een zoodanige toe spitsing van het partijwezen, dat ministers dei- kroon verantwoordelijk werden gesteld voor wat een of ander hun geestverwant burger zou heb ben misdaan. De minister van Justitie kan zijn standpunt ten deze eerst definitief bepalen, wanneer een onderzoek, dat nog op enkele punten wordt inge steld, zal zijn beëindigd (Adv. Ingez. Med.) Hugh Ruttledge in ons land. De bekende Mount Everest-beklimmer. Dondderdag is in -de hoofdstad aangekomen de heer Hugh Ruttledge, de leider van de Brïtsche Mount Everest-expeditiês in 1933 en 1936, dié in ons land drie voordrachten over den Mount-Everest zal houden. Hugh Ruttledge is een van de Engelsche pioniers op het gebied van bergbeklimming. Toen deze sport nog in de kinderschoenen stond, heeft Ruttledge haar helpen opbouwen en alles gedaan om haar populair te maken. In 1909 trad hij toe tot de Civil Service in Britsch Indië, waar hij gelegenheid té over kreeg om de' bergsport te beoefenen.'In 1926 verbleef hij te Al- mora en Kurnaon, waar hij uitkeek op de Himalaya en waar hij verscheidene toppen besteeg. Op vele tochten werd hij door zijn echtgenoote vergezeld.O.a. beklom hij met haar den berg Kailas, die in Tibet als heilig beschouwd wordt.Ruttledge en zijn vrouw zijn de twee eenige Europeanen, aan wie dit privilege werd verleend en dit heeft tot gevolg gehad, dat Ruttledge thans een „mahatma" is. Zijn grootste bekendheid verwierf Ruttledge als leider van de twee genoemde expedities naar den Mount Everest, waarvan de laatste door het aan houdende slechte weer is mislukt. 1 den r.Jl 25 jaar geleden werd de opleiding van het politiepersoneel in Ned. Indië gemoderniseerd, welk feit te Soekaboemi feestelijk herdacht werd. Motor rijden vormt een belangrijk onderdeel van de vorming Muurschildering van Charles Eijk. In het gebouw van de Rijksverzekeringsbank. In tegenwoordigheid van vele leden van het personeel is Donderdagmiddag de muurschilde ring van Charles Eijk in het nieuw gebouw van de Rijksverzekeringsbank te Amsterdam als een geschenk der ambtenaren aan de directie aangeboden. Namens het personeel sprak de heer W. L. Slïcher Cramer. De voorzitter van het bestuur, mr. dir. IT. L. van Duijl, bracht den dank van het bestuur aan het personeel over. Deze muurschildering aldus spr. is een symbool niet alleen van de ver bondenheid der ambtenaren met hun gebouw, maar ook van de goede verstandhouding welke tusschen hen heerscht. In vele opzichten is daar om dit fresco van groote be teekenis, omdat er de liefde en toewijding van de ambtenaren voor hun werk uit spreken. De heer Van Duijl aan vaardde dankbaar het prachtige geschenk. De muurschildering. Charles Eijk heeft zich van zijn taak gekweten door het vervaardigen van een stuk, dat voor stelt de bescherming, die de Nederlandsche Staat den arbeidenden stand door de sociale wetgeving verleent vlucht direct voor Mijnhardtje De echte" zijn niet rond, maar hartvormig. (Adv. ingezMed.) Het ongeluk op den Lisserdijk te Hillegom. Chauffeur ook in hooger beroep veroordeeld. Conform den eisch van den procureur-gene raal bevestigde Donderdag het gerechtshof te Amsterdam het vonnis van de rechtbank te Haarlem, waarbij een 26-jarige chauffeur wegens het veroorzaken van dood door schuld was ver oordeeld tot een maand gevangenisstraf. De man was 21 Februari met zijn auto, waarin drie passagiers zaten, van den Lisserdijk te Hillegom afgegleden. Hij kwam in het water terecht en hij zelf en de man, die naast hem zat, wisten zich te redden. De achterinzittenden personen, twee broers, kwamen echter jammerlijk om het leven. Goederenwagen van keermuur gestort. Geen persoonlijke ongelukken gebeurd. Donderdagavond om kwart over zes reed een rangeerend treinstel op het oostelijk gedeelte van het centraal station emplacement te Amsterdam twee kleine goederenwagens in de flank. Deze twee oude wagentjes werd gebruikt voor het vervoer van afval en vuilnis van het station naar elders. Een van de beide wagentjes kreeg een dusdanigen schok, dat het van den keermuur naar beneden stortte op straat. Gelukkig liep niemand op de Oosterdokkade, zoodat geen per soonlijke ongelukken gebeurden. De wagen werd grootendeels vernield. De tweede wagen ont spoorde en werd licht beschadigd. Een en ander veroorzaakte geen stagnatie in het goederen- of personenverkeer. Moeder door haar zoon mishandeld. Ook in hooger beroep 14 dagen gevangenisstraf geëischt. Een jeugdig los werkman uit Velsen stond terecht voor het gerechtshof te Amsterdam, om dat hij zijn moeder zou hebben mishandeld. De politierechter te Haarlem had hem veroor deeld tot twee weken gevangenisstraf. „En waarom bent u in hooger beroep komen?" vroeg de president mr. Jolles aan den verdachte. „Omdat het heelemaal niet waar is", ant woordde verdachte. De moeder vertelde, dat haar zoon het ouderlijk huis had verlaten, hij gaf zijn moeder geen cent van zijn verdiensten, alles ging naar zijn meisje. Op 8 April kwam hij baloorig thuis, hij was indertijd veroordeeld voor en ander feit tot een maand gevangenisstraf voorwaardelijk en deze straf werd na eenigen tijd omgezet in onvoor waardelijk. Deze omzetting weet hij aan zijn ouders. Schel dende en dreigende kwam hij thuis. De vader liep onmiddellijk het huis uit om de politie te waarschuwen. De jongen wilde een kast openbreken en de moeder poogde hem van dit minder fraaie voor nemen af te brengen. Met een stuk hout gaf hij zijn moeder een klap. ijen 13-jarig broertje greep toen een pook en ging den aanvaller krachtig te lijf, zoodat het gevecht weldra in het nadeel van verdachte was beslist. Verdachte beweerde, dat hij de kast wilde openmaken, omdat hij wat wilde eten. Alle etenswaren had de moeder n.l. achter slot en grendel gedaan. Geslagen was er volgens hem zijnerzijds heelemaal niet. Wel viel zijn broer tje hem plotseling met een pook aan. „We hebben hier te doen", aldus de procureur- generaal, „met een ontaarden zoon, die thuis de beest speelt, zoodat zijn ouders hem de deur moeten wijzen.". De opgelegde straf achtte spr. volkomen juist, zoodat hij bevestiging van de straf requireerde (twee weken gevangenisstraf). De verdediger mr. Drost achtte het bewijs niet geleverd; pl. drong aan op vrijspraak. Scheepvaartverkeer door de Wielingen wordt hersteld. Eenige dagen geleden heeft de regeering eenige aanvullende veiligheidsmaatregelen in de Wielingen getroffen. Door het leggen van mijnen waren de schepen die Antwerpen tot bestemming hadden, ge noodzaakt door het Noordervaarwater van de Schel de om te varen. Naar wij vernemen heeft de regeering besloten binnen twèe tot drie dagen het scheepvaartver keer door de Wielingen te herstellen en dit besluit heeft zij tér kennis van de Belgische regeering ge bracht. Onze gezant te Berlijn in ons land. De heer jhr. mr. H. M. van Haersma de With de Nederlandsche gezant te Berlijn, zal eenige dagen in Nederland komen vertoeven. Reeds eenigen tijd 'had de gezant een kort verlof aan gevraagd, dat hij thans op zijn buiten bij Nij- kerk zal doorbrengen. In den loop van Vrijdag zal de gezant een bezoek brengen aan het ministerie van buiten- landsche zaken om er rapport uit te brengen over zijn werkzaamheden in den jongsten tijd te Berlijn. Buitenlandsche politiek oogst instemming. Aan het voorloopig verslag van de Eerste Kamer omtrent de algemeene beschouwingen over de rijks- begrooting voor 1940 is het volgende ontleend: Dat nog voor het einde van de tegenwoordige parlementaire periode het kabinet, dat in 1937 was opgetreden, het veld heeft moeten ruimen, kon, zoo meenden verscheidene leden, voor niemand een verrassing zijn geweest. Dat kabinet toch, gevormd op den grondslag van hetgeen de gezamenlijke rechtsche partijen in engeren zin vereenigt, kon, dus betoogen deze leden, niet sterk zijn. Wat betreft de formatie van Juli 1939, zoo had het na al wat daaromtrent openbaar is geworden, dezen leden in hooge mate verbaasd, dat de for mateur der kabinetten van 1933 en 1937 het mogelijk heeft geacht, met zulk een ministerie vruchtbaar te kunnen samenwerken met de volks vertegenwoordiging. Het karakter van dat kabinet verschilde toch evenzeer van het in 1933, als van het in 1937 opgetredene. Dit kabinet zou zeker niet het vertrouwen heb ben gehad, dat noodig is, wil een regeering in staat zijn ons volle door dezen zorgvollen tijd heen te helpen. Verscheidene andere leden betuigden hun instem ming met het door den formateur gevoerde beleid. Met name waardeerden zij dit, aangezien hij zijn taak ter hand heeft genomen, ofschoon de aan neming van de motie-Deckers een misgreep achtende. De critiek op de bedoelde motie oordeel den zij onjuist. Na zorgvuldige overweging van het pro en contra kan het eindoordeel dienaangaande huns inziens geen ander zijn dan dat aanvaarding van die motie in 's lands belang was. De beschouwingen van de beide groepen van leden, hiervoren aan het woord, bleven niet on weersproken. Allereerst werd op een ernstige misvatting gewe zen. Wanneer namelijk wordt gezegd, dat het pro gram van het vijfde kabinet-Colijn in tegenstelling stond tot de opvattingen van de meerderheid der Tweede Kamer, dan rijst vanzelf de vraag, waar om dan het In alle essentialia gelijksoortige pro gram van het zittende kabinet wel met de opvatting dier meerderheid overeenstemt. Maar ook overigens sloten de hier aan het woord zijnde leden zich ge heel aan bij de opvatting, dat de motie-Deckers in ons constitutioneel-parlementair stelsel inderdaad een ernstige misgreep moet worden geacht. De socialisten in het kabinet. Ettelijke leden maakten inzonderheid bezwaar tegen de opneming in het kabinet van ministers, die lid zijn van de S. D. A. P. De voorzitter van den raad van ministers heeft dit verdedigd met een be roep op den ommekeer, die zich in die partij zou hebben voltrokken. Men zou, dus luidde zijn be toog, thans aldaar minder sympathiseeren met het historisch materialisme. Deze leden nu hadden zich afgevraagd, waaruit blijkt, dat de S. D. A. P. de leerstellingen van het historisch materialisme en van den klassenstrijd niet langer aanvaardt. Andere leden verklaarden, niet zoo afwijzend te staan tegenover de opneming van leden der S. D. A. P. in een kabinet. Evenals in de Tweede Kamer was geschied, werd ten slotte ook in deze Kamer afkeuring er over uitgesproken, dat de sociaal-democratische minis ters, alvorens tot het kabinet toe te treden, mach tiging hadden gevraagd van den partijraad der S. D. A. P., hetgeen in strijd werd geacht met de onafhankelijkheid, welke den drager van het ministersambt dient te kenmerken. Vorenstaande opmerkingen ondervonden van verschillende zijden tegenspraak. Buitenlandsch beleid. Vele leden betuigden warme instemming met het nobele vredesinitiatief van Hare Majesteit de Ko ningin en van Zijne Majesteit den Koning der Belgen, op 7 November 1.1. genomen. Zij verklaarden, zich met de door de regeering gevoerde buitenlandsche politiek alleszins te kun nen vereenigen. Defensie. Algemeen werd der regeering hulde gebracht voor de wijze waarop de mobilisatie der weermacht was verloopen, en getuigd van groote waardeering voor de zeer velen die, menigmaal onder groote moeilijkheden voor henzelven hun gezin en hun bedrijf, nochtans met opgewektheid en energie de hun opgelegde militaire taak vervullen. Vrij algemeen verklaarde men, met waardeering kennis te hebben genomen van de maatregelen ter verbetering van de uitkeeringen aan de betrekkin gen van de gemobiliseerden. Zeer vele léden juichten het toe, dat in verschil lende deelen des lands is overgegaan tot invoering van den staat van beleg. Financieele beschouwingen. Vrij algemeen werd de financieele toestand zeer ongunstig genoemd, al werd erkend, dat deze aller minst pas is ontstaan na het optreden van dit kabinet. Wel zijn, dus werd betoogd, de moeilijk heden sinds het begin van September 1.1. aanmer kelijk vergroot doch ook voordien gaven de staats financiën tot ernstige bezorgdheid aanleiding. Sommige leden verklaarden, de intrekking van de belastingontwerpen-De Wilde in zooverre te hebben betreurd, als zij daarin hadden gewaardeerd het voornemen tot verlaging van de indirecte en de personeele belasting (en). Ten slotte wenschten enkele leden te wijzen oj» de, huns inziens merkwaardige omstandigheid dat een millioenennota, die even goed de onder- teekening van den heer Colijn of van den heer Da Wilde zou kunnen dragen nu met de signatuur-De Geer, met zooveel instemming ook van sociaal democratische zijde was begroet. DOOR DEFENSIE OVERGENOMEN KLEEDING EN SCHOEISEL Het Tweede Kamerlid van Sleen heeft aan den Minister van Defensie de volgende vragen gesteld. Kan de Minister mededeelen, of het waar is, dat de door Defensie gestempelde en overgenomen klee ding en schoeisel in enkele afdeelingen aan de ge- mobiliseerden nog steeds niet zijn vergoed, wijl men voor de uitkeering blijkbaar nog op een nadere order wacht? Is het den Minister bekend, dat sommige com- uandanten de opvatting huldigen, dat de werkloo- zen, die in de periode van 11 April tot 29 Augustus ter vervanging van andere dienstplichtigen zijn op geroepen, zelfs in het geval, dat hun kleederen en schoenen wel van de voor overneming vereischte stempels zijn voorzien, voor bedoelde vergoeding niet in aanmerking kunnen komen? Indien bovenstaande vragen bevestigend worden beantwoord, is dan een en ander mogelijk aan min der duidelijke instructies te wijten, en, zoo ja, wil de Minister dan bevorderen, dat klaarheid wordt gebracht en spoedig tot de uitbetaling wordt over gegaan? Jhr. Van Lidth de Jeude voorzitter van den Zuiderzeeraad. Bij K.B. is aangewezen als voorzitter van den Zuiderzeeraad jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude, oud-minister van waterstaat, thans lid en ondervoorzitter yan dien raad.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 5