„'•öe OMCjefuhsBoqci'[bem
b:
Gebrek aan levensmiddelen in Weenen
M'
Is NederlancTs deelneming
goed bevallen?
Verloven in het district
Leningrad ingetrokken
Toch ging de humor
niet verloren.
,Liebesgaben uit Hongarije.
WEENEN November.
(Van een bijzonderen correspondent).
pEN kan niet bepaald zeggen dat de Wee-
ners en trouwens nok de andere Oosten
rijkers over het algemeen zeer
enthousiast zijn over den oorlog en over
de toestanden, die deze met zich meegebracht heel't.
Integendeel: het mopperen en het klagen geschiedt
op voortdurend luideren toon en men ziet steeds
meer in dat men niet in een ooi-log zou zijn ver
wikkeld, wanneer Oostenrijk indertijd onafhanke
lijk was gebleven. Het gebrek aan voldoende
levensmiddelen werkt zeer deprimeerend op de
geheele bevolking. Gelukkig hebben velen familie
leden en goede vrienden, die in Hogarije wonen.
Deze sturen hen „Liebesgabonpakete" toe, die een
gewicht van vijf kilogram mogen hebben. Hoewel
deze levensmiddelen bevatten en men in het Duit-
sche Rijk blij zou moeten zijn dat men die krijgt,
moeten er toch door de ontvangers invoerrechten
voor worden betaald.
Veel lieden ook, die echter eerst om een „Aus-
reiseb«willigung" en een „Einreisebewilligung" (om
weer terug te mogen komen) hebben moeten vragen,
gaan «ren naar Bratislawa toe, de hoofdstad van
Slowakije, die niet zoo heel ver van Weenen ver
wijderd is. Zij doen zich daar eens te goed aan spijs
en drank en nemen- op hun terugweg een aantal
levensmiddelen meer. Een ei per week en slechts
driehonderd gram vleesch mét been of tweehonderd
gram zonder been, eveneens per week, is niet bij
zonder veel en het is dus geen wonder dat heel veel
menschen in de laatste tijden aanzienlijk aan ge
wicht verloren hebben. Ik ken menschen, die
gedurende drie weken zeven a acht kilo zijn
afgenomen. Slechts kinderen en zieken kunnen voile
melk krijgen, de anderen moeten het met een
afgeroomde, blauwachtige „vochtigheid" doen, waar
voor de Weeners ondanks de treurige omstandig
heden toch nog een grappigen naam gevonden heb
ben. Zij noemen die mei „das blaue Wunder" er
vragen wanneer zij een winkel binnengestapt zijn
om „einen halben Liter blaues Wunder". Ook voor
het vet, dat in de keuken gebruikt moet worden,
hebben zij al een naam gevonden. Dat wordt „Volks-
vaseline" genoemd.
En dan is er een nieuwe definitie van een sand
wich: twee broodkaarten met een vleeschkaart
ertusschen.
Men wordt slecht op de hoogte gehouden van wat
er in het buitenland gezegd en geschreven wordt.
Er zijn bijna in het geheel geen buitenlandsche
bladen meer te krijgen. De kranten, die nog uit het
buitenland ingevoerd mogen worden zijn voorna
melijk Italiaansche couranten. Tot voor kort kon
men op straat ook de „Pester Lloyd" koopen, een
in het Duitsch geschreven dagblad, dat te Boedapest
verschijnt. Daar staat iets meer in dan wat de
Weensche en de Duitsche bladen het publiek ver
tellen. Het aantal exemplaren, dat verkocht werd,
werd steeds grooter, totdat het het getal van vijf
tienduizend per dag bereikt had. Het was een ge
vaarlijke concurrentie geworden voor de locale en
de inheemsche bladen en nu heeft men de colpor
tage op straat van de „Pester Lloyd" verboden.
Maar er worden clandestien al prijzen van twee
mark voor een exemplaar betaald.
Er is een buitengewoon strenge censuur op alle
post, die naar het buitenland gaat, met het gevolg,
dat deze enorme vertraging ondervindt. Doorgaans
duur het acht, maar soms ook wel tien dagen voor
een brief uit Weenen in Boedapest aankomt, niet
tegenstaande de afstand tusschen de beide steden
maar vier uur sporens bedraagt!
Er zijn in den oorlog, vooral in Polen, veel Wee
ners en Oostenrijkers gevallen. Ook het aantal ge
wonden, die voor een deel teruggekomen zijn, is
aanzienlijk. Het juiste aantal der tot dusver gewon
den en gedooden is nog niet bekend gemaakt. Bij
'de bevolking heet het dat men de Oostenrijkers
veelal als eersten in den strijd vooruit gestuurd
heeft, terwijl de zoogenaamde „Reichsdeutsche" uit
het oude rijk volgden. Speciaal bij Lemberg moe
ten veel Oostenrijkers het leven verloren hebben.
En waartoe? vraagt men thans, want Lemberg is
thans Russisch geworden.
Op den Zentralfriedhof, Weenen's reusachtige
kerkhof ten zuiden van de stad, heeft men een af
zonderlijke afdeeling gevormd voor de soldaten,
die in hun vaderland aan de wonden bezweken zijn,
welke zij in den oorlog hebben opgeloopen. Deze
afdeeling bevindt zich vlak bij het terrein, waarop
de in den wereldoorlog gevallenen rusten.
Officieren en manschappen moeten
zich binnen 24 uur melden
HELSINKI 28 November (Reuter).
Generaal Meretschkoff, de commandant van het
district Leningrad, heeft alle verloven inge
trokken en aan alle offieieren en manschappen
bevel gegeven, zich binnen 24 uur in hun depots
te melden.
Een overeenkomstig bevel werd onlangs uit
gegeven voor de Russische Oostzeevloot door
haar bevelhebber, admiraal Trubitsch. Ook
wordt gemeld, dat in de buurt van Leningrad
manoeuvres van de luchtmacht op groote schaal
worden gehouden, waaraan zware bommen
werpers en jachtvliegtuigen deelnemen.
Finsch-Russisch geschil op het
Foreign Office besproken.
Lord Halifax ontvangt Maisky.
LONDEN, 28 November. Terwijl de wereld
met bezorgdheid van de spanning tusschen
Rusland en Finland kennis nam werd de Russi
sche ambassadeur te Londen, Maisky, op het
Foreign Office door Lord Halifax ontvangen.
Hoewel de Britsche minister van buitenland
sche zaken gedurende het gesprek blijk gaf die
striktste neutraliteit te betrachten inzake het
Sovjet-Finsche conflict, heeft hij toch tegenover
Maisky uitdrukking gegeven aan de hoop van
de Britsche regeering dat het conflict in der
minn geschikt zal worden.
Daarop zou Maisky geantwoord hebben, dat
de ontwikkeling der dingen van de houding der
Finsche regeering afhing. Verder zou de am
bassadeur Finland ervan beschuldigd hebben een
provoceerende politiek ten opzichte van Sovjet-
Rusland te voeren. Hij zou daaraan hebben toe
gevoegd dat zelfs in de eerste dagen van de Rus-
sisch-Finsche onderhandelingen Finland reeds 7
divisies had gemobiliseerd dat de Finsche regee
ring Helsinki geëvacueerd had en geregeld ver
duisteringsoefeningen hield.
Halifax zou voorts Maisky gevraagd hebben
hem mede te deelen of Moskou handelsonder
handelingen met Engeland wenscht. Hij zou er
aan herinnerd hebben dat Engeland Rusland
omtrent dit onderwerp reeds op 25 October had
genaderd doch tot nu toe daarop geen antwoord
had ontvangen.
Maisky heeft deze Britsche waag naar Mos
kou doorgegeven en hij verwachtte spoedig
hierop een antwoord te ontvangen.
(United Press).
PROVINCIALE STATEN.
De begrootingszittingen begonnen.
HAARLEM Dinsdag
Hedenmorgen half elf kwamen de Provinciale
Staten van Noord-Holland in het Gouvernements
gebouw te Haarlem in openbare vergadering bij
een.
De heer Van der Wal (S.D.A.P.) opent de
algemeene beschouwingen.
Hij begint met de hoop uit te spreken, dat ons
land buiten den oorlog mag blijven en dat onze
neutraliteit zal worden gehandhaaafd. Als de nood
erg hoog mocht worden, zal de provincie zooveel
mogelijk ordenend en regelend moeten optreden.
Van de medewerking zijner fractie kan men ver
zekerd zijn. Hij betreurt het groot aantal politieke
partijen, die den voedingsbodem vonden in de ont-
leddering van het huidige economisch leven. „De
N.S.B. en de communisten, die elkander eerst uit
scholden voor alles wat leelijk was, zijn nu elkaar
in de armen gevallen", zegt spreker, die als zijn
vermoeden uitspreekt, dat vele volgelingen van
die twee partijen deze evolutie niet volkomen zul
len begrijpen. Hij gelooft dan ook, dat men een
heel ander beeld zou zien, als er eens nieuwe
verkiezingen zouden worden uitgeschreven. Spre
ker bepleit voortzetting van de democratische po
litiek. De arbeid ten aanzien van het wegenplan
mag niet worden stopgezet; die moet zoo normaal
mogelijk voortgezet worden. Met genoegen heeft de
heer Van der Wal vernomen dat het nu nog niet
de goede tijd is, om tot belastingverlaging over te
gaan, want er "moet nog een groot aantal werken
ten algemeenen nutte worden uitgevoerd. Hij
vraagt ook, maatregelen te nemen tegen het kwaad
van de z.g. lintbebouwing, vooral nu nieuwe we
gen worden aangelegd. De productie voor eigen
verbruik moet worden opgevoerd. Eenheid en ver
bondenheid moeten niet laleen in mooie artikelen
tot uiting komen, maar in daden.
De heer Asscher (lib.) brengt dank aan Ged.
Staten, die met vaste hand de zaken in de provin
cie leiden. Hij is het eens met de Memorie van
Antwoord, waarin de verwachting wordt uitge
sproken, dat in deze bewogen tijden de staatkun-
digfe geschillen niet op de spits moeten worden
gedreven, maar dat de partijen eendrachtig moeten
samenwerken om de provincie door de moeilijk
heden heen te helpen, vooral nu het financieel be
leid zooveel overleg eischt. Iedereen heeft volgens
spreker de taak, om de defensie van ons land zoo
veel mogelijk te versterken, opdat ons land paraat
kan blijven. Ook de werkloosheid moet zooveel
mogelijk worden bestreden, want dat beteekent een
levenskwestie voor een groot deel van het Neder
landsche volk. De stichting van nieuwe industrieën
moet zooveel mogelijk worden bevorderd; het eco-
nomisch-technologisch instituut is daarvoor het
meest aangewezen lichaaam.
De meeste arbeiders werken lie,ver, dan dat zij
steun ontvangen. Wanneer het eventueel mocht
komen tot het verleenen van een duurtetoeslag.
dan hoopt spreker, dat die over de geheele linie
wordt gegeven en dat geen enkele groep van het
provinciaal personeel wordt uitgesloten.
De heer Keulemans (A.R.) wijdt nog eenige
zeer waardeerende woorden aan de nagedachtenis
van den heer De Jong Schouwenburg, die zoo ont
zaglijk veel voor de provincie heeft gedaan en die
zoozeer de achting van alle partijen genoot. Wat den
uitslag der laatste verkiezingen betreft, merkt
spreker op, dat de Christelijke partijen versterkt
in de Staten zijn teruggekeerd, dus met grooter ver
antwoordelijkheid. Wat het Opperwezen van hen
eischt, weegt voor hen zwaarder, dan de democra
tie. De huidige stamenstelling van het college van
Ged. Staten acht hij goed. Hij hoopt ook, dat alle
partijen zoo eendrachtig mogelijk zullen samenwer
ken; hij veroordeelde echter de politiek van de N.
S. B. Sprekers fractie is bereid, een eventueel
voorstel tot redelijke salarisverhooging te steunen,
als dit door Ged. Staten via het Georganiseerd
Overleg wordt ingediend. Met genoegen heeft ook
de heer Keulemans vernomen, dat het economisch-
teehnologisch instituut aan de verwachtingen be
antwoordt.
De heer Keulemans geeft Ged. Staten in over
weging, vooral „gewoon" te doen en zich niet te
laten verleiden tot het doen van buitengewone uit
gaven in verband met den oorlogstoestand.
De heer Sneevliet (Rev. Soc.) critiseert de
leden, die van oordeel zijn, dat alle partijen moeten
samenwerken, terwijl telkens gesproken wordt van
democratische en niet-democratische partijen, van
Christelijke en niet-Christ. partijen, enz. Hij vraagt
zich af, wanneer men eindelijk eens zal ophouden
met „gewoon doen". Spreker veroordeelt Japan voor
haar houding jegens China en hij gispt Rusland, dat
Finland bedreigt
De Voorzitter verzoekt den heer Sneevliet,
zich tot de provinciale begrooting te bepalen.
De heer Sneevliet verdedigt zijn houding bij
dc samenstellingk van het college van Ged. Staten.
Het is trouwens nog niet zoo lang geleden, dat ook
de S. D. A. P. zich er van onthield, aan de samen'
werking van bestuurscolleges mee te werken. Het
zijn volgens spreker de groote partijen, die de maat
schappij in het moeras hebben gewerkt. Hij kan dan
ook niet gelooven, dat de Kath. arbeiders nog lang
bij de R. K. Staatspartij zullen blijven. Spreker is
voor de -instelling van een crisisfonds, want volgens
hem is regeeren vooruitzien. In dit opzicht zou
men aan Den Haag een lesje kunnen geven. Daar
werkt men te mechanisch. Z. i, is nog niet genoeg
gedaan tot bestrijding van de werkloosheid en de
tewerkgestelden bij de werkverschaffing ontvangen
te weinig loon. Den economisch-technologischen
dienst acht hij een lapmiddel bij uitnemendheid.
Een duurtetoeslag over de geheele linie acht hij
onverantwoordelijk ten opzichte van de wer
kelijke noodlijdenden.
De heer Seegers (comm.) merkt o;.., dat zijn
partij voor den vrede en tegen den oorlog is. „Dat
zegt men hier en dat zegt men ook in Moskou
(gelach).
Tijdens de rede van den heer Seegers wordt vaak
geïnterumpeerd. Hij merkt naar aanleiding daarvan
op, dat hij zich vanmorgen daaraan niet heeft schul
dig gemaakt, toen de communistische partij werd
aangevallen. Het spijt hem te moeten constateeren,
dat de andere heeren zich niet tot deze hoogte heb
ben kunnen opwerken. „In deze zitting moet een
uitwisseling van gedachten plaats nebben, waaruit
de arbeiders de waarheid vernemen". Spreker is
niet voor verlaging. Wanneer er gelden moeten zijn
voor het besteden van noodige dingen, dan moet het
geld er" komen; wordt het niet nuttig besteed, dan
wil spreker daarvoor geen cent ter beschikking
stellen.
(De zittingduurt voort).
Verscherpte contrabande-controle
gaat 4 December in.
Het Franschc decreet gepubliceerd.
PARIJS, 28 November (Ilavas). In het
vanochtend uitgegeven staatsblad wordt de
tekst gepubliceerd van een decreet inzake een
emibargo op den Duitschen uitvoer. Er worden
de motieven in uiteengezet, welke Frankrijk er
toe hebben gebracht de wapenen op te nemen
ter verdediging van het essentieele recht dei-
naties op een vrij en vreedzaam bestaan.
Tegenover de gekarakteriseerde schendingen
van het menschenrecht en de onmenschelijkheid
der door Duitschland gebezigde methoden met
duikbooten en mijnen in een zee-oorlog, waar
onder de neutralen evenzeer lijden, is de re
geering der republiek vastbesloten, in volledige
overeenstemming met haar bondgenooten, re
presailles toe te passen, zoo wordt gezegd.
Met ingang van vier December zullen alle met
Duitsche goederen geladen schepen daarom dooi
de geallieerde vloten kunnen worden aange
houden.
In het decreet wordt verder o.a. gezegd:
Bij de toepassing dezer onvermijdelijk gewor
den maatregelen, zal overigens rekening worden
gehouden met de wettige belangen der neutralen,
welke de Fransche regeering onder alle omstan
digheden wenscht te waarborgen.
De bondgenooten van Frankrijk sluiten zich vol
komen aan bij de aldus bepaalde gedragslijn.
Het eerste artikel van het decreet bepaalt dat de
bevoegde autoriteiten de lossing zullen kunnen
eischen in een Fransche of geallieerde haven van
in een op vijandelijk grondgebied gelegen haven
geladen goederen, mits het schip de vijandelijke
laadhaven na 4 December 1939 zal hebben verla
ten. Zij zullen ook voor zoover het betreft goede
ren oorspronkelijk afkomstig uit of in bezit van 't
vijandelijke land, die geladen zijn in een andere
dan vijandelijke haven op een schip, dat deze ha
ven na vier December heeft verlaten, aldus kun
nen optreden.
De daarop volgende artikelen bepalen de pro
cedure, welke volgens internationale conventies
ten aanzien van prijzen zal worden gevolgd. Er is
in uitzonderingen voorzien voor het geval de goe
deren neutraal eigendom zullen zijn geworden voor
dit decreet is verschenen.
De minister voor de blokkade zou dan kunnen
besluiten tot een vrijlating der goederen of betaling
harer tegenwaarde.
Gebied, voorloopig door den vijand bezet, zal als
vijandelijk worden beschouwd en goederen, behoo-
rende aan personen, die zieh op dat gebied bevin
den, zullen voor vijandelijk worden gehouden.
Een ander decreet van het ministerie van Handel
stelt het contingent linnen van vreemden oor
sprong, dat tot Juni 1940 kan worden ingevoerd,
vast op 45.000 ton.
aan de New-Yorksche Tentoonstel^
Een gesprek met
Mr. B. W. F.
Bierens de Haan
Het Engelsche stoomschip
„Uskmouth" gezonken.
Drie opvarenden vermist.
NEWPORT, 28 November (Reuter) Het 2483
ton metende stoomschip „Uskmouth" is gezon
ken. Drie van de 25 leden van de bemanning wor
den vermist
(Van onzen New-Yorkschen correspondent.)
„Als leerares, dochter van ouders, die
„niet in Amerika zijn geboren, ben ik
„altijd erg geïnteresseerd geweest
„vreemde landen en volken, maar ik had
„nooit de gelegenheid Holland te bezoe-
„ken, het land waar verschillende van m'n
„voorouders zijn geboren en getogen.
„Ik heb elf keer de Wereldtentoonstelling
„bezocht dezen zomer en tien keer het
„Nederlandsche paviljoen. Wanneer ik
„met vrienden ben, gaan we altijd het al
lereerst naar het Nederlandsche pavil
joen en ze zijn altijd verruktIn
„naam van alle Amerikanen, die van
„goeden wille zijn vraag ik u in 1940 te-
„rug te komen op de tentoonstelling
Dit is een fragment uit een voor de Neder
landsche deelneming heel vleienden brief, on
derteekend Harriet Randall. Mr. B. W. F. Bie'
rens de Haan, generaal-manager van het Neder
landsche paviljoen, liet hem mij zien: „Zoo krij
gen wij er wel meer. Amerikanen zijn over het
algemeen enthousiast over het Nederlandsche
paviljoen. Ik heb de critiek gelezen, die er in Ne
derland op is uitgeoefend. Ik ben niet blind of
doof voor critiek en ik erken gaarne dat er hier en
daar wel wat gerechtvaardigds in stak. Maar de
critici hebben voor een groot deel een fout ge
maakt. Zij bekeken alles van Nederlandsch stand
punt, terwijl onze deelneming aan de Wereldten
toonstelling voor Amerikaansche oogen bestemd
was. Amerikanen reageeren anders dan Neder
landers. Het is niet mijn bedoeling alles koste
wat het kost te verdedigen of goed te praten. Er
zijn waarlijk wel dingen, die ik anders zou gewild
hebben. Maar het staat vast dat de Amerikaan
sche bezoekers ons paviljoen om zijn lichtheid en
ruimheid bewonderd hebben en dat het des
avonds met zijn verlichting misschien wel het
mooiste gebouw van de heele tentoonstelling was,
daarvan was iedereen overtuigd".
Mr. Bierens de Haan heeft veel voor de Ne
derlandsche zaak te New-York verricht. Het was
een zware taak, die op deze nog jonge
schouders werd gelegd. Maar wie hem aan den
arbeid zagen, wisten dat het vele en moeilijke
werk met geestdrift en energie werd verricht.
Ook in dit gesprek kwam die geestdrift tot uiting,
zij keerde zich tegen critiek, al worden fouten
en tekortkomingen gaarne en volmondig erkend.
De heer Bierens de Haan bleek wel te zien wat
er heeft ontbroken en ook wat de schaduwzijden
van de wereldtentoonstelling op zich zelve, waren;
,één van die schaduwzijden was bijvoorbeeld
dater niet voldoende schaduw was; in den
heeten New-Yorkschen zomer was het op de ten
toonstelling dubbel heet, bovendien was de ten
toonstelling veel en veel te uitgebreid. Dat die
hitte mèt die uitgebreidheid een hoop menschen
heeft afgeschrikt er heen te gaan is te begrijpen.
Verder was de toegangsprijs te hoog voor vele
kleine beurzen en is de propaganda die voor
die tentoonstelling gemaakt is niet in alle op
zichten oordeelkundig geweest. Zoo waren er veel
menschen die in de meening verkeerden dat
je voor ieder buitenlandsch paviljoen entrée
moest betalen en er zijn vele toeristenbureaux
en dergelijke geweest, vooral in het Midden Wes
ten, die het eigen toeristenverkeer niet wilden
benadeelen door voor de New-Yorksche Fair
reclame te maken".
Zoo verklaarde de heer Bierens de Haan den
tegenvaller die de New-Yorksche tentoonstelling
wat haar bezoekersaantal betreft in haar
eerste jaar ongetwijfeld is geweest. In het be
gin verwachtte men 60 millioen betalende bezoe
kers, in werkelijkheid zijn het er minder dan 30
millioen geweest. Trouwens: de Golden Gate
Tentoonstelling te San Francisco, die kleiner,
fijner, koeler en men mag zeggen mooier en „be
schaafder" was dan de New-Yorksche verwachtte
20 millioen bezoekers en haalde de 9 millioen
niet.
„Natuurlijk is ook het bezoek aan het Neder
landsche Paviljoen minder geweest dan ver
wacht werd,, dat spreekt vanzelf" zei de heer
Bierens de Haan bovendien lagen wij niet zoo
gunstig, wat we met alle andere buitenlandsche
paviljoens gemeen hadden, omdat het bekende
„Futurama "van General Motors de groote
trekpleister werd die het allereerst de bezoekers
tot zich trok, waarvandaan zij dan verder het
terrein op gingen welnu die trekpleister lag
precies aan den anderen kant. En dan en dit
wil ik gerust openlijk zeggen we hadden meer
reclame moeten maken. Amerikaansche reclame
die alleen door Amerikaansche experts begre
pen wordt. Maar toch is het bezoek heel bevre
digend geweest. Vooral wanneer u bedenkt dat
in „Holland" geen „thrill" te verwachten was
geen plotselinge sensatie. Wat de menschen
bijvoorbeeld in het Russische Paviljoen wèl ver
wachtten en in het Tsjecho-Slowaaksche.
Daar was de mogelijkheid van een of andere uit
barsting of van iets onverwachts en dat Ameri
kanen op zulke „thrills" uit zijn blijkt wel uit
PRINSES JULIANA HERBENOEMD TOT VOOR
ZITSTER VAN HET NEDERLANDSCHE
ROODE KRUIS.
Bij K. B. van 25 November 1939, is met ingang
van 1 December 1939 opnieuw benoemd tot voor
zitster van het hoofdbestuur der vereeniging „Het
Nederlandsche Roode Kruis" Hare Koninklijke
Hoogheid Prinses Juliana der Nederlanden,
Spriet, die stond te schudden van 't
lachen, schoot nu mijnheer Dinges te hulp.
Hij struikelde echter over een stoof, welke
mevrouw Dinges op den grond had neèr-
gezet en vloog daardoor precies tusschen
de beenen van Dinges.
Hierdoor redde Spriet den heer Dinges en
den agent van een leeljjke tuimeling: de
tuinman, bijgestaan door mevrouw Dinges,
torste nu op z\jn schouders den dikken
heer Dinges en den veel magerder agent,
die tezamen echter heel wat wogen.
Het had er wel iets van weg of de familie
acrobatische toeren instudeerde en de
vreemde man, die al lezende door de
schuttingdeur iiep, moet haast wel ge
dacht hebben, dat hij bij een stelletje
circusklanten was beland.
het feit, aat toen de oorlog uit'orafc en y
van Polen bezegeld werd, het Poolschep.f'
ineens als het ware bestormd werd dl
duizenden bezoekers, die zich dikwijls mp
teresseerden voor de Poolsche suppoostenp
santen dan voor het tentoongestelde 'J?
neer wij dit alles voor oogen houden dan
wij heusch in elk opzicht heel tevreden jp
-
i'
Wij vroegen den heer Bierens de Haan- vi
i ook niet dat de beteekenis van w' ,C|
t
u ook niet dat de beteekenis van het h
Wereldtentoonstelling principieel wordt J!
ven?"
Het antwoord luidde: „Misschien wèl
die vraag en dit antwoord zijn van geene"?-'
teekenis meer zoodra zulk een wereldlef
stelling er eenmaal is. En dat geldt zeker
deze tentoonstelling. Hier moet heelenia?'
worden gevraagd of Nederland mee moest
Op zulk een volleen-vertegenwoordiging
land niet ontbreken. Nederland is een tó»
rijk, het is op twee na de grootste klant van
Vereenigde Staten. Nederlanden deNederj
ders genieten hier om bekende, ook bia
sche redenen de grootste sympathie en dat m
al moet worden gezegd: Voor den Neaerlai
schen handel en industrie zijn er hier
Amerika, gezien de politieke wereld-verhow||
gen en de Amerikaansche sympathieën, j
nooit zulke goede, groote kansen geweestaUa
Hebt u reeds commercieele resultaten b
merkt van de Nederlandsche deelneming?
Ja zeker, er is een goede grondslag gels
De exposanten zijn tevreden. De klokken^
van Van Bergen te Heiligerlee, die hior bij(
twee carillons in werking heeft, is zeer optimi
tisch met betrekking tot eventueele afzetmot
lij'kheden. De prachtige, ingenieuze brieveij
teermachine van de P.T.T., geconstrueerd <fc
de Transorma en door Werkspoor heeft dep
ste aandacht gehad van de Amerikaansche
tale autoriteiten. De directeur, ingenieur
Marie, voorziet dat hij zijn machine op
mag opstellen in 't New-Yorksche laoofdpostka
toor en ook de door hem geëxposeerde vernu
tige bundelmachine, die iederen be"
verbazing brengt, heeft heel goede
bloembollen-handelaren kunnen heel tevredg
ziin. Hun millioenen tulpen, die de tentoonst
ling zoo prachtig hebben opgeluisterd, zijn
enorme reclame geweest. Voor hun product
Maar óók voor Nederland. Die tulpen
beste en mooiste „advertentie" geweest. En nii|
ik toch op deze „practische advertenties" ta
schrijft u vooral dat on©e Nederlandsch-Indlsj
afdeeling voor méér dan 50 procent heeft b
gedragen tot ons succes: en de West-Indische a
mag evenmin vergeten worden.
Er is in Nederland critiek geoefend op
vrijwel geheel ontbreken van „kunst" in
paviljoen.
Vergeet u niet dat daarvoor een oorau
bestond, die wij nu niet weer moeten oprakel*
en die ik in beginsel betreur. Maar bovendien
in het paviljoen konden geen schilderijen har#
vanwege brandgevaar en de tentoonstelling n
oude meesterwerken, elders op de Fair ga!aió
veel en zóó prachtige Nederlandsche oude sail voo
derkunst te zien, dat dit gemis méér dar.
compenseerd is.
Over het algemeen bent u dus tevreden
Ja zeker, en wat mij vooral zoo'n genoegei
doet is dat de belangstelling van het publiekïo
bijzonder duidelijk is gebleken. De menscba
interesseerden zich wanneer zij in de Indue)
zaal waren, bijvoorbeeld zeer voor de sodil
kanten van het Nederlandsche werk in fcï
en er waren er duizenden die maar niet geno?
konden krijgen van vragen. Natuurlijk wara
daar ook wel rare vragen bij. De dames
informatiestand hebben dat allemaal keurig op*
geschreven. Ik heb het rapport hier voor ml]
liggen en zal u eens wat van die rare vragïa
noemen, die onze dames tot wanhoop brachta
Luistert u maar eens:
„Is Nederland een deel van Denemarken?1
„Waarom zijn er drie landen in uw paviljoen!
the Netherlands, the Dutch en Holland?"
„Is Java een Papansche kolonie?"
„Who owns Holland?" (Wie is de eigenaarm
Holland?)
„Hoort Duitschland bij Holland?"
„Waarom hebt u uw tulpen niet den htekfl
zomer laten bloeien?"
„Is Batavia de naam van een villa?"
Toen wij afscheid namen van mr. Bierens oi
Haan, zei hij nog: „het tentoonstellingsbesM
zou heel graag willen dat wij het volgend jast
óók nog mee zouden doen; men heeft ons daar»
toe allerlei" belangrijke faciliteiten en prijsver-
minderingen in uitzicht gesteld en ons bij voor
baat toegestaan ons transport te laten gescn.ei
den door menschen. die wij zelf daartoe aan
wijzen, iets dat, met het oog op de beker#j
houding der Vakvereenigingen. iets heel bijzon
ders is en wel een bewijs dat ze ons graaj
hier houden".
Toen we weer op het tentoonstellingsterrein
stonden, ging juist de verlichting in ons paw-
joen aan. Als een zilveren zuilengalerij staso
eerehal tegen den duisteren herfsthemel ai
het carillon-in-het-torentje strooide 7806™»!'
sche wijsjes in de stilte van den avond.
1.
lijke
lebie
role
have:
«jan
ïijan
vijan
te oi
ave
3.
oen
geste
bof.
opge
den
word
De
word
vredi
bren
terk'
ver'n
opbr
het
ie
wore
st
„ord
dell
Geredden van de „Simon Bolivar'
vonden in Engeland een gastvrij
onthaal.
De heer G. J. Elekkinfc. een der geredden van 1
Simon Bolivar, schrijft ons:
Het is mij een behoefte eenige namen te nocro
van menschen die niet op de Simon Bolivar wareoj
doch die in Engeland het uiterste gedaan neu
om de geredden te helpen. Nóóit zal ik vwgeten1
wij in den nacht van Zaterdag op Zondag mei
man aankwamen in het Nederlandsch Bangor no
waar de hotelier, de heer DanTman ons in zjjn O#
woonkamer bij een gezellig knappend haard
ontving en ons direct een gevoel van rust en veus
heid wist te geven. Ondanks het late uur was
een van de Nederlandsche hotelgasten, de nee
Dokter uit Beverwijk nog niet gaan slapen,
bleef bij de geredden en sprak rustig en ka.lm
hen over diverse dingen, behalve over de ia t"
Geen sensatielust had hem uit de veeren getio
doch zucht tot helpen. Den volgenden morgen
den wij Mrs Kyte kennen, die opgebeld door
heer Dokter, direct kwam om te helpen f„iooZe
helpen kon, en die kans zag de eenigszins lus>i -
en gedrukte stemming snel te doen veraw.
Ook Ds. v. Dorp kwam van tijd tot tijd m «ei
aanloopen en had voor iedereen een vnenaegj
bemoedigend woord. Maandagavond kwam 01o
Joekes nog om aan hen, die dat wenschten, m
advies te geven. Al deze menschen hebben
nog moeite gespaard ons terzijde te staan, wa
nen niet anders zeggen dan dat we er 0 j
voor zijn, want wat wij er feitelijk voor vo
toch niet onder woorden te brengen.