DE HERDENKING VAN NEERLANDS ONAFHANKELIJKHEID Hatson brengt den steen aan rt rollen H. Wandt door 27 „Dat gaat over U, Signorina! Maar weest U maar niet bang. Onze vriend moet zijn menschen maar zelf een kopje kleiner maken wanneer hjj dat noodzakelijk vindt. Nu moet U verstandig zijn en precies doen wat ik zeg. Ik zal mijn vrienden hier vertellen, dat in den brief een bevel stond, dat ik U naar een ■bepaalde plaats moest brengen, die ik aan niemand mag verraden. Dan breng ik U weg van dezen ver- schrikkelijken Chineesch hier, en als U ver genoeg uit de buurt bent, neemt U een taxi, rijdt naar Scotland Yard en vraagt, daar in bescherming te worden genomen. Begrepen? Ik zal mijn op drachtgever, als h\j mij ter verantwoordig mocht roepen, dan zeggen, dat U ontkomen bent. Dorothy knikte en in haar betraande oogen glansde een uitdrukking van hoop. Om twee uur 's nachts was nog geen bericht van Huitzilo gekomen. Den volgenden avond zat Rigoletto in „De Gou den Dolk" aan de eerbiedwaardige eikenhouten ta fel, en wachtte op Trompetter Johnny Jack Brac- ley, de kastelein, was bij hem gaan zitten en zij spraken over de laatste nieuwtjes in de onderwe reld van Whitechapel. „Ik heb het je wel gezegd, Rigoletto! Er gebeu- xe& vreemde dingen in Whitechapel! De eene jongen na de andere verdwijnt zonder een spoor achter te laten. Het is begonnen met den ouden Silver- stone, en zoo is het tot vandaag den dag doorge gaan. Wie weet in welke gevangenis Trompetter- Johnny op het oogenblik zit." „Goeden avond!" klonk bp de deur een zachte stem. Rechercheur Green daalde langs de afge sloten keldertrap. „Kijk es aan, wat een eer!" riep de kastelein. „Waarmee kan ik U dienen, rechercheur „Een half fleschje port. graag! Hij ging naast Rigoletto zitten, haalde een potlood en een stuk papier uit een van zijn onuitputtelijke zakken en begon kalm te schrijven. Toen Barcley de bestel ling bracht, wierp hij den Italiaan een waarschu wenden blik toe. Aan Green vroeg hij: „Misschien wilt U iets eten, rechercheur?" „Neen, dank U wel. Ik heb niet veel tijd. Ik ben alleen maar binnengekomen, omdat ik een goeden vriend een dringend briefje moet schrijven!" Hij wees op het papier voor zich op de tafel. Lang kon de schriftelijke mededeeling niet ge weest zijn, want Green had pas twee slokken uit zijn glas gedronken, toen hij al op stond en een zilveren munt op tafel wierp. Hij aarzelde een oogenblik. Toen vroeg hij: „Wat ik zeggen wou, mr. Bracley, hebt U goede whisky in huis?" „Natuurlijk! Hoeveel wilt U hebben?" „Pakt U een heele flesch voor mij in ik wil die meenemen. Deze gentleman hier zal betalen. Het is een oude schuld van een weddenschap met mij!" en Green wees op Rigoletto. Jack Bracley liet zijn haaiengebit zien en trad langzaam achter de tapkast. Rigoletto was opge sprongen alsof hij op een schorpioen gezeten had. „U bent... U wasstamelde hij. Green had een vinger op zijn mond gelegd en h\j drukte den Italiaan het papier, waarop hij eenige oogenblikken geleden zjjn brief geschreven had, in de handen. Toen nam hij zijn flesch whis ky in ontvangst en groette: „Goeden avond, mijne heeren!" „Wat heeft dat te beteekenen, Rigoletto?" vroeg de kastelein verbaasd, toen Green verdwe nen was. De inbreker haalde radeloos zijn schou ders op. Hij zat als op spijkers. Eindelijk kwam er iemand binnen, met wien de kastelein zich een oogenblik onderhield. Rigoletto tastte snel in zijn zal» en las: Over twee uur gaat de express naar Dover, die onmiddellijk aansluiting met een Fransch stoomschip heeft. In je linker jaszak zitten 100 pond reisgeld. Nog veel dank en beste groeten van de kleine Signorina! Rigoletto stopte het papier weer snel in zijn zak en stond op. „Ik moet gaan, Bracley. Goeden avond. Ik weet nu ook wat die flesch whisky be- teekent." „Wat dan?" „Trompetter-Johnny heeft vannacht al in Scotland Yard geslapen!" „We moesten de drie juffrouwen, die „Asters" noemen ze zich geloof ik, laten bewaken. Ze. moe ten de vriendinnen van Huitzilo geweest zijn, toen men hem nog lord Winningham noemde. Misschien probeert de knaap weer met haar in contact te komen", meende MacHardy diepzinnig. Rechercheur Green lachte. „Die zullen aardig verbaasd en teleurgesteld zjjn als ze hooren met wien zij te doen hebben gehad. Hoogstwaarschijn lijk hebben ze gehoopt voorloopig onderdak te zijn, toen zij dien klaarblijkelijk schatrijken lord aan den haak hadden geslagen. Ik ben benieuwd wat voor gezichten ze vanavond trekken zullen, als ze de waarheid zullen hooren. Ik heb voor die gelegenheid mijn goeden vriend Cleenharp, bij genaamd „Little Edy", uitgenoodigd, die haar over haar deftigen minnaar zal inlichten Wan neer het overigens niet onbescheiden is, inspec teur, zou hot mij veel genoegen doen, als U ook wilde komen. Cleenharp weet heel veel interes-' eants over het verleden van Jack Lodsy te vertel-/ laai" „Goed. Ik zal heel graag komen, rechercheur. Al was het alleen maar om Little Edy te ontmoe ten. Een bankroover in vrijheid, en daarbij dan nog een eerzaam medeburger, dat is voor een po- litie-ambtenaar een uiterst pikante zaak. Boven dien ben ik heel nieuwsgierig wat de man zal hebben te vertellen. Dus, tot vanavond, recher cheur!" In café Equality kwamen 's avonds gewoonlijk niet veel vreemde klanten. Voor het meerendeel werd het bezocht door stamgasten. Tot groote' verwondering van den eigenaar en de kellners zou het vanavond echter anders zijn. Wel kwamen na afloop van de voorstelling van het Grand circus Sarrasate, als altyd de „Trois Asters" met directeur Sarrasate en den administrateur-boniseur Cornel Sullivan binnen. Zelfs de manager Hutton was ditmaal present. Een oogenblik later kwam ook Telemachus Clump, maar daarna begon de intocht der vreem den. Eerst arriveerde een kleine, dikkige heer met een rose-roode paraplu, zooals de Schotsche schaapherders die dragen. Hij ging zitten in een hoekje, naast de circus-menschen en bestelde met een onaangenaam klinkende, hooge, schorre stem, een kop thee met drie glazen cognac. Na den dik ke kwam een gezelschap van vier heeren, wien men zonder veel moeite kon aanzien, dat ze al vrij diep in hun glaasje hadden gekeken. Spoedig daarop trad rechercheur Green met Fred Moor man binnen. Toen de Asters den secretaris ont dekten, uitten zjj een kreet van verwondering en legden onmiddellijk beslag op hem. Alle drie tege lijk overstelpten ze hem met vragen en een ge snater als van een troep opgejaagde ganzen brak los. „Waar is sir Frederic? Waarom is z\jn huis op last van de justitie gesloten? Is hp op reis? Wanneer komt hij terug? Waar is hp heen gegaan? Waarom heeft hij Moorman wees met een breed gebaar op zijn metgezoL „Rechercheur Green zal het U allemaal ver klaren. mijne dames!" „O, die schurk heeft jullie bedrogen! Hij b vandoor!" steunde Telemachus Clump. „Ju® arme kinderen zijn nu Green viel hem in de rede. „Het is hier wel een beetje al te openbaM plaats om over die zaak te praten", meende hij' „Ik heb achter een zaaltje laten reserveer® waar wij ongestoord kunnen vei-tellen hoe precies gegaan is. Warmeer ik de dames en heer® verzoeken mag mij daarheen te volgen? Ik h®» van de dames eenige belangrijke mededeeling® te vernemen". Op dat oogenblik verscheen het bullebijter#* zicht van MacHardy in de draaideur. Hij zag hw het gezelschap opstond en door een kleine deur, achter in het ci*£ê verdween. Hier voor zaten nu nog maar alleen de vier aangeschoten heeren, luidruchtig him glazen lieten klinken. Hun ge* zichten kwamen Hardy merkwaardig beke® voor. Toen hij hun voorbijkwam, maakte een vso fien een groetende handbeweging en ze lacht® hem allen heimelijk toe. Toen wist hü plotseling dat zp beambten van de gevreesde „Afdeeling V van Scotland Yard waren. Toen de hoofdinspecteur in het achterzaaltj binnenkwam, stond rechercheur Green op. mes en heeren, veroorlooft U mij, U mijn gei ten chef, hoofdinspecteur MacHardy, voor stellen", en op de rij af noemde hij de namen v de andere aanwezigen. Toen hij bij Little h y kwam, zei hij: „Hier moet ik een verzuim g° maken, dames en heeren, dit is mr. Eau Cleenharp, aan wien ik U tot nog toe vergat v te stellen!" Men ging weer zitten en rechercheur Grt^ vervolgde: „Ik moet voor de meeste °a^iesrt8fl heeren, die dat namelijk nog niet weten, toevoegen, dat de zoogenaamde lord Freda5jjj^ ningham een door de politie en justitie misdadiger is (Wordt reridlg»! ministerie van Buitenlandsche Zaken, om minister van Kleffens verslag uit te brengen over de diplomatieke gebeurtenissen van den laatsten tijd In het Rijksmuseum te Amsterdam heeft de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen de tentoonstelling van moderne Nederlandsche kunst officieel geopend. Een tweetal doorkijkjes op de expositie De Duitsche trawler -Adolf Hitler strandde te Bronnoysund aan de Noord kust van Noorwegen. Sleepbooten trachtten tevergeefs het vaartuig vlot te sleepen. De trawler in zijn benarde positie Anthony Eden in gesprek met generaal Sikorski tijdens de lunch, die den Poolschen premier te Londen werd aangeboden door de buitenlandsche pers- vereeniging De brandweer in volledige uitrusting paraat tijdens de luchtbeschermingsoefeningen, welke Vrijdag door de firma Vroom en Dreesmann te Amsterdam gehouden werden De veldpost heeft in haar omvangrijken arbe'd met veel moeilijkheden te kampen. Hierboven een der afdeelingen van de post-centrale vo# de Engelsche troepen in Frankrijk, waar onbj, stelbare brieven en paketten worden gesorteerd Een gevaarlijk werk. Na terreinwinri aan het Westelijk front doorzoeken Duitsche soldaten het veroverde gebied naar verborgen landmijnen Ter herdenking van Neerlands Onafhankelijkheid werden Vrijdag door het Nationaal Jongerenverbond kransen gelegd bij het monument op het Plein 1813 te Den Haag

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 8