Hinister Bolkestein over Onderwijsvernieuwing Op de Algemeene Vergadering van den Vrijz. Dem. Bond. /fdoo£ü)olbt „Sloterdijk" door brand geteisterd. Simon Bolivar"-ramp tweedaagsche algemeene vergadering van1 m Vrijzinnig Democratischen Bond in het Jaar- !iirs0'ebouw te Utrecht, kwam Zaterdagmiddag Voorstel van het hoofdbestuur aan de orde wticffende wijziging van de defensieparagraaf het Werkprogram. ne formuleering, welke het hoofdbestuur voor dele, luidt aldus; Instandhouding van een gewapende macht, ',we zal moeten zijn gericht op de handhaving n de onafhankelijkheid van den staat. Bij de richting van leger en vloot inachtneming van defensieve karakter van de weermacht." Voorts stelde het hoofdbestuur voor: „Bevor- pring van het nemen van maatregelen tot be- der burgerbevolking tegen luchtaan- Uitvoerig werd over deze twee voorstellen van cedachten gewisseld. Het overgroote deel van de vergadering was het met het standpunt van het hoofdbestuur eens. Slechts drie afgevaardigden stemden tegen. In de avondzitting heeft mr. J o e k e s een rede die ten deele ook per radio weird BAANDAG 27 NOVEMBER 1939" duidde op punten van opmerkelijk ver schil in den toestand voor den oorlog van 1914, vooral, omdat België thans niet in den oorlog k betrokken. Spr. bracht hulde voor de wijze, waarop mobilisatie en concentratie van het le- r waren tot stand gebracht. Vele offers zijn. en blijven noodig Ons volk is vredesgezind, maar het wenscht tot plken prijs zijn zelfstandigheid Spreker juichte het optreden van dit kabinet ie Het is goed, dat de sociaal-democraten on- de huidige moeilijke omstandigheden voor l leiding van 's lands zaken mede verantwoor delijkheid dragen Onder de democriatisch-gezinden is het stre ven naar zoo groot mogelijke samenwerking tot behoud van den geestelijken grondslag van ons volksleven, De beslechting van den .schoolstrijd de erkenning van de waarde der christe- 3 leer ook o pstaatkundig gebied, heeft naar sorekers meening den weg geopend naar een sa menwerking over de oude scheidingslijn heen van fes-links. Een van de belangrijkste vragen van staats beleid is de bepaling in het algemeen belang ,jer grenzen van de persoonlijke vrijheid, ten de vrijheid van allen te waarborgen. Die n dienen onder moeilijke omstandigheden nauwer te worden getrokken in het belang der volksgemeenschap. Spreker acht het geboden, diat daartegen van ■^overheidswege met even groote vastberaden heid wordt opgetreden als voor de handhaving onze zelfstandigheid naar buiten. 3 den tweeden dag der algemeene vergadering wi den vrijzinnig democratischen bond in het jaarbeursgebouw te Utrecht werd het beleid van de Kamerfracties besproken. Over het algemeen waren de werkwijze van deze fracties en de wijze, waaróp de democratische be- in den aigeloopen zomer zijn verdedigd, Mr, Joekes critiseerde fel het optreden van dr. 0, Colijn naar aanleiding van het optreden van de regeering bij de j ongste gebeurtenissen. Spr. wees op de pogingen, welke worden aan gewend om dr. Oolijn opnieuw in de regeering te igen. Ten aanzien van dit streven merkte Spr. ü(J| dat de Vrijzinnig Democraten een dergelijk Btr'even niet alleen hoogst ondoelmatig doch zelfs veer ongewenscht achten. De bestuursverkiezing. Mr. P. J. Oud werd bij enkele candidaatstel- ling gekozen als lid van het dagelij ksch bestuur. In de vacature, ontstaan door het periodieke af treden van den heer G. Ritmeester uit. den Hel der, die niet herkiesbaar was. Tot lid van het hoofdbestuur in de vacature, ontstaan door het periodieke aftreden van mr. K.Bijlsma uit Franeker, die niet herkiesbaar was, Werd gekozen de heer J. Wuite uit Drachten. In de plaats van den heer J. M. Rudelsheim uit Zwolle, die eveneens niet herkiesbaar was, werd In het hoofdbestuur gekozen de heer J. G. Kuy- pers uit Hengelo. Bij enkele Candida afstelling werd als lid van het hoofdbestuur gekozen de heer J. C. Deering lilt Utrecht. Tot lid van het hoofdbestuur, tevens voorzit ster der Vrijzinnig Democratische Vrouwenclub werd wegens periodieke aftreding van mevr. F. J. van Gelder-Droste uit 's Gravenhage, die niet herkiesbaar was, gekozen mevr. J- Steen-weger- l d. Rijst uit Leiden. Tenslotte werd het woord gevoerd door minis ter Bolkestein. Deze sprak over „Onderwijsvernieuwing". Spr. wees er op, daa, nog steeds de volledige pa- üificatie in feite niet verkregen is. Dat belem mert ook nu een beweging, die ,zieh als onder wijsvernieuwing aandient. Noodig is, dat men het openbaar onderwijs niet langer ziet ais een „overkoepeling" van de ver schillende richtingen, maar als een eigen rich ting naast de Protestantsch-Christelijke en de Roonisch-Katholieke, met wie een leven als ge lijkgerechtigden en gelijkbegunstigden noodig en mogelijk is. Die eigen richting openbare school ke ik als een Christelijk-humanistische, dat zij hOverheidssehool" is, is daarbij iets secondairs. Practische onderwijshervorming. Onder onderwijsvernieuwing verstond spr. niet Wers dan een practische onderwijshervorming, "^epen als een langzaam voortgaand proces, Waarbij echter nu en dan een forsche stoot noo- is, een hervorming, waarbij ook nieuwe ele menten worden nagebracht, die het inzicht van Men ons aanwijst. Het is niet mogelijk over onderwijs en opvoe ding vruchtbaar te spreken met hen, die de gees- Mjke vrijheid niet als de noodzakelijke levens «eer van den mensch- belijden. Uit die verschei - cenheid, die het psychologisch onderzoek vast zit, vloeit onmiddellijk één eisch voor het on- whvljs voort: een zoo ver, als mogelijk is, gaan- oo individualisatie tot !f- aIs inziet> 200 zeide spr., betreurt tw f u' dat de gï'öHzen van dit mogelijke aller- !:st bepaald moeten worden door financieele Overwegingen. tW klassi!*ale systeem is reeds op zichzelf, al- naps op menig punt, met deze indiviidualisaitie striJd, hoeveel te meer, wanneer sprake is van groote klassen. Het verschil tusschen jongens- en meisjesonderwijs Onderwijsvernieuwing heeft zich wel in bij- het v "Ü;ate bezig' te houden met de vraag naar Wik nSC tusschen jongens- en meisjesonder- ujs. Door de vele voordeelen van de coëducatie tok! ge2amenlÜke opvoeding van jongens en Van -""..hebben wij langen tijd de nadeelen fimLle..C01nstructie hun gemeenschappelijk over het hoofd gezien, tiin v^waardigheid behoeft geen gelijkheid te Vandaar dat het meisjesonderwijs en de vraag, in hoeverre en waarin het van dat der jongens moet verschillen, een onderwijsvraagstuk is van den eersten rang; minder misschien nog voor het lager, dan voor het middelbaar en ook hooger onderwijs. Zelfstandigheid door zelfwerk zaamheid. Vele klachten aan het onderwijs en zij ko men uit het lager, middelbaar en hooger onder wijs komen hierop neer, dat de leerlingen niet beschikken over voldoende zelfstandigheid. De zelfstandigheid, die men van onze leerlingen wenscht, kan hun in de school slechts bijgebracht worden door hun zelfwerkzaamheid te bevorderen. Leerstofbeperking voorkome over lading. Ons onderwijs behoort terug te keeren van den weg eener zg. algemeene ontwikkeling, die haar kracht zoekt in het onderwijzen van velerlei bij zonderheden, soms nog slechts van historisch be lang, terwijl niet de hoofdaandacht wordt ge geven aan de hoofdzaken, zoo wordt vaak gezegd. Men moet aan de practische school van het le ven ook wat, en veel, durven overlaten. De leerstofbeperking geldt ook de uitgebreid lagere en de middelbare school; op deze laatste alleen te bereiken èn door het verkleinen van het aantal vakken èn door inkrimping van de leerstof van ieder vak. Wie zich daartoe opmaakt, raakt aan menig heilig huisje; hij kan dit slechts ondernemen, wanneer hij het besef heeft, de we- Karaktervorming. Een veel naar voren gebracht bezwaar tegen ons hedendaagsche onderwijs is, dat men er wel naar kennis streeft, maar niet naar karakter. Men moet hier echter goed onderscheiden. Een school kan wel een lesuur op den rooster brengen voor Nederlandsche taal of geschiedenis; het kan hetzelfde niet doen voor karaktervorming. Daar in kan en mag men zelfs geen afzonderlijk onder wijs geven, het tegengestelde van wat men be oogde, zou men bereiken. Wat wel mogelijk en noodig echter is, is: dat de verschillende onder- deelen van het onderwijs, die een school omvat door de stof, die geboden wordt, door de wijze waarop de leerstof wordt aangebracht dooi den ethischen inhoud van dat onderwijs dat de onderwijzer of leer aar door eigen levenshou ding en voorbeeld door zijn omgang met en behandeling van de leerlingen, in hen die zede lijke eigenschappen wekt en kweekt, die tezamen eens menschen karakter vormen. Vooral het on opzettelijke ga hier voorop. Niét alleen het infcellectueele. Een der voornaamste, eischen, die „onderwijs vernieuwing" stelt, is dat de school niet alleen op intellectueele zal gericht zijn. In lichamelijke opvoeding, door lichaamsoef e Als ons loodje zóó groot was... Ja, dan zou het niet licht ge beuren, dat U een ander merk kocht. Dan zag U dadelijk: dat is Stegeman's rookworst, de echte Geldersche, met de fijne, zachte rooksmaak. Let dus goed op, of er Stegeman op het loodje staat. In winkels met ons raambiljet. ning verkregen, schiet de school nog zeer te kort. Hierin naar verbetering te streven, is een eerste plicht. Door de historische ontwikkeling van onder wijs en maatschappij kan er van de lichaams oefening alleen maar iets voor allen terecht ko men door haar verbinding met de school. Lichaamsoefening is, voor zoover zij den ge zonden mensch wil dienen, grondslag van alle onderwijs. Geen schooldag zonder een flinken tijd aan dit deel der opvoeding gegeven. Afzonderlijk wijst spr. nog op het belang hier van voor de vrouwelijke jeugd van eiken leeftijd. Er zijn hier nog groote lacunes. Bij het hooger onderwijs is men er nog in 't geheel niet aan toe; bij het nijverheidsonderwijs zijn nog slechts schuchtere proefnemingen. Maar ook het ove rige onderwijs vraagt om versterking aan dezen kant. Wie deze lichamelijke opvoeding moet lei den, laat spr. buiten beschouwing. Maar ook hier dreigen de financien. Voor het aesthetische in het onderwijs moet bij de opleiding van onderwijzeres en leeraar worden begonnen Tenslotte vestigde spr. de aandacht op de mo- reel-religieuze opvoeding, waarop een echte „on derwijsvernieuwing" heeft acht te slaan. Twee voorwaarden van onderwijsvernieuwing acht spr. tenslotte nog gewenscht. De eerste is, dat het onderwijs moet kunnen beschikken over een voldoende mate van vrijheid om, onder ern stig toezicht van de organen, die de staat hier voor heeft, eigen nieuwe wegen te kunnen in slaan, die een bepaalde onderwijzer of leeraar, een bepaalde school, een bepaalde scholengroep, echt voor het onderwijs gewenscht acht. De tweede voorwaarde is gelegen in een andere houding, dan nu veelzins wordt aangenomen te genover de school door ouders en de maat schappij. Nu de openbare kassen wegens de poli tieke en economische omstandigheden in steeds sterkere mate worden in beslag genomen door uitgaven, welke die voor het onderwijs belemme ren, is het aangewezen ouders, maatschappelijke en cultureele groepen voor de school te interes seeren. Alle gepraat over onderwijsvernieuwing, en elke poging daartoe, loopt dood, wanneer zij niet wordt opgevangen door in de school werkende onderwijzers of leeraren, van hen hangt ten slotte alles af. Spr. deed een beroep op hen, acht te geven op alles wat een snel veranderde tijd ten bate van het onderwijs van hen vraagt. Op werf te Odense. Arbeider door bet vuur gedood. Het nieuwe motorschip „Sloterdijk", dat te Odense (Denemarken) voor rekening van de Holland-Amerika-Lijn wordt gebouwd, is Za terdagmiddag door brand ernstig beschadigd. Verscheidene arbeiders, die beneden in het schip werkzaam warén, konden niet op tijd naar boven komen, zij liepen wonden op en moesten naar een ziekenhuis worden vervoerd. De brandweer moest een gat in de zijde van het schip branden om in het schip te komen, een der arbeiders bleek reeds overeden. De brand is ontstaan in de koelruimte, vermoe delijk door het omvallen van een pot met kokende teer. Vier arbeiders, die zich in „de koelry ipjf^ fe.gr vónden,.kondenonmidd^lijkgered wonden; doch de vlammen grepen zoo snel om .zich heen, dat den overigen den weg werd afgesneden. Zij vluchtten in de tanks onder het brandende vertrek en de brand weer moest met autogeensnijbranders een gaat in de scheepswand snijden om hen te redden, Twee arbeiders hebben zware brandwonden opgeloopen. Ook lijden een aantal arbeiders aan rookvergifti ging. De directie van de scheepsbouwwerf meent, dat de aangerichte schade niet zóó ernstig zal blijken te zijn, dat er zeer ernstige vertraging bij het op leveren van het schip zal ontstaan. Aanvankelijk re kende mén ongeveer half December gereed te zijn, nu vertrouwt men dè schade binnen een maand te kunnen hebben hersteld. De „Sloterdijk" meet 10.000 ton. Haard zakte door den vloer lieen. Brandend bij de benedenburen terecht gekomen. Zaterdagavond om half zeven ontstond in per ceel Warmondstraat 93 te Amsterdam brand op de derde verdieping, doordat een te hard bran dende haard zooveel hitte uitstraalde, dat de vloer begon te branden. De haard zakte door den brandenden vloer en kwam in de voorkamer op de tweede verdieping terecht. Zoowel de voorka mer op de tweede als die op de derde verdieping brandde uit. (Adv. Ingez MedJ (Adv. Ingez. DE WAAL ZAKT LANGZAAM Zondagmorgen meldde Keulen 36 c.m. val, na dat het water van den Rijn Zaterdag reeds 25 c.m. gedaald was. De Waal bij Nijmegen zakt echter zeer langzaam. Zondagmiddag was de stand 12 c.m. boven A. P. Het water op de lage kade stond toen nog zoo hoog, dat een groote vrachtauto op den vroege- ren afrit naar de pont een meter diep in het wa ter terecht kwam. Met vereende krachten slaag den voorbijgangers er met behulp van een trek paard in den grooten wagen uit zijn benarde po sitie te bevrijden. Nog vele schipbreukelingen in ons land aangekomen. De „Oranje-Nassau" van de maatschappij Zee land is Zaterdag om kwart over drie in Vlissingen aangekomen met de geredde bemanning en een deel der passagiers van de Zaterdag j.l, veron gelukte „Simon Bolivar" aan boord. De passagiers waren bijna allen „op zijn En- gelsch" gekleed, d.w.z. met flanellen grijze broe- ekn en tweed-jasjes waaronder dikke pullovers en halsdoeken. Bijna niemand hunner droeg een overjas. Verschillende familieleden op den wal hadden daar wel op gerekend en zoo zagen wij een vrouw, die met een zware winterjas in haar hand, gereed stond om haar zoon tegpn de koude te behoeden, Het behoeft nauwelijks beschreven te wor den, hoe hartelijk de ontvangst van de schip breukelingen was en hoeveel vreugde het weer zien gaf. Schrijnend teekende zich tegenover die vreugde het leed van die enkelen, of die zelf wel waren gered, doch die een of meer familieleden bij de scheepsramp hebben verloren. Langen tijd voor de begroeting had men even wel niet, daar nog verschillende formaliteiten moesten worden vervuld en een extra Dieseltrein voor verder vervoer klaar stond. In den trein was er evenwel volop gelegenheid om nog ee^ns op de doorleefde avondturen terug te komen. We spraken even den gezagvoerder van de Oranje-Nassau, commandant Hinterthur, die ons weinig mocht meedeelen. Hij zei evenwel dat hij nimmer dankbaarder passagiers aan boord heeft gehad en ...dat de overtocht zeer vlot was verloopen. - Nadat de benoodigde formaliteiten waren in gevuld stapten de schipbreukelingen en hun fa milieleden en vrienden in den extra-Dieseltrein die aan het station gereed stond en te ongeveer kwart voor vijf vertrok, een half uur later dan oorspronkelijk was vastgesteld. Het spreekt vanzelf, dat de schipbreuk en wat daarna gebeurde het Onderwerp van bijna alle gesprekken uitmaakte en nadat wij hier en daar eens een praatje maakten en bij anderen brok stukken van gesprekken opvingen, konden wij ons een beeld vormen van de ontzettende bele venissen van deze menschen. Zoo hoorden wij, dat de purser onder wel zeer tragisehe omstan digheden om het leven is gekomen. Na de eer ste ontploffing werd hij géWond, doch anderen droegen hem naar een reddingboot: Hij zeide iiog; help eerst de dames maar", doch kort daarop volgde de tweede ontploffing, welke hij niet overleefde. Vol lof was men over de houding van de Engelsche matrozen, die bijna al hun bovenkleeding ter beschikking van de schipbreu kelingen stelden. Een baby, die gered was, hielden ze om beurten in de armen, om hem warm te houden. Het wachten in Southend, nadat oorspronkelijk er op gerekend was dat men Woensdag kon ver trekken, was natuurlijk ook enerveerend. De pas sagiers vertoefden dagen lang op het water, dat voor hen zooveel gevaren verborg. Urén lang hoorden zij het bulderen van kanonnen en af weergeschut, evenwel niet altijd om den vijand te bestoken, doch toch bijna even angstwek kend. Zoo werd bijv. in de buurt met afweer geschut geoefend en kwamen eenige honder den mijnen die op de kust aan spoelden, tot ont ploffing. Niettemin werden en in Harwich en op de „Oranje-Nassau" werkelijk luchtaanvallen mee gemaakt. Om tien minuten over acht kwam de Bata vier 4, met dertien schipbreukelingen van de „Simon Bolivar" aan boord, Zaterdagavond te Rotterdam aan. Ook hier was het een vreugdevol weerzien tus schen de schipbreukelingen en hun verwan ten. Hoe een IJmuidenaar, de heer Verloop, de catastrophe overleefde. Een van de gelukkigen, die de catastrophe van de Simon Bolivar overleefd hebben is de IJmui- w Ten behoeve van de verbetering der Overijselsche kanalen is nabij Hellendoorn een grondduiker gebouwd, waar de Regge onder het kanaal Almelo - Zwolle zal doorstroomen. Deze duiker, welke geheel uit beton is vervaardigd, is 40 meter lang en bestaat uit drie kokers, elk van vier meter breedte en XI* meter hoogte denaar, de heer Verloop, barman in de 2e klasse. Hij is met een aantal slachtoffers, Zaterdag met die Oranje Nassau in het vaderland terug gekomen en Zaterdagavond was hij weer thuis. Zondagmiddag heeft hij ons iets van zijn vree- selijke avontuur verteld. Het interview vond plaats in de voorkamer van zijn woning aan den Wijk aan Zeeërweg, waar een groot aantal bloemstukken, alle reeds Woensdag, den dag waarop hij oorspronkelijk thuis zou komen, bezorgd, getuigden van het medeleven van familie en vrienden met zijn be houden thuiskomst. Ik ben er geweest, dacht de heer Verloop, toen de mijn ontplofte. Het was een ontzettende knal, die wreedaardig een einde maakte aan het muziekuurtje, dat juist aan den gang was. Ik had juist de bar gesloten om iets te gaan halen en bevond mij op de trap van den eetsalon toen de ontploffing geschiedde, die ont zettende gevolgen had.Naar mijn eigen hut die door een passagier in gebruik was genomen kon ik niet, maar de 2e klas hut, die ik tijdelijk in ge bruik had, kon ik nog bijtijds bereiken om een. zwemvest uit de kast te halen. Direct ging ik weer naar boven naar mijn sloep. Er was „nog geen sloepenral gehouden, maar de leden' van de bemanning wisten welke sloepen voor hen bestemd waren. Op het sloependek was het al vol passagiers. De sloepen hingen al gestreken buiten boord gereed, om op alles voorbereid te zijn. Toen ik bij mijn sloep kwam, was deze zoo goed als vol, wat niet te verwonderen was. Van de acht sloepen waren drie door de eerste explosie ver nield. Er was dus feilijk nog maar bergruimte voor 260 van de 400 menschen, die zich aan boord bevonden. Als ik ook maar een paar minuten later was gekomen, was mijn sloep al weg- geweest. Bij de •sloep stond een olieman zonder zwemvest. Ik wilde een zwemvest voor den olieman halen, maar de kist was al leeg. Toen heb ilc een kin- dervest voor hem meegenomen. Of hij er wat aan gehad heeft? Met onze sloep streken we langs den openge reten wand van ons schip. We konden van buiten zoo in den salon zien,, waar vele slachtoffers, gedood of gewond door de ontploffing dooredikaar lagen. Onze sloep kraakte op de door de- ont ploffing naar bulten geslagen wandplaten. Ik sprong toen op den gang van het reeds zinken- de schip en vervolgens in het water, waar ik midden in de dikke stookolie uit de gesprongen tanks terecht kwam. Ik ging kopje onder, maar mijn zwemvest trok me weer naar boven. Zoo goed en zoo kwaad het ging krabbelde ik door de oliemassa naar een andere sloep, die ook al vol was. Op een derde sloep kon ik nog een plaatsje krijgen. Inmiddels had zich aan stuurboordzijde een tweede ontploffing voorgedaan, waardoor de chaos nog grooter werd. Bij deze explosie werd sloep no. 7, die juist vol menschen op het water was gekomen, die lucht in geslingerd, waardoor ongetwijfeld vele inzittenden gedood op gewond werden. Overal dreven menschen in de vuile olielaag. Het was een vreese-lijk gezicht, waarbij nog kwam het gekerm en het geroep om hulp van de vele gewonden. Zoo zat ik met vele gewonden, waaronder de inspecteur der maatschappij, de beer Hazelhof, die twee gebroken beenen en een gebroken arm ad, in een tot zinkens -toe gevulde boot. Om ons •en zagen we een aantal Engelsche mijnen vegers en een Kanaalboot, die alle op eén eer biedigen afstand bleven. Met moeite slaagden we er in, een der mijnenvegers te bereiken. Onder de ernstig gewonden bij mij aan boord was ook de roerganger, die tijdens de ont ploffing aan het stuurrad stond en die zoowat door de brug heen geslagen werd. De man was zwaar aan het gelaat gewond. Aan boord werden we liefderijk door de En- gelschen ontvangen. De menschen stonden hun eigen kleeren af om ons te helpen en we kregen koffie of thee en alles wat we maar noodig had den. De mijnenveger bracht ons naar Harwich, waar men reeds alle mogelijke maatregelen had genomen om de gewonden te helpen. We werden met petroleum en benzine afgewasschen. Ook hier was de ontvangst schitterend- We maakten hier nog een onaangename ver rassing mee. Des middags 2 uur werd er lucht alarm geblazen. We moesten allen naar den schuilkelder. Er gebeurde echter niets bijzonders en na een half uur was de kust weer veilig. Met een extra trein werden we van Harwich naar het Liverpool Street Station in Londen gebracht en toen naar het Great Eastern Hotel. Hier was de Nederlandsche gezant met zijn staf aanwezig en waren ook vele leden van de Neder landsche Kolonie en allen deden wat ze konden om ons te helpen. Degenen die nog vuil van de olie waren werden naar het een of andere hos pitaal gebracht. Wij kregen in het Great Eastern Hotel nieuwe kleeren en werden toen over ver schillende hotesl gedistribueerd. Voordien had men al onze namen opgenomen om de lijst van de geredden te kunnen samenstellen. Dinsdagmorgen gingen we al aan boord van de Oranje Nassau, die in Tilbury Docks lag. Dês avonds vertrokken we naar den Theemsmond, Woensdagmorgen zouden we de zeereis begin nen. Maar inmiddels was er een order van de Admiraliteit gekomen, dat wé niet mochten vertrekken. Eenige dagen hebben we op de Theems gelegen; toen moesten we weer terug om onzen kolen- en proviandvoorraad aan te vullen. Op de Oranje Nassau zijn we steeds aan dek gebleven, met de zwemvesten aan. De angst zat er natuurlijk bij allen nog in. En nu ga ik niet meer tiaar zee, zoolang de oorlog duurt, zeide de heer Verloop. Ik moet er niets meer van hebben. De heer Verloop heeft al z'n hebben en houden verloren, maar het kostbaarste het leven heeft hij kunnen behouden. En dan wordt het Ver lie- va" materieelf din- Igen niet gevoeld. In het jonge gezin aan den Wijk aan Zeeërweg is het geluk gebleven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 3