Echtpaar z.k.
GOEDERENTRANSPORT
IN OORLOGSTIJD.
Mr. Kea Bossers
door
13
Eenmaal geïnstalleerd begon Mevrouw van Wa-
veren Stortewijk, zooals ieder jaar opnieuw, haar
broer te bewerken
„Ik heb het je al zoo vaak gezegd, Aernout, het
ia hier een onmogelijke toestand."
„In welk opzicht, als ik vragen mag?" De Heer
van „de Waeldonck" zette zich voor den zooveel-
aten keer schrap.
„Dat jij als man alleen uitsluitend aan vreemde
tulp bent overgeleverd. Dat kan niet goed gaan."
„Ik heb toch steeds tevreden kunnen zijn over
mijn personeel." Hij stond dit jaar zwak: Zijn
•terkste steun, Kee, de oude getrouwe, Kee het
onkreukbare familiestuk was hem ontvallen. Maar
hij gaf geen kamp.
„Ik heb op niemand iets aan te merken, Emilie."
„Natuurlijk niet" gaf zijn zuster grif toe. „jij
ziet zooiets niet. Daar ben je man voor. Maar ik
zeg je, het is schandelijk. In de eerste plaats is
het hier bepaald vuil." Met een gezicht, alsof haar
voeten door de modder waadden, schreed ze door
de salon.
„Neem me niet kwalijk, Emilie" waagde haar
broer, „maar nu ben je bepaald onbillijk. Als het
momenteel iets minder zindelijk mocht zjjn, komt
jflat in de allereerste plaats op rekening van
„De honden, wil je zeggen. Natuurlijk, maar ik
verzeker je, Aernout, dat je in mijn huis geen
spoor van onzindelijkheid zult aantreffen."
„Best mogelijk" zei haar broer zwakjes. „Maar
jJpWB personeel,eM" „Wisselt nog al eens" solde
hij zeggen, maar durfde de gevolgen niet aan
is veel uitgebreider" eindigde hij. En dacht aan
zijn overleden zwager, die zijn leven lang geen
rust en gezelligheid had gekend in het groote huis,
waar zjjn vrouws talrijke lievelingen alle kamers
onbewoonbaar maakten. Waar honden het bro-
caat van de stoelen vernielden en „volkomen
makke" papegaaien de fluweelen gordijnen be
klommen. Waar keukenmeisjes, kamermeisjes,
huisknechts elkaar steeds met de korst mogelijke
tusschenpoozen opvolgden. Arme Jacques. En
arme Emili" Maar zijn huis bleef ze uit, hoe aan
genaam haar die oplossing ook mocht lijken.
„Beste kind," zei hij. „Ik ben een oud man. En
ik hecht aan mijn oude gewoonten. En jij hebt je
eigen liefhebberijen. Als je me een groot genoegen
wilt doen, kom daar dan niet weer op terug. Je
bent van harte welkom op „de Waeldonck" voor
zoo dikwijls en zoo lang je wilt. Maar overigens
ieder voor zich. En als je me werkelijk eenige
wenken wilt geven omtrent mijn personeel, zal
ik je zeer verplicht zijn."
„Met genoegen" verklaarde de douairière, maar
half verzoend „Om te beginnen, dat nieuwe keu
kenmeisje
„Ze kookt uitstekend, vind je niet?" leidde hij af.
„Inderdaad. Maar verder? Is ze zuinig? Contro
leer je haar uitgaven regelmatig?"
„Dat heb ik niet noodig geoordeeld. Ik geef haar
een vast huishoudgeld, hetzelfde bedrag, als waar
over Kee kon beschikken. En ze komt er mee toe,
dat lijkt mij voldoende."
„Onverantwoordelijk. Zoo'n schepsel kan je op
alle manieren bedriegen en bedotten. Ze kan min
dere qualiteiten bestellen en het verschil in haar
zak steken. Ze kan posten noteeren voor uitga
ven, die ze heelemaal niet doet: lucifers, poetsmid
delen, ik noem maar iets. Er zijn honderden ma
nieren, waarop je bjj den neus genomen kunt
worden."
„Tja Emilie" zei de Jonker nadenkend. „Dat heb
ik nooit overwogen."
„Zie je wel?" triomfeerde ^jjn auster. „Wat heb
ik je gqsQsil"
„Maar hoe zou jij dat dan willen controleeren
„Door inzage te nemen van haar huishoudboek
natuurlijk. En wel onmiddellijk. Ik wil het met
genoegen voor je doen.Dat is mij, naar ik meen,
wel toevertrouwd."
„Ga je gang" zuchtte de Jonker. Onpleizierig
was dat. Waarom zou Lies niet te vertrouwen zijn
Een door en door fatsoenlijk vrouwtje leek ze, een
kind nog bijna. Zou hij zich vergissen? Hij had
in den regel een goeden kijk op menschen.
„.Laten we nu meteen de koe bij de horens vat
ten" onderbrak zijn zuster beslist. „Laat haar van
avond hier komen met het huishoudboek."
„Zooals je wilt." En hij schelde Hendrik.
„Lies, er is een verrassing voor je vanavond"
kondigde Hendrik opgewekt aan.
„Voor mij? Vertel gauw."
„Je wordt op de thee verzocht in de studeer
kamer. Bij Mevrouw de Douairière van Waveren
Stortewijk."
„As je me nou" zei Lies. Hoe moest ze ooit die
rare uitdrukkingen weer afleeren?
„Het is de waarheid" zei Hendrik plechtig.
„Maar niet de vólle waarheid. Je moet iets mee
brengen. Je huishoudboek."
„Mijn wat?" kreet Lies ontzet.
„Je huis - houd - boek" herhaalde Hendrik.
„Maar dat hèb ik niet. Waarom moet dat in
eens
„Ze wil je uitgaven controleeren" vertrouwde
Hendrik haar toe. „Tenminste dat heb ik er uit
begrepen. Ze had het er druk genoeg over."
„O, maar dat is verschrikkelijk!" steunde Lies.
„Frank, Frank dan toeh!" Ze holde naar de ga
rage, een en al opwinding.
„Dat is leelijk" zei Frank en keek ernstig. „Wat
stom, dat je nooit iets hebt opgeschreven."
„Maar dat heeft niemand me gezegd. En ik heb
nooit een huishoudboek gehouden. Stel je voor,
iederen dag hetzelfde, het heel jaar door: zooveel
brood, zooveel melk. Wat een onzin!" barstte ze
uit, viel toen verslagen bij de tafel neer.
„En nu zit ik er mee," ze begon te huilen.
„Wat is ei aan de hand?." Aoaie Kwam biacep,
bleef verbaasd staan. Snikkend vertelde Lies het
onheil.
Annie dacht diep na, zei toen ineens:
„Hou je mond tegen Toos. Laat niet merken,
wat er aan de hand is. Ik geloof, dat ik je kar.
helpen. Wacht maar tot vanavond."
Ze werkten gevieren Toos vroeg de deur uit.
„Ziezoo" zei Annie geheimzinnig. „Doe nu die
kast maar eens open. In de linkerla ligt je huis
houdboek."
Lies keek ongeloovig, liep toch naar de kast. De
linkerla lag vol beduimelde schoolschriften, alle
gevuld met Kee's onbeholpen hanepooten. Dag voor
dag stonden daar alle uitgaven opgeteekend, fan
tastisch gespeld, maar nauwkeurig en volledig.
En geen enkel schrift droeg een jaartal.
„Nu moeten we er eentje uitzoeken, dat met één
November begint" zei practische Annie. „En dan
zoo verder. Kee gebruikte zoowat iedere maand
een nieuw. Ze kocht altijd een heel pak schriften
tegelijk, aan de deur."
Na lang zoeken en schiften hadden ze 'n compleet
stel bij elkaar. Van 1 November tot 1 Maart. „Voor
mekaar" zei Annie. „En vee) succes."
„Ik knijp hem toch" zei Lies. „Duimen, hoor
Frank!"
,,'t Zal wel losloopen" zei Frank, die het in stilte
toch een raar avontuur vond. Maar ze hadden
geen keus
En Mevrouw van Waveren Stortewijk, heimelijk
teleurgesteld, controleerde de schriften. En kon
gaan aanmerking vinden.
Maar haar broer, voor den vorm een schrift
doorbladerend, dacht: „Heb ik me nu vergist? Hoe
kan een meiske, dat er zóó uitziet, zulke hane
pooten schrijven? En „groene seep" en „2 pont
ZooDa." Hij hield zijn twijfel voor zich. Maar om
zijn mond trok een lachje.
HOOFDSTUK X
„De hoeveelste is het vandaag?' dacht Lies met
een bij het wakker worden. Er hing geen kalender
in de keuken en de ©enige datum, die ze alt£ö
onthielden was de eerste van de maand „van*
wege de spijkers" zei Hendrik.
Maar vandaag was ze er ineens nieuwsgierig naar,
In de keuken vond ze de kranten, die ze den vo>
rigen avond gelezen hadden. „14 Maart" las ze-
Dat was dus eergisteren. Dus was het vandaag
de zestiende. Haar verjaardag. Niets aan Frank
laten merken, dacht ze, ruimde gauw de kranten
en theeboel op. Het werk van iederen vroegen
morgen, nu al viereneenhalve maand lang. Red*
deren in de schemerige, koude keuken. Theewater
opzetten. De kachel uithalen. Inleggen en aan
steken. Natuurlijk trok ze weer niet. Ze hoestte,
tranen in haar oogen. Niet alleen van den rook.
Vierentwintig werd ze vandaag. Haar verjaardag
vorig jaarNiet aan denken, commandeer*
ze zichzelf. Maar 't lukte niet. Ze zag het ineen!
weer allemaal: Hun schattige huisje. De eetkamer,
dien morgen vol bloemen. Truus met haar witte
schortje, die de thee binnenbracht. Den heelen dag
bezoek, 's avonds het dinertjeEn tusscben en
boven alles heen: Fran]-:. Frank aan de ontbijt
tafel, als een schooljongen met zijn pakje: de ring
en oorhangers, waar ze al tijden wild op was.
Frank, 's middags vroeg thuis van kantoor, als ge
wichtig gastheer in actie met flesschen en sigaret
ten. Frank aan tafel tegenover haar, hun oogen,
die elkaar telkens stralend zochten. Omdat bot
allemaal zoo zalig was.
En Frank, die nu boven nog sliep en haar vrt*
jaardag wel zou vergeten hebben.
Je moest vooral niet huilen, terwijl je de kachel
aanmaakte, ontdekte Lies, toen ze een spiegel
voorbijliep. Een huilbui in divankussens met een
kanten zakdoekje in de buurt, dat kon nog lèta
„Asschepoes" zei ze en waschte de roetvegen weg.
Aan het ontbijt niets bijzonders. Lies had t*a
nog een beekje gehoopt. Maar Frank deed gewóón.
Hij keek haar wel een paar keer aan, vroeg be
zorgd: „Heb je iets, je met zoo wit." „Een beetje
hoofdpijn, de kachel rookte straks zoo."
JMS& igrsölÊL
De overlevenden van een vernielden Duitschen onderzeeër
zijn door een Engelschen torpedojager aan boord genomen
en in een haven aan de Britsche Noordoost kust aan wal
gezet
Sedert de débacle van de Credit Anversois" blijven de deuren
van het bankgebouw gesloten, ondanks het feit, dat velen
zich komen melden, om te hooren, wat er van hun geld
geworden is
Bronislaw Huberman, die in den Haag eenige vioolconcerten zal geven,
tijdens de repetitie met het Residentie-orkest onder leiding van Frits
Schuurman
De oude watertoren in de duinen te
Zandvoort, waarvan de diensten over
bodig zijn geworden, verdwijnt onder
sloopershanden
Het goederentransport over zee gaat in deze dagen van oorlog met de grootste gevaren gepaard.
De lading van een behouden in Engeland aangekomen schip wordt gelost, om verder naar haar
bestemming te worden verzonden
De versterking van den inwendigen mensch wordt
ook door den Britschen landsverdediger niet ver
geten. En als bovendien bekoorlijke hulp bij da
bereiding geboden wordt, is er niets meer wat te
wenschen overlaat
Ook In Ned. Indië maakte men gedurende de
dagen voor St. Nicolaas veel werk van de winkel
étalages, vooral tot vreugde van de inheemschs
bevolking
Petsamo, aan de drielandengrens Noorwegen Finland Rusland, dat in het
brandpunt van de internationale aandacht staat sedert het uitbreken der
Russisch-Finsche vijandelijkheden
De strijd in Finland. De brandende overblijfselen van een Russisch oorlogs
vliegtuig, dat in de nabijheid van Helsinki werd neergeschoten