Een vrouw, die succes heeft.... In dienst van het leven Menu van de week IJlJ i ge woonde bij ons in de buurt, de dappere kleine moeder Weegbree, het glanzend middel punt van haar druk gezin. We waren door de jaren heen zeer bevriend met haar geworden en leefden innig mee met het lief en leed van fgder en moeder Weegbree en van vijf jongens. Vier ervan waren prachtkerels: blond en forsch van gestalte, met lachende, blauwe oogen en weerbarstig haar, dat alleen op Zon dagmorgen netjes zat. wat een echte moeder was dat kleine, pittige vrouwtje geweest in de jaren toen haar vier oudsten geboren werden. Altijd vroolijk, altijd gedrijvig zorgen, van niets nog iets makend. I (,vant ze moesten zuinig zijn!), altijd met dat moederlijke glimlachje als ademloos luisterend paar alles, wat er opsteeg uit die wereld van Kinderleven om haar heen. Ze wist de wind eronder te houden, maar tegelijkertijd leefde ze met hen mee in al hun vreugden en nooden, zóó inniig of ze zelf nog een Kind was. En dat bleef zoo, toen ze opgroeiden en 't moeilijker werd, gelijken tred met hen te jouden. Maar moeder Weegbree bracht het v00r elkaar: avond aan avond zat ze nu met den een, dan met den ander over een moeilijke som gebogen en ze stelde een diep en ernstig belang in hun schoolverliefdheden, waardoor deze dweeperijtjes als vanzelf een sfeer van zuiverheid kregen. Zoo leefden de jongens vlak bij moeder als hij een koesterend zonnetje. En de vader, een stille man, die geheel in zijn zaken opging, stond eigenlijk slechts in hun leven als een vriende- e verre ster. En toen, acht jaar na de geboorte van den vierden zoon, meldde zich nog een nakomertje. Toen moeder Weegbree het wist, vertelde ze 't ons met stralende oogen, net zoo moederlijk-blij als in vroeger jaren. Maar het verdere verloop van haar wachttijd was geheel anders dan toen. Ze was teer en lijdend, moest maandenlang lig gen en toen het kind geboren werd, bleek het een zwak wezentje te zijn, dat met pijnlijke zorg door de eerste maanden moest worden heenge- holpen. En toen Paultje opgroeide bleef hij een stil, bleek kereltje, dat bang in donker was en zich eigenlijk in alles ongunstig onderscheidde van zijn kerngezonde, levenslustige broers, 't Spreekt vanzelf, dat moeder Weegbree haar zorgen om hem verdubbelde, maar er kwam een oudere trek in haar gezicht: terwijl ze voor de oudsten nooit angst had gehad, kon ze nu haar zware voorgevoelens met betrekking tot Paultje nauwe- lijks onderdrukken. Toen Paul tien jaar oud was, werd Frank, de oudste, officier bij de marine. Hij was een buiten gewoon knappe jongen, die in zijn keurig uni form altijd veel bekijks had. En moeder Weeg bree was grenzeloos trotsch op hem, al was ze te verstandig om het te laten merken. We zagen echter wel aan den glimlach, waarmee ze ons groette, dat een wandeling met Frank gelijk stond imet een zegetocht en we gunden het haar van harte. Later werd de tweede zoon ingenieur en de beide volgenden werden door familie in staat "te studeeren. Maar toen gebeurde het onverwachte. De kleine Paul was ziek geworden, zooals zoo dik wijls gebeurde. Moeder had hem met haar ge wone zorgvuldigheid verpleegd en toen hij schijnbaar weer beter was, kreeg hij opeens een paar vreeselijke benauwdheden en stierf binnen enkele uren. Toen wij, diep begaan met het droevige ge beuren, moeder Weegbree wilden bezoeken, ver namen wij, dat de arme vrouw totaal caitwricht Was. Zelfs haar man kon haar niet troosten of tot rede brengen, zoodat men haar tenslotte maar naar een ziekenhuis gebracht had, waar ze onder de liefdevolle behandeling van een bevriend psychiater misschien zou herstellen. Maar er gingen weken voorbij zonder dat er verandering in haar toestand kwam. De rade- looze wanhoop van de eerste dagen had plaats gemaakt voor een verstarde rust, waarin ze steeds maar zei, dat ze niet meer wilde leven Paultje was altijd zoo bang geweest voor het donker. Nu wilde ze naar hem toe om hem te beschermen, opdat hij niet alleen door die donkere poort hoefde gaan. En dan zweeg ze weer uien achtereen. Ze wilde niemand zien. Intusschen waren de oudere jongens na Paul's begrafenis weer aan 't werk gegaan. Den vader zagen we in en uit zijn eenzaam huis gaan, bleek en somber. Tot dien dag, toen het vreeselijke bericht van Frank kwam. We hoor den het door de radio, een mijn ontploft en hij behoorde tot de zwaargewonden. Vader Weegbree ging ons huis voorbij naar het ziekenhuis: een man, die plotseling tien jaren ouder leek Veel later heeft moeder Weegbree ons zelf verteld van wat zij „het wonder" noemde. ..Toen m'n man voor m'n bed stond, wilde ik niet luisteren", zei ze, „ik wist immers, dat mijn leven uit was, dat ik noodt zou kunnen leven zonder Paultje. Toen hoorde ik den naam: Frank. ..Is hij dood?", vroeg ik heel rustig. Als me toen verteld was, dat mijn heele gezin bij een ongeluk om 't leven was gekomen, zou het me niet geraakt hebben. ..Neen, hij leeft nog", zei m'n man, „hij is gewond. Hij heeft naar je gevraagd". Ik kan moeilijk begrijpen, wat er met me ge beurde, toen ik die woorden hoorde: hij heeft - naar je— gevraagd". Ik ging overeind zitten en zei: „Laat me m'n Boeren brengen, ik moet naar hem toe!" Hij begreep, en hij vergemakkelijkte alles. Nog dienzelfden avond was ik bij Frank. En eerst to^ ik hem gezien had en hoorde, dat hij buiten gevaar was, heb ik kunnen huilen. Toen wist ik ook, dat ik genezen was. Ik heb toen eigenlijk joor 't eerst begrepen, wat een moeder moet zijn. Met Paultje was ik géén goede moeder. Zie je, een moeder moet in dienst van het. loven staan, altijd. Ze moet begrijpen dat de zwakken sterven en de sterken leven. Dat moet moeder kunnen dragen. Andersanders is 't haar schuld, als er ongelukken gebeuren. ®ooaLs met Frank". Dat zei moeder Weegbree toen vertelde ze van haar oudste, die weer 200 vlug opknapte. De oudere, dappere glimlach speelde weer om baar mond. Alleen een paar lichte groefjes om do oogen vertelden van Paultje en van haar Poote leed, Hoe we van oud nieuw maken Aardige sportblouse uit een overhemd van manlief. Heerenoverhemden hebben vaak de nare ge woonte aan hals en mouwen kapot te gaan, terwijl ze verder nog goed zijn. En onze echtge- nooten, resp. vader of broers hebben meest een gruwelijken afkeer van niet geheel onberispelijk linnengoed. Dit is te begrijpen, want kleine „on zichtbare" stopjes aan de kraag staan afschu welijk, om van rafelende manchetrandjes maar niet eens te spreken! Wanneer we, na al onze goede zorgen met dub bele en omgekeerde manchetten enz. zijn uitgeput en het overhemd in kwestie definitief afgedankt, dan kunnen wij trouwens er voor ons zelf nog een keurig, sportief blousje van maken. Hoe? Dat toont u onze teekening al zeer dui delijk. I voorpand; n helft van het rugpand; in mouw; IV schouderstuk voor; V helft schouder stuk achter; VI helft kraagje. Kraag en zakjes gaan gemakkelijk uit het stuk van onderen, dat voor een vrouw veel te lang Is. Als u zichzelf of degene waarvoor u het blousetje maakt, even degelijk de maat neemt, is er heusch niets moeilijks aan! En de stof heeft meestal het voordeel, zeer degelijk te zijn. Op zoele da gen wordt het blousje bij een donkere rok gedra gen of bij een mantelcostuum, en als het koud is zal het keurig staan onder een wollen vest. Probeert u het maar eens! Goedkoop en toch smakelijk Een eerste eisch van onzen tijd: Zuinig zijn met wat we hebben! Nu verschillende levensmiddelen moeilijk te krijgen zijn, moeten we met wat we heb ben nog zuiniger zijn dan vroeger. Bij het klaarmaken van grutterswaren, zoo als rijst, havermout, gort, e.d. moet men het volgende in acht nemen: Wasch de rijst of de gort voorzichtig op een zeef en zorg ervoor, dat er geen korrels door den gootsteen weggaan of in de zeef achter blijven. Gebruik bij het klaarmaken van deze ge rechten een hooikist of kranten. Aanbranden of aanzetten is hier uitgesloten, zoodat men niet een laag rijst, die op de bodem van de pan vast gaat zetten, wat zoo dikwijls het geval is bij het koken van rijst op gas, weg moet gooien. Ook door overkoken gaat geen voed sel verloren. Havermout, een graansoort die 6 pet. vet bevat, kan heel goed met taptemelk of met 54 melk, A water gekookt worden, zonder dat de smaak er onder lijdt. Gedroogde vruchten als abrikozen, pruimen die men 2 x 24 uur laat weeken, behoeven niet, of maar heel kort te koken. Bovendien heeft men minder suiker noodig, als men de suiker aan het weekwater toevoegt. Boonen en erwten moeten eveneens geweekt worden, waardoor de kooktijd bekort wordt. Het kookwater, waarin een groote hoeveel heid meel achtergebleven is, mag nooit weg- gegoten worden, maar moet gebruikt wor den voor soep of saus. Het „dun" schillen van aardappelen geeft een groote besparing. Schilt men ze „gewoon", dan gaat nog pl.m. 15 pet. van het gewicht der aardappelen verloren. Kookt men de aardappelen in de schil en haalt ieder aan ta fel het dunne schilletje er af, dan gaat er na genoeg niets van verloren. Bij het schoonmaken van groente moet men verstandig te werk gaan. Alles wat gebruikt kan worden, moet bewaard blijven. Gebruikt men groente, zooals andijvie, Brusselsch lof e.d. rauw, dan heeft men een veel kleinere hoeveelheid per persoon noodig. Men heeft dan aan ongeveer 1/3 van de hoeveelheid, die men anders nemen zou, genoeg. Verandering van spijs doet eten Ecnige minder bekende leverrecepten. Dikwijls wordt in den laatsten tijd het gebruik van lever voorgeschreven en dan wel in een vrij groote hoeveelheid. Men kan dan runder-, kalfs- of varkenslever geven; kalfslever is het duurste, run der- en varkenslever zijn veel lager in prijs. In de eerste plaats moet men er op letten, dat de lever, die men koopt versch is. Niet eiken dag kan men lever krijgen, dikwijls moet men ze van tevoren bestellen en dan een vrij groote hoeveel heid tegelijk koopen. Daar men de lever nu nog eenige dagen in huis bewaren moet, moet ze bij inkoop zeker versch zijn. Het gebruik van lever moet in de meeste gevallen nog al een tijdje vol gehouden worden, zoodat men op moet passen, dat er door het eten van minder versche lever, tegen zin ontstaat. Zoodra men de lever in huis heeft, wordt ze gewasschen en tot het bereiden in koud water ge zet. Men kookt de lever pl.m. 20 minuten in ruim water met wat zout en bewaart ze in het kook water. Is het kookwater opgebruikt, dan zet men de lever weer in frisch water met wat zout. Moet men 1 ons lever of meer per dag eten, dan gaat dit tamelijk gauw vervelen, tenzij men in de manier waarop de lever klaar gemaakt wordt, af wisseling brengt. Gekookte lever met wat zout, eiken dag weer bij de boterham gaat tegenstaan, evenals gebakken lever bij aardappelen en groente. Op verschillende manieren kan men leversoep maken, waardoor dan ook 1 ons gekookte lever verwerkt kan worden. Inplaats van gewone bouil lon, neemt men zoolang de voorraad strekt, kook water van de lever. Hierin kookt men per 1/4 L. bouillon 15 gr. rijst of vermicelli gaar (y2 uur). Maakt van 40 gr. gehakt kleine balletjes en kookt die 15 minuten mee. Op het laatst roert men 100 gr. fijngesneden lever door de soep en maakt deze op smaak af met wat maggi-aroma. Van deze hoeveelheid krijgt men dan 2 flinke borden. Voor tomatensoep neemt men b.v. 3 rijpe toma ten, wascht ze en zet ze op met 2 d.L. water, wat zout en een stukje ui. Na pl.m. 10 minuten wrijft men de tomaten door een haren zef, voegt 2 d.L. kookwater of bouillon toe en 1 ons fijngesneden lever. Men laat de soep doorkoken en bindt ze met wat bloem of maizena. Afmaken met een eetlepel gehakte peterselie en zout naar smaak (2 borden). Bruine boonensoep. pl.m. 1 d.L. gaar gekookte Mevrouw J. Riemens-Reurslag Iedere vrouw in Nederland heeft haast weieens een boek van mevrouw Riemens-Reurslag in handen gehad of althans een tijdschriftartikel, waarin zij op haar eigen eenvoudige en heldere wijze haar inzichten over de opvoeding van kleine en groote kinderen uiteenzette. Haar naam heeft zoo langzamerhand een uitstekenden klank gekregen en telkens als er weer iets nieuws van haar van de pers komt, grijpt men ernaar met een warm gevoel van belangstelling. In haar werk Kaar boeken, den bouw van haar huis dat zij zelf ontwierp, paart zij artistieke begaafdheid aan practischen zin. Zooals haar werk is, zoo is mevrouw Riemens zelf: hartelijk, eenvoudig en wat de Franschen noemen: une femme d'art. Ik heb haar heel vroeger al gekend als een ge lukkige moeder temidden van haar opgroeiende kinderen; een werkende huisvrouw, die moest woekeren met haar tijd om haar driedubbele taak van moeder, schrijfster en leerares paedagogiek goed te volbrengen. Ik heb haar loopbaan gevolgd telkens aangenaam Verrast kennis genomen van een nieuw werkje van deze vrouw, die het succes op haar schreden vergezelde; thans zijn een nieuw kinderboekje en een roman van haar ter perse. En nu ontvangt mevrouw Riemens mij, harte lijk als altijd, in haar lichte flatwoning, waar de portretten van haar kleinkinderen spreken van het steeds voortsnellende leven; want zij huwde jong en is nu een van die jeugdige grootmoeders die nog midden in het leven staan. Ze is een forsche vrouw met een vriendelijk ge laat en een vraphfc van het prachtigste witte haar dat u zich kunt voorstellen: een unicum in ons gepermanent tijdperk. Nu, weer na jaren tegenover haar zittend in haar eigen omgeving, begrijp ik nog beter dan vroeger het geheim van haar groote populariteit: is het niet 't direct aansprekende, 't warm-men- schelijke in haar werk, het ontbreken van alle academisch gepraat en gepreek, waardoor iedere uiting vervuld wordt van kracht en als vanzelf vertrouwen wekt? De vrouwen, die haar boeken en artikelen lezen ik denk b.v. aan de abonnés van het aardige blad „Wiegekind en kleuter", voelen, dat hier een moeder aan 't woord is, die met heel haar hart èn haar rustig-logisch verstand achter het geschre vene staat. Een leuk modern speelautotje, waarop bij 't binnentreden mijn blik is gevallen, leidt vanzelf het gesprek naar de recente speelgoedtentoonstel- Gesprek met mevrouw J. Riemens-Reurslag ling, die mevrouw Riemens—Reurslag op uitnoo- diging van het Jongerencomité van de Unie voor Vrouwenbelangen en gelijk staatsburgerschap in de Ned. Vrouwenclub organiseerde.Zooals te voor zien was werd deze een groot succes en het hoog tepunt was wel het bezoek van Prinses Juliana, die speelgoed voor haar eigen kleintjes kwam uit zoeken. Mevrouw Riemens wil er graag iets over ver tellen. „Vind je 't eigenlijk niet vreemd", vraagt ze, „dat in een land als het onze, waan het kind altijd zoo in het centrum van de belangstelling staat, waar zooveel literatuur over en voor kin deren wordt uitgegeven, waar een strenge cen suur is op films en jeugdlectuur, aan opvoedkun dig speelgoed zoo weinig belangstelling is be steed? Of eigenlijk: „opvoedkundig" is hier niet het juiste woord: men zou beter van „psycholo gisch-juist" speelgoed kunnen spreken. Ik bedoel: speelgoed, dat voldoet aan een bepaalden drang op een bepaalden leeftijd. Alle psychologen zijn het er over eens dat de volwassenen moeten zor gen, dat tegemoet gekomen wordt aan bepaalde kinderlijke neigingen, die zich in geregelde volg orde vertoonen. En dat moet dan gebeuren in de z.g. gevoelige periode, d.i. in den tijd, die daar voor 't geschiktst is. Het speelgoed kan ons daar bij uitstekend helpen, want juist aan speelgoed, dat op de juiste wijze en op den juisten tijd wordt aangeboden, leert het kind zijn krachten meten. Een opgave, die goed volbracht wordt, bevordert het juiste gevoel van zelfkennis. Te gemakkelijk speelgoed wekt geen belangstelling, te moeilijk werkt het minderwaardigheidsgevoel in de hand". „Is deze studie een nog onontgonnen terrein?" „Dat niet: in Amerika bestaan reeds enkele speelgoedfabrieken, die zich bezighouden met op voedkundig speelgoed, evenzoo in Engeland en Frankrijk, 't Woord is eigenlijk in de wereld ge komen door den Belg dr. Decroly, die sprak van „jeux éducatifs" (opvoedkundige spelen). Ook in ons land wordt zéér goed psychologisch-juist speelgoed gemaakt. En nu heb ik eens de moeite gedaan om voor deze tentoonstelling de goede dingen uit verschillende landen bijeen te zoeken. „Behooren tot dit speelgoed ook de speelvoor- vaerpjes van dr. Montessori?" „Ja en neen. Mon- tessori spreekt alleen over leermiddelen. De Mon- tessori-speelvoorwerpjes zijn allemaal oefeningen tot zintuigontwikkeling, zooals oefening van den kleurzin, den tastzin of scherping van het ver stand of het oefenen van een lichamelijke func tie. 't Zijn zoowel evenwichtslatten als kleurspoe- len, inlegfiguurtjes als rekken met strikken, tee kenmodellen, balanceerstokjes of cylinderblokken. Kortom, een heele massa. En dit alles is broertje en zusje met 't andere psychologisch-julste speel goed dat het leermiddel ook soms zeer dicht na dert. Kijk maar eens naar de aardige wagentjes en bootjes met pennen erop, waarop het kind schijven kan plaatsen, die het langzamerhand leert onderscheiden, de hoepels als evenwichts oefening, de mooie holle blokken in een zakje, die kunnen dienen om de kleuren te leeren onder scheiden. Maar 't zou niet juist zijn, alleen dit „leer-speelgoed" psychologisch-juist te noemen. Dat zou een verarming beteekenen" boonen fijn wrijven door een zeef. Een gesnipperd uitje in y lepel boter licht bruin bakken, boonen puré, 2 d.L. kookwater of bouillon en 2 dJLi. boo nenwater toevoegen en de soep laten koken tot ze gebonden is. 1 ons fijn gesneden lever en doorroe ren en de soep afmaken met soya. Leverragoüt. Van 3 d.L. bouillon met 3 lepels bloem en 1^ lepel boter een sausje maken. Hier door 1 ons fijn gesneden lever roeren en 10 a 12 klein gehaktballetjes, die van te voren gaar ge kookt zijn. Op smaak met peper en zout afmaken, klein blikje champignons er doorrroeren. Het nat van de champignons dan gedeeltelijk gebruiken voor de saus. Omelet met lever. 2 Eieren uitroeren met een lepel bouillon en wat maggi-aroma toevoegen. 50 Gr. fijn gesneden lever door het ei roeren en in de koekepan met een stukje boter een omelet bak ken. Roerei met lever. 2 Eieren uitroeren met een lepel bouillon en wat maggi-aroma toevoegen. 50 Gr. fijn gesneden lever door het ei roeren als men hiervan met wat boter in een klein pannetje roerei gemaakt heeft Gebakken brood er bij geven. Aardappelpurée met lever. Van 3 a 4 aardappe len purée maken. 100 Gr. lever er door roeren, goed warm laten worden en opdienen met kropsla, sla van Br. lof of andijvie en een in plakjes gesne den tomaat. Aardappelsla met lever. Ronde plakjes aard appelen vermengen met 100 Gr. klein gesneden lever, stukjes hard gekookt ei, gehakte uitjes en augurken en aanmengen met olie en azijn. Op een schotel doen en garneeren met wat kropsla en een tomaat. „Toe, noemt u dan nog eens wat ander speel goed op dat psychologisch verantwoord is". „Dat is niet moeilijk. Ik zou kunnen zeggen: het is dat, waar het kind door alle tijden heen naar gegrepen heeft en dat de aansluiting aan het leven bevordert, 't Zijn de poppen en de pop penhuizen, de blokkendoozen en het timmerge reedschap, de postkantoordoos en de Indianen- muts, het karretje, de stoomtrein en de moderne Dieselwagen, de bewegende eend en de meccano doos. 't Is alles waar kinderen op bepaalde leeftij den belangstelling voor hebben. „En nu vraag ik natuurlijk: welk speelgoed zullen wij ze op ver schillende leeftijden geven?" „Dat is bij alle kin deren verschillend, zooals iedere moeder uit er varing weet, want ieder kind heeft zijn eigen aard, die al heel jong tot uiting komt. Maar toch volgen ze in groote trekken wel een zelfden ont wikkelingsgang. Het wiegekind heeft eerst ge noeg aan zijn eigen handjes en voetjes, eerst daarna krijgt het behoefte aan speelgoed en na tuurlijk krijgt hij dan een rammelaar. Eerst hangen we dien hoog in de wieg, daaraan een koord met een rubber bijtring. Pakt het kind er naar, dan rammelen de belletjes. Later geven we het een rammelaar in de hand maar met een gummisteel, die meegeeft, want anders zou het zich licht bezeeren. Op de tentoonstelling hadden we ook heel aardige rammelaars en bijtringen uit houten kralen in zachte tinten geverfd met plantaardige verfstoffen, zoodat het bijten erop nooit schadelijk kan zijn. En natuurlijk denk ik ook direct aan den eigengebreiden bal, waar het kindje in kan knijpen, en die het vast kan hou den. Pas na zeven maanden komt een plep-pop- petje met een piepertje, dat vast zit en een dier tje. Aardig speelgoed voor in de box zijn o.a. de bolle blokken, die ik al noemde. En zoodra het kind loopt, wil het graag iets achter zich aan trekken. Heel geschikt hiervoor zijn de eenvoudige trein tjes en auto's van één blok hout gemaakt, die eigenlijk meer de idee vertegenwoordigen dan nauwkeurige afbeeldingen zijn. Je kent ze na tuurlijk wel; ook in ons land worden ze gemaakt. En dan tenslotte nog een belangrijke afdeeling van het goede speelgoed: dat wat niets kost. Alle moeders weten dat soms de eenvoudigste dinge tjes 't aantrekkelijkste speelgoed vormen in te genstelling met de „dure stukken". Een papier tje, dat ritselt en verscheurd kan worden, een bak met kastanjes in de box, een doos rollen van films voor den grooten jongen, dit alles is even goed opvoedkundig speelgoed als dat uit den win kel. Zie je, het hangt er maar van af of er wat liefde en gezond verstand zijn besteed aan de keuze van 't speelgoed". „Zooals met alle dingen in het leven". „Ja, opvoeding is in de eerste plaats levens- practijk. Daarom heb ik altijd zoo'n hekel aan die opvoedkunde, die zoo erg hoogverheven en braaf is, al heeft de studie van de paedagogiek en psy chologie mij veel geschonken. Zoo heel gauw echter wordt die vreemd aan het leven. De opvoeding moet met beide voeten op den grond staan, de werkelijkheid, het volle leven met zijn gevaren maar ook met zijn ontzaglijke mogelijkheden zij ons uitgangspunt: geen afge trokken theorieën bestudeeren en die van boven af op onze kinderen toepassen, maar de rijke ge gevens van het leven zelf leiden in banen die om hoog voeren. Als we 't zóó zien, kunnen we nog wel vertrouwen in de toekomst hebben, zélfs in deze donkere dagen! R. DE RUYTER-V. d. FEER Zondag: Garnalensla. Ossestaartsoep Gestoofd konijn Appelmoes Aardappelen Koffievla. Maandag: Stamppot van savoyekool, aardappe len en gebraden versche worst. Beschuit met bessen sap. Dinsdag: Gebakken lever. Bieten Aardappelen Droge rijst met citroensaus. Woensdag: Kalfstong Witte boonen Aardappelen Slaadje van bananen en sinaasappelen. Donderdag: Witte boonensoep Drie in de pan Vrijdag: Panvisch Gepofte appelen Zaterdag: Hutspot met klapstuk Gevulde beschuitbollen. Jiecepten Aardige wagentjes met vennen erop., Panvisch. 1 Stokvisch van 3 ons. 1 Yz K.G. aardappelen. IV2 ons rijst V2 K.G. uien VA ons margarine mosterd, zout. De stokvisch 2 x 24 uur weeken in ruim water. Daarna in kleine stukjes verdeelen en graat en vellen verwijderen. De visch opzetten.met pl.m. 1 L. water en 1 lepel zout en 54 uur zachtjes laten koken. De aardappelen en de rijst toevoegen en zooveel water er bij doen, dat de aardappelen half onder staan. Zorgen dat de rijst niet te zien komt. Samen nog ruim uur laten koken, dan doorstampen, de in de boter gebakken uien er doorroeren en de panvisch afmaken met mosterd en zout. Gestoofd konijn. I konijn 4 eetlepels tomatenpurée. 1 eetlepel bloem. boter om te braden, of half boter, jhalf vet. zout peper. Maggi-aroma Hak het konijn in nette stukken, maak ze goed schoon, wrijf ze in met peper en zout en bak ze in de boter mooi bruin (Vs uur). Neem het wild uit de pan, roer de bloem door de boter, voeg er wat water bij en de tomatenpuree. Stoof de ko nijn-stukken in deze saus, met bijvoeging van een paar uitgetande schijfjes citroen, nog ge durende minstens anderhalf uur zeer zacht, en keer de stukken zoo nu en dan in de saus. Roer er bij het opdoen zoo noodig nog wat Maggi-aroma door. Jong blij ven en lang leven. De vraag hoe men 't leven zou kunnen verlen gen of tot in hoogen ouderdom zijn jeugd bewa ren, heeft reeds menig geleerde bezig gehou den. De apenklieren, die eens zooveel opzien baarden, hebben tenslotte evenmin iets geholpen als de geheimzinnige brouwsels en poedertjes, die men in de oudheid en de Middeleeuwen voor dit doel bereidde. De natuur laat zich door zulke kunstgrepen en trucs niet overrompelen! Een strikte vereischte om jong te blijven is nog altijd: een verstandige levenswijze. Maar hoe ziet die er in bijzonderheden uit? Weliswaar is ze voor verschillende volken en rassen weer heel verschillend, maar toch kunnen we enkele grondregels opstellen, die voor ieder mensch gel den. Een geregelde levenswijze, vroeg op en vroeg naar bed, vermijding van giftige genotmiddelen als alcohol, cafeïne enz., veel in de frissche lucht en genoegzaam beweging. Dit zijn alvast een paar gulden regels, waar aan niemand zich houdt. En nu voor een lang leven! W i e leeft lang? Meer en meer komt men te genwoordig door ingrijpende onderzoekingen tot de ontdekking, dat dit geen kwestie van levens wijze maar van erfelijkheid is. De ouderdom van de voorouders is van groot belang. Belang rijk is een statistiek van een Japansch geleerde, die bewijst dat het meerendeel der tachtigjari gen zich kan beroemen op voorouders, die even eens een hoogen ouderdom hebben bereikt. Ver der stelt deze Japanner vast, dat de eerstgeboren kinderen van ouders die bij de geboorte van het kind 21 Lot 30 jaren oud waren, meest onder de langlevenden behooren. Als we hem willen gelooven moeten we dus jong trouwen terwille van onze kinderen! KLEINE TIPS VOOR DE HUISVROUW. Zeeprestjes mogen niet worden weggegooid. Als de stukjes heel klein geworden zijn droogt u ze en doet ze in een poreus zakje. U kunt dit zeepzakje als „afwaschkwast" gebruiken en het op die manier kan de zeep nog een paar keer dienst doen. Toiletzeep mag niet ln de badkamer op een vochtig bakje wegsmelten en zeer zeker niet in 't water blijven liggen. De kinderen zondigen echter dikwijls tegen dezen regel. Wilt u zeker zijn, dat uw zeep zuinig gebruikt wordt, dan boort u er met een dikke breinaald een gat in en hangt het stuk zeep aan een lintje in de badkamer boven het bad op. Het droogt dan snel en wordt zuinig ge bruikt (want niemand zal het gedachtenlooa minuten lang tusschen de handen wrijven li

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 3