I' IN 'T VERRE NOORDEN. door W. B.Z. De paarden trekken de slede voort Ze hebben 't gehuil van de wolven gehoord, De voerman slaat met de zweep op hun rug, Ze moeten wel draven zo vlug, zo vlug. De wolven huilen nog telkens weer, Maar de afstand wordt groter steeds meer en meer De paarden draven nog vlugger dan vlug, Eindlijk keren de wolven toch terug. Gelukkig de reis is haast gedaan, Spoedig mogen de dieren naar stal toe gaan. Daar zijn weer de huizen, de angst is voorbij Een mensen en dieren zij even blij. waar ter wereld ook. Overal ziet men dikke lagen lava, die soms zo zacht zijn, dat 't net lijkt of ze pas.door een vulkaan is uitgestort. Toch is dit niet het geval, doch meestal heeft er een dikke sneeuw laag overheengelegen, die dan hier en daar wegge waaid is. Alleen de zwarte vulkaankegels steken uit dit wilde, vuilwitte landschap omhoog. De IJslandse vulkanen vormen wat men met een geleerd woord een „breuklijn" noemt. De aardkost is hier geheel tot in de diepte doorbroken en alle mogelijke vulkanische werkingen, zoals geysers, hete bronnen, lavastromen enz. enz. kan men hier waarnemen. De Heklavulkaan, die door de IJslan- ders „Mantelberg" wordt genoemd, naar de dichte mantel van damp, die er steeds omheenhangt, is na de Vesuvius en de Etna de beroemdste vulkaan van Europa. Uitbarstingen van de Hekla hadden plaats in 1104, in 1766 en in 1845. Een andere vuurspu wende berg, de gevreesde Katla of Kötlugja schijnt nu geheel uitgedoofd, tenminste de krater is ge vuld met sneeuw, maar niet minder dan 15 keer hebben hier ontzettende uitbarstingen plaats gehad. De vreselijkste uitbarstingsramp, die de IJslanders ooit heeft getroffen, had plaats in 1675: men heeft toen een ogenblik gemeend, dat het hele eiland in vlammen op zou gaan. Aan de voet van de Skoptar-Jökull opende zich opeens een geweldige spleet, die lava uitspuwde en rondom vertoonden zich ontzaglijke vuurbron nen. In de vlakte ten Westen van de Skoptar vorm de zich een reusachtig vuurmeer, dat zich in tweeën splitste en zich met twee reusachtige vuurarmen een uitweg zocht naar zee. De eerste vuurarm was 24 K.M. breed en 80 K.M. lang, de andere, hoewel iets kleiner, had een nog vreselijker uitwerking, want de vuurmassa (gloeiende lava) was 150 m. dik. Men schatte de hoeveelheid uitgeworpen lava op 500 milliard K.M.3; voldoende om de hele aard bol met een laagje van meer dan 1 mm. te bedekken. De uitbarsting duurde twee jaar. 9336 menschen, 28.000 paarden, 11500 koeien, 190.000 schapen kwa men bij deze vreselijke ramp om het leven. Over een ander vulkanisch verschijnsel op IJs land, de hete bronnen, ga ik jullie later eens iets vertellen. S het heus waar?" schreef me onlang, rubriekertje, „dat de mensen A Ai II ru'm een Paar eeuwen de vork bij het eten?" Hij had dat gelezen een winkelraam in de Barteljorisstraat. Ja Ke-, is werkelijk de waarheid, wat daar stond. bruiken zo dagelijks tal van dingen, waarvan gebruik zo vanzelfsprekend is, dat we ons kunnen voorstellen, dat ze er niet altijd zijn. Eén van die dingen is de vork. Waar wij vork voor gebruiken, gebruikte men vroeger de gers. De hand was de natuurlijke vork. Zelfs oude Romeinen, die toch echte smulpapen was de vork onbekend. Misschien voelde men behoefte om wat anders te gebruiken, dan de omdat ze gewoon waren liggende te eten. En was het wel zo gemakkelijk maar met de hand 't een en ander te grijpen en het naar de HEER UIL GEEFT LES. d o o r W. B.—Z. brengen. Lepels kende men wel, al waren k zo sierlijk gevormd als tegenwoordig. Maar gebruik hiervan bleef alleen beperkt tot de name burgers. De eenvoudige lieden vormden hand tot een lepel en brachten zo de lepelspijs de mond of ze gebruikten een ruwe stenen na kom; de lepel gebruikte men enkel voor zoete bare nagerechten. Van een vork wist men niet af, of eigenlijk men gebruikte ze niet; wordt verteld dat koning Karei V van (13641380) die zeer prachtlievend was. 12 ken had, die netjes opgeborgen waren in de kamer. Ook wordt verteld, dat de gemalin doge van Venetië in de 11e eeuw met een goufe vork at. Toen dit in Venetië bekend werd, was na hierover zo verontwaardigd, dat men haar de' lofte afperste in 't vervolg net als ieder met de vingers te eten. Eerst in de 16e eeuw den er weer pogingen gedaan om de vork als gerei in te voeren. Italië zou het eerste land weest zijn, waar het niet meer als schouwd werd als men met een vork at. Die vorken hadden maar twee tanden en werden kei gebruikt bij 't eten van vlees. Een Thomas Coryate die in het begin der 17e eeuw reis door Italië maakte, schreef in zijn „Wanneer de Italianen vlees eten, gebruiken een kleine hooivork, die uit ijzer of staal of zelfs uit zilver is vervaardigd. Men houdt het slechte manieren als iemand met de vingers a^Sde omdat men daarbij vuile handen krijgt." Als herinnering bracht Croyate enige van die hooivorken" mee naar zijn land. Tijdens de rege- ring van koningin Elisabeth van Engeland at n& overal in Engeland nog met de vingers. Als de z: ningin haar maaltijd gebruikte, stond er altijd nasi. haar een page, met een kom met water en een dra om haar gelegenheid te geven haar vingers te ré nigen. Van keizer Karei V wordt verteld, dat drie vorken bezat, waar hij heel zuinig op was a I die hij enkel gebruikte om vruchten te eten. In 1 Frankrijk kwam de vork in gebruik onder de rea<- li ring van Lodewijk XIV. Ook hier was het tot die I tijd gewoonte met de vingers te eten en men vod I het heel gewoon de handen af te vegen aan zip I kleren. Servetten waren zo goed als niet in gebruik I Als er een tafellaken gebruikt werd, dan veegde men daar zijn vettige handen maar aan af. Toend'. vork eenmaal aan 't Hof in gebruik was genorca 1 volgden weldra de edelen. Het-gewone volk wide I er echter nog niet aan. Dat vond het heel wat zui delijker en gezonder met de handen te eten. Eerst toen de vork 3 en 4 tanden kreeg, waardoor de I bruikbaarheid toenam, kwam ook langzamerhard I het grote publiek er toe zich bij de maaltijden van f een vork te bedienen. Werd ze oorspronkelijk be schouwd als een weeldeartikel, thans zou niemand ze meer wilen en kunnen missen. W. B.-Z. Zet onder elkaar: een tweehoevig dier een pruikje haar een lichaamsdeel een deel van de dag een bron een bus voor kolen een knaagdier een bloei wij ze een muzieknoot Ieder woord mag slechts 3 letters bevatten en de voorletters moeten een schuilnaam vormen. a. Wat kan rollen en is toch plat? b. Wat wordt zwart in het water? c. Wie ziet men 's nacht nooit? d. Welke arm veroorzaakt de meeste bedrijvig- neid? e. Wat wordt langer en korter tegelijk? Kamraadsel. Zij waren met hun tweeën Gezeten op een tak, Heer Uil, die onderwees hen In 't een of ander vak. Hij leerde hun de namen Van ieder dier en plant. Hij leerde hun de wegen Van 't een naar 't andx-e land. Heer Leeuwrik komt gevlogen Daar uit het dichte bos, Hij vraagt hem of je, wormen Kunt vangen onder 't mos. En meester Uil vertelt hun Van wormen en van mos, De kleine, slimme leeuwrik Vliegt gauw weer naar zijn bos. ,,'t Is tijd", zegt meester Uil nu Vlieg gauw saam naar je nest Als je morgen terug komt, Vertel ik wel de rest", 1 is een verkorte meisjesnaam. 2 is een kledingstuk 3 is een bewoner van Ierland 4 is een rivier in Utrecht 5 is een ander woord voor vel 6 is een ander woord voor iedereen 7 is een lichaamsdeel 8 'is een lichaamsdeel van een dier 9 is een nachtvogel 10 is een kledingstuk Iedere tand bestaat uit 3 letters. Langs de rug van de kam lees je iets dat elke week in Onze Teugd staat. Rood zijn de muren Wit zijn de buren Zwart zijn de knapen Die in het kamertje slapen. Zet achter een ander woord voor muur een leng* temaat. Daarachter een voorwerp dat van een tas kan gemaakt worden en je krijgt iets waarmee je uit wandelen kunt gaan. Vul de kruisjes in met klinkers, zodat er een bekend spreekwoord komt. Vxlx klxxntjxs mxkxn xxn grxtx. Wie kan uit mijn naam halen: een deel van een wagen, een lengtemaat, een vis, een rivier, een bloem, twee meisjesnamen en een graslaan?' BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. Iets zijzonders heb ik niet mede te delen. M'n briefje vooraf blijft deze week dus achterwege. Beste ANEMOON. Goed zeg. Zodra je dus weet welk cijfer je hebt voor je repetitie Frans, schrijf je het in je briefje. Is Térèse S. thans je vriendin netje? Marietje H. niet meer? En 7 voor je repetitie rekenen, gaat wel. Hoe heeft je moeder het doosje in huisjesvorm gevonden? 'k Denk wel snoezig. Volgende week maken we weer een andere Kex-st- böomversiering. Tot Woensdag. Dag Anemoon. Beste BENJAMIN. Je hebt een tekening voor mij gemaakt? Ik heb haar echter niet ontvangen en kan dus niet schrijven hoe ik haar vind. Hoe gaat het met je hiel? Doet je schoen nog steeds pijn? Het best zal zijn de schoen even van achteren uit te kloppen. Is je .huisje behouden thuis gekomen? Dag Benjamin. Beste POLLY. Ja, de boeken van Karl May vinden bij de jongens steeds een goed onthaal. Ze vinden vooral de spanning erg interessant. Prettig dat je, nu je ziek bent, thans les krijgt van een onderwijzeres. Wat een moeilijke sommen zeg. Maak je er nogal veel goed? Het beste hoor en m'n gi-oeten aan je broers. Dag Polly. Beste MA JA. Jij maakt dus reclame voor de club. 'k Begrijp dat velen het molentje snoezig vinden. Nu heb je weer iets gemaakt dat je natuur lijk ook aan iedereen laat zien. Niemand, die het huisje ziet staan, veronderstelt dat het feitelijk een doosje is. Je kunt er, als je er iemand mede verras sen wilt, een cadeautje in verbex-gen. Wat heb je een massa beesten thuis. Je hondje Loe heb ik nog nooit gezien. M'n groeten aan je zus. Dag Maja. Lief BELLAROONTJE. Wat schitterend zeg, een acht voor je Nat. Hist. Blijf zo maar je best doen. 'k Begrijp dat je moeder je werk aardig heeft gevonden. Het werk van 1.1. Woensdagmiddag viel zeker ook wel in haar smaak? A.s. Woensdag gaan we maar weer een ander werkje maken. Tot kijk dus. Dag Bellaroontje. Lief BOTERBLOEMPJE. Je vraagt me „of ik het schrijven van bi-ieven moeilijk vind?" Neen hoor, gelukkig niet. Er zijn soms dagen dat ik van 2 tot 8 a 10 brieven schxüjf. Als ik het moeilijk zou vinden dan zou ik het baantje van secretaresse niet aanvaarden. Vervelend vind ik het schrijven van brieven evenmin. Over het algemeen zijn er móar weinig werkjes die ik vervelend vind. Wat gedaan moet worden, pak ik aan, zonder meer. Leuk zeg, dat ej het molentje als spaax-pot gebruikt. Je kunt er heel veel dubbeltjes in sparen. Dag Boter- bloeinpje. Best GOUDMUILTJE. Wat prettig zeg dat je een 8 voor je repetitie Nat.. Hist, gekregen hebt. Je behoorde dus tot degenen die dit keer het hoogs' gegeven cijfer .behaald hebben, 'k Ben benieuwd naar de cijfex-s voor je repetitie Duits en Fx-ans en je repetitie aandrijkskunde. Je ouders zullen het ook prettig vinden dat je het op school zo goed maakt. Tot Woensdag. Dag Goudmuiltje. Lief KRULLEKOPJE. Je mening is uitgeko men. Het heeft 's nachts behoorlijk gevroren. Wat fijn zeg dat je eens 9 voor je aardrijkskunde hebt. Met Maai't ga je dus van school af. 'k Ben benieuwd naar wat je dan gaat doen. M'n groeten aan je moeder. Dag Krullekopje. Best TEKENAARSTERTJE. Of ik in je poëzie album wil schrijven? Ja hoor, zelfs heel graag. Breng je album a.s. Woensdag maar mede naar de club. Is je huisje heel thuis gekomen? A.s. Woens dag maken we weer iets andex-s. Wat? Ja dat schrijf ik je nu lekker eens niet. Dag Tekenaarstertje. Lief BLONDJE. Wat we Woensdag gaan ma ken? Ja.dat is voor jou een vraag en voor mij een weet. 'k Zal het je nog maar niet schrijven. Je moest andex-s nog meer naar de Woensdagmiddag gaan vei'langen. 'k Begrijp dat je moeder het mo lentje snoezig vindt. Waarvoor gebruik je het? Tot Woensdag. Dag Blondje. Best RAMENLAPSTERTJE. Wat je me vraagt, kan ik je nog niet beloven. Als de club uit is wacht weer ander werk op mij. Na de Kerstvacantie zal ik wat meer tijd hebben mits er niets andex-s tus sen komt. Is je huisje behouden thuis gekomen? Heb je het uit het bei-eik van je kleine zus gezet zodat zij het niet pakken en stuk maken kan? Dag Ramenlapstertje. Best DOORNROOSJE. Ja, ook mij is het be kend dat Maja evenals jij en de andere meisjes graag naar de club gaat. En wat maken we toch veel af. Het is wel steeds aanpakken en opletten, doch dat wordt juist px-ettig gevonden. Daardoor krijgen we veel voorwerpen klaar. Het molentje van verleden week wordt door vele meisjes thuis nogeens gemaakt zodra ze een cartonnen rol heb ben. Dat is juist het px-ettige van de club. Men leert iets dat men met eenvoudige middelen thuis nog eens kan maken. Wat heb je me een keurige tekening gezonden, 'k Dank je er hartelijk voor. Dag Doonroosje. Lief BIJDEHANDJE. Ja, het heeft deze week verschillende nachten gevroren. Het was op de dag heerlijk weer. Je speelt natuurlijk nog veel buiten, maakt Jopie het nog goed? Doe hem m'n groeten maar eens. Dag Bijdehandje. Best BRUINOOGJE. Zie je wel dat ik gelijk had toen ik schreef dat je zus niet lang zusje twee tand zou blijven. Thans is ze reeds zusje viertand. Wat heb je het huisje op de tekening moppige ramen gegeven. Het lijken wel dominostenen. Hoe vindt je moeder het huisje? Dag Bruinoogje. Best ZONNEKIND. Het cijfer voor je repetitie Nat, Hist, is vrij goed al is het niet het hoogst ge- gven cijfer. Leuk dat je je moeder met het op de club gemaakt werk wilt ven-assen. Het werk van' 1.1. Woensdag kan je ook als surprise dienst laten doen. Hoe mij het vest dat je maakt lijkt? De kleur combinatie is, dunkt me, zeer goed. Zeer passend voor een z.g.n. Tiroler vest. Brei en studeer met genoegen. Dag Zonnekind. Best LELIETJE VAN DALEN. Graag heb ik dat de clubleden trouw komen. Als er echter iets gedaan moet worden juist op de tijd van het club uur, dan moet gedaan worden wat het meest nodig is. Wan neer men verzuimt krijgt men ook minder werkjes af. Voor inhalen is geen tijd. Maar je zal wel niet om niets verzuimen. Daar vex-trouw ik op. Is je huisje goed thuis gekomen? Dag Lelietje van Dalen. Best DIKKOPJE. Je gaat zo heel gx-aag naar' de club? Meisjelief, daar ben ik blij om. Ja het mo lentje was snoezig, maar het huisje van 1.1. Woens dagmiddag niet minder. Het is een schattig doosje. Echt iets om in een Kerstboom te hangen aan een dun goud koortje. In het doosje kan je een verras sing bergen. Wat we a.s. Woensdag gaan maken? 'k Laat. je fijn benieuwd. Dag Dikkopje. Best BERGKONINGINNETJE. Mag je tot St. Nicolaas iedere Zaterdag je schoen zetten? Kind lief, wat is Sint goed op je. 'k Wou dat ik wist wat ik moet doen om ook m'n schoen te mogen zetten. Gelukkig dat je maar kort ziek bent geweest. Het beste hoor. Dag Bergkoninginnetje. Lief KABOUTERTJE. M'n compliment voor je briefje. Het is heel goed zo. Wat is Sint goed op je geweest. Ben je benieuwd naar wat we a.s. Woensdag weer gaan maken? 'k Zal je benieuwd laten. Het blijft een verrassing. Je zult het werk, als het af is heel mooi vinden en graag naar liuis mede nemen. Dat weet ik nu reeds zeker. Dag Kaboutertje. Beste LENTEBODE. 'k Begrijp dat je niet pre cies wist wanneer je je briefje moest inleveren. Nu weet je bet was je prachtig op tijd. Ja, van Maja's had ook ik gelezen, 'k Vind zo iels altijd erg hartelijk. Ben je reeds elf jaar. Je denkt ook, klein tjes moeten er ook zijn anders is de wereld niet vol maakt. Je hebt aan je molen een goede bestemming gegeven. Tot de Kerstvacantie doen we aan z.g.n. handenax-beid met carton en papier. Na de Kerst vacantie gaan we handwerken. Ja, in de Nutsbiblio- theek zijn zeer mooie boeken terwijl het leesgeld niet hoog is. Het obek „Dik Tom en z'n dorps genoten", is zeker wel grappig? Dag Lentebode. Beste MOEDER'S OUDSTE. Meisje, wat heb je het nog druk. Maar je komt wel op tijd klaar hoor. Je weet wat aanpakken is en je zal je er wel door slaan, daar ben ik niet bang voor. In welke plaats wonen je neefjes in Duitsland? Het huisje van 1.1. Woensdagmiddag is thuis zeker ook wel be- wondei-d? Tot Woensdag. Dag Moeder's Oudste. Veel groeten van Mej. E. VIJLBRIEF. ZUS LEEST DE KRANT door W. B.Z. Kleine zus heel bij de hand, Leest zo waar in vaders krant. Ze heeft geen letter nog geleerd, Ze houdt hem dan ook omgekeerd. Ze zingt er soms een liedje bij Onze zus is altijd blij. Haar vlechtjes gaan maar op en neer. Zo is zusje in de weer Poes begrijpt er heel niets van. Dat die zus al lezen kan. En leest zus de krant heel gauw, Dan roept poes alleen: miauw. 't Beteekent vast in poesentaai: Ik ga heel gauw aan de haal. RAADSELOPLOSSINGEN 1. Reuzen. 2. Distributie. 3. a. Geen enkele, b. Tussen haar geboorte en dood. 4. Gil kil pil til Hil Til Wil. 5. Het beste paard struikelt wel eens 6. Goudvis. 1. Een peer is goed voor de dorst. Bij zalm eet xnen sla en worst, Men verwacht kou bij vorst. Er is geen hard brood zonder korst. 3. a. Spijkers van zijn schoenen, b. Melkkan. 4. Roos, ï'os. EEN KIJKJE OP IJSLAND Geheimzinnige „Wilde Vogel", bedekt met sneeuw en lava. Natuurlijk heb je op school wel geleeixl, waar IJsland ligt en je kunt het vlot op de kaart van Europa aanwijzen, 't Ligt precies aan de ingang van de Noordelijke IJszee, in de Poolcirkel en is een van de wonderlijkste landjes van de hele wereld. Landje? Nu, zoo klein is IJsland niet: het meet 104785 K.M2. en heeft 71.000 bewoners, 't Is dus pi-ecies driemaal zo groot als Denemarken, zijn moederland. Dit wonderlijke eiland trekt x-eeds on middellijk de aandacht door zijn eigenaai-dige vorm: "t meest lijkt het op een grote, wilde watervogel, een soort eend, die van West naar Oost zwem om een verbinding tot stand te brengen tussen Europa en Amerika. Trouwens vaak genoeg wox-dt deze ver binding verwerkelijkt, want onder de invloed van de Poolwinden en de golfstroom gebeurt het zo nu en dan, dat de gi'ote ijsbank van de Pool zich zover naar het zuiden verplaatst, dat hij zich uitstrekt van Groenland naar IJsland. Europa en Amerika zijn dan als 't ware door een brug van ijs verbonden. Als we IJsland is de zomertijd per schip naderen, dan krijgen we al aan boox-d, nog vóór we het an ker hebben uitgewoi-pen, alle mogelijke vex-halen en legenden te horen: immers IJsland is het legen darische eiland Thule, dat in alle oude sprookjes voorkomt en het is ook vaak het geheimzinnige land, waar zich volgens onze voorouders de Ger manen de godénstad Asgard bevond. En de aller eerste Scandinavische kolonisten, die zich hier ves tigden, dachten dan ook niet anders of ze zouden op een goede dag de machtige levensboom Ygdrasil, waaruit al wat leefde te voorschijn kwam, voor zich zien oprijzen. PAS OP PIET. d o o r W. B.—Z. Pas op Pie tl Stoot zo niet. 'k Mors nu telkens met de thee, Wacht er nu toch even mee. „Och", zegt Piet. ,,'k Stoot je niet. 'k Maak het kleedje netjes vast. 't Schuift zo erg dat is een last". „Neen", zegt Moes 't Mag toch niet, Als ze 't wei-ken ziet van Piet, Kleden spijker je toch rxiet. „Hè, zucht Piet, Waarom nu niet? 't Hameren ging juist zo fijn De tafel kon een dambord zijn". „Neen hoor, Piet, 't Mag toch niet, Breng de hamer nu maar weg En doe vlug, wat moeder zegt" Wij vei-geten nu voor 't oogenblik al deze ver halen en kijken naar de „Wilde Vogel", die hier voor ons oprijst. Een vreemd, geheimzinnig gouden waas ligt ovei- het x-otsachtige eiland, schitterend van be sneeuwde bergtoppen, 't Is precies twaalf uur in de middag en toch ziet 't landschap er uit, of het bijna avond is. Dat komt door de zorr, die vlak boven de horizon staat, en haar schuine stralen over de kal me golven van de oceaan werpt. Wonderlijk ge zicht de zon gaat hier, in dit jaargetij, nooit onder, maar draait steeds op ongeveer dezelfde hoogte bo ven de horizon: alleen tegen middernacht zien we duidelijk, dat ze iets is gedaald. Ze zweeft dan een poosje rakelings langs de oppervlakte der zee om een paar uur later weer iets te rijzen. Dag en nacht kent men op IJsland niet; in de zomer, is 't altijd licht; straks, in de lange koude Poolwinter, zal 't voortdurend donker zijn. Kijk eens, hoe prachtig die sneeuwbex-gen in de zon schitteren! We naderen IJsland uit het Zuid-Wes ten en nauwelijks zijn we de Reykjan-klippen ge passeerd of we zien een geweldig hoge sneeuwtop zich boven de andex-en verheffen: dat is de vulkaan Snaefel Jökull, een px-achtige, zuivere kegel. Dit is ovex-igens niet de eenige hoge top: als een schip langs de kust van het eiland vaart, zien we de reus achtige massa rotsen van 4 a 500 meter hoogte, waarboven een twaalftal vulkanen uitsteken, waar van de helft hoger dan 1000 meter is. De aller hoogste is de Oraefa-Jökull (1956 meter). We zetten nu voet aan wal en kijken onwillekeurig uit naar een stad, met torens en fabrieken, zoals we die bij ons kennen. Maar we zien niets van dit alles, 'want de hoofdstad Reykjavik is volstx-ekt geen grote stad. Zij lijkt sprekend op een uitgestrekt visschers- dorp. Hier is dan ook het centrum van de belang rijke IJslandse traanfabrieken. Ei-g lang kijken we niet in deze vrolijke, zonnige hoofdstad; liever be stellen we ieder een pony en gaan we een excursie maken over dit merkwaax-dige eiland: een eigen aardige combinatie van sneeuw en lava. De bodem gesteldheid is wel de merkwaardigste bijzonderheid van IJsland en die kunnen we het best in oogen- schouw nemen als we te paard gaan. We nemen al onze bezittingen mee, benevens een gids en twin tig pony's: daar we met ons vijven zijn, hebben we voor onzelf vijf paardjes nodig; vijf andere dx-agen de bagage en de levensmiddelen en de overige tien lopen los met ons mee om hun kameraadjes te ver vangen als die moe mochten worden. Een hele ex peditie dus! Weliswaar zijn er dorpen op IJsland, maar de hotels daar zijn niet veel bijzondex*s. Een grappig gezicht, zo'n IJslands dorp. Het ligt niet op, maar eigenlijk halverwege in de grond om het voor stormen te beschutten en het gras van het omliggende terrein groeit over de daken heen, zodat je uit de verte nauwelijks ziet, dat daar een dorp ligt. Maar dit is niet het interessantste van IJsland: buitengewoon belangrijk zijn de vulcanische uit werkingen, die jé hier beter kunt waarnemen dan l

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 8