I'
IN 'T VERRE NOORDEN.
door W. B.Z.
De paarden trekken de slede voort
Ze hebben 't gehuil van de wolven gehoord,
De voerman slaat met de zweep op hun rug,
Ze moeten wel draven zo vlug, zo vlug.
De wolven huilen nog telkens weer,
Maar de afstand wordt groter steeds meer en meer
De paarden draven nog vlugger dan vlug,
Eindlijk keren de wolven toch terug.
Gelukkig de reis is haast gedaan,
Spoedig mogen de dieren naar stal toe gaan.
Daar zijn weer de huizen, de angst is voorbij
Een mensen en dieren zij even blij.
waar ter wereld ook. Overal ziet men dikke lagen
lava, die soms zo zacht zijn, dat 't net lijkt of ze
pas.door een vulkaan is uitgestort. Toch is dit niet
het geval, doch meestal heeft er een dikke sneeuw
laag overheengelegen, die dan hier en daar wegge
waaid is. Alleen de zwarte vulkaankegels steken
uit dit wilde, vuilwitte landschap omhoog.
De IJslandse vulkanen vormen wat men met een
geleerd woord een „breuklijn" noemt. De aardkost
is hier geheel tot in de diepte doorbroken en alle
mogelijke vulkanische werkingen, zoals geysers,
hete bronnen, lavastromen enz. enz. kan men hier
waarnemen. De Heklavulkaan, die door de IJslan-
ders „Mantelberg" wordt genoemd, naar de dichte
mantel van damp, die er steeds omheenhangt, is na
de Vesuvius en de Etna de beroemdste vulkaan van
Europa. Uitbarstingen van de Hekla hadden plaats
in 1104, in 1766 en in 1845. Een andere vuurspu
wende berg, de gevreesde Katla of Kötlugja schijnt
nu geheel uitgedoofd, tenminste de krater is ge
vuld met sneeuw, maar niet minder dan 15 keer
hebben hier ontzettende uitbarstingen plaats gehad.
De vreselijkste uitbarstingsramp, die de IJslanders
ooit heeft getroffen, had plaats in 1675: men heeft
toen een ogenblik gemeend, dat het hele eiland in
vlammen op zou gaan.
Aan de voet van de Skoptar-Jökull opende zich
opeens een geweldige spleet, die lava uitspuwde
en rondom vertoonden zich ontzaglijke vuurbron
nen. In de vlakte ten Westen van de Skoptar vorm
de zich een reusachtig vuurmeer, dat zich in tweeën
splitste en zich met twee reusachtige vuurarmen
een uitweg zocht naar zee. De eerste vuurarm was
24 K.M. breed en 80 K.M. lang, de andere, hoewel
iets kleiner, had een nog vreselijker uitwerking,
want de vuurmassa (gloeiende lava) was 150 m.
dik. Men schatte de hoeveelheid uitgeworpen lava
op 500 milliard K.M.3; voldoende om de hele aard
bol met een laagje van meer dan 1 mm. te bedekken.
De uitbarsting duurde twee jaar. 9336 menschen,
28.000 paarden, 11500 koeien, 190.000 schapen kwa
men bij deze vreselijke ramp om het leven.
Over een ander vulkanisch verschijnsel op IJs
land, de hete bronnen, ga ik jullie later eens iets
vertellen.
S het heus waar?" schreef me onlang,
rubriekertje, „dat de mensen
A Ai II ru'm een Paar eeuwen de vork
bij het eten?" Hij had dat gelezen
een winkelraam in de Barteljorisstraat. Ja Ke-,
is werkelijk de waarheid, wat daar stond.
bruiken zo dagelijks tal van dingen, waarvan
gebruik zo vanzelfsprekend is, dat we ons
kunnen voorstellen, dat ze er niet altijd
zijn. Eén van die dingen is de vork. Waar wij
vork voor gebruiken, gebruikte men vroeger de
gers. De hand was de natuurlijke vork. Zelfs
oude Romeinen, die toch echte smulpapen
was de vork onbekend. Misschien voelde men
behoefte om wat anders te gebruiken, dan de
omdat ze gewoon waren liggende te eten. En
was het wel zo gemakkelijk maar met de hand
't een en ander te grijpen en het naar de
HEER UIL GEEFT LES.
d o o r W. B.—Z.
brengen. Lepels kende men wel, al waren k
zo sierlijk gevormd als tegenwoordig. Maar
gebruik hiervan bleef alleen beperkt tot de
name burgers. De eenvoudige lieden vormden
hand tot een lepel en brachten zo de lepelspijs
de mond of ze gebruikten een ruwe stenen na
kom; de lepel gebruikte men enkel voor zoete
bare nagerechten. Van een vork wist men
niet af, of eigenlijk men gebruikte ze niet;
wordt verteld dat koning Karei V van
(13641380) die zeer prachtlievend was. 12
ken had, die netjes opgeborgen waren in de
kamer. Ook wordt verteld, dat de gemalin
doge van Venetië in de 11e eeuw met een goufe
vork at. Toen dit in Venetië bekend werd, was na
hierover zo verontwaardigd, dat men haar de'
lofte afperste in 't vervolg net als ieder
met de vingers te eten. Eerst in de 16e eeuw
den er weer pogingen gedaan om de vork als
gerei in te voeren. Italië zou het eerste land
weest zijn, waar het niet meer als
schouwd werd als men met een vork at. Die
vorken hadden maar twee tanden en werden
kei gebruikt bij 't eten van vlees. Een
Thomas Coryate die in het begin der 17e eeuw
reis door Italië maakte, schreef in zijn
„Wanneer de Italianen vlees eten, gebruiken
een kleine hooivork, die uit ijzer of staal of
zelfs uit zilver is vervaardigd. Men houdt het
slechte manieren als iemand met de vingers a^Sde
omdat men daarbij vuile handen krijgt." Als
herinnering bracht Croyate enige van die
hooivorken" mee naar zijn land. Tijdens de rege-
ring van koningin Elisabeth van Engeland at n&
overal in Engeland nog met de vingers. Als de z:
ningin haar maaltijd gebruikte, stond er altijd nasi.
haar een page, met een kom met water en een dra
om haar gelegenheid te geven haar vingers te ré
nigen. Van keizer Karei V wordt verteld, dat
drie vorken bezat, waar hij heel zuinig op was a I
die hij enkel gebruikte om vruchten te eten. In 1
Frankrijk kwam de vork in gebruik onder de rea<- li
ring van Lodewijk XIV. Ook hier was het tot die I
tijd gewoonte met de vingers te eten en men vod I
het heel gewoon de handen af te vegen aan zip I
kleren. Servetten waren zo goed als niet in gebruik I
Als er een tafellaken gebruikt werd, dan veegde
men daar zijn vettige handen maar aan af. Toend'.
vork eenmaal aan 't Hof in gebruik was genorca 1
volgden weldra de edelen. Het-gewone volk wide I
er echter nog niet aan. Dat vond het heel wat zui
delijker en gezonder met de handen te eten. Eerst
toen de vork 3 en 4 tanden kreeg, waardoor de I
bruikbaarheid toenam, kwam ook langzamerhard I
het grote publiek er toe zich bij de maaltijden van f
een vork te bedienen. Werd ze oorspronkelijk be
schouwd als een weeldeartikel, thans zou niemand
ze meer wilen en kunnen missen.
W. B.-Z.
Zet onder elkaar: een tweehoevig dier
een pruikje haar
een lichaamsdeel
een deel van de dag
een bron
een bus voor kolen
een knaagdier
een bloei wij ze
een muzieknoot
Ieder woord mag slechts 3 letters bevatten en de
voorletters moeten een schuilnaam vormen.
a. Wat kan rollen en is toch plat?
b. Wat wordt zwart in het water?
c. Wie ziet men 's nacht nooit?
d. Welke arm veroorzaakt de meeste bedrijvig-
neid?
e. Wat wordt langer en korter tegelijk?
Kamraadsel.
Zij waren met hun tweeën
Gezeten op een tak,
Heer Uil, die onderwees hen
In 't een of ander vak.
Hij leerde hun de namen
Van ieder dier en plant.
Hij leerde hun de wegen
Van 't een naar 't andx-e land.
Heer Leeuwrik komt gevlogen
Daar uit het dichte bos,
Hij vraagt hem of je, wormen
Kunt vangen onder 't mos.
En meester Uil vertelt hun
Van wormen en van mos,
De kleine, slimme leeuwrik
Vliegt gauw weer naar zijn bos.
,,'t Is tijd", zegt meester Uil nu
Vlieg gauw saam naar je nest
Als je morgen terug komt,
Vertel ik wel de rest",
1 is een verkorte meisjesnaam.
2 is een kledingstuk
3 is een bewoner van Ierland
4 is een rivier in Utrecht
5 is een ander woord voor vel
6 is een ander woord voor iedereen
7 is een lichaamsdeel
8 'is een lichaamsdeel van een dier
9 is een nachtvogel
10 is een kledingstuk
Iedere tand bestaat uit 3 letters. Langs de rug
van de kam lees je iets dat elke week in Onze
Teugd staat.
Rood zijn de muren
Wit zijn de buren
Zwart zijn de knapen
Die in het kamertje slapen.
Zet achter een ander woord voor muur een leng*
temaat. Daarachter een voorwerp dat van een tas
kan gemaakt worden en je krijgt iets waarmee je
uit wandelen kunt gaan.
Vul de kruisjes in met klinkers, zodat er een
bekend spreekwoord komt.
Vxlx klxxntjxs mxkxn xxn grxtx.
Wie kan uit mijn naam halen: een deel van een
wagen, een lengtemaat, een vis, een rivier, een
bloem, twee meisjesnamen en een graslaan?'
BESTE VRIENDINNETJES EN
VRIENDJES.
Iets zijzonders heb ik niet mede te delen. M'n
briefje vooraf blijft deze week dus achterwege.
Beste ANEMOON. Goed zeg. Zodra je dus weet
welk cijfer je hebt voor je repetitie Frans, schrijf
je het in je briefje. Is Térèse S. thans je vriendin
netje? Marietje H. niet meer? En 7 voor je repetitie
rekenen, gaat wel. Hoe heeft je moeder het doosje
in huisjesvorm gevonden? 'k Denk wel snoezig.
Volgende week maken we weer een andere Kex-st-
böomversiering. Tot Woensdag. Dag Anemoon.
Beste BENJAMIN. Je hebt een tekening voor
mij gemaakt? Ik heb haar echter niet ontvangen en
kan dus niet schrijven hoe ik haar vind. Hoe gaat
het met je hiel? Doet je schoen nog steeds pijn?
Het best zal zijn de schoen even van achteren uit
te kloppen. Is je .huisje behouden thuis gekomen?
Dag Benjamin.
Beste POLLY. Ja, de boeken van Karl May
vinden bij de jongens steeds een goed onthaal. Ze
vinden vooral de spanning erg interessant. Prettig
dat je, nu je ziek bent, thans les krijgt van een
onderwijzeres. Wat een moeilijke sommen zeg.
Maak je er nogal veel goed? Het beste hoor en m'n
gi-oeten aan je broers. Dag Polly.
Beste MA JA. Jij maakt dus reclame voor de
club. 'k Begrijp dat velen het molentje snoezig
vinden. Nu heb je weer iets gemaakt dat je natuur
lijk ook aan iedereen laat zien. Niemand, die het
huisje ziet staan, veronderstelt dat het feitelijk een
doosje is. Je kunt er, als je er iemand mede verras
sen wilt, een cadeautje in verbex-gen. Wat heb je
een massa beesten thuis. Je hondje Loe heb ik nog
nooit gezien. M'n groeten aan je zus. Dag Maja.
Lief BELLAROONTJE. Wat schitterend zeg,
een acht voor je Nat. Hist. Blijf zo maar je best
doen. 'k Begrijp dat je moeder je werk aardig heeft
gevonden. Het werk van 1.1. Woensdagmiddag viel
zeker ook wel in haar smaak? A.s. Woensdag gaan
we maar weer een ander werkje maken. Tot kijk
dus. Dag Bellaroontje.
Lief BOTERBLOEMPJE. Je vraagt me „of ik
het schrijven van bi-ieven moeilijk vind?" Neen
hoor, gelukkig niet. Er zijn soms dagen dat ik van
2 tot 8 a 10 brieven schxüjf. Als ik het moeilijk zou
vinden dan zou ik het baantje van secretaresse niet
aanvaarden. Vervelend vind ik het schrijven van
brieven evenmin. Over het algemeen zijn er móar
weinig werkjes die ik vervelend vind. Wat gedaan
moet worden, pak ik aan, zonder meer. Leuk zeg,
dat ej het molentje als spaax-pot gebruikt. Je kunt
er heel veel dubbeltjes in sparen. Dag Boter-
bloeinpje.
Best GOUDMUILTJE. Wat prettig zeg dat je
een 8 voor je repetitie Nat.. Hist, gekregen hebt. Je
behoorde dus tot degenen die dit keer het hoogs'
gegeven cijfer .behaald hebben, 'k Ben benieuwd
naar de cijfex-s voor je repetitie Duits en Fx-ans en
je repetitie aandrijkskunde. Je ouders zullen het ook
prettig vinden dat je het op school zo goed maakt.
Tot Woensdag. Dag Goudmuiltje.
Lief KRULLEKOPJE. Je mening is uitgeko
men. Het heeft 's nachts behoorlijk gevroren. Wat
fijn zeg dat je eens 9 voor je aardrijkskunde hebt.
Met Maai't ga je dus van school af. 'k Ben benieuwd
naar wat je dan gaat doen. M'n groeten aan je
moeder. Dag Krullekopje.
Best TEKENAARSTERTJE. Of ik in je poëzie
album wil schrijven? Ja hoor, zelfs heel graag.
Breng je album a.s. Woensdag maar mede naar de
club. Is je huisje heel thuis gekomen? A.s. Woens
dag maken we weer iets andex-s. Wat? Ja dat schrijf
ik je nu lekker eens niet. Dag Tekenaarstertje.
Lief BLONDJE. Wat we Woensdag gaan ma
ken? Ja.dat is voor jou een vraag en voor mij
een weet. 'k Zal het je nog maar niet schrijven. Je
moest andex-s nog meer naar de Woensdagmiddag
gaan vei'langen. 'k Begrijp dat je moeder het mo
lentje snoezig vindt. Waarvoor gebruik je het? Tot
Woensdag. Dag Blondje.
Best RAMENLAPSTERTJE. Wat je me vraagt,
kan ik je nog niet beloven. Als de club uit is wacht
weer ander werk op mij. Na de Kerstvacantie zal
ik wat meer tijd hebben mits er niets andex-s tus
sen komt. Is je huisje behouden thuis gekomen?
Heb je het uit het bei-eik van je kleine zus gezet
zodat zij het niet pakken en stuk maken kan? Dag
Ramenlapstertje.
Best DOORNROOSJE. Ja, ook mij is het be
kend dat Maja evenals jij en de andere meisjes
graag naar de club gaat. En wat maken we toch
veel af. Het is wel steeds aanpakken en opletten,
doch dat wordt juist px-ettig gevonden. Daardoor
krijgen we veel voorwerpen klaar. Het molentje
van verleden week wordt door vele meisjes thuis
nogeens gemaakt zodra ze een cartonnen rol heb
ben. Dat is juist het px-ettige van de club. Men
leert iets dat men met eenvoudige middelen thuis
nog eens kan maken. Wat heb je me een keurige
tekening gezonden, 'k Dank je er hartelijk voor.
Dag Doonroosje.
Lief BIJDEHANDJE. Ja, het heeft deze week
verschillende nachten gevroren. Het was op de dag
heerlijk weer. Je speelt natuurlijk nog veel buiten,
maakt Jopie het nog goed? Doe hem m'n groeten
maar eens. Dag Bijdehandje.
Best BRUINOOGJE. Zie je wel dat ik gelijk
had toen ik schreef dat je zus niet lang zusje twee
tand zou blijven. Thans is ze reeds zusje viertand.
Wat heb je het huisje op de tekening moppige
ramen gegeven. Het lijken wel dominostenen. Hoe
vindt je moeder het huisje? Dag Bruinoogje.
Best ZONNEKIND. Het cijfer voor je repetitie
Nat, Hist, is vrij goed al is het niet het hoogst ge-
gven cijfer. Leuk dat je je moeder met het op de
club gemaakt werk wilt ven-assen. Het werk van'
1.1. Woensdag kan je ook als surprise dienst laten
doen. Hoe mij het vest dat je maakt lijkt? De kleur
combinatie is, dunkt me, zeer goed. Zeer passend
voor een z.g.n. Tiroler vest. Brei en studeer met
genoegen. Dag Zonnekind.
Best LELIETJE VAN DALEN. Graag heb ik dat
de clubleden trouw komen. Als er echter iets gedaan
moet worden juist op de tijd van het club uur, dan
moet gedaan worden wat het meest nodig is. Wan
neer men verzuimt krijgt men ook minder werkjes
af. Voor inhalen is geen tijd. Maar je zal wel niet
om niets verzuimen. Daar vex-trouw ik op. Is je
huisje goed thuis gekomen? Dag Lelietje van Dalen.
Best DIKKOPJE. Je gaat zo heel gx-aag naar'
de club? Meisjelief, daar ben ik blij om. Ja het mo
lentje was snoezig, maar het huisje van 1.1. Woens
dagmiddag niet minder. Het is een schattig doosje.
Echt iets om in een Kerstboom te hangen aan een
dun goud koortje. In het doosje kan je een verras
sing bergen. Wat we a.s. Woensdag gaan maken?
'k Laat. je fijn benieuwd. Dag Dikkopje.
Best BERGKONINGINNETJE. Mag je tot St.
Nicolaas iedere Zaterdag je schoen zetten? Kind
lief, wat is Sint goed op je. 'k Wou dat ik wist wat
ik moet doen om ook m'n schoen te mogen zetten.
Gelukkig dat je maar kort ziek bent geweest. Het
beste hoor. Dag Bergkoninginnetje.
Lief KABOUTERTJE. M'n compliment voor
je briefje. Het is heel goed zo. Wat is Sint goed op
je geweest. Ben je benieuwd naar wat we a.s.
Woensdag weer gaan maken? 'k Zal je benieuwd
laten. Het blijft een verrassing. Je zult het werk, als
het af is heel mooi vinden en graag naar liuis
mede nemen. Dat weet ik nu reeds zeker. Dag
Kaboutertje.
Beste LENTEBODE. 'k Begrijp dat je niet pre
cies wist wanneer je je briefje moest inleveren. Nu
weet je bet was je prachtig op tijd. Ja, van
Maja's had ook ik gelezen, 'k Vind zo iels altijd erg
hartelijk. Ben je reeds elf jaar. Je denkt ook, klein
tjes moeten er ook zijn anders is de wereld niet vol
maakt. Je hebt aan je molen een goede bestemming
gegeven. Tot de Kerstvacantie doen we aan z.g.n.
handenax-beid met carton en papier. Na de Kerst
vacantie gaan we handwerken. Ja, in de Nutsbiblio-
theek zijn zeer mooie boeken terwijl het leesgeld
niet hoog is. Het obek „Dik Tom en z'n dorps
genoten", is zeker wel grappig? Dag Lentebode.
Beste MOEDER'S OUDSTE. Meisje, wat heb
je het nog druk. Maar je komt wel op tijd klaar
hoor. Je weet wat aanpakken is en je zal je er wel
door slaan, daar ben ik niet bang voor. In welke
plaats wonen je neefjes in Duitsland? Het huisje
van 1.1. Woensdagmiddag is thuis zeker ook wel be-
wondei-d? Tot Woensdag. Dag Moeder's Oudste.
Veel groeten van
Mej. E. VIJLBRIEF.
ZUS LEEST DE KRANT
door W. B.Z.
Kleine zus heel bij de hand,
Leest zo waar in vaders krant.
Ze heeft geen letter nog geleerd,
Ze houdt hem dan ook omgekeerd.
Ze zingt er soms een liedje bij
Onze zus is altijd blij.
Haar vlechtjes gaan maar op en neer.
Zo is zusje in de weer
Poes begrijpt er heel niets van.
Dat die zus al lezen kan.
En leest zus de krant heel gauw,
Dan roept poes alleen: miauw.
't Beteekent vast in poesentaai:
Ik ga heel gauw aan de haal.
RAADSELOPLOSSINGEN
1. Reuzen.
2. Distributie.
3. a. Geen enkele, b. Tussen haar geboorte en
dood.
4. Gil kil pil til Hil Til Wil.
5. Het beste paard struikelt wel eens
6. Goudvis.
1. Een peer is goed voor de dorst.
Bij zalm eet xnen sla en worst,
Men verwacht kou bij vorst.
Er is geen hard brood zonder korst.
3. a. Spijkers van zijn schoenen, b. Melkkan.
4. Roos, ï'os.
EEN KIJKJE OP IJSLAND
Geheimzinnige „Wilde Vogel", bedekt met
sneeuw en lava.
Natuurlijk heb je op school wel geleeixl, waar
IJsland ligt en je kunt het vlot op de kaart van
Europa aanwijzen, 't Ligt precies aan de ingang
van de Noordelijke IJszee, in de Poolcirkel en
is een van de wonderlijkste landjes van de hele
wereld.
Landje? Nu, zoo klein is IJsland niet: het meet
104785 K.M2. en heeft 71.000 bewoners, 't Is dus
pi-ecies driemaal zo groot als Denemarken, zijn
moederland. Dit wonderlijke eiland trekt x-eeds on
middellijk de aandacht door zijn eigenaai-dige vorm:
"t meest lijkt het op een grote, wilde watervogel,
een soort eend, die van West naar Oost zwem om
een verbinding tot stand te brengen tussen Europa
en Amerika. Trouwens vaak genoeg wox-dt deze ver
binding verwerkelijkt, want onder de invloed van
de Poolwinden en de golfstroom gebeurt het zo nu
en dan, dat de gi'ote ijsbank van de Pool zich zover
naar het zuiden verplaatst, dat hij zich uitstrekt van
Groenland naar IJsland. Europa en Amerika zijn
dan als 't ware door een brug van ijs verbonden.
Als we IJsland is de zomertijd per schip naderen,
dan krijgen we al aan boox-d, nog vóór we het an
ker hebben uitgewoi-pen, alle mogelijke vex-halen
en legenden te horen: immers IJsland is het legen
darische eiland Thule, dat in alle oude sprookjes
voorkomt en het is ook vaak het geheimzinnige
land, waar zich volgens onze voorouders de Ger
manen de godénstad Asgard bevond. En de aller
eerste Scandinavische kolonisten, die zich hier ves
tigden, dachten dan ook niet anders of ze zouden
op een goede dag de machtige levensboom Ygdrasil,
waaruit al wat leefde te voorschijn kwam, voor zich
zien oprijzen.
PAS OP PIET.
d o o r W. B.—Z.
Pas op Pie tl
Stoot zo niet.
'k Mors nu telkens met de thee,
Wacht er nu toch even mee.
„Och", zegt Piet.
,,'k Stoot je niet.
'k Maak het kleedje netjes vast.
't Schuift zo erg dat is een last".
„Neen", zegt Moes
't Mag toch niet,
Als ze 't wei-ken ziet van Piet,
Kleden spijker je toch rxiet.
„Hè, zucht Piet,
Waarom nu niet?
't Hameren ging juist zo fijn
De tafel kon een dambord zijn".
„Neen hoor, Piet,
't Mag toch niet,
Breng de hamer nu maar weg
En doe vlug, wat moeder zegt"
Wij vei-geten nu voor 't oogenblik al deze ver
halen en kijken naar de „Wilde Vogel", die hier voor
ons oprijst. Een vreemd, geheimzinnig gouden waas
ligt ovei- het x-otsachtige eiland, schitterend van be
sneeuwde bergtoppen, 't Is precies twaalf uur in de
middag en toch ziet 't landschap er uit, of het bijna
avond is. Dat komt door de zorr, die vlak boven de
horizon staat, en haar schuine stralen over de kal
me golven van de oceaan werpt. Wonderlijk ge
zicht de zon gaat hier, in dit jaargetij, nooit onder,
maar draait steeds op ongeveer dezelfde hoogte bo
ven de horizon: alleen tegen middernacht zien we
duidelijk, dat ze iets is gedaald. Ze zweeft dan een
poosje rakelings langs de oppervlakte der zee om
een paar uur later weer iets te rijzen.
Dag en nacht kent men op IJsland niet; in de
zomer, is 't altijd licht; straks, in de lange koude
Poolwinter, zal 't voortdurend donker zijn. Kijk
eens, hoe prachtig die sneeuwbex-gen in de zon
schitteren! We naderen IJsland uit het Zuid-Wes
ten en nauwelijks zijn we de Reykjan-klippen ge
passeerd of we zien een geweldig hoge sneeuwtop
zich boven de andex-en verheffen: dat is de vulkaan
Snaefel Jökull, een px-achtige, zuivere kegel. Dit is
ovex-igens niet de eenige hoge top: als een schip
langs de kust van het eiland vaart, zien we de reus
achtige massa rotsen van 4 a 500 meter hoogte,
waarboven een twaalftal vulkanen uitsteken, waar
van de helft hoger dan 1000 meter is. De aller
hoogste is de Oraefa-Jökull (1956 meter).
We zetten nu voet aan wal en kijken onwillekeurig
uit naar een stad, met torens en fabrieken, zoals we
die bij ons kennen. Maar we zien niets van dit alles,
'want de hoofdstad Reykjavik is volstx-ekt geen grote
stad. Zij lijkt sprekend op een uitgestrekt visschers-
dorp. Hier is dan ook het centrum van de belang
rijke IJslandse traanfabrieken. Ei-g lang kijken we
niet in deze vrolijke, zonnige hoofdstad; liever be
stellen we ieder een pony en gaan we een excursie
maken over dit merkwaax-dige eiland: een eigen
aardige combinatie van sneeuw en lava. De bodem
gesteldheid is wel de merkwaardigste bijzonderheid
van IJsland en die kunnen we het best in oogen-
schouw nemen als we te paard gaan. We nemen
al onze bezittingen mee, benevens een gids en twin
tig pony's: daar we met ons vijven zijn, hebben we
voor onzelf vijf paardjes nodig; vijf andere dx-agen
de bagage en de levensmiddelen en de overige tien
lopen los met ons mee om hun kameraadjes te ver
vangen als die moe mochten worden. Een hele ex
peditie dus! Weliswaar zijn er dorpen op IJsland,
maar de hotels daar zijn niet veel bijzondex*s. Een
grappig gezicht, zo'n IJslands dorp. Het ligt niet
op, maar eigenlijk halverwege in de grond om het
voor stormen te beschutten en het gras van het
omliggende terrein groeit over de daken heen, zodat
je uit de verte nauwelijks ziet, dat daar een dorp
ligt.
Maar dit is niet het interessantste van IJsland:
buitengewoon belangrijk zijn de vulcanische uit
werkingen, die jé hier beter kunt waarnemen dan
l