lagboek van een busreis door Amerika. Steun aan kleine zelfstandigen D Indrukken. Litteraire Kantteekeningen. MEREKANEN behooren tot de huiselijk- ste'menschên ter wereld en de gezellig heid van de straat kennen zij niet. De straat is voor den Amerikaan iets zake- >7 De rechte lijn tusschen twee punten. Het «[waar je geweest bent en het punt waar je 'k™ flioet, en de winkels zijn er cm te koopen tae iioodig hebt. De bars om te drinken waar dorst naar hebt. De straat is niet om te «eeren, om te kuieren, om étalages te kijken. <je"'bar niet om er rustig te zitten, rustig te jtóö,' rustig de krant te lezen. Daarom zijn de Se!' ten'van Kansas City en Cincinnati, van Denver Lake City en van Washington om negen 1 'S avonds uitgestorven. En wordt het licht de étalages spoedig na het sluiten van de zaak gedraaid. En hangen op de bar-krukken een 'er mannen, die dorst hebben en zwijgen. El len in de Cabarets alleen vreemdelingen en jvallige feestvierders, 't Is allemaal zakelijk j'r en' noodzakelijk. En nooit gezellig'. Gezellig Nederlandsch begrip waar ge hier niet om komen. O, borreluur in Holland. O, gezel- avondstraten van Nederland. En o, slaperige ^1-iobby's van Amerika, die cm tien uur uit sterven zijn. De Amerikanen gaan vroeg naar Want morgenochtend begint de „business" en business is vermoeiend. En eischt den jnsch op. En wat moet de vermoeide opge laj^ 'erf ^te mensch met gezelligheid? ffe zaten in een dorpshotelletje, midden in D, '."nsas. Kwamen om vier uur 's middags na lev m reis van zes uur 's morgens af. uit de bus ife rold. De waard is een waard, zooals ge die in 'J dorpshotelletjes vindt. Groot, rustig en l{| aderlijk. En de kamers zouden die van een goed v jjerlandsch dorpshotel kunnen zijn: helder, ffii| jïged en hoog en geurend van boenwas. Geen noderne hoteltechniek met kleine kamers, alle ^kken en radio. Maar het bed is breed en itS icht en uit de kraan boven de kleine wasch- jfel stroomt water van de hoogvlakte en de r]2iek is die van de krekels en van den wind, ie om Kansas waait. De gelagkamer is de huis- jmer van den waard. Alleen in Amerika wordt i schommelstoel nog in eere gehouden. De douw van den waard zit zwijgend te breien. De icchter maakt 'n eindeloos-lijkende beddesiprei. i ga het dorpskrantje lezen, dat eens in de teek verschijnt en waar alleen maar plaatse- tiij ijke nieuwtjes in staan: van de dames-brdige- üi« ;';b en van de tooneelvereeniging en van de tej imilie Mc. Farley, die een lunch heeft gegeven U «rde familie Voorhis. Geen politiek, geen oor- üj g, geen problemen. De wind en dekrekels en St en zacht bed, of ge nu in Gansas zijt, of in het van Heusden en Altena Honderd maal hebben we 's middags gestopt j een stadje. „Lunch-stop, twintig minuten" jert de chauffeur en de ..bus" rekt de stramme [eenen uit en werpt zich op de drug-store ■J weien en eet z'n sandwich en drinkt z'n koffie rookt z'n sigaret. En dan drentelen we nog ren door de straat. We zien weer een kerkje a weer een klein kerkhof en lezen namen van zerken en van de borden voor de bioscoop en omen langs de bank en langs het hotel en mgs den kruidenier en den fruitwinkel. Honderd Ij naai lezen we dezelfde reclameteksten. En ij honderd maal denk ik: Voor mij zijn al die honderd Amerikaansche stadjes het zelfde liaar de kruidenier van Ellis voelt zich alleen naar in. Ellis thuis en de fruitman van Boon- 'e woelt zich alleen maar in Boönville thuis, de" één zóu niet in Boóftville willen wonen' inde!ander niet in Ellis. Net als in Delfzijl en !o Barneveld. Hoe meer gé reist, .hoe meer ge >t een mensch een mensch is en een :?rk.een zerk. In Kerk-Avezaath en in Rocky- Wanneer ge door de prairiën kómt wordt ge umahtisch. En "Winnetou staat wëer recht op 3 uw hart. We zeggen: „O, kijk daar 's", wan- •.eerive een schapenkudde zien met een herder- ie-paard; een geweer dwars over dén rug en «n hoed met een breeden rand. Maar de Indianen in het café-langs-den-weg hebben oope confectiepak]es aan; ze luisteren met ïelbehagen naar de jazz-muziek die uit de radio tornt- en ze zeggen niet „ugh" en ze rooken geen rredespijp maar Camel. Mijn vrouw zegt: „We roesten nu eens in zoo'n toeristenhut gaan ilapen vannacht, midden in de rotsen, da's ro- "sch". We slapen in een toeristenhut mid- cen in de rotsen. Een hut voorzien van inge bouwd bad, douche en radio boven het bed. ,Ugh" zeg ik, wil de dochter van een Adelaar umba-muziek hoor en, of het laatste nieuws ut Londen en Berlijn?" Midden in de rotsen, in iet land van Winnetou in een huthet rarme water in het bad is lekker en op 9000 hionieter van de Place de la Concorde luisteren te naar de rede van Daladier. LICHTSEIN ONBEWAAKTEN OVERWEG De slotmachines van Nevada zijn gevaarlijk. Nevada is een tuchteïóoze Staat. Reno is zijn symbool. En er mag overal gegokt worden. In ieder openbaar lokaal staat een batterij van ..slotmachines" Ge gooit er eW geldstukje in, ge draait aan den zwengel en in het nikkelen bakje ratelt drie of vijf of tien maal uw in- worp. Meestal ratelt er niets en blijft het bakje leeg. Eén keer in de zóóveel weken heeft iemand groot geluk: jackpot! alles wat in de machine is rolt in het bakje en stroomt over den rand op den vloer. Ge kunt met stuivers, met dub beltjes en met kwartjes spelen. Het is verleide lijk uw kop koffie of uw sandwich terug te winnen. Daarom loopt iedereen achteloos naar de slotmachine, schuift iets in de gleuf en zwengelt. En daarom betaalt bijna iedereen het dubbele, het vijf of het tienvoudige voor zijn koffie. Héél Nevada rinkelt van de slotmachines en trilt van de gokkerij. Ik heb er tien koppen koffie en een avondmaaltijd verzwengeld. „Had ik drie pa'ar kousen voor kunnen koopen", zegt mijn vrouw. Vrouwen zijn zoo materialistisch. We bussen tweehonderd-driehonderd kilo meter per dag. We bussen twintig dagen. We rennen door de prairiën, door de eeuwige sneeuw, langs wonderlijke roode rotsen door stadjes en steden, door tien staten, langs beken en over rivieren, we zien namen die héél achter in ons geheugen lagen, de Mis sissippi, de Rocky Mountains, Missouri, Idaho, Indiana; we beklimmen de trappen van drie Capitolen. loopen door de lanen van het Witte Huis, staan aan het graf van Buffalo Bill, we komen langs de wening van Senator Taft, zien 's avonds op het tooneel in een bioscoop in Kansas City Laurell en Hardy, de dikke en de dunne, in bloed-eigen vleeschelijke persoon: we loopen door de sneeuw en rooken een sigaret in den brandende zonwe draien aan slotmachi nes en drinken koffie naast mannen met cow boyhoeden, we slapen in dorpshotelletjes en in plaza's waar de waschtafelglazen hygiënisch gedesinfecteerd zijn en de bedden voorzien van rubber-matrassen; we dwalen door vreemde steden en staan onder vreemde, lichte nacht hemels en de brave, rustige, snelle bussen dra gen ons verder dwars door dit geweldige Amerika tot dat we de laatste daling naar de kust be ginnen en de eerste wuivende palmen van Cali- fornië tegen het blauw-en-goud van den hemel staan MR. E. ELIAS. Scheidsrechter Otto Ohlsson fluit niet meer. Uit Stockholm: Na'25 jaar lang als scheids rechter gefungeerd te hebben, trekt Otto Ohlsson zich terug. Ook vo.dr. de Nederlandsche voetbalwereld is deze Zweed een goede beken de. Vijf maal heeft hij een interlandwedstrijd van het Nederlandsch elftal geleid, n.l. Dene marken—Nedeïland óp '13. Juni 1926 te Kepen- hagen, Duitschland Nederland op 4 December 1932 te Düsseldorf,; Nederland'België op 7 Mei 1933 te Amsterdam; Nederland—Ierland op 8 April 19344 te Amsterdam en Nederland Duitschland op 17 Februari 1935 te Amsterdam. GYMNASTIEK WEDSTRIJDEN K. T. K. Maandagavond werden in de gemeentelijke gym nastiekzaal aan de Badhuisstraat te Haarlem de jaarlijks graadwedstrijden voor dames uit den Kennemer Turnkring gehouden onder leiding van den heer C. Th. Smal. De jury bestond uit mej. A. Schaap (Zaandam), mevr. en den heer van Praag Segaar, en de heeren E. Fortuin, M. Jacobs en J. Jelles (allen uit Am sterdam). De resultaten van den wedstrijd waren over het algemeen niet fraai, ook blijkens de cijfers door de jury gegeven. De jury stelde haar eischen zeker niet te hoog. De teruggang sinds vorig jaar (niet alleen in hoedanigheid, maar ook in aantal van de deelneemsters) moet overigens voor een gedeelte geweten wórden aan het niet of het niet regelma tig turnen tengevolge van militaire bezetting van gymnastiekzalen. Voor den eersten graad hadden zich 7 dames aangemeld, die allen waren opgekomen. Drie kam pioenen uit vorige jaren namen aan den wedstrijd deel, maar geen van haar gelukte 't nu no. 1 te worden. Deze eer was weggelegd voor mej. T. van Leeuwen van Olympia te IJmuiden, welk resultaat zeker geen verrassing zal zijn voor hen, die van den snellem opgang in de laatste jaren van deze turnster getuige zijn geweest. Van de 55 te beha len punten verwierf zij er 41. De kampioene 1938, mej. A. Brouwer van Turnlust Haarlem, kwam met 39.5 p. op de tweede plaats, gelijk met de prima van vorige jaren, mej. C. Kwant van Con cordia te Haarlem no. 3 met 35 p. werd mej. A. Nol van de T.V. Santpoort. De oud-kampioene mej. C. Koraingsbruggen van OtS.S. te Zandvoort kon '-t dezen avond ais no. 4 niet hooger dan 33.5 p. bren gen. Geen enkele turnster uit den lsten graad wist een len prijsdiploma te bemachtigen (voor min stens 75 percent van het maximum). Drie behaal den een 2en prijs diploma (minimum 70 percent) en evenveel dames een 3en prijs-diploma (mini mum 60 percent). Slechts één turnster bleef voor een diploma beneden de maat. In den len graad kon geen vereenigingsprijs uitgereikt worden, omdat geen em-kele club met 't daarvoor vereischte minimum van 3 turnsters in dien graad uitkwam. In den 2en graad kwamen van de 16 dames er 11 op van wie 2 een tweeden prijs-diploma wonnen -n 8 een derden prijs-diploma. Eén turnster be haalde hier dus geen diploma. Twee clubgenooten waren de besten en wel de dames R. Los en D. Tabak van Turnlust te Bever wijk, met 38.5 p. Verder bleek de volgorde: 2 R. Bakker van Olympia (IJmuiden) 38 p., 3 R. Ber nard van de Bloemendaalsche Gymn. Ver. en B. Zandvoort van Olympia met 37 p. Ba to won een derden vereenigingsprijs. Tenslotte de derde graad. Van de 50 inge schrevenen waren er 37 verschenen, waarvan 2 een len prijs-diploma behaalden, 10 een 2en prijs- diploma en 21 een 3en prijs-diploma. Vier dames wonnen geen diploma. De uitslag was hier: 1 J. Hömann (Concordia) 43.5 p., 2 H. Koelemij (Bato) 43 p., 3 R. Pronk 'B.G.V.) 40.5 p. Vereenigingsprijzen waren voor Concordia (eerste prijs met 202.5 p.), B.G.V. (eer ste prijs met 192.5 p.) en Bato (tweede prijs met 191 p.) Uitvoering technisch mogelijk SCHAKEN. H. S. C 2—H. S. G. 2. De tweede tientallen van de Haarlemsche Schaakclub en'het Haarlemsch Schaalgezelsohap bekampten elkaar Maandagavond in de com petitie van den Noord-Höllandschen Schaakbond. De uitslag luidt: H.S.C. 2 H.S.G. 2 J. J. H. Banner—H. D. v. d. Ouw J. J. A. Hoeben Jr.W. J. Saeys W. J. JolinkJoh. v. Teunenbroek Ch. P. AkkermanA. D. v. Steenis E. F. IJlstra—F. W. v. d. Putte H. J. van EsA. Wehmes J. Schippersmej. M. W. Bannimk J. PrinsW. A. de Boer J. FortgensVester E. MaaskantC. van 't Riet Totaal E hulpverleening aan de groote groep der kleine zelfstandigen is een onder werp waarover in den loop der jaren reeds vele pennen in beweging zijn ge bracht en waaraan menige middenstandorgani satie de noodige aandacht heeft besteed. Maar niet alleen in dien kring laat men daarover zijn gedachten gaan, ook in agrarische kringen blijkt men er belangstelling voor te hebben, zooals blijkt uit een redevoering uitgesproken in een vergadering van het Koninklijk Nederlandsch Landbouw Comité dc«or Mr. H. M. Groeneveld, Administrateur van het Departement van Sociale ZaJken. Onder kleine zelfstandigen verstaat men al degenen die voor eigen rekening en risico een tak van bedrijf, of een vak uitoefenen. Zij zijn het dus die deelnemen aan het bedrijfsleven. In dat opzicht staat de kleine zelfstandige gelijk met den loonarbeider die tegen genot van een vooraf vastgestelde belooning in datzelfde be drijfsleven werkzaam is. Op dat loon heeft de werknemer in den regel aanspraak, ongeacht de geldelijke uitkomsten van de onderneming, waarin hij werkzaam is. Bij den zelfstandigen ondernemer is dat anders. Deze weet dat zijn belooning uitsluitend afhankelijk is van de gel delijke uitkomsten van zijn eigen onderneming. Onder die zelfstandigen zijn de z.g. kleine zelf standigen, zij, wier geldelijke inkomsten gewoon lijk bescheiden zijn en die een loongrens kennen, welke de sociale verzekeringen hebben gesteld, binnen welke de Overheid haar sociale voorzie ningen aan de loonarbeiders laat ten goede komen. Verplichte verzekering. De ongevallen-, ziekte- en invaliditeitsverzeke ring zijn verplichte arbeiders-verzekeringen. De beperking tot loonarbeiders is opzettelijk. De uitkeeringen worden beschouwd als een soort „uitgesteld" loon. Dit theoretische uitgangspunt liet geen ruimte voor opneming der zelfstandi gen, aangezien voor hen van een te voren vast gesteld „loon" geen sprake is. De zelfstandigen zijn wel toegelaten tot de vrijwillige verzekering. Voor opneming in de drie genoemde verplichte verzekeringen bestond evenwel voor hen geen rechtsgrond. In dit standpunt is langzamerhand verandering gekomen. In breeden kring wordt die rechtsgrond niet meer vastgekoppeld aan de loondienstverhouding en aan de theorie van het rechtvaardig loon, maar wordt de rechtsgrond gezien in het algemeen belang, dat degenen, die aan het bedrijfsleven, hetzij als zelfstandige hetzij als loonarbeider deelnemen en daarbij voor het levensonderhoud van zich en hun zin op min of meer bescheiden inkomsten zijn aangewezen, in geval van ongeval, ziekte, invali diteit en ouderdom in het bezit zijn van inkom sten, zoodat zij zich niet behoeven te wenden om onderstand tot de organen van armenzorg. Dit beteekent dus, dat de tegenstelling loonarbeider- zelfstandige door velen niet meer wordt gezien als beslissend voor de vraag omtrent het opleggen der verplichte verzekering. Het zwaartepunt komt te liggen in de maatschappelijke verhouding. Bij overeenkomst in maatschappelijke verhoudinj is verzekeringsplicht gemotiveerd, ongeacht de vraag, of aan het bedrijfsleven wordt deelgeno men als loonarbeider dan wel als zelfstandige Dit gewijzigde standpunt blijkt ook uit de Me morie van Antwoord op het wetsontwerp-kinder bijslagverzekering. Ook in het desbetreffende adyies van den Hocgen Raad van Arbeid werden uitvoerige beschouwingen „gewijd „aan de vraag of dé kleine zelfstandigen daarin betrokken dienen te worden. In dit verband moge voorts nog de aandacht gevestigd worden op de motie, die bij de behandeling van de begrooting van het Departement van Sociale Zaken 1939 werd ingediend door het toenmalig Kamerlid Drv. d. Tempel en waarbij de instelling van een Staatscommissie met betrekking tot de verplich te sociale verzekering voor kleine zelfstandigen werd gevraagd. Mr. Groeneveld verwacht, dat de instelling van een Staatscommissie verwacht kan worden, vooral nu Dr. v. d. Tempel minister van Sociale Zaken is geworden. Voor het be trekken der kleine zelfstandigen in de ver plichte verzekering bestaat dus zeker een deugdelijke rechtsgrond, terwijl met het opleL gen van den verzekeringsplicht het welbegrepen belang der zelfstandigen wordt gediend. De er varing leert dat de groote massa der kleine zelfstandigen niet tot vrijwillige verzeke ring komt. Is uitvoering technisch mogelijk? Mr. Groe neveld merkte naar aanleiding van de technische uitvoerbaarheid op, dat de sociale verzekering in ons land Is opgezet als self-supporting. De uitkeeringen worden gedekt door opgebrachte premiën en interesten uit de gevormde vermo gens. Door het Rijk worden alleen de admini stratiekosten betaald. De verplicht verzekerden zelfstandigen moeten dus zelf de kosten opbren gen. Het is dus noodig een zoodanige omschrij ving van het begrip zelfstandigen te kiezen, dat de premielast opgebracht kan worden. Deze premie is berekend op f 31.20 per jaar voor een meerderjarigen man en f 26 per laar voor een meerderjarige vrouw. Voor de drie bestaande ver plichte verzekeringen zou dit bij een gemiddeld inkomen van f 1000 per jaar aan premie voor de Ongevallenwet circa 1 procent, voor de Ziekte wet circa 1.5 procent, dus tezaimen oip f 25 komen. Vooreen man en vrouw worden deze be dragen f 56.20 per jaar. Bij opname in de verzeke ring zou een minimum inkomensgrens vastge steld moeten worden. Intusschen zou men de zelfstandigen-werkgevers in elk geval kunnen, opnemen, want zij betalen reeds premie voor hun personeel. Een minimum inkomensgrens heeft het minder sympathieke, dat juist diegenen, die de meeste behoefte daaraan hebben van de ver zekering worden uitgesloten. Anderzijds heeft het geen nut lasten op te leggen, die de minst draagkrachtigen niet kunnen betalen. Als maximale inkomensgrens ligt voor de hand om een bedrag ad f 3000 aan te houden, zooals thans geldt voor de loonarbeiders. Een moeilijkheid ontstaat bij de Invoering der verplichte verzekering voor die kleine zelfstan digen, die reeds in leeftijd zijn gevorderd. Het zou voor hen billijk zijn, dat de Staat het tekort op de premiën bijbetaalde, evenals destijds voor de arbeiders geschiedde. Intusschen zijn de tijds omstandigheden daarvoor weinig gunstig. De Staat heeft reeds moeite genoeg om aan de be staande verplichtingen voortvloeiende uit de In validiteitswet te voldoen. Den ouderen zou men dus misschien gereduceerde rente-aanspraken kunnen geven, waarop de Staat een zekeren bij slag zou dienen te verstrekken. Dat de kleine zelfstandige meer zou hebben aan ouderdomsvoorziening dan aan invaliditeitsvoor- ziening wordt niet door statistisch materiaal als juist aangetoond. Zoo kwam Mr. Groeneveld ten slotte tot een drietal conclusies. In de eerste wordt gewezen op den bestaanden rechtsgrond voor het betrekken van de kleine zelfstandigen in de verplichte verzekering en in 't bijzonder in de verplichte invaliditeitsverzeke ring. In de tweede conclusie wordt het opleggen van den verzekeringsplicht in het belang ge acht der kleine zelfstandigen, terwijl in de derde conclusie wordt betoogd, dat de verplichte ver zekering van zelfstandigen technisch uitvoer baar is. MOLLERUS. VOETBAL. NEDERLAND-BELGIË. Nog twee officiëele wedstrijden. Zooals men weet was de Zondag j.l. te Rotter dam gespeelde jubileum-wedstrijd Nederland-België geen officieele ontmoeting, maar een extra wed strijd. Het staat thans officieel vast, dat de jaarlijksche wedstrijden tegen België ook dit seizoen zullen door gaan. Op 31 Maart wordt te Amsterdam Nederland— België gespeeld en op 28 April te Antwerpen België —Nederland. Ook weer een wedstrijd Roocfa DuivelsZwaluwen. De jaarlijksche wedstrijd Roode DuivelsZwalu wen zal binnenkort op Mardi Gras ook weer ge speeld worden. Marie C. van Zeggelen. Festijnen en Perikelen. Amsterdam. J. M. Meulenhoff. Onze vroegere stadgenoote, wier „Liefde in Kennemerland" een zoo verdiende waardeering mocht ten deel vallen en die zelve, met zoo blijk baar welgevallen in de regentenfamilies der achttiende eeuw zich bewoog, heeft kon het anders? van die dames en heeren nog niet zoo ;emakkeijk afscheid kunnen nemen. Festijnen en Perikelen is een zelfstandige roman doch met genoegen zal men aan .het vorige boek dezer aristocratisch-intêfligente schrijfster herinnerd worden, als kinderen der Boreels, ouder gewor den, ook in dit werk optreden en de gelukkige dagen der jeugd op Beeckestein in de herinne ring komen. De hoofdfiguren thans vond zij in de Haagsehe Fagels, in den ouden griffier der Staten in de eerste plaats in zijn kinderen en kleinzoon Jacob daarna. Het behoeft niet herhaald te worden dat Mevr, Van Zeggelen het verstaat de sfeer van dien tijd, den omgangstoon der aristocratie dier periode, vóór de lezers leven in te blazen, zoodat deze als vanzelf daarin opgenomen worden en ieder mogelijk verwijt van gekunsteldheid bij hen opgemerkt gesmoord wordt. Men leeft in dit boek de festijnen en. perikelen die zich in de Haagsehe kringen van het Hof en de aristocratie voordoen, met groote belangstelling mede; men krijgt groote sympathie voor den ouden Fagel en voelt genegenheid opkomen voor Prinses Loulou en haar moeder Prinses Wilhel- mina. De perikelen der .liefde zijn ook hier weer vele en veelsoortig van aard en aan romantiek ontbreekt het in deze historische levens in geenen deele. Mevrouw Van Zeggelen's arbeid is in de •eerste plaats romankunst geschraagd door his torische kennis en de verhouding is niet, als bij veel historische romans die wij den laatsten tijd onder de oogen kregen, omgekeerd, waarbij een overstelpend feitenmateriaal 'de eigenlijke romantiek in het gedrang-brengt. Deze schrijf ster is inderdaad-en vóór het andere: artiste, wier aard en wezen met den tijd waarin haar verhalen zich afspelen volmaakt concordeeren. Daaraan lijkt het mij te danken dat de lezer zich spoedig in haar romans inleeft en zelfs al voor de jonge lieden, die pas later een rol in de geschiedenis zullen te vervullen krijgen, zooals Jacob Fagel en Gijsbert Karei van Högendorp belangstelling opvat. - Als we den aard harer schrijfkunst met een paar woorden moeten aanduiden, zou men die voornaam-gezellig kunnen noemen. Aan woord kunst doet zij niet, doch aan slordigheden of aanstellerij evenmin en men mag zeggen dat haar historische romans tot de prettigste ver schijningen op den jaarlijkschen feestdisch be hooren. Anke Servaes. Wie volgt. Roman. Baarn. Hollandiadrukkerij. Het kind moet een naam hebben, dooh een roman is deze roman toch eigenlijk niet. Een roman veronderstelt, meende ik, een zekeren sa menhang van den inhoud een zich ontwikkelende voorzetting van een aangevangen thema, een verhaal ten slotte dat, reëel of verdicht, een be hoorlijk afgesloten geheel vormt, waaraan niet naar welbehagen van voren of van achteren iets kan worden toegevoegd of ontnomen. In „Wie volgt" geeft Anke Servaes een' reeks schetsen van gevallen die voor den kinderrechter in be handeling komen en het is deze sympathieke persoonlijkheid die een samenhang tusschen deze schetsen teweeg brengt. Doch daardoor wordt het boek nog geen roman. Deze bedenking tegen de naamgeving van ons geweten afgewenteld zijnde kunnen wij rustig van onze waardeering voor Anke Servaes' werk getuigen. Men kent reeds haar schetsen uit de kinderverpleging, kent haar liefde voor kinde ren en haar onbegrensde bewondering voor het werk van den kinderrechter, die in „Wie volgt" aan den dag treedt, is dus alleszins begrijpelijk. Dat er in vele dier door haar navertelde gevallen, voor de balie van dezen rechter behandeld, een trieste romantiek schuil gaat, zal niemand weer sprekener is stof voor verschillende romans aanwezig, die hier echter in aangekleeden ver- slagvorm op interessantè wijze behandeld wordt. Deze stof is, maatschappelijk bezien, van niet te onderschatten belang, waardoor ze, geheel af gezien van de litteraire waarde van een boek als „Wie volgt", door een toegewijd schrijfster als Anke Servaes slechts winnen kan aan daad werkelijke sympathie. Hetgeen misschien van nog grooter waarde is dan een begrensd litterair succes. Theo J. van der Wal. Dorp in opstand. Uitgeverij Schuyt, Baarn. Een aardig gevonden trucje waarmee deze schrijver zijn lezers pas aan het slot hun de bedenkingen uit de hand slaat, die zij tegen zijn hoofdpersoon Bruninga opgeworpen mochten hebben. Hij redt daarmee op geestige wijze zijn verhaal, dat de moeilijkheden schetst, die in een dorp aan de kust opkomen, wanneer daar door toedoen van een rijken zonderling, een rijken idioot noemen zijn vrienden hem, heel langzaam verzet ontstaat tegen' dorpsche bureaucratie en de achterlijkheid waarmee er met de belangen der kleine lieden, op sociaal gebied wordt om gesprongen. Bruninga, de zonderling, ls bezig zijn geld op te maken door overal waar de bu reaucratie te kort schiet en de achterlijkheid tot onrechtvaardigheden leidt bij te springen en te helpen. Steeds met een begrijpenden glimlach en groote kalmte, ondanks de goedgemeende waar schuwingen van zijn vriend, den advocaat, die zijn geld beheert. Bruninga kan eenvoudig niets weigeren wan neer men zijn hulp inroept en hij meent dat on recht gepleegd of domheid begaan wordt. Dat neemt soms zulke vreemde verhoudingen aan en zijn opvattingen zijn hoe goed bedoeld overigens vaak zoo bovenmenschelijk nobel, dat de lezer verleid wordt deze figuur een beetje onmogelijk te gaan vinden En dan ontwapent de schrijver die lezer aan het slot door te ver tellen dat Bruninga in dat dorp nooit bestaan heeft en niet bestaan zou kunnen hebben. Maar het dorp en wat zich daarin afspeelt is echt en als er daar en elders eens Bruninga's konden gevonden worden, zou er veel en spoedig wat opgeruimd zijn, van wat er nog aan achterlijks is blijven plakken aan de dorpsche gemeenschap pen. Een utopistisch geneesmiddel voor een reëele kwaal wordt door den schrijver op geestige manier ter tafel gedeponeerd en Dorp in op stand werd daardoor een zeer leesbaar en onder houdend geschreven verhaal, dat nergens ver veelt. Onder de niet louter belletristische werken door Sinterklaas op onze leestafel gelegd, mag voor- loopig ln de eerste plaats de aandacht worden gevestigd op de Hollandsche vertaling van het werk van den Portugeeschen schrijver Teixeïra de Pascoaes waarin deze het over Hieronymus, den dichter der vriendschap heeft. Een belang rijk en diepzinnig boek, waarover niet in enkele regels te spreken valt, doch waaraan wel een zelfde waardeering zal worden gegeven als aan zijn vorig werk .Paulus, de Dichter Gods". Van beide werken zijn A. V. Thelen en H. Marsman de ver talers en is de firma J. M. Meulenhoff de uit geefster. In de Serie „Uren met(uitgaaf van de Hollandia Drukkerij te Baarn) verscheen een deel over Schopenhauer door dr. J. D. Blerens de Haan te Aerdenhont, terwijl de dichter J. A. Rispens van wien wij hier dit najaar een be langrijken bundel poëzie bespraken, thans bij De Tijdstroom te Lochem een essay over Nietz sche in druk heeft doen verschijnen, onder den titel „De dichter van den Zarathustra in ver band met onzen tijd". Voor een en ander zij voorloopig, temidden der luchtiger litteratuur, eveneens de aandacht gevraagd. J. H. DE BOIS. ZWEMMEN. ZWEMFEEST ZWEMCLUB „HAARLEM". Woensdagavond 13 December a.s. zal de Zwem- club Haarlem een zwemfeest geven in Stoop's Bad, waaraa,n tevens de zwemwedstrijden van de tweede ontmoeting der zwemcompetitie ver bonden zijn. Begonnen wordt met wedstrijden voor eigen leden, vervolgens komen de zwem competitie- en tenslotte twee polowedstrijden. Voor de zwemcompetitie worden verzwommen de 100 M schoolslag en 100 M. borstcrawl hee ren nieuwelingen en voor de dames de 5 x 50 M. borstcrawl estafette. De inschrijvingen voor de zwemcompetitie al leen zijn reeds interessant. Er zijn 50 deelnemers voor de 100 M. borstcrawl heeren nieuwelingen, 30 deelnemers voor de 100 M. schoolslag heeren nieuwelingen en 7 tot 9 damesploegen voor de 5 X 50 M. estafette. JACK MEBICA IS PROFESSIONAL GEWORDEN. Uit New York: De bekende Amerikaansche' zwemmer Jack Medica is naar de beroepsklasse overgegaan, hij zal zwemlessen geven aan de Columbia-universiteit. Hij werd tweemaal naar de Olympische Spelen uitgezonden. Te Berlijn in 1936 behaalde hij het Olympisch kam pioenschap op de 4Ö0 meter borstcrawl. Hij bezit thans nog de wereldrecords borstcrawl op de volgende afstanden: 200 meter, 220 yards, 300 yards, 300 meter, 400 meter, 440 yards, 500 yards, 1000 yards en 1609 meter.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 3