BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. Best KABOUTERTJE. Ja Sint Nicolaas thans gearriveerd. Nu maar goed je best doen zodat Piet allerlei goeds van je vertellen kan. Is je molen behouden thuis gekomen? Dag Kabout<#tje. Best ZONNEKIND. Gaat de tijd je al niet vlug genoeg? Nog slechts drie weken en dan zijn we reeds zover. Welk cijfer heb je voor de repetitie nat. hist, gekregen? Heeft je moeder het op de club gemaakte voorwerp aardig gevonden? Vol gende week een andere Kerstversiering. Dag Zonne. kind. Lief BRUINOOGJE. Voorlopig moet ik m' bezoek nog wat uitstellen, 'k Heb het momenteel verbazend druk met alles en nog wat en kan geen minuut missen. Na de Kerstdagen hoop ik gelegen heid te hebben om m'n belofte in te lossen. Je hebt je briefje deze week weer aardig versierd. Prettig dat je met St. Nicolaas laarzen krijgt. Het is een nuttig cadeau. Dag Bruinoogje. Best RAMENLAPSTERTJE. Je hebt me deze week niet veel nieuws medegedeeld. Ja, de goede kindervriend is gearriveerd. Nog enkele weken en dan, dan is Sint jarig en strooit hij kwistig met z'n goede gaven. Nu maar goed je best doen en lief met je zusjes spelen.Dag' Ramenlapstertje. Best DIKKOPJE. Gelukkig zeg, dat ik nog enkele kokers heb laten aanrukken. Je hebt nu ook kunnen medewerken. De molen kan als St. Nicolaas surprise of als Kerstboomversiering dienst doen. In de koker kan men kleurkrijtjes of een zakje borstplaatj es verbergen. Volgende week maken we een ander voorwerp. Dag Dikkopje. Beste ANEMOON. Leuk dat je thuis een ver rassing voor je moeder maakt. Zij zal er blij mede zijn. Je hebt anders werk genoeg, vooral nu je moe der ziek is. Hoe is het met je Franse repetitie afge lopen? A.s. Woensdag hoop ik je weer op de club te zien. Dag Anemoon. Lief BENJAMINNETJE. Prettig zeg, dat je de laatste dagen tamelijk lief bent. Heb je bij Bep d. G. prettig gespeeld? Jammer dat je niet met B. de winkel, waar Sint z'n intrek genomen heeft, bent ingegaan. Je was zeker bang dat Piet je even aan je minder goede gedrag zou herinneren. Hij zal echter wel blij zijn dat je je leven op het ogenblik betert. Dag Benjaminnetje. Best DAUWDROPPELTJE. Je hebt gelukkig toch mede kunnen werken ondanks je geen wol kon mede brengen. Is alles behouden thuis geko men? Volgende week maken we weer een andere Kertsversiering. Ik weet echter nog niet precies wat we dan onderhanden zullen nemen. Mis schien wel.... neen, dat schrijf ik - niet. Dag Dauwdroppeltje. Lief BERGKONINGINNETJE. Mag je nu al je schoen zetten? Meisje wat begint bij jou de pret vroeg. Je hebt al heel veel handwerkjes op school gemaakt. Zorg je er steeds voor netjes te werken? Woensdag zie ik je weer. Dag Bergkoninginnetje. Best BELLAROONTJE. Meisje je bent van harte welkom zowel op de club en als rubriekertje. Heb je het werk prettig gevonden? Ik denk van wel. A.s. Woensdag hoop ik je weer te zien. Bellaroontje. Best BOTERBLOEMPJE. Op het moment dat Sinterklaas z'n intocht deed, was het weer prach tig. De zon gaf ook nog van haar belangstelling blijk. Heb je Sint goed gezien? Heeft de molen thuis een goed plaatsje gekregen? Tot Woensdag. Lief BLONDJE. Voorlopig moet je moeder nog maar niet op m'n bezoek rekenen. Het zal wel na Kerstmis worden. Allerlei werk heb ik momen teel voor elkaar te brengen waardoor ik voor mè zelf ongeveer geen tijd vrij heb. Wil men iets be reiken, dan moet men aanpakken, dat is niet anders. A.s: Woensdag ben je natuurlijk weer van de partij. Dag Blondje. Best DOORNROOSJE. Wat een prachtig post papier heb je zeg. Wie heeft je zo goed bedacht? Hartelijk dank ik je voor je tekening. Je hebt haar keurig getekend. Maja is met je mede gekomen. Heeft ze het clubuur prettig gevonden? De molen krijgt natuurlijk een plaatsje in de Kerstboom. A.s. Woensdag weer wat nieuws. Dag Doornroosje. Best BIJDEHANDJE. Mocht je Woensdag avond reeds je schoen zetten? Wat vroeg zeg. Die arme Sint wordt toch ook maar weinig rust ge gund! De man is nog niet van z'n reis bekomen, of hij moet maar weer rondtrekken om z'n goede gaven in de verschillende schoenen te deponeren. Ik ben ten minste maar heel blij dat ik Sinterklaas niet ben. Heeft Sint voor Jopie ook iets gebracht? Tot Woensdag. Dag Bijdehandje. Lieve MAJA. Of ik de doos met opgespaard zilverpapier wil hebben? Ja hoor, zelfs heel graag, 'k Spaar en laat sparen ten baté van de t. b. c.- bestrijding. Als je gelegenheid hebt, breng de doos dan 's middags na 5 uur maar even bij me thuis. Is de molen goed thuis gekomen? Je zus vond het werk zeker wel aardig. Flink zeg, dat je thuis kopjes helpt wassen. Pak maar aan en neem maar veel voor je zus uit de weg. Zij lieeft, ondanks ze nog jong is, een hele taak en mag daarin heus wel zoveel mogelijk geholpen worden. Wil je haar m'n groeten doen? Dag Maja. Beste MOEDER'S OUDSTE. Wat een ondeu gende hond heb je. Je moet voortaan maar oppas sen dat hij niets van je te pakken krijgt. Prettig dat je 1.1. Woensdag zo hulpvaardig was. Ik mag' zo iets wel. Wat heeft E. van je werk gezegd? A.s. Woensdag mag je weer een andere kerstversie ring maken. We krijgen zo een hele collectie bij elkander. Het is een leuk idee de boom en kamer met zelf gemaakte versieringen te tooien. Nu tot Woensdag. Dag Moeder's Oudste. Beste VRIEND POLLY. Jongen, prettig dat ik v/eer eens iets van je vernomen heb. Werkelijk dacht ik dat je me vergat, hoewel ik met die gedachte toch weer geen vrede had. Wat jammer dat je weer zoveel weken in huis hebt moeten doorbrengen. De winter is en blijft nog maar steeds een slechte tijd voor je. Of Sint jou en mij niet zal vergeten? Ja, jou zeker niet maar mij vast wel. Ik moet m'n leven heel wat beteren alvorens de goede man mij met z'n goede gaven kan bedenken. Wat? Vind je dat ik wel wat verdiend heb? Jammer zeg dat jij Sint niet bent. Ik zou er dan zeker beter af komen dan thans. Maar wie weet? 'k Zal heus goed m'n best doen. Neen, Winnetou is niet meer op de club. Dit jaar mogen alleen maar meisjes clublid worden. De jongens mogen echter wel rubriekertje zijn. Het beste met je. M'n groeten aan je broers. Dag Polly. Lieve LENTEBODE. Meisjelief je was veel te laat met je briefje. De briefjes moeten 's Woensdags middags voor 3 uur in m'n bezit zijn. De tijd om je te antwoorden ontbreekt me thans. De briefjes moeten weg*. M'n adres luidt: Roggeveenstraat 27, IJmuiden. Dag Lentebode. Veel groeten van Mej. E. VIJLBRIEF. DOMME BETJE door W. B.Z. Weet je, wat die domme Betje Laatst bij ons toch heeft gedaan? Ze zag op onze rommelzolder Vaders doek met bomen staan. Maar die bomen waren schetsen, Vader was nog lang niet klaar. Maar Bet dacht: „Dat lijkt naar niets toch, Wacht, ik help meneer nu maar." En ze nam penseel en verfpot. O, ze smeerde toch zo dik, Hier een kwak en daar een klodder, Ja, ze was heus in haar schik. Maar toen vader kwam op zolder, Was hij toch zo vreeslijk kwaad. Niemand mag meer boven komen, Zolang daar een doekje staat. EVENTJES door W. B.Z Mag ik ze eventjes maar hebben, Ze zijn toch zo hef en klein, 'k Wil ze eventjes maar aaien En ik doe ze heus geen pijn. Nu zijn beide oogjes open, 'tLijken sterretjes van goud, Ik kan best begrijpen Mieke, Dat je heel veel van ze houdt. En wat zijn hun tandjes scherp al, En hun tongetje zo rood 'k Zal ze heel veel melk maar geven, Dan zijn ze vast spoedig groot. Mieke-poes hier zijn je kindren Breng ze nu maar naar hun mand, Maar die kleinste houd ik even, Nog heel even in mijn hand. GAK, GAK, GAK! door W. B.Z. Moeder Gans liep met haar kindren, Zo pardoes maar in het nat. Jantje riep: „O kijk eens zusje Hoe de regen op hen spat!" Gak, gak, gale kwaakten de ganzen, Hè wat is het lekker weer! En die grote regendruppels Doen ons helemaal geen zeer. Gak, gak, gak, och onze veren, Worden immers toch niet nat, En met onze vliezevoeten Stappen wij zo fijn door 't bad. Gak, gak, gak, dag Jan en zusje, Blijven jullie maar in huis, Kijk, de regen valt bij stromen, Daarom is 't beter thuis. REINIGINGSDIENST IN DE TROPEN. Gulzige vogels ruimen alles op, wat den mens zou schaden. Onafscheidelijk van elkander zijn bij alle be schaafde mensen de begrippen reinheid en gezond heid. Niet alleen in de grote steden, maar ook in de kleinere gemeenten zorgt de reinigingsdienst voor het verwijderen van afval en vuil van de open bare straten en pleinen. Door deze maatregel wordt paal en perk gesteld aan de verbreiding van besmettelijke ziekten, zoals typhus, cholera, pest enz., die in de middeleeuwen Europa herhaalde lijk teisterden en ontvolkten. De wetenschap, dat het vuil de broedplaats van gevaarlijke ziekte kiemen is, is zelfs tot de eenvoudigste mensen doorgedrongen, tenminste in onze cultuurlanden. Anders is het gesteld bij de bewoners van de tro pische gewesten. In het lome Afrika en net sla perige Zuid-Amerika zijn de mensen over het algemeen zorgeloos en te lui om de eenvoudigste gezondheidsmaatregelen in acht te nemen. Zelfs in grote steden als Panama, Curasao, Cairo, Fer e. a. ontbreekt de reinigingsdienst ten eenen male. De mensen gooien het afval én vuil, ook dode die ren en bedorven vleesch, eenvoudig op straat, en daar zou het blijven liggen en dodelijk gevaar voor de bewoners opleveren als nietJa, nu kom ik aan het onderwerp, dat ik vandaag met jullie wil bespreken, n.l. het zuiveringswerk in de tropen. De Fransche geleerde J. Michelet, vertélt hier over: Des morgens vroeg, als de zon nauwelijks op gegaan is, op hetzelfde ogenblik dat de palm zijn bladeren opent, ontwaken de kleine gieren, de Urubu's, die op zijn takken nachtrust hielden. Het dagwerk roept hen, want zij moeten de straten •einigen, voordat de mensen zich vertonen, voor dat de brandende zon het straatvuil tot ontbinding brengt. Zouden zij één dag hun taak verzaken, dan zou het land ontvolkt worden. Wat in Zuid-Amerika de Urubu's doen, dat ver richten in Noord-Afrika de aasgieren, kraaien en ibissen. Sommigen nemen hun vlucht naar de vel den, om slangen en insecten te verdelgen; anderen strijken neer in de straten van Alexandrië ei Cairo en volbrengen haastig hun gemeentereini- gingswerk. Namen zij ook maar een korte vacantie, onmiddellijk zou de pest in het land zijn. Zo ge schiedt op beide halfronden het grote zuiverings werk met een wonderbare, plechtige regelmaat. Even stipt als de zon komt om leven en vrucht baarheid te geven, even stipt komen de zuiveraars, die de natuur in haar deinst nam om de dood te bestrijden en het akelige gezicht van het rottings proces aan onze ogen te onttrekken. En hij schij nen te weten hoe gewichtig hun taak is, want zij laten zich niet storen en vluchten niet, ook niet wanneer mensten hun passeeren. Wanneer de raven, die het terrein verkennen, hen gewaar schuwd hebben dat er iets op te ruimen is, dan plotseling schiet de wolk van gieren neer. Bij hon derden tegelijk gaan zij aan de maaltijd en zij laten zich door niets verstoren. Onverwijld doen zij hun werk, gulzig en toch met een zekere plech tigheid, en zij doen het netjes en zindelijk, de vieesdelen verdwijnen, de huid en de beenderen blijven liggen. In de kortst mogelijke tijd is een afschuwelijke rottende massa, voor den mens niet tc genaken, verdwenen. Hoe nuttig zijn deze roof vogels! En toch, hoe beter zij den mens dienen, hoe meer hij hen verafschuwt. Dat komt, omdat hij hen niet ziet in de rol, die de natuur hun toebe deeld heeft, n.l. die van weldoende smeltkroes, een smeltkroes van levend vuur, die alles opneemt, wat het hoger leven zou kunnen schaden. En voor die taak zijn zij verwonderlijk goed toegerust. Zij nemen op, verteren, vervormen, zonder dat het hen verveelt, zonder ooit voldaan te zijn. Zij kunnen een heel kameel of paard verslinden en blijven nog altijd hongerig. Voor de meeuwen, die de gieren zijn van de zee, is een dode walvis niet meer dan een hartig brokje. Zij bewerken hem beter dan de knapste walvisvaarder, en in de korte tijd is hij ver dwenen. Zolang er nog een hapje overblijft, blijven zij ook. Je kunt op hen schieten, ze vliegen even op, maar komen onvervaard terug, terwijl het ge weer blijft dreigen. Ook de gier laat nooit zijn prooi los. Lavaillet vertelt, dat hij eens op een aasgier schoot, die op een nijlpaard zat Ofschoon hij dodelijk getroffen was, scheurde hij nog stuk ken af. Had hij wellicht lange tijd honger geleden1" In geen geval, want men vond in zijn maag zes pond vlees. Het is meer een werktuigelijke gulzigheid, dan roofzucht. Deze voortreffelijke handlangers van de weldoen de scheikunde, die het leven hier op aarde be waart en in evenwicht houdt, werken voor ons op plaatsen, waar zij nooit konden doordringen. Wel wordt men in de steden hun tegenwoordigheid gewaar en de diensten, die zij daar bewijzen; maar niemand kan hun weldaden waarderen in de woestijnen, van waar een pestbi-engende wind zou overwaaien, als zij er niet waren. In het ondoor dringbare woud langs de kust, in de diepe moe rassen onder de giftige schaduw der wortel bomen, waar de dode lichamen liggen, die door de zee worden aangespoeld, daar deelt dat reusachtige leger van zuiveraars de arbeid met de insecten en de watervloed. Amerika heeft wetten, welke die weldoeners van den mens tegen de moordlust van den mens beschermen. Egypte doet nog meer voor hen: het vereert hen en is hun welgezind. Al bestaat er niet meer de oeroude kultus van dieren-aanbidding,, zij vinden er nog altijd de vriendschappelijke gast vrijheid uit de tijd der Pharao's. Vraag aan den Egyptischen fellah waarom hij hun aanvallen, hun oorverdovende kreten verdraagt, waarom hij de onbeschaamde kraaien niet weert van de buffels en dromedarissen of van de dadelpalmen, waar op zij bij scharen neerstrijken, zodat de vruchten vallen. Hij zal je meewarig aankijken, de schouders ophalen over zoveel onverstand, maar niet ant woorden. De vogel mag daar alles, want de mens zou er niet kunnen bestaan zonder het onafgebro ken werken van ibis en ooievaar, kraai en gier. Dat weet de fellah. Hier zowel als in Indië heeft de mens zich niet afgescheiden van de natuur, zo als in onze stedoi. De dieren weten niet, waarom zij den mens vrezen moeten. Het is liefelijk te zien, hoe op een roep van den brahmaan de vogels in zwermen komen en uit zijn hand eten. Het is een treurig teken van de z.g. hogere beschaving, dat zij die zachtheid, voor de levende natuur be lachelijk maakt. De Perzen en Romeinen in Egypte, de Fransen in Algirië en de Engelsen in Indië hebben dikwijls die onschuldige broeders van denmens, de voorwerpen van aloude ver ering, uit pure baldadigheid of moordlust mis handeld en gedood. Roei die dieren uit en het land wordt onbewoonbaar. Datgene wat ondanks alle rampen Egypte en Hindoestan in hun vrucht baarheid heeft behouden, is noch de Nijl, noch de Ganges, het is de zachtmoedigheid van den mens, die de dieren ontziet. R. O. jie mouw, als om hem terug te houden, pakte ds,- van het boompje vast en schudde die licht en weer, zodat de rode bladeren neerzweefd^ pad en gazon. „Ook dit behoort bij een tuin, vriend," zei Hakuseki tot zijn leerling. wanl^ tuin leeft en is geen dood terrein. En in de M is het goed. aan de vergankelijkheid van al'^ aardse te denken, die hier met rode letters frisse gras wordt geschreven". tplai aillei Volg' =5% Wij bestaan uit 5 letters en komen voor in sprookjes. 1 2 5 is een soort hert 4 3 3 1 is niet zoet. Mijn geheel bestaat uit 11 letters en is iets, waar dagelijks over gesproken wordt. 5 2 11 is een meisjesnaam 7 10 11 9 is groente. 4581611 is een meisjesnaam 3 4 6 11 5 is een rund. 7 8 9 is van haar. Hoeveel erwten van 1/2 c.M. middellijn gaan in een pan van 10 c.M. middellijn? b. Wanneer leefde de mooiste prinses? Met G maak ik lawaai Met k ben is koud en saai. Met p ben 'k medicijn Met t waar duiven zijn. Met H en T en W tezamen, dan krijg je meisjes namen. Neem uit onderstaande zinnen telkens één woord, zodat er een spreekwoord ontstaat. a. Het kind kreeg op zijn verjaardag speelgoed. b. Hij was altijd een beste jongen geweest. c. Hij kreeg eèn jong paard. d. Op een dag struikelt het. e. Dat gebeurde wel meer. f. Maar eens deed het zich toch erge pijn. Mijn eerste lettergreep is een edel metaal. Mijn tweede letergreep is een dier. En mijn geheel zwemt in het water. Maak van de niet ingevulde woorden goede woorden, zodat je een rijmpje krijgt. Een pe.is goed voor de do. Bij zaeet men sla en wo Men verwacht kobij vo Er is geen hard br... zonder ko... woont in Noorwegen, x komt uit een peulvrucht. x is doof. x een jongensnaam. x niet altijd, x een jongensnaam. een viervoetig dier. x heeft poes gedaan. De kruisjes noemen een maand van 't jaar. Strikvragen. a. Wie loopt op zijn kop? b. Wat heeft één oor, maar kan niet horen? Wat is met oo een bloem en met o een paard? Verborgen vruchten. a. De tram gaat niet, hij is zeker stuk. b. Dat zijn knappe lui. c. Waar staat jullie piano, Otto? Verborgen Nederlandse plaatsen. SAM REPER LEO H. GLIM HEIN SASMES GEKKE DINGEN UIT DE HELE WEREm Het toppunt van luiheid bereikt de zeehaas, zelfs te lui is om te zwemmen. Onder aan de b i c draagt hij een grote zuignap, waarmee hij aan groote vissen en zelfs heel vaak aan scha? vastzuigt en laat meeslepen. Nu spert hij wijd bek open en de prooi zwemt er vanzelf in. Bij een gezellig samenzijn van een troepje b* ren in Amerika ging een zekere Philipps een denschap aan, dat hij zich in een kinderwagen^ de aarde zou laten rijden. Hij vond direct mja sen, die „wedden van niet", zodat hij 40.000 dot! kon verdienen, als hij 't idee uit voert. Een bank zal de reis betalen en een krant bood fc.> eeds 5090 dollar voor zijn reisbeschrijving. Een Zweeds professor heeft na jarenlangei-;:ires derzoekingen vastgesteld, dat Anna de meest va. breide meisjesnaam in Europa is. Meer dan 94 iri lioen vrouwen dragen den naam Anna, Awv. .Anne, Ann of Anneke. Een eenvoudig landbouwer in Australië rlffj laatst opeens in 't middelpunt van de belang;*, ling, omdat er onder zijn akker een reusachtig goudader werd ontdekt. Als de boer het goud ghj iiitgraven, zou hij opeens millionnair zijn. Hij g«(i er echter de voorkeur aan, een eenvoudig boertji te blijven en wil met al het goud van de v/etfii niets te maken hebben. De goudader blijft dus onaangeroerd liggen. feine tie lev In 1751 stelde de landgraaf van Hessen een ordeni»g in, dat ieder die wijn met mineraalwat? EP vermengde, met de dood zou worden gestraft. Een ieder, die iets aan de wijn toevoegde, zelfs rozijna of suiker, zou levenslang worden opgesloten. b-iai sema' In een klein stadje in Roemenië werd onlanp ^eI een slager op heterdaad betrapt, toen hij bef) was, de worsten in zijn winkel, die in de etalag» bleek geworden waren, met roseverf op te kleura Hij werd voor den rechter gedaad en veroordeeld omalle worsten zelf op te eten! feK mei I: DE MOOISTE TUIN Hakuseki, een beroemd Japans geschiedschrij ver uit de zeventiende eeuw, was een groot lief hebber en bewonderaar van mooie tuinen. De volgende geschiedenis wordt van hem ver teld: Op een mooie herfstdag vroeg Hakuseki aan een van zijn leerlingen, of hij de tuin een beetje wou opruimen en aanharken. Ijverig toog de leer ling aan het werk, en toen de avond viel, kwam hij den meester vragen, de tuin eens te bekijken. Hakuseki nam netjes zijn kimono op en stapte het trapje af naar de lager gelegen tuin. Daar welfde zich de keurig geveegde bamboebrug over het beekje, dat over enkele schilderachtige stenen heenkabbelde. Geen enkel dor blad lag meer langs de oever. Nette paden dicht bestrooid met kiezel en zonder 't kleinste sprietje onkruid, liepen tussen fluwelige gazons. In één woord, de tuin was volmaakt in orde. Maar juist toen Hakuseki en zijn leerling van het trapje kwamen, viel een vuurrood blad van een ahornboom op de grond en de leerling bukte zich onmiddellijk om het op te rapen. Toen greep de meester hem zachtjes bij zijn N mijn „Aan Allen" van 1Augustus schrei ik over de vele herdenkingsdagen in 't jaaf 1939 en over de grote invloed van die ge beurtenissen, die herdacht worden op 't we reldgebeuren. Op 15 Augustus herdachten we hd feit, dat 25 jaar geleden het Panamakanaal geoperd werd. Welnu, vandaag de 17de November beleva we weer zo'n herdenking van een ingebruikneming van een kanaal en wel van het Suez-kanaal. 17 No vember 1869 voeren voor het eerst 68 schepen van bijna alle zeevarende Europese naties dus ooi Nederlandse door het Suez-kanaal. 25 April 1859 werd de eerste spade in de grond gezet en jaar later voeren de eerste schepen er door. Ondankj allerlei tegenspoed en tegenwerping bleef de ont werper van het plan de Middellandse Zee en de Rode Zee met elkaar te verbinden met taaie vol harding door werken om zijn doel te bereiken en 11 November 1869 zette de kroon op zijn werk. Deze stoere werker was Ferdinand de Lesseps, vroege Frans consul te Alexandrië. Reeds eerder had e een verbinding tussen beide zeeën bestaan. Onder den Egyptischen Farao Seti I omstreeks 1380 vóór Christus was deze verbinding tot stand gebracht door middel van aftakkingen van de Nijl. Later, on der koning Necho, die van 609 tot 595 v. Chr. over Egypte regeerde, heeft men getracht een nieuw ka naal aan te leggen. 120.090 arbeiders kwamen bij deze poging om het leven. Het woestijnzand van de Sahara dat voortdurend het werk bedolf, noopte tot opgeven van het plan. Dan duurt het honderdes jaren voor er weer plannen gemaakt worden. Van af het midden der 15e eeuw duiken er steeds weer plannen op tot doorgraving der landengte. Tot uit voering komen ze echter niet. Als Napoleon toen nog Generaal Bonaparte, bezig is met zijn plannen Engeland aan te vallen in het Oosten, via Egypte, wordt er een commissie benoemd, die ontwerp moet maken voor de doorgiaving landengte. De Franse ingenieur Lepère, rapporteer de echter aan Bonaparte, dat het onmogelijk was, daar de stand van 't water in de Middellandse en en de Rode Zee veel te veel verschilde, bijna 9 M, Bij de tot stand koming van het Panamakanaal heb ben we gezien, dat in deze dagen een veel groter verschil zelfs geen bezwaar meer is. Ferdinand dn Lesseps kwam later tot de ontdekking dat Lepère 5 berekeningen foutief waren; de stand van 't water in beide zeeën verschilde zo goed als niets. Toen di eenmaal voor hem vaststond, heeft hij niet gerust voor hij de verbinding tot stand had gebracht. 17 November 1869 was dus een gloriedag voor hem. De afstand LondenBombay werd door dit kanaal 7360 k.m. korter. Ook de afstand van Amster dam en Rotterdam naar ons Indië, werd ontzaglijk bekort. Deze opening viel vrijwel samen met de verdwijning van de zeilschepen en invoering der Oceaan-stoomschepen, zodat de reis naar Indië, the voor dien nog altijd op het voetspoor van Vascode Gama en Houtman om Kaap de Goede Hoop giM door twee oorzaken aanzienlijk bekort werd. Men had oorspronkelijk de kosten van het te graven kanaal geraamd op 200 millioen francs; het heelt gekost 432 millioen. We begrijpen dus dat de sche pen heel wat moeten betalen voor het recht van doorvaart door het Suez-kanaal. Zo werden in jaar 1937 door de beide Nederlandse Maatschap pijen, die een geregelde dienst op ons Indië onder houden, n.l. de „Rotterdamse Lloyd" en de „Neder land" aan kanaalrechten betaald f 4.945.460. wei nig zal de Lesseps gedacht hebben, dat in deze vu iaren van 't bestaan van 't kanaal, het tweemaal zou voorkomen dat de schepen de lange weg or® Kaap de Goede Hoop zouden verkiezen boven d« korte door het Suez-kanaal. Dit was het geval m de Wereldoorlog van 19141918 en is ook nu «ei geval. Laten we hopen, dat de wereldtoestand weer gauw zo is, dat onze schepen weer kunnen prof ren van het belangrijke, reusachtige werk van oe Lesseps. ,W-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 10