„2Je QHQeiuksvoget 2 Verdwenen staten herleven in Frankrijk. D" De kleeren maken in Duitschla den man niet meei E" Qtaote activiteit dei Jiaten. (Van een bijzonderen correspondent.) k EZER dagen trok ongewoon vertoon de aandacht op het perron nummer 1 van 't Montparnassestation van waar de trei nen naar de Loire-vallei en verder ver trekken: roode tapijten, een eere-compagnie, hooge hoeden, een sfeer van ernstige hartelijk heid. Het was de uittocht van de Poolsche re geering naar haar nieuwe zetel in Midden- Frankrijk. Dit uitgeleide werd gedaan door hoo ge Fransche autoriteiten. Een kasteel in de on middellijke nabijheid van Angers, de hoofdstad van Anjou (het bekende wijncentrum) is dooi de Fransche regeering ter beschikking gesteld met bijbehoorend terrein. Op die oppervlakte van anderhalve kilometer bij 0*7 zullen ongeveer een vijftigtal personen den tijdelijken Poolschen Staat vormen. De voormalige Fransche, Brifcsche en Ameri- kaansche ambassadeurs in Warschau, elk ver gezeld van een staf van 3 a 4 personen, zijn ook al doende hun woningen te meubileeren en te betrekken; wellicht zullen andere landen vol gen. En indien daaronder ook Nederland zal zijn, kunnen wij Zijne Excellentie niet anders can gelukwenschen met dat verblijf in dien „klas sieken, glimlachenden tuin van Frankrijk". Hoe de „kinderzegel" ontstond Een onderhoud met den ontwerpei Liesbeth - Rosemarie - Het meisje dat iedereen behoort te kennen. Achter het kleine bordje „Eigen jachtterrein van H.M. de Koningin", spelen Liesbeth en Rosemarie, en in het atelier valt het licht op een nieuw pa neel met een conterfeitsel van Liesbeth. En hier vertelt Sierk Schroder van de moeilijkheden en mogelijkheden van den portretschilder die een post zegel ontwierp. „Tja" zegt de interviewer, „u bent toch geen reclamebilietteekenaar of zoo en hoe komt u er dan toe een postzegel te maken?" „En waarom zou ik biljettenteekenaar moeten zijn om een postzegel te schilderen? Want deze postzegel, de nieuwe weldadigheidszegel, is ge schilderd. Op een paneeltje van zoo'n 15 c.M. breed, intempera. En hoe ik er toe gekomen ben? Na alle inleidende en voorafgaande besprekingen komt eerst de kwestie van: de idee. Zoo'n idee krijg je ineens. En het ontwerp maak je misschien in een half uur. Maarvoor dat idee „ineens" komt. Dat duurt nog wel eens een tijd. Maar goed, het idee heb ik gekregen. Nu was er één ding dat. voor mij vast stond. Ik wilde een postzegel maken dié ieder die hem in handen kreeg onmiddellijk de „waarde" van zulk een papiertje zou doen begrij pen. Niet zoo'n plak-zegeltje dat je tusschen duim en vinger wrijft en dat nooit méér is dan een stukje papier". En Sierk Schroder neemt een stuk. je van een tabaksbelastingbanderolle, dat er ook als een zegeltje uitziet, en verfrommelt het tus schen twee vingers. „Dus de waarde en de waardigheid moesten er dik opliggen. Ik heb toen hetzelfde idee gehad dat voor mij schilders als Michel Angelo en Boticelli en nog zooveel meer gehad moeten hebben, die op een vlakke wand hun kinderfiguurtjes in bas-relief schilderden. En op deze postzegel staat dus het kinderfiguurtje in relief; en het wordt er zoo mo gelijk nog levendiger en nog levender door en het kleine stukje papier wordt tot waardepapier, tot een zegel dat gedaehtenassoc.ïaties wekt aan een echt zegel, dat immers de teekening ook in relief draagt. „En nu het idee", zegt de interviewer. „Ja, dat er op een postzegel waarvan de opbrengst aan „Het Kind" ten goede komt, een kind moest staan, was mij onmiddellijk duidelijk. En misschien ook omdat kinderportret schilderen mijn werk van iederen dag is. De decoratieve oplossing van dit zegel is vrij eenvoudig. Een kruisvorm, het kinder figuurtje verticaal, dwars daarover de hoorn des overvloeds. Ik had eerst een iets ander ontwerp, wat mij echter minder bevredigde. En toen is dit gekomen. Ja, je kan in een half uur zoo iets schilderen. Maar ik heb hier toch wel iets langer over gedaan. Het uitstekende einde van die hoorn des over vloeds b.v. heeft mij langer dan een week bezig gehouden. Het wou r.ïet zooals ik wilde.. En aan dat eene stukje heb ik dagen lang gewerkt. Tot je tenslotte de bevredigende oplossing vindt". Dan gaat de deur open en het atelier is gevuld met het getrippel van kindervoetjes en de schil der zegt: „En daar is het model". En het model blijken er twee te zijn: Rosemarie, die zooals zij zegt, al op de kleuterschool is en Liesbeth, die niet aan de conversatie deelneemt en alleen het handje van Rosemarie krampachtig vast houdt. Een dergelijk „dubbel model" doet eigenaardige problemen rijzen. Op de tafel van den schilder liggen vellen postzegels en het is niet moeilijk in het levensblije kopje van het postzegelfiguurtje, Liesbeth te herkennen. Maar de rest? O. zegt Sierk Schroder, ze hebben, terwijl ik aan het schilderen was, hier in het atelier rondgeloopen; niet gepo seerd, maar als ik een been noodig had, moest er een even met spelen ophouden en voor die arm moest Rosemarie op de proppen komen en zoo is Rosemarie Liesbeth inderdaad het model van het postzegel figuurtje. „Het model" moet 's middags naaf bed, en wij blijven alleen met de geschilderde portretten op de ezels en de zegels die nu in alle huizen en ge zinnen, en over heel de wereld komeh. om er iets van de levensblijheid, van de kinderlijke onbevan genheid te brengen van Liesbeth Rosemarie. i Ook gelooven wij dat de staf van ons gezant schap niet bezwijken zal onder den last der werkzaamheden, op het oogenblik althans. De Poolsche autoriteiten roemen om strijd de gastvrijheid, de behulpzaamheid van Frank rijk. Ook wordt aan Polen een plaats toegewe zen, door een van zijn generaals te bekleeden, in het militaire uitvoerende comité van den Hoogsten Raad der geallieerden. Aan alles bespeurt men hoezeer er naar ge streefd wordt om alle Poolsche organisaties in zeer actieve werkzaamheid te houden. De Pool sche ambassade in Parijs (wonende in het sta tige gebouw, dat een honderd jaar geleden be roemd was door de feesten die er gegeven wer den door den Nederlandschen financier W. Ho pe) is een bijenkorf van bedrijvigheid. Naast de Poolsche ambassade en het consulaat is er in de Fransche hoofdstad nog een derde organi satie van de Poolsche regeering gevestigd, het „Centrum van Voorlichting en Documentatie", ondergebracht in een der grootste hotels. Het is dit centrum dat bijv. onlangs nadere toelich ting gaf over de gifgaskwestie tijdens den strijd in September. De bureaux van „Radio polska" zijn thans in Parijs gevestigd en bewerken de stof voor de propaganda in het Poolsch over de Fransche zenders, die op het oogenblik totaal een uur per dag bedraagt. Ook de beide Poolsche Telegraaf-agentschap- pen ..P. A T." en de „Transcontinental Press" verrichten hun werkzaamheden van Parijs uit; hun net van correspondenten in de hoofdsteden van Europa en Amerika bestaat nog zooals in vredestijd. Men treft in de pers geregeld hun communiqués aan. Ook de vertegenwoordigers van het oude Tsjecho-Slowakije vinden in het Fransche gouvernement een warmen vriend. Het begon al in de afgeloopen zomermaanden toen de ge zant Osusky een zeer belangrijke moreelen steun verwierf uit het feit dat de Quay d'Orsay hem als gezant bleef erkennen en met groote voldoening had gezien, hoe hij weigerde de lokalen van het gezantschap te ontruimen op sommatie van zijn Duitschen ambtgenoot. Sedert bleef het gezantschap een baken in de branding voor duizenden emigranten. Maar de Fransche Staat is verder gegaan. Op 2 October werd een oorkonde get-eekend, waarbij formeel erkend werd „dat de Tsjecho- Slowaaksche Staat voortleeft". En dezer dagen is een nationaal comité gevormd om die erken ning in praktijk om te zetten. Gelijk men weet wordt het Tsjechische leger in Frankrijk opnieuw in het leven geroepen, het heeft zijn eigen kader, zijn eigen militaire reglementen. De benoodigde sommen zijn door Frankrijk voorgeschoten. Dat comité is feitelijk de nieuwe voorloopige regeering van Tsjecho-Slowakije, al draagt het dien naam niet „om verschillende redenen", zegt een communiqué dat dezer dagen verscheen Het comité is door de Fransche regeering erkend. Het telt 8 personen, 5 Tsjechen, waar onder Benesj, Schrameck, Ripka, 3 Slowaken, waaronder Osusky. Het zooeven vermelde communiqué ontvouwt verder de juridische en grondwettelijke rede nen, waarom het accoord tusschen president Hacha en Hitier dateerend 15 Maart 1939 van nul en geener warde beschouwd wordt. Het minst merkt mén tot nog toe van een actueele herleving in Frankrijk van het oude Oostenrijk. In December 1938 had Van Ribben - trop bij zijn bezoek in Parijs het bekende ac coord gesloten waarbij Frankrijk vertrouwen de dat de strijdbijl v-oor goed begraven was zich bij den stand van zaken in Centraal Europa had neergelegd. De Legatie van Oostenrijk niet ver van de Etoile, was al zeer lang hermetisch gesloten Totdat de huidige oorlog de kwestie van Oostenrijk plotseling weer actueel heef tge-^ maakt.Men zal zich herinneren da-t dit land genoemd werd in de antwoordnota van Presi dent Lebrun aan onze Koningin. Ock treft men thans meermalen in deftige antichambres aarts hertog Otto aan, reeds voor den oorlog in Frankrijk een bekend figuur. Maar wat is er van de emigranten geworden, zij, die in Maart 1938 en daarna gevlucht zijn? Nu en dan komt een wereldberoemde naam aan het tragische lot van duizenden herinneren: de dood van een Sigismund Freud in Londen, de naturalisatie van een Oscar Straus in Parijs. Maar de anderen? Juridisch waren en zijn deze menschen Duitsch en hebben zij het lot van alle „Reichs-Deut- schen" moeten volgen, d.w.z. bij het uitbreken van den oorlog interneering in Frankrijk. Een commissie, waarin Oostenrijkers of voormalige Oostenrijkers van hooge afkomst zitting heb ben, moet beslissen welke personen voor afkomst wedervrijlating in aanmerking komen. Men wil echter voorzichtig zijn, want naar verluidt zijn er een aantal ongewenschte Nazi-propagandis tische elementen in de Oostenrijksche gelederen ben, moet beslissen welke personen voor dadelijk luider haar stem te verheffen (en zij wordt daarin niet gecensureerd) ten gunste van een billijke en menschelijke regeling der kwestie. Oostenrijkers, Polen. Slowaken, Tsjechen, voor allen klinkt hoewel zwak nog de zilveren klok van de hoop. Maar hoe uiterst moeilijk het voor al dezegeëmigreerde ongelukkigen is om eiken dag, die hun gegeven wordt, met blijmoe dige opgewektheid en vast vertrouwen in de toekomst te beginnen, dat weten alleen zij zelf- FAILLISSEMENTEN. Door de Arrondissements-Rechtbank te Haar lem is op Dinsdag 5 December 1939 in staat van faillissement verklaard: P. H. Bosse, winkelier in koek etc. en depothou der, wonende te Krommenie. Curatrice mevr. mr R. de Vries-Spier te Haarlem. Rechter-commissa ris mr. S. J. Pit te Haarlem. Wegens gebrek aan actief werd opgeheven het faillissement van C. O. Maaswinkel, reiziger, wo nende te Badhoevedorp, gemeente Haarlemmer meer. Curator mr. A. G. H. H. Roeffen te Aals meer. Door het verbindend worden der Uitdeelings- lijst zijn geëindigd de faillissementen van: 1. J. Kramer, bloembollenkweeker, wonende te Hamburg, voorheen te Hillegom. Curator mr. F. M. Hagemeijer te Haarlem. 2. G. H. Hassink, wonende te Alkmaar, voorheen te Beverwijk. Curator mr. W. N. Felhoen Kraal te Wormerveer. 3. A. Noordenbos, bakkersknecht, destijds wo nende te Haarlem, thans te Amsterdam. Curator mr. A. C. Rueb te Haarlem. „Stoomwalstactiek" der Russen. De Mannerheim-linie nog niet bereikt. HELSINKI, 6 December (Reuter.) Ook van daag is het weer niet geschikt voor activiteit in de lucht. Het is bewolkt en het sneeuwt. De druk van de Russen bij Petsamo en benoorden het Ladogameer neemt toe, de Russen gebruiken tanks, pantserwagens en vliegtuigen, waarachter een sterke infanteriemacht oprukt. Zij pogen de Finnen te verpletteren door de „Stoomwals-tac- tiek". De krachtigste aanval is afgeslagen, doch de druk blijft groot. Men geeft toe dat de Rus sen op sommige plaatsen tot 30 K.M. op Fin- schen grond zijn doorgedrongen, doch zij heb ben de Mannerheimlinie nog niet bereikt. Ver liescijfers zijn nog niet gepubliceerd, doch men veronderstelt, dat de verliezen van de Rus sen veel hooger zijn dan van de Finnen. De evacuatie wordt niettegenstaande sneeuw stormen en volle wegen voortgezet zonder ern stige ongelukken. Helsinki is nog de hoofdstad. De leden der re geering hebben een toevlucht gezocht in de voor steden, het regeeringsapparaat werkt normaal. Een ongebruikt riool is ingericht voor schuil plaats voor 2000 menschen. bommen kunnen hierin niet doordringen. De dood van generaal Woe Pei Foe. Japansche doktoren onder verdenking? TSOENKING, 5 December. De dood van Woe Pei-Foe heeft volgens officieele Chineesche kringen onder verdachte omstandigheden plaats gevonden. De Japansche daktoren, die hem geopereerd hebben, staan onder verdenking. Wae Pel Foe heeft immers het Japansche aanbod om leider van een door Japan gecontroleerde Chineesche regeering te worden, verworpen. In regeerings- kringen wil men Woe Pei Foe een posthume hulde brengen voor zijn patriottische houding. De Japansche woordvoerder van Japan te Peiping verklaarde: ..De dood van Woe Pei Foe is een verlies voor Japan. Hij was de meest on partijdige Chineesche generaal en had een grooten invloed op het Chineesche volk, in het bijzonder in Noord-China". (United Press). Zweedsche premier onderhandelt met de partijleiders. STOCKHOLM 6 December (D. N. B.) De kwestie der hervorming van de Zweedsche regee ring is thans in een acuut stadium getreden. De ministerpresident, Hansson, heeft medegedeeld, dat hij met de partijleiders onderhandelingen voert. De besprekingen der verschillende groepen uit den Rijksdag worden heden voortgezet. Algemeen schijnt te worden aangenomen, dat Hansson de reorganisa tie der regeering ten uitvoer zal brengen. Daaren tegen schijnt het nog niet zeker te zijn of Sandler minister van buitenlandsche zaken blijft. DE SPIONNAGE-AFFAIRE. 's GRAVENHAGE 6 December. Mr. F. C. Stahle deelt ons mede, dat hij niet meer als raads man van den heer en mevrouw Van H., die ver dacht van spionnage in het huis van bewaring zijn ingesloten, zal optreden. Mr. Stahle heeft zich er tot nu toe slechts toe be paald de taak van mr. E. G. S. Bourlier waar te nemen, zoolang deze zich buiten de stad bevond. Nu mr. Bourlier is teruggekeerd, heeft mr. Stahle zich uit deze zaak teruggetrokken. T)e wuuuuen hekken iets. meet keus dan de mannen. Men schrijft ons uit Berlijn: luidt: maar men LT.-KOLONEL BROUWER VAN HET LEGER DES HEIS OVERLEDEN. AMSTERDAM, 6 December. Een bekende fi guur in het Leger des Heils, lt.-kolonel J. G. Brouwer, is volgens een op het nationaal hoofd kwartier te Amsterdam ontvangen bericht op 73-jarigen leeftijd te Bandoeng overleden. EN bekend Fransch spreekwoord „C'est l'histoire, qui se répête", het wil ons toeschijnen dat daar aan toe dient te voegen veelal een anderen vorm. Want wie den oorlog van thans met dien van 19141918 vergelijkt en dat doen ongetwijfeld velen die begaat daarbij, waar schijnlijk onbewust, een principieele fout: hij ziet over het hoofd dat een gesohiedkundig geworden feit zich nooit precies op dezelfde wijze herhaalt. In November 1914 was de oorlog in vollen gang, In het Oosten en Westen werd er fel gestreden en Duitschland zelf was van meet af aan een zorg vuldig omsingelde vesting. Thans, vijf en twintig jaar later, ziet alles eenigszins anders uit. De strijd in Polen behoort afweer tot het verleden en omtrent de gebeurte nissen in het Westen weet het officieele legerbe- richt meestal weinig belangrijk nieuws te vertel len. Onwillekeurig denkt men daarbij aan het in het Derde Rijk streng verboden boek van Re marque: „lm Westen nichts Neues!" Met dat ver schil, dat er toen achter de coulissen wel degelijk gevochten werd en de zaak er voor Duitschland al slechter en slechter begon uit te zien, terwijl thans de situatie nog zoo is, dat men beter doet zich niet aan voorspellingen te wagen. Want dat dient er kend te worden: men heeft uit de harde en bit tere ervaringen van den vorigen oorlog en den daarop verpletterenden inflatietijd wel degelijk ge leerd. Onder de leuze „Der kluge, Mann baut vor!" heeft Duitschland zich niet slechts militair, maar minstens evenzeer economisch op een eventueelen nieuwen oorlog voorbereid en men hoort hier dan ook herhaaldelijk zeggen dat de wereld een herhaling van deze vroe gere catastrofe niet zal beleven. De distributie van kleeding. Was de snelle verdeeling van distributiekaarten in de eerste dagen van den oorlog reeds een be wijs van het feit dat men met een eventueelen oorlog in toonaangevende kringen rekening gehou den had, thans is men in deze richting alweer een stap verder gegaan door de komende verdeeling van kleerenkaarten. De tijd dat men voor een nieuw pak of een winterjas naar zijn kleermaker of een bepaald confectiemagazijn stapte om dan onderweg wellicht nog even een paar keurige nieuwe schoenen in te koopen, ligt voor den bur ger van het Derde Rijk achter den rug. Ook de wekelijksche of maandelijksche verdienste geeft niet meer den doorslag. De absolute noodzakelijkheid van bepaalde kleedingstukken moet aan de hand van zicht bare feiten worden aangetoond, wil men in den winkel het verlangde toegewezen krijgen. En al doet deze typisch Pruisische strengheid wat hard aan, toch was er alle reden om tot zulke strenge maatregen over te gaan. Want in de eerste weken van den oorlog is er en zulks niet slechts in de rijkshoofd stad heel wat gehamsterd! Men behoefde er slechts eenigszins sjofel uit te z-ien, en men kreeg alles wat men wenschte. Dit had ten gevolge, dat vele winkels weldra radicaal uit verkocht bleken te zijn en aan nieuwe leve ranties viel voorshands niet te denken. Bedriegerijen op groote schaal. Het ligt voor de hand, dat men, dit eenmaal vastgesteld hebbende, tot strenge maatregelen moest overgaan. De klachten, die bij de autoritei ten, van het publiek over het personeel, zoowel als van het personeel over het publiek, binnenliepen, kregen een omvang, welke den gevolmachtigde voor het vier-jarenplan, generaal-veldmaarsehalk Hermann Goering noopten verscheidene distribu tiebeambten wegens willekeurig of onbillijk op treden te bestraffen. Tot hun verdediging dient gezégd te worden dat tezelfder tijd door de politie vele meineedigen gearresteerd werden, die voor het verwerven van distributiebons zelfs voor de onderteekening van een valsche verklaring niet waren teruggeschrikt. Al deze vergrijpen tegen de goede orde hadden tengevolge dat men voortaan zijn oude kleeren of schoenen diende mee te bren gen om den aankoop van nieuwe plunje aanneme lijk te maken. Maar ook dat was op den duur na tuurlijk niet de juiste methode. De laatste weken worden er heelemaal geen distributiebons voor kleeding meer uitgegeven. Men is er toe overgegaan net als voor levensmid delen voortaan ook voor kleedingstukken distri butiekaarten in te voeren. En om ons een duidelijk beeld te geven van de wijze, waarop men hierbij te werk denkt te gaan, mochten we in de Wilhelm- strasse naar een bevoegde autoriteit luisteren, die in het propaganda-ministerie een en ander over de „Reichskleïderkarte" kwam vertellen: „Iedere man en iedere vrouw, elke knaap en elk meisje, ja zelfs iedere kleuter van twee en drie jaar kan aanspraak maken op zulk een kleerenkaart. Al deze kaarten omvatten honderd vakjes of punten, met uitzon dering van die voor de kleuters, welke slechts 70 punten telt. Deze kaarten zijn geldig van K ber 1939 tot November 1940, dus een w''1 Men kan er iederen winkel mee naar binn^ en bij eiken kleermaker het gewenschte bJj en op een lijstje staat nauwkeurig aang^ hoeveel punten voor ieder kleedingstuk worden. Dit wil zeggen, men moet vai thuis overleg plegen, wat men het hards!T ook werkelijj de kaart tot November 1940 komt!" De frontsoldaten Het is begrijpelijk dat de verzorging de-k soldaten voorgaat op die der burgerij. En ooh is nog verschil, want de tienduizenden Vriv die in de fabrieken thans het werk der J? verrichten, zullen allicht meer kleedingjyj noodig hebben, dan zij, die zich thuis tot bruikelijken arbeid kunnen beperken, nu eenmaal in tijd van oorlog en dan word- al gauw gewaar dat het gebruikelijke 5.'.„ woord: „De kleeren maken den man" aan sche waarde heeft afgenomen, zoodat men'-i kan zeggen: „De kleeren maken den man' meer". En als dat omtrent de mannen wordt, dan geldt dezelfde waarheid haast S1 versterkte mate voor de vrouwen. Ook voort gaat het er om dat in de noodzakelijke béhf voorzien wordt en dat wil onder de gegevt standigheden al heel wat zeggen. Weeldezucht wordt veroorfo) Door de vrouwen-organisaties der N.S^i worden dan ook voordrachten gehouden! Vj den nadruk leggen op den ernst der situat.'» de weeldezucht als een zonde tegen de schap ten strengste veroordeelen. Vergelijkt men onze kaarten met die voo: (ei „zwakkere geslacht", dan wordt men gevyu laatstgenoemden er toch nog heel wat beter toe zijn dan wij. Want op de mannenhaar; M men slechts het hoog noodige te lezen: zakd-ij sokken, wollen handschoenen, ondergoed, bcoii nachthemden en komt er een nieuw pak aan beurt, dan staan daarvoor liefst 60 punten u geven, terwijl voor voering, knoopen, garen nog 30 punten extra verlangd worden. Wal- gezegd is dat het aanschaffen van een co:> zoo ongeveer op de heele kaart beslag legt! Meer variatie voor de vto Bij de vrouwen bestaat meer variatie. Het b» ste aantal punten wordt aangegeven voor een len costuum, maar de verlanglijst, die veel graft is dan die voor de mannen, bevat allerlei prsj sche voorwerpen, welke het leven veraangenaw maar die een natuurlijke discretie ons weerlij met naam en toenaam te noemen. De vakman,j voor ons een voordracht over dit actueele tja hield, zeide dienaangaande ongeveer het volgeci „Ook onze dames kunnen groote kleedingstuki; bijvoorbeeld een mantel, een costuum, een blos een keukenschort, een morgenrok, een trainhgj. costuum, een badmantel enz. direct krijgen, v,y neer zij de dringende behoefte hiervan kuras bewijzen. Want op de kleerenkaart voor vroiiïa vindt men 50 vakjes, die afzonderlijk afge zijn en gebruikt mogen worden voor directen koop. Bovendien bestaat er voor haar een j tere keuze voor ondergoed dan voor de maut Maar het wordt haar niet toegestaan om bijv. veel paar kousen in te slaan als ze maar wens&i Voorloopig kunnen ze op vier paar kousen a spraak maken en willen ze tot eiken prijs hebben, dan wordt daarvoor het dubbele ai punten verlangd. Op één vraag onzerzijds kregen we ten woord dat wintermantels en winterjassen voornoemde kaarten niet verkrijgbaar gesteld den. Hiervoor is een speciale „Bezugschein*' n«<. zakelijk en de controle schijnt daarbij nog ste- ger te zijn dan bij alle voornoemde behoefte,. Menige vrouw zal in den eerstkomenden tfjd hm „bekleedingsbegrooting" „volgens punten1' gaan opmaken. Men noemde ons het volgende voor beeld: „Frau Müller heeft een. costuum noodig. Daar worden in den omlijsten hoek van de kaait 45 punten voor verlangd. Dan houdt ze nog 55 pui ten over, die als volgt verdeeld kunnen worden: in November of December koopt ze een paar kou sen met 4 p. en een paar handschoenen met 5 p, Ze heeft dan in de 15 geldige afdeelingen derkaati nog altijd 6 punten gespaard. In Januari en Fê- bruari zijn dan weer 5 andere afdeelingen geld!?. Maar Frau Müller is spaarzaam, ze wacht tot Maart of April en kan ineens een volledig tuur ondergoed voor 12 punten verkrijgen. En op die manier kan zij tot November 194Ö doorgaan zonder het geval te hebben, dat ze door den oorlog achteruit raakt met haar huishoudelijken voorraad „Frakun", die sedert vele jaren in de „Deutociê Allgemeine Zeitung" eiken Zondag een kostelijk gedicht over een actueel vraagstuk, publiceert, houdt zich onder het opschrift „De Kleerenkaart1 eveneens met dit netelig probleem bezig en hij stelt onze zienswijze in 't gelijk met de volgend? woorden: Mit vollem Recht verpönt is heute Das Sprichwort „Kleider machen Leute", Maszgebent ist jetzt nur die Füllung Und nicht die aussere Umhülling. En met een ironische zinspeling op'de vermaar de 14 punten van wijlen president Wilson eindigt hij zijn gedicht met de woorden: Mit diesen hundert auszukommen, Hat ieder fest sich vorgenommen, Schon weil man sich auf diese Art Die vierzehn dieses Mal erspart! 1) leg af. 1) Men mag deze verzen misschien aldus va» talen: 't Staat vast, dat men niet zeggen kan: De kleeren makennog den man Men kijkt voortaan slechts naar de pit Niet naar den bast waarin ze zit. Met deze honderd uit te komen Heeft ieder strikt zich voorgenomen, Te meer omdat men naar deez' aard Dè Veertien Punten zich bespaart. (Nadruk verboden). (Red.) Mijnheer Dinges knielde, zette den spij ker op bet spilletje van één der schar nieren en sloeg dit er met een paar slagen uit. Drie scharnieren waren zoo in qgn oogenblik los. Triomfantelijk wees de nog altijd geknield liggende Dinges op de deur. Maar tegelijkertijd werd die aan de binnenzijde geopend. Weg scboot de deur, boven op Dinges, die bevig begon te kermen. Op de heftig wiebelende deur spartelde, als een dartél vischje, de langgezochte indringer. Een stroom van vreemde, haast onverstaan bare klanken kwam over z\jn lippen. Erg opgewonden scheen hij echter niet eens te zijn. Met een sprong stond hij weer op .zijn beenen, nam z'n filmtoestel en zijn boek wéér op en liep hard weg. Bij de tuindeur keerde hij zich echter om, pakte zijn camera en filmde den stoet menschen, die hem. nadat zij van hun verbazing bekomen waren, achterna kwam, De spionnage-zaak. Bij de spionnange-affaire te 's Gravenhage is W den bétrokkenen volgens de Tel. voornamelijk te doen geweest om berichten over onze scheepvaart en de ladingen en naar ons ter oore kwam zou eea der schandelijke resultaten van deze spiennage ZJjh geweest het tot zinken brengen van een onzer sue* pen, welke onlangs tot een ramp heeft geleid. Er zouden thans ter departemente orders zijn uit gevaardigd, dat geen dossiers mogen blijven liggen- Voorts zouden maatregelen zijn getroffen, dat niet iedere ambtenaar meer van alle mogelijke zakea kennis kan nemen. Vliegtuig bij Schiermonnikoog op zee gedaald. OOSTMAHORN, 6 December. OP de post ra» het reddingsstation Oostmahorn is bericht inge* komèn dat in Noordwestelijke richting van net eiland Schiermonnikoog een vliegtuig noodseinen gaf en daalde. Men vermoedt, dat het een Duitscn toestel is. De motorreddingsboot „Insulinde" van de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding Maatschap pij is onmiddellijk ter assistentie uitgevaren en zal trachten hulp te verleenen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 6