Hinister Bolkestein over Onderwijsvernieuwing
Op de Algemeene Vergadering van den
Vrijz. Dem. Bond.
/fdoo£ü)olbt
„Sloterdijk" door brand
geteisterd.
Simon Bolivar"-ramp
tweedaagsche algemeene vergadering van1
m Vrijzinnig Democratischen Bond in het Jaar-
!iirs0'ebouw te Utrecht, kwam Zaterdagmiddag
Voorstel van het hoofdbestuur aan de orde
wticffende wijziging van de defensieparagraaf
het Werkprogram.
ne formuleering, welke het hoofdbestuur voor
dele, luidt aldus;
Instandhouding van een gewapende macht,
',we zal moeten zijn gericht op de handhaving
n de onafhankelijkheid van den staat. Bij de
richting van leger en vloot inachtneming van
defensieve karakter van de weermacht."
Voorts stelde het hoofdbestuur voor: „Bevor-
pring van het nemen van maatregelen tot be-
der burgerbevolking tegen luchtaan-
Uitvoerig werd over deze twee voorstellen van
cedachten gewisseld. Het overgroote deel van de
vergadering was het met het standpunt van het
hoofdbestuur eens. Slechts drie afgevaardigden
stemden tegen.
In de avondzitting heeft mr. J o e k e s een rede
die ten deele ook per radio weird
BAANDAG 27 NOVEMBER 1939"
duidde op punten van opmerkelijk ver
schil in den toestand voor den oorlog van 1914,
vooral, omdat België thans niet in den oorlog
k betrokken. Spr. bracht hulde voor de wijze,
waarop
mobilisatie en concentratie van het le-
r waren tot stand gebracht. Vele offers zijn. en
blijven noodig
Ons volk is vredesgezind, maar het wenscht tot
plken prijs zijn zelfstandigheid
Spreker juichte het optreden van dit kabinet
ie Het is goed, dat de sociaal-democraten on-
de huidige moeilijke omstandigheden voor
l leiding van 's lands zaken mede verantwoor
delijkheid dragen
Onder de democriatisch-gezinden is het stre
ven naar zoo groot mogelijke samenwerking tot
behoud van den geestelijken grondslag van ons
volksleven, De beslechting van den .schoolstrijd
de erkenning van de waarde der christe-
3 leer ook o pstaatkundig gebied, heeft naar
sorekers meening den weg geopend naar een sa
menwerking over de oude scheidingslijn heen van
fes-links.
Een van de belangrijkste vragen van staats
beleid is de bepaling in het algemeen belang
,jer grenzen van de persoonlijke vrijheid, ten
de vrijheid van allen te waarborgen. Die
n dienen onder moeilijke omstandigheden
nauwer te worden getrokken in het belang der
volksgemeenschap.
Spreker acht het geboden, diat daartegen van
■^overheidswege met even groote vastberaden
heid wordt opgetreden als voor de handhaving
onze zelfstandigheid naar buiten.
3 den tweeden dag der algemeene vergadering
wi den vrijzinnig democratischen bond in het
jaarbeursgebouw te Utrecht werd het beleid van
de Kamerfracties besproken.
Over het algemeen waren de werkwijze van deze
fracties en de wijze, waaróp de democratische be-
in den aigeloopen zomer zijn verdedigd,
Mr, Joekes critiseerde fel het optreden van dr.
0, Colijn naar aanleiding van het optreden van
de regeering bij de j ongste gebeurtenissen.
Spr. wees op de pogingen, welke worden aan
gewend om dr. Oolijn opnieuw in de regeering te
igen. Ten aanzien van dit streven merkte Spr.
ü(J| dat de Vrijzinnig Democraten een dergelijk
Btr'even niet alleen hoogst ondoelmatig doch zelfs
veer ongewenscht achten.
De bestuursverkiezing.
Mr. P. J. Oud werd bij enkele candidaatstel-
ling gekozen als lid van het dagelij ksch bestuur.
In de vacature, ontstaan door het periodieke af
treden van den heer G. Ritmeester uit. den Hel
der, die niet herkiesbaar was.
Tot lid van het hoofdbestuur in de vacature,
ontstaan door het periodieke aftreden van mr.
K.Bijlsma uit Franeker, die niet herkiesbaar was,
Werd gekozen de heer J. Wuite uit Drachten.
In de plaats van den heer J. M. Rudelsheim uit
Zwolle, die eveneens niet herkiesbaar was, werd
In het hoofdbestuur gekozen de heer J. G. Kuy-
pers uit Hengelo.
Bij enkele Candida afstelling werd als lid van
het hoofdbestuur gekozen de heer J. C. Deering
lilt Utrecht.
Tot lid van het hoofdbestuur, tevens voorzit
ster der Vrijzinnig Democratische Vrouwenclub
werd wegens periodieke aftreding van mevr. F.
J. van Gelder-Droste uit 's Gravenhage, die niet
herkiesbaar was, gekozen mevr. J- Steen-weger-
l d. Rijst uit Leiden.
Tenslotte werd het woord gevoerd door minis
ter Bolkestein.
Deze sprak over „Onderwijsvernieuwing".
Spr. wees er op, daa, nog steeds de volledige pa-
üificatie in feite niet verkregen is. Dat belem
mert ook nu een beweging, die ,zieh als onder
wijsvernieuwing aandient.
Noodig is, dat men het openbaar onderwijs niet
langer ziet ais een „overkoepeling" van de ver
schillende richtingen, maar als een eigen rich
ting naast de Protestantsch-Christelijke en de
Roonisch-Katholieke, met wie een leven als ge
lijkgerechtigden en gelijkbegunstigden noodig en
mogelijk is. Die eigen richting openbare school
ke ik als een Christelijk-humanistische, dat zij
hOverheidssehool" is, is daarbij iets secondairs.
Practische onderwijshervorming.
Onder onderwijsvernieuwing verstond spr. niet
Wers dan een practische onderwijshervorming,
"^epen als een langzaam voortgaand proces,
Waarbij echter nu en dan een forsche stoot noo-
is, een hervorming, waarbij ook nieuwe ele
menten worden nagebracht, die het inzicht van
Men ons aanwijst.
Het is niet mogelijk over onderwijs en opvoe
ding vruchtbaar te spreken met hen, die de gees-
Mjke vrijheid niet als de noodzakelijke levens
«eer van den mensch- belijden. Uit die verschei -
cenheid, die het psychologisch onderzoek vast
zit, vloeit onmiddellijk één eisch voor het on-
whvljs voort: een zoo ver, als mogelijk is, gaan-
oo individualisatie
tot !f- aIs inziet> 200 zeide spr., betreurt
tw f u' dat de gï'öHzen van dit mogelijke aller-
!:st bepaald moeten worden door financieele
Overwegingen.
tW klassi!*ale systeem is reeds op zichzelf, al-
naps op menig punt, met deze indiviidualisaitie
striJd, hoeveel te meer, wanneer sprake is van
groote klassen.
Het verschil tusschen jongens- en
meisjesonderwijs
Onderwijsvernieuwing heeft zich wel in bij-
het v "Ü;ate bezig' te houden met de vraag naar
Wik nSC tusschen jongens- en meisjesonder-
ujs. Door de vele voordeelen van de coëducatie
tok! ge2amenlÜke opvoeding van jongens en
Van -""..hebben wij langen tijd de nadeelen
fimLle..C01nstructie hun gemeenschappelijk
over het hoofd gezien,
tiin v^waardigheid behoeft geen gelijkheid te
Vandaar dat het meisjesonderwijs en de
vraag, in hoeverre en waarin het van dat der
jongens moet verschillen, een onderwijsvraagstuk
is van den eersten rang; minder misschien nog
voor het lager, dan voor het middelbaar en ook
hooger onderwijs.
Zelfstandigheid door zelfwerk
zaamheid.
Vele klachten aan het onderwijs en zij ko
men uit het lager, middelbaar en hooger onder
wijs komen hierop neer, dat de leerlingen niet
beschikken over voldoende zelfstandigheid.
De zelfstandigheid, die men van onze
leerlingen wenscht, kan hun in de school slechts
bijgebracht worden door hun zelfwerkzaamheid
te bevorderen.
Leerstofbeperking voorkome over
lading.
Ons onderwijs behoort terug te keeren van den
weg eener zg. algemeene ontwikkeling, die haar
kracht zoekt in het onderwijzen van velerlei bij
zonderheden, soms nog slechts van historisch be
lang, terwijl niet de hoofdaandacht wordt ge
geven aan de hoofdzaken, zoo wordt vaak gezegd.
Men moet aan de practische school van het le
ven ook wat, en veel, durven overlaten.
De leerstofbeperking geldt ook de uitgebreid
lagere en de middelbare school; op deze laatste
alleen te bereiken èn door het verkleinen van
het aantal vakken èn door inkrimping van de
leerstof van ieder vak. Wie zich daartoe opmaakt,
raakt aan menig heilig huisje; hij kan dit slechts
ondernemen, wanneer hij het besef heeft, de we-
Karaktervorming.
Een veel naar voren gebracht bezwaar tegen
ons hedendaagsche onderwijs is, dat men er wel
naar kennis streeft, maar niet naar karakter.
Men moet hier echter goed onderscheiden. Een
school kan wel een lesuur op den rooster brengen
voor Nederlandsche taal of geschiedenis; het kan
hetzelfde niet doen voor karaktervorming. Daar
in kan en mag men zelfs geen afzonderlijk onder
wijs geven, het tegengestelde van wat men be
oogde, zou men bereiken. Wat wel mogelijk en
noodig echter is, is: dat de verschillende onder-
deelen van het onderwijs, die een school omvat
door de stof, die geboden wordt, door de wijze
waarop de leerstof wordt aangebracht dooi
den ethischen inhoud van dat onderwijs dat
de onderwijzer of leer aar door eigen levenshou
ding en voorbeeld door zijn omgang met en
behandeling van de leerlingen, in hen die zede
lijke eigenschappen wekt en kweekt, die tezamen
eens menschen karakter vormen. Vooral het on
opzettelijke ga hier voorop.
Niét alleen het infcellectueele.
Een der voornaamste, eischen, die „onderwijs
vernieuwing" stelt, is dat de school niet alleen op
intellectueele zal gericht zijn.
In lichamelijke opvoeding, door lichaamsoef e
Als ons
loodje
zóó groot was...
Ja, dan zou het niet licht ge
beuren, dat U een ander merk
kocht. Dan zag U dadelijk: dat
is Stegeman's rookworst, de
echte Geldersche, met de fijne,
zachte rooksmaak. Let dus
goed op, of er Stegeman op
het loodje staat.
In winkels
met ons raambiljet.
ning verkregen, schiet de school nog zeer te kort.
Hierin naar verbetering te streven, is een eerste
plicht.
Door de historische ontwikkeling van onder
wijs en maatschappij kan er van de lichaams
oefening alleen maar iets voor allen terecht ko
men door haar verbinding met de school.
Lichaamsoefening is, voor zoover zij den ge
zonden mensch wil dienen, grondslag van alle
onderwijs. Geen schooldag zonder een flinken tijd
aan dit deel der opvoeding gegeven.
Afzonderlijk wijst spr. nog op het belang hier
van voor de vrouwelijke jeugd van eiken leeftijd.
Er zijn hier nog groote lacunes. Bij het hooger
onderwijs is men er nog in 't geheel niet aan
toe; bij het nijverheidsonderwijs zijn nog slechts
schuchtere proefnemingen. Maar ook het ove
rige onderwijs vraagt om versterking aan dezen
kant. Wie deze lichamelijke opvoeding moet lei
den, laat spr. buiten beschouwing. Maar ook hier
dreigen de financien.
Voor het aesthetische in het onderwijs moet
bij de opleiding van onderwijzeres en leeraar
worden begonnen
Tenslotte vestigde spr. de aandacht op de mo-
reel-religieuze opvoeding, waarop een echte „on
derwijsvernieuwing" heeft acht te slaan.
Twee voorwaarden van onderwijsvernieuwing
acht spr. tenslotte nog gewenscht. De eerste is,
dat het onderwijs moet kunnen beschikken over
een voldoende mate van vrijheid om, onder ern
stig toezicht van de organen, die de staat hier
voor heeft, eigen nieuwe wegen te kunnen in
slaan, die een bepaalde onderwijzer of leeraar,
een bepaalde school, een bepaalde scholengroep,
echt voor het onderwijs gewenscht acht.
De tweede voorwaarde is gelegen in een andere
houding, dan nu veelzins wordt aangenomen te
genover de school door ouders en de maat
schappij. Nu de openbare kassen wegens de poli
tieke en economische omstandigheden in steeds
sterkere mate worden in beslag genomen door
uitgaven, welke die voor het onderwijs belemme
ren, is het aangewezen ouders, maatschappelijke
en cultureele groepen voor de school te interes
seeren.
Alle gepraat over onderwijsvernieuwing, en elke
poging daartoe, loopt dood, wanneer zij niet
wordt opgevangen door in de school werkende
onderwijzers of leeraren, van hen hangt ten
slotte alles af. Spr. deed een beroep op hen, acht
te geven op alles wat een snel veranderde tijd
ten bate van het onderwijs van hen vraagt.
Op werf te Odense.
Arbeider door bet vuur gedood.
Het nieuwe motorschip „Sloterdijk", dat te
Odense (Denemarken) voor rekening van de
Holland-Amerika-Lijn wordt gebouwd, is Za
terdagmiddag door brand ernstig beschadigd.
Verscheidene arbeiders, die beneden in het
schip werkzaam warén, konden niet op tijd
naar boven komen, zij liepen wonden op en
moesten naar een ziekenhuis worden vervoerd.
De brandweer moest een gat in de zijde van
het schip branden om in het schip te komen,
een der arbeiders bleek reeds overeden.
De brand is ontstaan in de koelruimte, vermoe
delijk door het omvallen van een pot met kokende
teer. Vier arbeiders, die zich in „de koelry ipjf^ fe.gr
vónden,.kondenonmidd^lijkgered wonden; doch
de vlammen grepen zoo snel om .zich heen, dat den
overigen den weg werd afgesneden. Zij vluchtten in
de tanks onder het brandende vertrek en de brand
weer moest met autogeensnijbranders een gaat in
de scheepswand snijden om hen te redden, Twee
arbeiders hebben zware brandwonden opgeloopen.
Ook lijden een aantal arbeiders aan rookvergifti
ging.
De directie van de scheepsbouwwerf meent, dat
de aangerichte schade niet zóó ernstig zal blijken
te zijn, dat er zeer ernstige vertraging bij het op
leveren van het schip zal ontstaan. Aanvankelijk re
kende mén ongeveer half December gereed te zijn,
nu vertrouwt men dè schade binnen een maand te
kunnen hebben hersteld. De „Sloterdijk" meet
10.000 ton.
Haard zakte door den vloer lieen.
Brandend bij de benedenburen terecht
gekomen.
Zaterdagavond om half zeven ontstond in per
ceel Warmondstraat 93 te Amsterdam brand op
de derde verdieping, doordat een te hard bran
dende haard zooveel hitte uitstraalde, dat de
vloer begon te branden. De haard zakte door den
brandenden vloer en kwam in de voorkamer op
de tweede verdieping terecht. Zoowel de voorka
mer op de tweede als die op de derde verdieping
brandde uit.
(Adv. Ingez MedJ
(Adv. Ingez.
DE WAAL ZAKT LANGZAAM
Zondagmorgen meldde Keulen 36 c.m. val, na
dat het water van den Rijn Zaterdag reeds 25
c.m. gedaald was. De Waal bij Nijmegen zakt
echter zeer langzaam. Zondagmiddag was de
stand 12 c.m. boven A. P.
Het water op de lage kade stond toen nog zoo
hoog, dat een groote vrachtauto op den vroege-
ren afrit naar de pont een meter diep in het wa
ter terecht kwam. Met vereende krachten slaag
den voorbijgangers er met behulp van een trek
paard in den grooten wagen uit zijn benarde po
sitie te bevrijden.
Nog vele schipbreukelingen in
ons land aangekomen.
De „Oranje-Nassau" van de maatschappij Zee
land is Zaterdag om kwart over drie in Vlissingen
aangekomen met de geredde bemanning en een
deel der passagiers van de Zaterdag j.l, veron
gelukte „Simon Bolivar" aan boord.
De passagiers waren bijna allen „op zijn En-
gelsch" gekleed, d.w.z. met flanellen grijze broe-
ekn en tweed-jasjes waaronder dikke pullovers
en halsdoeken. Bijna niemand hunner droeg een
overjas. Verschillende familieleden op den wal
hadden daar wel op gerekend en zoo zagen wij
een vrouw, die met een zware winterjas in haar
hand, gereed stond om haar zoon tegpn de
koude te behoeden,
Het behoeft nauwelijks beschreven te wor
den, hoe hartelijk de ontvangst van de schip
breukelingen was en hoeveel vreugde het weer
zien gaf. Schrijnend teekende zich tegenover die
vreugde het leed van die enkelen, of die zelf wel
waren gered, doch die een of meer familieleden
bij de scheepsramp hebben verloren.
Langen tijd voor de begroeting had men even
wel niet, daar nog verschillende formaliteiten
moesten worden vervuld en een extra Dieseltrein
voor verder vervoer klaar stond. In den trein
was er evenwel volop gelegenheid om nog ee^ns
op de doorleefde avondturen terug te komen.
We spraken even den gezagvoerder van de
Oranje-Nassau, commandant Hinterthur, die
ons weinig mocht meedeelen. Hij zei evenwel dat
hij nimmer dankbaarder passagiers aan boord
heeft gehad en ...dat de overtocht zeer vlot was
verloopen. -
Nadat de benoodigde formaliteiten waren in
gevuld stapten de schipbreukelingen en hun fa
milieleden en vrienden in den extra-Dieseltrein
die aan het station gereed stond en te ongeveer
kwart voor vijf vertrok, een half uur later dan
oorspronkelijk was vastgesteld.
Het spreekt vanzelf, dat de schipbreuk en wat
daarna gebeurde het Onderwerp van bijna alle
gesprekken uitmaakte en nadat wij hier en daar
eens een praatje maakten en bij anderen brok
stukken van gesprekken opvingen, konden wij
ons een beeld vormen van de ontzettende bele
venissen van deze menschen. Zoo hoorden wij,
dat de purser onder wel zeer tragisehe omstan
digheden om het leven is gekomen. Na de eer
ste ontploffing werd hij géWond, doch anderen
droegen hem naar een reddingboot: Hij zeide
iiog; help eerst de dames maar", doch kort
daarop volgde de tweede ontploffing, welke hij
niet overleefde. Vol lof was men over de houding
van de Engelsche matrozen, die bijna al hun
bovenkleeding ter beschikking van de schipbreu
kelingen stelden. Een baby, die gered was, hielden
ze om beurten in de armen, om hem warm te
houden.
Het wachten in Southend, nadat oorspronkelijk
er op gerekend was dat men Woensdag kon ver
trekken, was natuurlijk ook enerveerend. De pas
sagiers vertoefden dagen lang op het water, dat
voor hen zooveel gevaren verborg. Urén lang
hoorden zij het bulderen van kanonnen en af
weergeschut, evenwel niet altijd om den vijand
te bestoken, doch toch bijna even angstwek
kend. Zoo werd bijv. in de buurt met afweer
geschut geoefend en kwamen eenige honder
den mijnen die op de kust aan spoelden, tot ont
ploffing.
Niettemin werden en in Harwich en op de
„Oranje-Nassau" werkelijk luchtaanvallen mee
gemaakt.
Om tien minuten over acht kwam de Bata
vier 4, met dertien schipbreukelingen van de
„Simon Bolivar" aan boord, Zaterdagavond te
Rotterdam aan.
Ook hier was het een vreugdevol weerzien tus
schen de schipbreukelingen en hun verwan
ten.
Hoe een IJmuidenaar, de heer Verloop,
de catastrophe overleefde.
Een van de gelukkigen, die de catastrophe van
de Simon Bolivar overleefd hebben is de IJmui-
w
Ten behoeve van de verbetering der Overijselsche kanalen is nabij Hellendoorn een grondduiker gebouwd,
waar de Regge onder het kanaal Almelo - Zwolle zal doorstroomen. Deze duiker, welke geheel uit beton is
vervaardigd, is 40 meter lang en bestaat uit drie kokers, elk van vier meter breedte en XI* meter hoogte
denaar, de heer Verloop, barman in de 2e klasse.
Hij is met een aantal slachtoffers, Zaterdag
met die Oranje Nassau in het vaderland terug
gekomen en Zaterdagavond was hij weer thuis.
Zondagmiddag heeft hij ons iets van zijn vree-
selijke avontuur verteld.
Het interview vond plaats in de voorkamer
van zijn woning aan den Wijk aan Zeeërweg,
waar een groot aantal bloemstukken, alle reeds
Woensdag, den dag waarop hij oorspronkelijk
thuis zou komen, bezorgd, getuigden van het
medeleven van familie en vrienden met zijn be
houden thuiskomst.
Ik ben er geweest, dacht de heer Verloop,
toen de mijn ontplofte. Het was een ontzettende
knal, die wreedaardig een einde maakte aan
het muziekuurtje, dat juist aan den gang was.
Ik had juist de bar gesloten om iets te
gaan halen en bevond mij op de trap van den
eetsalon toen de ontploffing geschiedde, die ont
zettende gevolgen had.Naar mijn eigen hut die door
een passagier in gebruik was genomen kon ik
niet, maar de 2e klas hut, die ik tijdelijk in ge
bruik had, kon ik nog bijtijds bereiken om een.
zwemvest uit de kast te halen.
Direct ging ik weer naar boven naar mijn
sloep. Er was „nog geen sloepenral gehouden,
maar de leden' van de bemanning wisten welke
sloepen voor hen bestemd waren.
Op het sloependek was het al vol passagiers.
De sloepen hingen al gestreken buiten boord
gereed, om op alles voorbereid te zijn. Toen ik
bij mijn sloep kwam, was deze zoo goed als
vol, wat niet te verwonderen was. Van de acht
sloepen waren drie door de eerste explosie ver
nield. Er was dus feilijk nog maar bergruimte
voor 260 van de 400 menschen, die zich aan
boord bevonden.
Als ik ook maar een paar minuten later was
gekomen, was mijn sloep al weg- geweest. Bij de
•sloep stond een olieman zonder zwemvest. Ik
wilde een zwemvest voor den olieman halen,
maar de kist was al leeg. Toen heb ilc een kin-
dervest voor hem meegenomen. Of hij er wat
aan gehad heeft?
Met onze sloep streken we langs den openge
reten wand van ons schip. We konden van buiten
zoo in den salon zien,, waar vele slachtoffers,
gedood of gewond door de ontploffing dooredikaar
lagen. Onze sloep kraakte op de door de- ont
ploffing naar bulten geslagen wandplaten. Ik
sprong toen op den gang van het reeds zinken-
de schip en vervolgens in het water, waar ik
midden in de dikke stookolie uit de gesprongen
tanks terecht kwam. Ik ging kopje onder, maar
mijn zwemvest trok me weer naar boven. Zoo
goed en zoo kwaad het ging krabbelde ik door
de oliemassa naar een andere sloep, die ook
al vol was. Op een derde sloep kon ik nog een
plaatsje krijgen.
Inmiddels had zich aan stuurboordzijde een
tweede ontploffing voorgedaan, waardoor de
chaos nog grooter werd. Bij deze explosie werd
sloep no. 7, die juist vol menschen op het water
was gekomen, die lucht in geslingerd, waardoor
ongetwijfeld vele inzittenden gedood op gewond
werden.
Overal dreven menschen in de vuile olielaag.
Het was een vreese-lijk gezicht, waarbij nog
kwam het gekerm en het geroep om hulp van
de vele gewonden.
Zoo zat ik met vele gewonden, waaronder de
inspecteur der maatschappij, de beer Hazelhof,
die twee gebroken beenen en een gebroken arm
ad, in een tot zinkens -toe gevulde boot. Om ons
•en zagen we een aantal Engelsche mijnen
vegers en een Kanaalboot, die alle op eén eer
biedigen afstand bleven. Met moeite slaagden
we er in, een der mijnenvegers te bereiken.
Onder de ernstig gewonden bij mij aan boord
was ook de roerganger, die tijdens de ont
ploffing aan het stuurrad stond en die zoowat
door de brug heen geslagen werd. De man was
zwaar aan het gelaat gewond.
Aan boord werden we liefderijk door de En-
gelschen ontvangen. De menschen stonden hun
eigen kleeren af om ons te helpen en we kregen
koffie of thee en alles wat we maar noodig had
den. De mijnenveger bracht ons naar Harwich,
waar men reeds alle mogelijke maatregelen had
genomen om de gewonden te helpen. We werden
met petroleum en benzine afgewasschen. Ook
hier was de ontvangst schitterend-
We maakten hier nog een onaangename ver
rassing mee. Des middags 2 uur werd er lucht
alarm geblazen. We moesten allen naar den
schuilkelder. Er gebeurde echter niets bijzonders
en na een half uur was de kust weer veilig.
Met een extra trein werden we van Harwich
naar het Liverpool Street Station in Londen
gebracht en toen naar het Great Eastern Hotel.
Hier was de Nederlandsche gezant met zijn staf
aanwezig en waren ook vele leden van de Neder
landsche Kolonie en allen deden wat ze konden
om ons te helpen. Degenen die nog vuil van de
olie waren werden naar het een of andere hos
pitaal gebracht. Wij kregen in het Great Eastern
Hotel nieuwe kleeren en werden toen over ver
schillende hotesl gedistribueerd. Voordien had
men al onze namen opgenomen om de lijst van
de geredden te kunnen samenstellen.
Dinsdagmorgen gingen we al aan boord van
de Oranje Nassau, die in Tilbury Docks lag. Dês
avonds vertrokken we naar den Theemsmond,
Woensdagmorgen zouden we de zeereis begin
nen. Maar inmiddels was er een order van de
Admiraliteit gekomen, dat wé niet mochten
vertrekken. Eenige dagen hebben we op de
Theems gelegen; toen moesten we weer terug
om onzen kolen- en proviandvoorraad aan te
vullen.
Op de Oranje Nassau zijn we steeds aan dek
gebleven, met de zwemvesten aan. De angst zat
er natuurlijk bij allen nog in.
En nu ga ik niet meer tiaar zee, zoolang de
oorlog duurt, zeide de heer Verloop. Ik moet
er niets meer van hebben.
De heer Verloop heeft al z'n hebben en houden
verloren, maar het kostbaarste het leven heeft
hij kunnen behouden.
En dan wordt het Ver lie- va" materieelf din-
Igen niet gevoeld. In het jonge gezin aan den
Wijk aan Zeeërweg is het geluk gebleven.